^Weekblad gewijd aan de ^Belangen der Pereformeerde JCerken Uit de Heilige Schrift. KERK. Belijdenis en School. VRIJDAG 31 MAART 1899. No. 13. in ^eeland, j^oord-jbl loord-prabant en j-hmburg. Ds. J. HULSEBOS, Ds. A. LITTOOIJ, Dr. L. H. WAGENAAR. Eerste steenlegging Tan het nieuwe Kerkgebouw te Vlissingen. 8e Jaargang. Want de HEERE is onze Rechter, de HEERE is onze Wetgever, de HEERE is onze KoningHy zal ons behouden. Jesaja 33 22. ONDER REDACTIE VAN Doch Samuel zeideHeeft de HEERE lust aan Brandofferen en Slachtofferen,alg aan het gehoorzamen van de stem dea Hoe ren Zie, gehoorzamen is beter dan slacht offer, opmerken dan het vette der rammen 1 Sam. 15 22. Abonnement per 3 maanden f 0.35. Afzonderlijke nos. 3 cent. Advertentiën van 1 5 regels 30 cent, iedere regel meer 5 cent. Familieberichten van 1—5 regels 50 cent, iedere regel meer 10 cent. Uitgever: K. LE COINTRE MIDDELBURG. Berichten, Advertentien enz., gelieve men tijdig, uiteriyk Vrijdagmorgen, by den Uitgever in te zenden. GETRIOMFEERD. En da overheden en de machten uit getogen hebbende, heeft hij die in het openbaar ten toon gesteld, en heeft door hetzelve over hen getriomfeerd. Coloss. II 15. Aan den Opstandingsmorgen komt heeriyk de triomf uit, door Christus aan het kruis be haald, behaald voor zyn volk. Het handschrift, dat tegen ons was, de wet als ons vervloekende wegens onze schuld, de wet der Ceremoniën, ons wijzende op onze onreinheid, heeft Hy stervende aan den schandpaal genageld. De volle vergeving van al onze misdaden is ver worven. Maar ook heeft Hij stervende aan het kruis de overheden en de machten, dat is den satan met al zijn booze geesten, overwonnen, Hy heeft hen uitgetogen. Hij heeft hun hunne wapen rusting ontnomen. Hy heeft hen in het open baar ten toon gesteld. Hy heeft hen in hun overwonnen en machteloozen staat voor hemel en aarde ten toon gesteld. De beeldspraak is ontleend aan een Romeinschen veldheer, die bij zijnen overwinningstocht zyn overwonnen vijand en diens wapenrusting met zich rond- voerde. Het doemvonnis der wet is aan het kruis genageld. Het heeft zijn macht verloren. Christus heelt door het kruis getriomfeerd. Aan den opstandingsraorgen staren wij op het kruis. Het is ledig, maar het handschrift, dat tegen ons was, is daaraan genageld. En aan den voet van het kruis ligt het verbroken wapen tuig van den vorst der duisternis en van zijne trawanten. Hij heeft door het kruis (door het zelve) over hen getriomfeerd. Buiten Christus te zijn, hoe ontzettendDan is men nog on der den vloek, dan is satan nog de machtige, de sterkgewapende, die zijnen hof bewaart. Maar zalig voorrecht in Hem te gelooven. Dan deelt men in zynen heeriyken triomf. Dan is er geene verdoemenis meer, maar dan is er ook een wandel, niet meer naar het vleesch, doch naar den geest. En dan is Christus ook alles. Dan geene ceremonie-dienst, dan geen eigenwillige godsdienst meer. Dan een zoeken van de dingen, die boven zyn en niet, die op de aarde zyn. En dan ook de verwachting om met Christus te worden geopenbaard in heer- lijkheidHulsebos. (Slot) Hierop richt de spreker van zoo even het woord tot den scriba van den kerkeraad, den heer C. p. i. Dommisse, archivaris der stad Vlissingen en verzoekt hem de oorkonde te lezen, die ter herinnering aan dezen dag is opgemaakt en op perkament overgebracht en in lood gesloten zal worden geplaatst in de grondslagen dezer kerk voor de latere nage slachten. Nadat de scriba aan dit verzoek heeft vol daan hervat onze leeraar zijne rede aldus: Een woord tot u, myn zoondie dit zeld zaam voorrecht begeerdet en ook verkregen hebt, om den eersten steen aan dit bedehuis te mogen leggen. O! dit feit staat niet op zich zelve. Het mocht geene voldoening zijn aan ydelheid of eerzucht. Gy hebt de hand der Gemeente mogen zyn, zich opmakende om eene plaats te bereiden voor den reinen dienst van God den Heere, naar Zijn Woord, een bedehuis, waarin Zyn Woord, het volle Evangelie van Jezus Christus, onder den zegen des Heiligen Geestes moge worden verkondigd, tot betooning Zyner rechtvaardigheid, tot verheerlijking Zyner genade, tot terechtbrenging van dwalenden, tot opbouwing Zijns volks, tot eere en groot- making Zyns Naams. Van de Nieuwe Middelkerk hebt gy den eersten steen gelegd, e?n naam, gekozen om uit te drukken, hoe wy ons aan de vaderen verbonden gevoelen en wij geene andere kerk wenschen te zyn' dan de sedert eeuwen hier gevestigde gereformeerde kerk, onder welker leeraren mannen zyn geweest als deFruitiers, Vrolikhert, Brahé, P. Broes, J. W. te Water, J. van Warmelo e. a., maar ontdaan van het juk van menschen en terugkeerende tot de beproefde paden, losgemaakt van de organisa tie van 1816. Versta dit, jongelingOp u vestigt zich ons oog en ill u op het opkomend geslacht. Dat het den Heere diene en zich vorlustige in Zynen schoonen dienst! Bouwt uwe Zaligheid op het eenig fundament Christus en dien ge kruist Bouwmeester, aannemer, werkliedenWij verblijden ons over hetgeen onze oogen reeds zien als in weinige weken tot stand gebracht. Zij er dank aan Hem, die het werk tot hiertoe zoo ongemeen voorspoedig deed gaan. Erken nen wy Hem, zonder Wiens hulpe alle vlijt te vergeefsch is en van Wien alle gave, alle wijsheid, alle bekwaamheid is. Hij doe het werk voorspoedig doorgaan, Hij geve u zonder ongeval met aangenaamheid er aan te arbeiden en mogen wij ons door Gods hand gespaard, te zamen ter bestemder tijd over de gelukkige voltooiing en de doelmatige en smaakvolle inrichting van kerk en neven gebouw verblijden. En treedt nu nogmaals nader, eerste steen- legger, nu niet om den troffel te hanteeren, wat u zoo even zoo wel is gelukt, maar om in naam van Kerkeraad en Gemeente, zoowel hier tegenwoordigen als afwezigen, een bewys van liefde en erkenteiykheid aan de werklieden te stellen in de handen van hun patroon Werklieden! Moge het met eenbiymoedig bart worden aanvaard, God de Heere er in worden erkend en valle er zoo heden weder eens een zonnestraaltje op het levenspad van u en de uwen. Zij ook deze bouw een zichtbaar voorbeeld, hoe werklieden en patroons naar Gods Woord behooren samen te verkeeren. Biyke er een band te bestaan door middel van de gestelde organenbouwmeester, aan nemer, tusschen de werklieden en de gemeente, van wie de bouw uitgaat, een band, die nog aan sterkte wint. En zij het u, werklieden steeds een groot voorrecht en een liefeiyk aandenken, aan zulk eenen bouw te hebben mogen mede-arbeiden. Hierop volgde het nagebed aldus: En thans o Heereverheffen wy onze oogen naar de bergen van waar wy onze hulpe oot moedig verwachten. Maak ons niet beschaamd. Doe ons niet naar onze zonden. Schenk ons dit bedehuis in Uwe gunst, tot Uwe Eer! Hoor ons om Jezus wil. Laat uw werk aan uwe knechten gezien worden en uwe heerlijkheid over hunne kinderen. En de liefelykheid des Heeren, onzes Gods, zy over onsen bevestig Gij het werk onzer handen over ons, ja het werk onzer handen, bevestig datAmen. Nadat nog door den spreker alle tegenwoor digen voor hunne belangstelling zyn bedankt en de Kerkeraad, de Gecommitteerden tot het beheer, de Bouwcommissie, de Bouwmeester en de Aanemer zyn verzocht de oorkonde met hunne handteekening te bekrachtigen, verklaart ZEerw. de eerste steenlegging als volbracht. SOLI DEO GLORIA Zooals de lezers weten schreef ik in ons nummer van 24 Februari, dat in deze rubriek voor lager- middelbaar- en hooger onderwys over het voorstel van Dr. Bavinck door my moet worden geschrevenja, ik beloofde de volgen de week een en ander uit prof. Bavinck's bro chure mede te deelen. Nu het is er ook voor ter drukkerij geweestmaar er was geen plaats. De moeder by den doop nam de ruimte in. Doch vooreerst zal ik over dit onderwerp niet meer schrijvenmaar myn ambtgenoot en mede redacteur het woord hierover laten, indien na mely k de artikelen van onzen broeder niet te lang na elkander komenwant vereenigen kan ik my niet met het slot van het verledene week geplaatste artikel, hetwelk luidt„Het Sacra ment is voor dien die het ontvangt en voor de Kerk als zoodanig". Ik geloof, dat het ook, dus daarenboven voor de ouders is. En wel, om hun en hun zaad het verbond te beteekenen en te verzegelen, door en in het teeken en zegel dat het kind ontvangt. In het zegel, dat het kind ontvangt, ontvan gen ook de ouders een onderpand van Gods liefde en trouw in betrekking tot hun kind. Ik geloof, dat de Schrift, de belydenisschrif- ten en ons doopsformulier dit leeren. Doch in overeenstemming met de verdeeling van den arbeid, die nog onlangs plaats had, en zooals gezegd en beloofd is, ga ik thans over het voorstel van prof. B. schryven. In de inleiding, 1, zegt Dr. Bavinck, dat er nog twee inrichtingen voor de opleiding onzer aanstaande predikanten zyn, dat dit minder goed werkt en de eenheid en samensmelting der plaatselyke kerken niet bevordert. En dat „vele minkundigen er behagen in scheppen, om het kleine vuurtje tusschen Theol. School en Theol. Faculteit met alle macht aan te blazen, gene als alleen practisch in den hoek

Krantenbank Zeeland

Zuider Kerkbode, Weekblad gewijd aan de belangen der gereformeerde kerken in Zeeland, Noord-Brabant en Limburg. | 1899 | | pagina 1