h
VRIJDAG 8 SEPTEMBER 1899.
y/eekblad gewijd aan de ^elangen der pere formeer de
in Zeeland,
imburg.
Db. J.
HULSEBOS, 1)8. A. LITTOOIJ,
Dr. L. H. WAGENAAR.
Uit de Heilige Schrift.
8e Jurg&ng.
No. 36.
J^oord-Brabant en
Kerken
"Want de HEERE is onze Rechter,
de HEERE is onze Wetgever, de
HEERE is onze KoningHij zal ons
behouden.
Jesaja 33 22.
ONDER REDACTIE YAN
U och Samuel zeide Heeft de HEERE
lust aan Brandofferen en Slachtofferen,als
aan het gehoorzamen van de stem des Hee
ren Zie, gehoorzamen is beter dan slacht
offer, opmerken dan het vette der rammen.
1 Sam. 15 22.
Abonnement per 3 maanden f 0.35. Afzonderlijke nos.
3 cent. Advertentiën van 1 5 regels 30 cent, iedere
regel meer 5 cent. Familieberichten van 1—5 regels
50 cent, iedere regel meer 10 cent.
Uitgever:
K. LE €01 NT RE
MIDDELBURG.
Berichten, Advertentien enz., gelieve men
tydig, uiteriyk Vrijdagmorgen, by den
Uitgever in te zenden.
HET KRUIS OPNEMEN.
I.
En die zijn kruis niet op zich
neemt, en mij navolgt, is mijns
niet -waardig. Matth. 10 38.
De Heere Jezus heeft nergens aan zijne dis
cipelen toegezegd, dat zy hier eere en heeriyk-
heid zouden genieten, maar integendeel, dat
hun lijden en verdrukking, tegenstand en ver
werping zouden ontmoeten. Wel zegt Hij hun
toevrede en biydschap in den geest, maar
ookverdrukking en vervolging in het vleesch.
Hierna: de triomf en de heerlijkheid, hier de
strijd en het kruisdragen, hoewel ook de liefde
om Christus wil te midden van den stryd, vaak
heerlijk verkwikt en hare zalige vruchten doét
genieten.
Dit is geene onbekende zaak, en toch
zij wordt zoo zelden en zoo weinig verstaan.
Wy weten het, maar, nemen wy het ook ter
harte, beleven wy het ook
De geloovige is hierin nog veelszins nalatig.
Maar wat zal het oordeel zijn van hen, die hun
deel hebben in deze wereld en niet verstaan,
wat het zegtHem te leven, die voor ons is
gestorven en opgewekt!
De Heere geeft aan ieder zijner discipelen
zyn kruis. Dat kiuis moet worden opgenomen.
De Heere Jezus moet daarmede worden na
gevolgd.
De wereld vormt een leven buiten God. Daar
zijn koninkrijken en machten, daar is rijkdom,
wijsheid en wereldsch geluk. Ja, de wereldsche
wijsheid waant uitkomsten te hebben voor het
tegenwoordige en voor de toekomst. Doch het
is inderdaad leugen en bedrog. De koninkryken
en de machten behooren niet aan de wereld
en aan satan, maar aan God en Zynen Chris
tus. God regeert en niet satan. Zijn Koninkrijk
is het ware, zyn geesteiyk koninkrijk met Chris
tus tot Hoofd, is bestendig en geeft waren rijk
dom en geluk.
En dit moet nu Gods volk belijden in ge
hoorzaamheid aan 's Heeren Woord en belofte.
Maar dit kan dan ook niet anders dan onder
stryd en lijden, welke ons de wereld en hare
koninkrijken, welke ons de satan aan doet,
wanneer het leven Gods in ons openbaar wordt.
En tegen het belijden van den Heere komt
ook ons vleesch en bloed, komt ook onze eigen
wil in verzet. En dat al vat de Heere Jezus nu
samen in het woordKRUIS.
Het kruis van Christus heeft eene dubbele
beteekenisVooreerst duidt het aan Zijn lyden
tot verzoening onzer schuld en tot onze ver
lossing. Maar het is ook in de tweede plaats
de samenvatting van het lijden en den smaad,
dien satan en wereld en onze zonden het Hoofd
en den Koning van het godsrijk hebben aange
daan, van het geweld, dat zij aan Hem hebben
gepleegd. In dit laatste opzicht staat het kruis
er nog en wordt door de wereld opgelegd en
toegepast aan Gods volk en moet ook door hen
worden gedragen in aanvaarding van dien
smaad en in den strijd met satan, met vleesch
en bloed
En daarvan spreekt nu de Heere, als Hij van
de kerk en van ieder der Zijnen handelende,
gewaagt vanZijn kruis.
De Heere is daaromtrent niet onverschillig.
Dat kruis is onmisbaar. Die zijn kruis niet op
zich neemt, is Zyjns niet loaardig. Het kruis
is dan eigeniyk het lyden, om des Heeren wil,
het lijden als discipel des Heeren. In den grond
is het lijden der broederschap ten, maar ook is
ieders kruis weer verschillend, naar gelang van
lyden en omstandigheden. Zoo verschilt het
voor de kerk in den loop der verschillende
eeuwen. Vergelijk b. v. de eerste eeuwen, de
eeuwen der vervolgingen door de heidenen, met
de voorgaande en met deze eeuw. Wat verschil
in stryd en kruisdragen voor de kerkToen
de openbare woede van het heidendom, nu de
allerverwoestende beginselen van revolutie en
ongeloof. En hoe gansch anders stond het er
wederom in de zestiende eeuw, de hervormings
eeuw, voor!
Maar ook by ieder kind Gods is het kruis
verschillend naar roeping en levensomstandig
heid. Daarom zegt de Heere En die zijn kruis
niet op zich neemt. Anders openbaart zich het
kruis voor den jongeling, dan voor den gehuwde,
anders voor den dienstbare dan voor den vrije.
By dezen sluit het zich aan by lichaamszwakte
en neigingen, by anderen komt het meer voor
uit de omgeving. Deze heeft zijn kruis in den
strijd met deze, gene in den stryd met eene
andere zonde en hartstocht. Allen hebben strijd
en kruis vanwege de listige omleidingen van
satan. Hulsbbos.
VARIA,
Sectarisme in Zeeland.
In 1678 werd Jacob Verschoor, een Vlis-
singer, die te Leiden opgeleid was, door de classis
Walcheren wegens onrechtzinnigheid als pre
dikant afgezet. Hij trad nu in conventikelen
op, het meest in het beroemde huis van Mar-
nix te West-Souburg, waar hij velen uit Vlis-
singen en Middelburg om zich heen wist te
vergaderen.
Hy noemde zijne gemeente „de zuivere Ge
reformeerde kerk" en vertrouwde het onder-
bestuur toe aan Theophylactus van Schoor en
Margaretha van Dijck. Verschoor was een
Coccejaan en drong sterk aan op Schriftonder
zoek, vooral van het O. Testament. Hij achtte
het noodzakelijk, dat elk lidmaat der gemeente
den Bybel in het oorspronkelijke las en de
Hebreeuwsche taal grondig leerde kennen, om
de gebrekkige vertalingen te kunnen ontberen.
Zijn volkje begreep dit ook en werd daar
om de „Hebreeuwen" genoemd. Deze He
breeuwen werden niet alleen in Zeeland, maar
ook in de provincies Holland en Utrecht ge
vonden. Den 1 Maart 1697 hielden op aan
drang van den magistraat van Middelburg in
het huis van Steven Voet, den Middelburgschen
burgemeester, de beide Middelburgsche predi
kanten Nicolaas Schorer en Jacobus Fruytier
aan de eene en Jacob Verschoor met Margare
tha van Dyck aan de andere zyde een twist
gesprek van zeven uren, waarbij de laatsten
geacht werden het pleit te hebben verloren.
Dit gevoegd by het overlyden van Verschoor
in 1700 en de niet ongegronde beschuldiging,
dat M. van Dyck in hare geschriften Sociniaan-
sche gevoelens verdedigde, maakte, dat de He
breeuwen langzamerhand allen invloed verloren.
De magistraat van Middelburg zette M. van
Dyck de stad uit en verbood het verkoopen ha-
rer geschriften. Na veel omzwervens zette de
vrouw zich eindeiyk in 1719 te Rotterdam
neder, waar zij zich bij de Remonstranten aan
sloot.
De Hebreeuwen verklaarden in 1697 na bo
vengenoemd twistgesprek, dat zij zich ver-
eenigden met de leer, vervat in de drie forj
muiieren van eenigheid, terwyi zy eene ge
loofsbelijdenis in het licht zonden, getiteld:
„Het oprecht Gerefoimeerd gevoelen van de
vervolgden door de Classis van Walcheren",
waarin zy de stelling verkondigden„Een uit
verkoren, geloovig en rechtvaardig kind van
God kan door zijne zonden zich niet schuldig
maken ter verdoemenis."
Zij beleden„De uitverkorene is reeds geg
rechtvaardigd van eeuwigheid. Hy behoeft der
halve niet te bidden om vergeving der zonde,
als die toch reeds van eeuwigheid vergund is.
Het ware geloof bestaat in een volkomen over
tuiging, dat men deel heeft aan die genade
weldaad. Allen derhalve, voor welke Christus
gestorven is, mogen gezegd worden, als zonder
zonde geboren te zyn". Hieruit leidden zy af:
„een mensch, die niet overtuigd, ja verzekerd
is van zijn zaligheid kan naar waarheid geen lid
maat der Kerk genoemd worden en iemand,
die aan zyne zaligheid twijfelt, kan niet ten
Avondmaal gaan".
Een andere richting dan die der Hebreeuwen
had zijn ontstaan te danken aan Pontiaan van
Hattem, te Bergen-op-Zoom geboren en te
Philipsland (classis Tholen), predikant.
Toen hy in 1683 door den Zeeuwschen ker*
kelijken Coetus van zijne bediening was ont
zet, zocht hij zich bij de Hebreeuwen aan te
sluiten, doch Verschoor wilde van Van Hattem
niets weten. De laatste volgde nu het voor
beeld van den eerste en begon in conventikelen
te oefenen en mocht zich weldra in een tal
rijk gehoor verheugen.
Zijn eigeniyk gevoelen wist hy voor het
volk onder schoonklinkende redenen te verber
gen. Alleen Jacob Bril, een catechiseermeester
te Leiden en Marinus Booms, een schoenma
ker te Middelburg, waren in zyne leer inge
wijd. Van Hattem overleed in 1706. Bril was
reeds voor hem overleden. Booms werd wegens
wanbegrippen door den kerkeraad van Middel
burg van zyn lidmaatschap ontzet.
Van Hattem leerde„Christus heeft door
zijnen dood ons bekend gemaakt,dat wy van
God gerechtvaardigd zyn. Uit kracht van
die rechtvaardiging kan niemand tegen Gods
wil handelen en dien overtreden. De mensch
is zoodanig, als hy behoort te zyn. Hy kan
zelfs gezegd worden, nooit eenige zonde be
dreven te hebben. Al onze handelingen of
daden zyn de daden van Gods Zoon. Het ge
bed is geen middel, waardoor men iets van
God verkrygt enz. Hoofdstelling van hem was
„de wil van God wordt niet volbracht door doen,
maar door lyden of niet dadeiyk, maar lijdelyk."
Door kleine volksboeksjes heeft Jacob Bril
de stellingen van Van Hattem gepopulariseerd.
De verborgen wil van God er in op den voor
grond gesteld De mensch heeft eenvoudig te
betrachten zich met berusting in te leven in
Gods verborgen raad. Alles is, zooals het