Uit de Heilige Schrift. Belijdenis en School. VRIJDAG 10 NOVEMBER 1899. No. 46. Ds. J. HULSEBOS, I)s. A. LITT00IJ, Dr. L. H. WAGENAAR. „De Boeren. 8e Jaargang. EEKBLAD GEWIJD AAN DE |3eLANGEN DER pEREFORMEERDE K.ERKEN IN pEELAND, OORD-BRABANT EN J-.IMBURG. Want de HEERE is onze Rechter, de HEERE is onze "Wetgever, de HEERE is onze KoningHij zal ons behouden. Jesaja 33 22. ONDER REDACTIE VAN Doch Samuel zeideHeeft de HEERE lust aan Brandofferen en Slachtofferen,als aan het gehoorzamen van de stem des Hee ren gie, gehoorzamen is beter dan slacht offer, opmerken dan het vette der rammen 1 Sam. 15 22. Abonnement per 3 maanden f 0.35. Afzonderlijke nos. 3 cent. Advertentiën van 1 5 regels 30 cent, iedere regel meer 5 cent. Familieberichten van 1—5 regels 50 cent, iedere regel meer 10 cent. Uitgever: K. LE CO INT RE MIDDELBURG. Berichten, Advertentien enz., gelieve men tijdig, uiterlijk Vrijdagmorgen, bi) den Uitgever in te zenden. OORLOG. II. En gy zult hooren van oorlogen en geruchten van oorlogen; ziet toe, wordt niet verschrikt; want al die dingen moeten geschieden, maar nog is het einde niet. Mattheus 24 6. Voor wie in waarheid recht en gerechtigheid lief heeft, is oorlog vaak onvermijdelijk. Het maakte op ons een diepen indruk te vernemen van president Kriiger, dat hij na langdurig en vurig het aangezicht des Heeren te hebben gezocht, de klare overtuiging ontving: ,Gij moet vechten Was het niet een rechtvaardige, een heilige strijd, dien Willem van Oranje aanbond met de Spaansche dwingelanden, om het arme onder drukte volk van Nederland te verlossen en zijn staatkundige en godsdienstige vrijheid te hand haven Was dit niet in den weg Gods en be leefde hij niet, juist in het heetst en het hache- lijkst van dien oorlog dat verheven oogenblik, dat hij kon getuigen, toen alles hem tegen en aardse he bondgenooten verre warenIk heb met den Potentaat aller Potentaten een tast ver bond gemaakt. En is die krijg Qiet bet middel geworden voor een gezegend volksbestaan en eene heeriyke bevestiging van Gods kerk in deze landen Ook te midden van de verschrik kingen van den ontzettenden tachtigjarigen Oorlog heeft de Heere kerk en volk hier staande gehouden. Hoe menigmaal worden Juda en Jeruzalem onder de regeering van godvruchtige koningen door machtige overheerschers bedreigd. Wat dan Moest dan de krijg, het kostte wat het wilde, worden vermeden? Neen, maar onder opzien tot den Heere en in diepe aihankelijk- heid van Hem, moest de vrijheid, moest het bezit van den dienst Gods verdedigd worden, en de duizend maal duizend delfden het onder spit. Wie laakt eenen Gustaaf Adolf, die ter be vrijding der onderdrukte protestanten in Duitsch- land, het zwaard aangordde en, voor de zaak der vryheid snevend, Lutzens oorlogsveld met zijn heldenbloed kleurde. Neen, het waren niet de minste tyden voor ons vaderland, toen de gevangenen van den Turk in Noord-Afrika en de vervolgden in Italië door ons werden bevrijd. En zoo is de stryd thans in Zuid-Afrika ont brand, van de zjjde onzer stamgenooten een rechtvaardige, geoorloofde, ja heilige strijd. De verhooging door gerechtigheid gaat vaak door diepe wegen en hacheiyken stryd. En hoe het ook gaan moge, de Heere zal toonen, dat Hy regeert en den ondergang niet zal gedoogen van wie op Zynen Naam vertrouwen en in Zijne wegen wandelen. Bezien wy dan ook de aangrypende gebeur tenissen van deze dagen uit dit hooger licht Versterken zy maar weder het bewustzyn, dat God regeert en dat de uitslag van al het ge woel der volkeren en ook van dezen kryg in zijne handen ligt Hy is het, die den trotsche vernedert en den nederige verhoogt. Worden onze stamgenooten in dien weg van bloed en tranen inniger aan den Heere verbonden Dat alles worde weggedaan, wat niet ia naar Zynen wil En dat ook het volk van Nederland zich moge laten onderwyzen Dat de knoopen der ongerechtigheid worden losgemaakt en gerech tigheid worde betracht, zoo hier als in onze koloniënWie waarborgt ons, dat ook onze vryheid niet spoedig zou kunnen worden belaagd Dan zullen wij vast staan in de ure der verzoeking, wanneer wy mogen staan met onzen GodHulsebos. Engeland heeft, zooals uit alles biykt, zyn tegenstanders in Zuid-Afrika te licht geacht. Het moet, om de overwinning te behalen, alle man te wapen roepen en inschepen. De macht en het beleid van het volksleger der republieken verbaast de wereld. Ook biykt gedurig duide- ïyker dat de klachten der Engelschen te Jo hannesburg gezocht, opgeschroeid en niet ern stig gemeend waren en dat, geiyk altyd gezegd werd,de oorlog door de hebzucht,de heerschzucht en de eerzucht der Engelschen in het leven is ge roepen. De sympathie van de volkeren der wereld hebben dan ook de boerenmaar desalniettemin laten de groote mogenheden Engeland begaan. Het mag de Transvaal en den Vrystaat ver pletteren. Dat mag het, hoewel in dezen oorlog volstrekt niet uitkomt, dat de boeren zoo on barmhartig en zoo dom zyn als de Engelsche staatslieden hun volk hebben doen gelooven. Eer biykt uit de alles vernielende kogels die de Engelschen gebruiken en uit het uitjouwen der krijgsgevangenen, dat hunne barmhartig heden wreed zyn en verre beneden die der Zuid-Afrikaners blijven. Het kleine volk moet, hoe vele ook de betuigingen van sympathie zijn, zich zelf helpen en redden uit het gevaar, waarin het ondanks zich zeiven gekomen is. Alleen zy, die bij hen inwoonden, trekken natuurlijk behalve de Engelschen met hen op in dezen bangen en jammeriyken stryd. Aandoeniyk is het te lezen, dat zelfs vrou wen en jonge dochters het geweer hanteeren en sommigen zelfs mee opgetrokken en geval les zijn in den strijd voor de erve der vaderen en de onafhankeiykheid van het land. Zy zyn geen onverschillige huurlingen, neen zy stryden omdat zy moeten met overgegevenheid, uit liefde voor hunne erve, in het diepe besef van hun recht Tegen een leger dat het hunne niet te zeer overtreft in getalsterkte en oorlogsmaterieel kunnen zy het dan ook wel uithouden, maar of ze voor de overmacht, die aanrukt, niet zullen moeten bezwyken is en biyft de vraag. Zoo even zeide ik: Ze moeten zich zeiven helpenmaar het spreekt van zelf dat ik dit zeide met het oog alleen op de machtige ry- ken, die hulpe kunnen bieden, doch die om redenen in de diep bedorven, hoogere politiek gelegen, voor het zedeiyk en staatkundig recht der kleine, zwakke staten niet meer opkomen. Indien de Heere God niet tusschenbeide komt en kenneiyke hulpe biedt, biyf ik vreezen dat in weerwil van de groote voordeelen door Transvaal en Vrijstaat reeds behaald, het einde diep treurig wezen zal. Dusver verheug ik mij daarom met beving. Maar Hy, die aanvankelijk hielp en overwinningen gaf, kan dat ook doen als de geheele EDgelsche macht is aangerukt. Hy wil er om gebeden zyn. Ja, Hy is een hoor der en verhoorder des gebeds. Laten wij daarom niet vertragen, maar aan houden in het gebed, pleitend op Zijne barm hartigheid en machtmeer nog, op de eer van Zijn grooten en heiligen naam, die aangeroepen is ter beslechting van de twistzaak èn door Kruger èn door Chamberlain. O dat het God mocht behagen zijn Naam te openbaren en het recht in het licht te stellen, opdat Hy worde verheerlijkt en het belaagde volk worde gered Laten wij niet vergeten, dat het genade is wanneer het Hem belieft dit te doen. De geest der genade en der gebeden worde tot dat einde ook uitgestort over de oorlog voerende volkeren Geschiedt dit, zoodat, in weerwil van den oorlog, dia als zoodanig verwil dert, de harten onder God komen,en ruste vinden en vragen, dat de Heere het recht in het licht stellen mag, dan is er hope dat de Heere dit doen zal. En doet Hij het op het gebed en om Zyns zelfs wil, dan hebben wij goeden moed, ja dan twyfelen we niet of de vernederingen zullen aan de zijde van Engeland zyn en blijven. Biykbaar is dit ook de gedachte van den hooggeschatten, vyf en tachtig jarigen Beets,|die zich in het TJtrechtech Dagbl. als volgt deed hooren Zult gij een ijdle wereld leeren Wat Godsbetrouwen zegt, Gy stryders in de kracht des Heeren Voor vryheid, erf en recht Klein Volk van ploegers, herders, jagers, Belasterd en veracht Door uw hoogmoedige belagers, Gerust op overmacht? Gy, in hun oog nog half barbaren, Alleen verdelging waard, Maar Heldenkroost van Martelaren, Niet van hun bloed ontaard, Gy predikt Koningen en Volken, Hoe groot en machtig: Hy Die zetelt boven lucht en wolken Is machtiger dan gij. De God dier psalmen en kronijken, Waar onze ziel by leeft, Zal nooit doen wan kien of bezwijken Die Hem zyn eere geeft; „Op wagens, paarden, en op helden „Zy onze v\jand stout, „Maar wy, wy zullen de eer vermelden „Van Hem die ons behoudt Behoud hen, God der legermachten, Sta Godiyk aan hun zy Verhoog ze die Uw heil verwachten, Verplet hun weerparty Laat nog de stervende eeuw ervaren, Dat, waar Ge in glans verschynt, .tBoos opzet van geweldenaren Als rook en damp verdwynt1" Littooij.

Krantenbank Zeeland

Zuider Kerkbode, Weekblad gewijd aan de belangen der gereformeerde kerken in Zeeland, Noord-Brabant en Limburg. | 1899 | | pagina 1