Uit de Heilige Schrift. Belijdenis en School. TRIJBAG 5 MEI 1899. No. 18 ^/eekblad gewijd aan de ^Belangen der Jjereformeerde [(erken in ^eeland, j^oord-j^rabant en llmburg. Ds. J. HULSEBOS. Ds. A. LITTOOIJ, Dr. L. H. WAGENAAR. J aarpmg. Want de HEERE is onze Rechter, de HEERE is onze "Wetgever, de HEERE is onze KoningHij zal ons behouden. Jesaja 33 22. ONDER REDACTIE VAN Doch Samuel zeideHeeft de HEERE lust aan Brandofferen en Slachtofleren,als aan het gehoorzamen van destemdesHee- ren? Zie, gehoorzamen is beter dan slacht offer, opmerken dan het vette der rammen 1 Sam. 15 22. Abonnement per 3 maanden f 0.35. Afzonderlijke nos. 3 eent. Advertentiën van 1 5 regels 30 cent, iedere regel meer 5 cent. Familieberichten van 1—5 regels 50 cent, iedere regel meer 10 cent. Uitgever: K. LE COINTRE MIDDELBURG. Berichten, Advertentien enz., gelieve men tijdig, uiterlijk Vrijdagmorgen, by den Uitgever in te zenden. HET SABBATSGEBOD. (naar de onderrichting van den Catechismus.) Gedenkt den Sabbatdag, dat gij dien heiligt. Exodus 20 8. II. God gebiedt in het vierde gebod, ten andere dat ik alle de dagen myns levens van mijne booze werken viere, den Heere door Zijnen Geest in mij werken late en alzoo den eeuwi gen Sabbat in dit leven aanvange. Kan het schooner worden gezegd, dan het hier de On derwijzer doet. En wat berooven zy zich van veel zegen en geestelijk genot, die niet naarstig zijn in het komen onder den Catechismus, welke iederen Sabbat in onze kerken wordt geleerd. Innig schoon gezegd Wel is de onderwijzer vaardig in de kennis van de leere der godzaligheid. In dit ten andere zien wij het geestelijk leven van Gods kinderen, getint door de eigenaardigheid van het vierde gebod. De Heilige Geest drukt den stempel van dit gebod in het leven Yan Gods kinderen af. Neen, met het onderhouden van kerkedienst, predikambt, scholen, met het naarstigiyk komen tot de gemeente Gods, inzonderheid op den Sabbat, dat is den Rustdag, is aan het Sabbats gebod nog niet voldaan. Het komt ook tot het zielsleven, het innerlijk bestaan voor God. En dan is de eischHet zich laten bewerken tot den dienst des üeeren door den Heiligen Geest. Hiermede wordt de onmisbare geestelijke on dergrond genoemd, die vereischt wordt, zal de openbare godsdienst waarlijk dienst zijn van den levenden God en aanvang van den vol maakt reinen en zaligen dienst Gods voorden troon. Wat de Catechismus hier ten andere leert, bewijst, dat wij hier met den waren godsdienst te doen hebben. Alle valsche godsdienst stelt zich tevreden met het uiterlijk werk. Van den uiterlyken dienst tot de innerlijke gesteldheid des harten. Hier is opklimming, of, wilt gij liever, afdaling tot den diepsten grond, het werk des Geestes in ons. Hier wordt het oog gevestigd op onze onbekwaamheid tot den Dienst des Heeren van nature, en het werk des Heeren, dat daartoe bekwaamtbekeering, geloof, afsterving van den ouden mensch, op standing van den nieuwen. Dat ik alle de dagen mijns levens van mijne booze werken viere di. die booze werken va ren late, loslate) Doch hierin bestaat de be keering niet alleen. Met het afsterven van den ouden mensch gaat de opstanding van den nieuwen mensch gepaard. Afsterven van de zonden, opstaan tot het nieuwe leven, werk zaam zijn in den dienst des Heeren. Het is een leven door den Heere Jezus, die gestorven is en opgewekt. Zoo wordt de eeuwige Sabbat in dit leven aangevangen. Zie hier in alle eenvoudigheid en waarheid het geheim blootgelegd van de zaligheid van den dienst Gods, van den zegen van den Rustdag. Dit is het geheim van die vreugde, die bezieling, dat verlangen, uitge drukt in psalmen als 72, 84, 92, 133,134. Zoo verstaan, is de dienst hier beneden eene af schaduwing van den reinen en volmaakten dienst daar boven, en iedere rustdag verkon digt het opnieuw„Er blijft dan eene ruste oven* voor het volk van God Vieren van de booze werken, den Geest Gods in zich laten werken, ijverig in den dienst Gods naar zyn gebod, dit is de geestelijke signatuur van het Israël Gods, terwijl te midden van der wereld gewoel, on rust en rumoerigheid de kalmte van de aan- vangselen van den eeuwigen Sabbat over hen ligt uitgespreid. En liggen nu in dit onderricht ook niet zeer ernstige vermaningen en roepstemmen Zyt gij, lezerook reeds zoo als het hier wordt voorgesteld onderworpen aan het vierde gebod. Dient gy den Heere? Is zijn dienstu waarlik dierbaar, gelijk Hij, die ook innerlyk in de zielen zijner kinderen werkt? Van wie zijnen Geest wederstaan heeft de Heere gezwo ren in zynen toom„Zoo zij in mijne ruste zullen ingaan Maar voor den verslagen zondaar is nog uit komst. De rustdag (thans niet meer in cere monieel" gewaad) blyft de Dag des Heeren van de schepping afaan verordineerd en ingezet. Voor zijn behoud, voor zijn heiliging hebben wij te strijden tegen de invloeden van wereld en mammon, welke dien dag en zijne ruste willen uitwisschen. Strijden wij dien strijd waar wij vermogen, opdat de Heere geheiligd wordedie te eer en is. Hulsebos. Diep trof mij en de mijnen Woensdagmor gen het bericht van het plotseling overlijden van mijn leermeester, vriend en broeder, de heer J. de Boer, a/d Nieuwendijk, te Almkerk. Het bericht in De Standaard luidde „Tot ons leedwezen en zeker tot smart van al onze vrienden in het land moeten wy het bericht brengen dat de Heer de Boer a/d Nieuwendyk gisteren avond plotseling is overleden. Gisteravond, na afloop der kerke- raadsvergadering werd de.Heer de Boer onge steld. Per rijtuig huiswaarts keerend, overleed hij onderweg. Velen zullen zijn heengaan be treuren want in wijden kring arbeidde hij. Vermelden we allereerst dat hij de talent volle redacteur was van de Prot. Noordbraban- ter, welke hij met vele degelijke artikelen van zyn hand verrijkte. Ook op ander gebied stond hy vooraan, hij de oud-instituteur, het oud- hoofd eener Christeiyke school, die ook de za ken van het onderwijs in het algemeen als lid van den Schoolraad behartigde. Van de oprichting der Vereeniging tot Christ, verpleging van Krankz.'en Zenuwlyders was de overledene bestuurslid, hy was sectretaris van het gesticht Bloemendaal. De gemeente Almkerk bezat in hem een kundig Wethouderde Ger. keik een ijverig lid, die haar jarenlang als ouderling diende. Hij ontsliep op den leeftyd van 72 jaar, door allen die hem kenden bemind hoog geacht ook door zijn tegenstanders. Met hem verlaat ons een van de oude garde een van die stryders die op het slagveld grys werden, en wiens verscheiden herinnert aan het Schrift woord, dat spreekt van de kroon voor wie wet- tiglijk gestreden hebben." Nog slechts eenige weken geleden had de ondergeteekende het genoegen met den heer De Boer te spreken en bij hem te logeeren, en by gelegenheid van de synode te Middelburg was onze onvergetelijke vriend, die als afgevaardigde van Noord-Brabant ter synode was, drie weken by ons gelogeerd. Den laatsten tyd was de heer Boer kort ademig, maar overigens gezond. Te Zwaluwe, in Noord-Brabant, aan schouwde onze broeder het levenslicht en bracht hij de kinderjaren door. Hij leed daar en el ders mee in den smaad, die, om Christus wil, inzonderheid in 1834 en daarna doorleefd werd. In zijne jeugd kwam hij als onderwijzer by den heer Hasselman, die eerst te Maarsen, daarna te 's Hertogenbosch en toen aan den Nieuwendyk eene Christelijke School had, eene School, die aan den Nieuwendijk tot een bloeiend Instituut uitbreidde. Honderden jeugdigen ontvingen aan Has- selman's Instituut hunne eerste opleiding. Er zijn tijden gew eest, dat dit Instituut zóó bloeide, dat by verschillende burgers de leerlingen in de kost waren, omdat er op de kostschool zelve geene plaats ter inwoning te verkrijgen was. Een voor velen onvergetelijk drietal, dat elkan der aanvulde en één geheel uitmaakte, was daar behalve de secondanten aan de School. Men had er een zeer wetenschappelijk hoofd, met een vroom hart, de heer Hasselman, eene door en door bekwame en berekende huisvrouw, met een medelijdend hart, die echter zich zelve weieens in den weg stond, Mejuffrouw Pietje Hasselman, en den nu overleden heer de Boer, die het leven van jongsaf den Heere wijdde en die aan de kostschool de jongeheeren onderwees en voorging in de vreeze van Gods naam als hij opstond, onderwys gaf, met hen aan tafel zat, op de wandeling was, totdat zy zich ter ruste hadden neergelegd. Zyn toewijding, zijn tact, zyne zachtmoedigheid en bekwaamheid, bijname zyne practische, waren voorbeeldig. Zijn velen voor het maatschappelyke leven den heer de Boer veel dank verschuldigd, ook voor het geestelyke en eeuwige leven was hij, door Gods genade, tot een rijken zegen. Dat was hij eerst aan de kostschool, daarna als ouderling in het midden der gemeente en als christen-burger, ook voor de plaats zyner inwoning, hy diende daarenboven menigmaal de kerken in de provincie en in het vaderland dat deed hij ook, als redacteur van de Prote- stantsche Noordbrabanterjaren aaneen werkte onze broeder met den heer de Savornin Loh- man aan dit blad. In de dagen toen de stuk ken, die daarin voorkwamen de aandacht trok ken en door De Standaard en andere bladen geprezen werden, waren zij menigmaal van zijne hand, als schier ieder meende, dat ze door den heer de Savornin Lohman geschreven waren. Aan het werk der barmhartigheid te Bloe mendaal gaf onze vriend in den laatsten tyd van zijn leven een zeer groot deel van zyn nog overgebleven, welbesteed leven. De heer de Boer is door den Heere geestelijk en stoffelijk ryk gezegend, en hij was een zegen. Onvergetelyk zijn rcy de jaren waarin ik het eerste onderwijs met het oog op de bediening des Woords van den heer Hasselman, maar inzonderheid van den heer de Boer ontving als zijn dagtaak, die zoo druk en van zooveel

Krantenbank Zeeland

Zuider Kerkbode, Weekblad gewijd aan de belangen der gereformeerde kerken in Zeeland, Noord-Brabant en Limburg. | 1899 | | pagina 1