WWW VRIJDAG 23 JUKI 1899. ^Veekblad gewijd aan de ^Belangen der Jjereformeerde erken Ds. J. HULSEBOS, Ds. A. LITTOOIJ, Dr. L. H. WAGENAAR. Uit de Heilige Schrift. Belijdenis en School. 8e Jaargang. No. 25. IN ^EELAND, j^OORD-j^RABANT EN J-vIMBURG. Want de HEERE is onze Rechter, de HEERE is onze Wetgever, de HEERE is onze KoningHy zal ons behouden. Jesaja 33 22. ONDER REDACTIE VAN Abonnement per 3 maanden f 0.35. Afzonderlijke nos. 3 cent. Advertentiën van 1-5 regels 30 cent, iedere regel meer 5 cent. Familieberichten van 1—5 regels 50 cent, iedere regel meer 10 cent. Ten besluite van ons verslag van Zendinge conferentie en Bidstond van 11 Mei j.l. (Hemel vaartsdag) geven wij op deze plaats nog een kort overzicht van het door Dr. L H. Wagenaar gesprokene. Werd de Gemeente in de morgen ure van dezen dag, dus ving spreker aan, bepaald bij de Hemelvaart, gelyk ze van deze aarde werd gadegeslagen tot aan de wolk, die den Heere wegnam van der discipelen oogen thans worde het ons gegeven, getuigen te zyn van hetgeen er aan den bovenkant van die wolk voorviel. Daartoe worde Gods Woord, en wel het boek van Daniël ontsloten, alwaar wij in hoofdstuk VII 13 en 14 aldus lezen Verder zag ik in de nachtgezichten en zieter kuxzm een met de wolken des hemels, als eens menschen zoon, en hij kwam tot den oude van dagen, en zij deden hem voor Denzelven naderen. En hem werd gegeven heerschappij en eer en het koninkrijkdat hem alle volken, natiën en tongen eeren zouden; zijne heerschappij is eene eeuwige heerschappij, die niet vergaan zal en zijn Koninkrijk zal niet verdorven worden. In eene reeks van nachtgezichten wordt voor het oog des zieners de wereldgeschiedenis af- geschaduwd. Dier na dier komt op uit de zee, om zich neder te zetten op de aarde. Evenwel, hooger dan de aarde komen zij niet. Het is dierlijke heerschappij, vergankelijk. Doch nu ziet h\j een heerlijk koninkrijk. Het komt niet uit den afgrond, maar uit den hemel. Het is het koninkrijk, dat den menschenzoon wordt gege ven. Het is niet dierlijk maar menschelijk, de mensch hersteld en ontwikkeld in eiken trek en kleurschakeering. Het is uit den hemel en zal eeuwig duren. Elk der koninkrijken hier op aarde heeft eenen stichter. Ook hier is een stichter, namelijk God, de Vader; door Hem en uit Hem bestaat het Koninkrijk. Onze tekst leert het ons, wat bij Jezus Hemelvaart aan gene zijde van de wolk plaats greep. Eenmaal zal Hij wederkomen, gelijk zijne jongeren Hem naar den hemel hebben zien henenvaren. Dan komt Hij om te oordeelen de levenden en de dooden. Nu komt Hij (vers 13), om geoordeeld te worden en het loon op zijnen arbeid te ont vangen. En ziet, zoo lezen wy. Dit wil altijd zeggen, dat er eene verborgenheid komt. Hy kwam mei de wolken. Zy droegen Hem omhoog. Elia voer ten hemel met vurige paarden, Jezus met de wolken. Zij deden Hem voor den Oude van dagen naderen, zy, de engelen, die hem vol blijdschap omstuwden. Deze teekening is symbolisch. De Oude van dagen is God, de Vader. Zoo wordt de Heilige Geest in de Schrift symbolisch als eene duive voorgesteld. Tot den Vader kwam Jezus. Daar dringt ook hetgeloo- vig harte heen. Zijn werk wordt vol gevonden. En ziet daar nu het loon. De vorige rijken waren voor eenen tijd, zij waren genomen en niet gegeven. De genadeheerschappij kent geen grenzen. Dit koninkrijk, deze eeuwige heerschap- Pij heeft wel worstelingen, maar komt die glo rierijk te boven, en zal de aarde vervullen, ge lijk de wateren den bodem der zee bedekken. Hier is geen einde, geen tanen, geen sterven, maar een bloeien in eeuwige jeugd. De gegeven onderdanen zijn personen met D och Samuel zeideHeeft de HEERE lust aan Brandofferen en Slachtofferen,ala aan het gehoorzamen van de stem des Hee- ren Zie, gehoorzamen is beter dan slacht offer, opmerken dan het vette der rammen 1 8am. 15 ÏJL* Uitgever: K. LE COINTRE MIDDELBURG. Berichten, Advertentien enz., gelieve men tijdig, uiterlijk Vrijdagmorgen, bij den Uitgever in te zenden. persoonlijke en ook nationale existentie. Geen volk zal optreden, of iets daaruit zal worden ingedragen in het nieuwe Jeruzalem. De Heere zal ze doen komen uit verwante geslachten, dit is de beteekenis van natiën. In zijn rijk eene veelheid der tongen die veelheid der spra ken zal moeten dienen, om daarin den lof Gods groot te maken. Aan Jezus de heerschappij en de eere. Niet naar den omvang van alle zielen zal zijn Koninkrijk zijn. Velen wandelen op den breeden weg en gaan verloren. Tot zijn Koninkrijk komen zijne uitverkorenen. Zij zijn gegrepen in verband met hun volks- en natio naai bestaan. Uit deze waarheid volgt eene sterke vertroos ting. Uit haar toch volgt de zekerheid, dat de zending is Gods werk, dat niet mislukken zal. Het Koninkrijk is het heerlijk loon van den Zoon des menschen. Het is duur gekocht. God geeft het, de Zoon ontvangt het. De zekerheid der zending onder de volken kan niet falen. Veel is er, dat ontmoedigt, vooral dat kille en matte en trage, dat veelszins ook in onze ker ken wordt gevonden. Wij maken ons op tot het gebed. Daarin mag wel allereerst de toon weerklinken Heere treed niet met ons in het gerichte! Er moet zijn een toon uit de diepte, als wij ons onderwinden voor de zending te bidden. Wat zegt ons persoonlijk bestaan om trent de zending En dan ons gemeentelijk leven Hoe moest er niet een ijver, een bran dende ijver zijn in iedere gemeenteWie heb ben in dit jaar hartelijk gebeden voor de zen ding? Is er gebeden of werden niet vaak gevoelloos, als 'tware glimlachend, deze zaken in kerkeraadsvergaderingen behandeld Kerk van MiddelburgU is in den namiddag veel hards gezegdSlagen zijn u gegeven, en dat niet onverdiendWij moeten or mede in het stof! Middelburg, hoe kunt gy er aan denken een missionair predikant uit te zenden, indien wij onze geschillen niet kunnen te boven ko men De Heere heeft een twist met Nederland en met zijne kerk. De gedachten geeft de Heere, maar er is geene kracht tot uitvoering. En inmiddels zijn mannen broeders, als Adriaansen en Scheurer, zuchtende om hulp. Laat ons ons verootmoedigen. De Heere vergist zich niet. Over onze lauw heid zal zyn oordeel komen, maar die lauw heid zal nooit zyn werk vernietigen. Van harte instemmende met het gesprokene van z\jnen voorganger herhaalt spreker nog eens, voor hij met de gemeente tot het gebed overgaat, diens tekstwoorden O HeereGij zijt mijne sterkte en mijne sterkheid en mijn Toe vlucht ten dage der benauwdheid. Tot u zullen de Heidenen komen van de einden der aarde en wat volgt. Jeremia 16 19. Hulsïbos. Na, naar ik hoop, duidelijk te hebben aan getoond, dat „de gemeente," volgens Gods Woord, de leer der vaderen en der Kerken er op moet toezien dat alle niet-gecensureerde le den der kerk de inzetting van het avondmaal onderhouden, alsmede, dat zy daartoe voor de Gemeente gerechtigd zyn, spreek ik thans over de verplichting der leden om de viering waartoe zij gerechtigd z(jn en waarop de Gemeente moet toezien, niet na te laten. Ik doe dat met het oog op en naar aanleiding van de woorden van onzen vriend, die schreef„Ieder niet-gecensu reerde is naar uwe overtuiging krachtens be- lydenis hiertoe verplicht." Volkomen juist heeft onze vriend in deze woorden mjjne over tuiging weer gegeven. De avondmaalsviering waartoe de ovengenoemde leden gerechtigd zyn, mogen zy, gelyk ik verledene week reeds zeide, niet naar willekeur, d. i. al of niet gebruiken. Zoo ook de doop van hunne kinderen, waar op zij recht hebben, mogen zy niet laten toe dienen, alleen dan wanneer het hun behaagt, of, wanneer zy meenen daarvoor innerlijk goed gesteld te zyn. Deze goede gesteldheid des harten is daarom gansch geen onverschillige zaak, ze is noodig en goed by den doop der kinderen, by het ten avondmaal gaan, bij het opkomen naar de bediening des Woords, by de afzondering tot het gebed, by het uitreiken on zer gaven voor kerk en armen, ja, waarby is ze niet eisch der Heilige Schrift. Immers hetzy wij eten, drinken, of iets anders doen, wy moe J ten het alles doen ter eere Gods. Daarom is alles, wat niet uit den geloove is, zonde. Maar al is dit nu alles ontegenzeggeiyk waar, daarmee is evenwel noch in het eene, noch in het andere geval gezegd, dat wij het afhanke lijk mogen maken van de gesteldheid van ons hart. Doen wy dat, dan is metterdaad niet het gebod van God, maar de gesteldheid van het hart tot regel gemaakt van ons doen en laten. Wy stellen ons dan aan als de slecht opgevoede, verwende kinderen, die wat „lek kers" moeten hebben vóór zy doen, wat vader of moeder hun gebiedt. 'tis in den grond God verzoeken. De Heere beproeft juist onze gehoorzaamheid ook wel, door ons van voren niet die gewenschte ge stalte te geven. Immers het gebeurt, dat wy dor en doodig tot al het genoemde komen en dies zeggen moeten, dat wy enkel uit ge hoorzaamheid of plicht het moeten doen, en dat de Heere onder het gebruiken der genade middelen ons de goede gesteldheid des harten schenkt. Ook wel daarna. Doch neem aan, dat deze zoo begeeriyke gesteldheid des harten en vóór en by en ook na het gebruiken dier mid delen achterwege biyft, kunnen wij dan met recht en reden zeggen, dat wy die middelen doelloos hebben genoten? Is dan gehoorzaam te mogen zyn aan Gods geboden en inzettingen van geene beteekenis Het gebonden zyn gelyk het wel uitge drukt wordt aan Gods geboden en inzettin gen, is dat geen zegen Geen zegen, ook wan neer wy zien op anderen, die naar het goed dunken huns harten leven in betrekking tot de geboden en inzettingen Gods? Waardeeren wy deze gehoorzaamheid by onze kinderen niet? En zou God, naar Zyn Woord ons leert, daarmee niet rekenen en daarop gansch geen prys stellen Daarenboven kunnen wy het immers niet be- oordeelen wie der leden volstrekt geen geloof en geen hart hebben. Sterker nogdaarom trent kunnen de allerheiligsten zich ten eenen- male vergissen. Ja wy zeiven kunnen ook omtrent ons zeiven ons schromeiyk vergissen. Hoe velen toch hebben zich menigmaal wegge-

Krantenbank Zeeland

Zuider Kerkbode, Weekblad gewijd aan de belangen der gereformeerde kerken in Zeeland, Noord-Brabant en Limburg. | 1899 | | pagina 1