h
W
Belijdenis en School.
to Jaargang.
VRIJDAG 13 OCTOBER 1899.
No. 41.
DB.
J. HULSEBOS, Ds. A. LITTOOIJ,
Dr. L. H. WAGENAAR.
Luther's Psalmlied.
EEKBLAD GEWIJD AAN DE JBELANGEN DER pEREFORMEERDE KeRKEN
IN L EELAND,
OORD-j^RABANT
EN
IMBURG.
Want de HEERE is onze Rechter,
de HEERE is onze Wetgever, de
HEERE is onze KoningHij zal ons
behouden.
Jesaja 33 22.
ONDER REDACTIE VAN
Doch Samuel zeideHeeft de HEERE
lust aan Brandofferen en Slachtofferen,als
a»n het gehoorzamen van de stem des Hee-
ren Zie, gehoorzamen is beter dan slacht
offer, opmerken dan het vette der rammen,
1 Sam. 15 22.
Abonnement per 3 maanden f 0.35. Afzonderlijke nos.
3 cent. Advertentien van 1 5 regels 30 cent, iedere
regel meer 5 cent. Familieberichten van 1—5 regels
50 cent, iedere regel meer 10 cent
Een vaste burcht is onze God,
Een machtig schild en wapen,
Hy redt ons uit het bangste lot,
Hoe donker 't sta geschapen.
Den ouden vijand mist
Zijn weergaloozen list,
En sterke wapenkleeding,
Beproefd, ons ter vertreding.
Door onze macht wordt niets besteld,
Wij zijn gantsch zeer verloren
Maar voor ons strijdt de rechte Held
Dien God zelf heeft verkoren.
En vraagt gij wie Hij is?
't Is Jezus, ja gewis
De Heer der legerscharen,
Die zal ons wel bewaren.
Al maakt het ons de wereld bang,
Met duivlen, die ons drukken,
Toch blijft ons biy triumfgezang
God doet het ons gelukken.
Wat dezen wereldvorst
Ook overleggen dorst,
Zijn oordeel is gesproken,
Zijn rijk, zijn macht verbroken.
Het woord van God zal blijven staan.
Hoe zij de vuist ook ballen
Hij zelf, Hij houdt de hand daaraan
En zal 'tniet laten vallen.
En nemen zij ons goed,
En vrouw en kind en bloed,
Het zal hun toch niet baten,
Zij moeten 'trijk ons laten.
da costa.
Dat de volken der aarde die God, naar Zijn
rechtvaardig en heilig oordeel maar ook naar
Zijne wijsheid en goedheid overeenkomstig Zij
nen eeuwigen raad, bij gelegenheid van Babel's
torenbouw, aanzijn gaf, niet zijn een hoop in
dividuen, die los naast elkander staan, maar
wèl zijn een organisme, komt ook uit in de
saamhorigheid, die zich nu en dan openbaart
en in het nationaliteitsgevoel, dat zich nu en
dan baan breekt.
By de inhuldiging van onze jeugdige Konin
gin ontvingen wij van die saamhoorigheid en
dat nationaliteitsgevoel by vernieuwing een
aangenaam blijk. Daar deze saamhoorigheid
uit God is, behooren de belijders van deneeni
gen waren God haar te erkennen, en in hare
openbaring zich te verheugen.
Wanneer de beginselen van het liberalisme
doorwerken dan worden alle banden, die ons
aan God en aan elkander verbinden, verbroken.
Het liberalisme roept een leven zonder God
en een leven van egoisme en individualisme
in het aanzijn.
Hare vermeestering van het gezag, hare
partij regeering en hare knevelarijen hebben
het gevoel van saamhorigheid verstompt. Met
hen ons nationaal één te gevoelen kostte velen
reeds moeite.
Bij gelegenheid onzer nationale feesten kwam
dat voor velen uit. Verscheidenen, die met
Uitgever:
K. LE COINTRE
MIDDELBURG.
Berichten, Advertentien enz., gelieve men
tijdig, uiterlijk Vrijdagmorgen, by den
Uitgever in'te zenden.
ons gelooven en beiyden, konden het maar
moeilijk van zich verkrygen, om met de libe-
ralisten in gezelschap te zyn en nu eens hand
aan hand te gaan. Toch is dat roeping, zoo-
dra en zoo dikwerf de liberalisten met ons
doen willen, hetgeen uit het bestel van God
voorkomt en dies naar Zynen heiligen wil is.
Het spreekt van zelf, dat wy daarby hebben
op te passen dat de saamhorigheid en het na
tionaliteitsgevoel zich niet uitten op eene wijze
die indruischt tegen de ordeningen Gods.
Hoe de saamhorigheid en het nationaliteits
gevoel nawerken, dus hoe diep de Heere God
ze ingeplant heeft, kpmt by de volken der
wereld gedurig en ook nu weer bij hetNeder-
landsche volk uit. Meer dan andere landen
toch komt Nederland, ja komt het geheele
Nederlandsche volk voor Transvaal en tégen
Engeland op, by de onderhandelingen die door
dezen werden gevoerd en bij den strijd die
thans, helaas! uitgebroken is.
Was er niet zulk een diep besef van onze
machteloosheid, dan zou de regeering onzes
lands door het volk worden aangezocht en
opgeroepen om partij te kiezen in dezen stryd
voor het ons stamverwante volk.
Wy erkennen wel, dat ook het rechtsgevoel zyn
gewicht in de schaal legt. Ieder toch is over
tuigd, dat Engeland den oorlog met Transvaal
gezocht heeftgezocht heeft uit eerzucht, uit
heerschzucht en uit geldzucht, 't Is ook daarom,
dat hier en in andere landen voor het Trans-
vaalsche en tégen het Engelsche volk party
wordt gekozen.
Maar nergens komt, zooals hier, het geheele
volk in verzet. Het oordeel is hier eenparig
en de ergernis algemeen en groot.
Kon men maar, men zou helpen en ook zyn
zwaard wetten.
Doch wij liggen in onze schandewant, ach,
wij zijn bij vroeger en by Engeland vergeleken
als een nul in het cyfer geworden.
De veelheid onzer buitenlandsche bezittingen
doet ons slechts nog eenig aanzien hebben.
In de Transvaal werkte de stamverwantschap,
zooals vooral in de laatste jaren bleek, ook na.
Immers honderden uit Nederland werden aan
gezocht om er heen te komen, vooral onder-
wyzers en opvoeders van het toekomstig ge
slacht. Het geld, dat de velen, die er ook
heengingen, verdienden, de positie die zy er
verkregen en den invloed dien zij er uitoefenden,
was, over het algemeen genomen, niet onbe-
langryk.
De diepe teleurstellingen met Engeland en
de welgegronde vrees voor zijne bedoelingen
deed de Transvalers aan het volk in Nederland,
waaruit zy voortgesproten zijn, gedenken, en
ook begeeren, door velen uit dat volk intellec
tueel en op den duur ook nog wel materieel
versterkt te worden.
In ieder geval vertrouwden zy, wat dit laatste
betreft, dat in een stryd met Engeland, die
reeds lang voorzien werd, het Nederlandsche
element hen eer by dan tegen zou staan.
Eerzucht, heerschzucht en geldzucht deden
Engeland, dat gevoelden en wisten zy wel,
naar de vernedering, ja, ware het mogelijk
naar de vernietiging van de beide Vrystaten
uitzien.
Eerzucht toch deed vele Engelschen verlangen,
om de schandelyke nederlagen by Amajuba
en bij James-inval te wreken.
Heerschzucht deed veler hoogmoed zeggen
wij Engelschen moeten in Afrika van Noord
tot Zuid een heirweg krijgen en regeeren.
En de hebzucht was óf daarenboven öf in de
eerste plaats oorzaak, dat zij de Transvaal met
zijn goudmynen en de Oranje-Yrystaat met
zyn diamantvelden gaarne wilden inpalmen.
De eisch om binnen eenige jaren kiesrecht
te geven, aan de Engelschen die er slechts
henengingen om er veel geld te verdienen en
er slechts tijdelyk te blijven, was maar wat
zoeken om aan den gang te komen, m. a. w.,
om verwikkelingen in het leven te roepen.
De Jingo's wilden den oorlog, naar wij geloo
ven, om bovengenoemde redenen.
Met de oorlogsverklaring wilden zy echter liefst
wachten tot zij een 50,000 geoefende soldaten
aldaar vereenigd, goed toegerust en opgesteld
hebben. Dan toch, als zij dit alles zóó voor
elkander hebben, kunnen zy de Transvaal en
de Vry staat ten onder brengen.
Deze toeleg nu moest, voor zoover dit op het
oogenblik nog mogelyk was, verydeld worden.
Hieraan gevolg gevende, bood de Transvaal
nogmaals den vrede aan, doch wilde Engeland
hem niet, dan moest de oorlog ook maar dade-
lyk beginnen.
Hooghartig werd ook deze laatste vredes
voorslag afgeslagen, en dientengevolge de oor
log aangevangen.
Dit is bedroevend doch de Transvaal moest.
Maar waar blyven nu de mannen van het
Vredes-Congres Het is muisstil. Men hoort
van hen niet. Engeland mag ongestoord zijn
gang gaan. Voor het recht en de vryheid van
één man was onlangs de wereld in beweging.
Wy laken dit niet, maar wel betreuren wy
het, dat het, nu het de rechten en de vrijheden
van een geheel volk geldt, in vergeiyking van
toen, onder de volkeren der wereld zoo akelig
stil is.
Het is of het rooven van kleine Staten tegen
woordig geen diefstal is.
Een beroep op het hof des Hemels en op de
hulp van Boven, is den kleinen Staten geluk
kig nog overgebleven.
Dat is ook óns, met het oog op den bangen
stryd, waartoe het ons stamverwante volk
genoodzaakt is, nog overgebleven en gelaten.
Niemand onzer vergete dit.
Laten wy allen de handen van deze onze
broederen sterken, door, geiyk Aaron en Hur
voor Mozes en het Israëlitische volk deden, te
bidden voor Paul Kruger en het Transvaalsche
en Vrystaatsche volk.
Een krachtig gebed des rechtvaardigen ver
mag veel. God toch hoort en verhoort het gebed.
De overwinning immers is des Heeren. En Hy
kan door velen en door weinigen verlossen,
„'tis beter, als w' om redding wenschen,
Te vluchten tot des Heeren macht,
Dan dat men ooit vertrouwt op menschen,
Of zelfs van prinsen hulp verwacht."
Littoou.