YltIJDAG 17 MAART 1899.
No. 11.
Ds. J. HULSEBOS, Ds. A. LITTOOIJ,
Dr. L- H. WAGENAAR.
Uit de Heilige Schrift.
Belijdenis en School.
ZENDING.
$e JaargMg-
EEKBLAD GEWIJD AAN DE ^ELANGEN DER pEREFORMEERDE JIeRKEN
IN pEELAND, JNfOORD-BRABANT EN J_>IMBURG.
Want de HEERE is onze Rechter,
de HEERE iB onze Wetgever, de
HEERE is onze KoningHy zal ons
behouden.
Jesaja 33 22.
ONDER REDACTIE YAN
Doch Samuel zeideHeeft de HEERE
lust aan Brandofferen en Slachtofferen, al»
aan het gehoorzamen van de 8tem des Hoe
ren Zie, gehoorzamen is beter dan slacht
offer, opmerken dan het vette der rammen
1 Sam. 15 22.
Abonnement per 3 maanden f 0.35. Afzonderlijke nos.
3 cent. Advertentiën van 1 5 regels 30 cent, iedere
regel meer 5 cent. Familieberichten van 1—5 regels
50 cent, iedere regel meer 10 cent.
Uitgever:
K. LE COINTRE
MIDDELBURG.
Berichten, Advertentien enz., gelieve men
tijdig, uiterlijk Vrijdagmorgen, bij den
Uitgever in te zenden.
HOE DE HEERE VOOR DE BEWARING
ZIJNER JONGEREN ZORGT.
Waakt en bidt, opdat gij niet
in verzoeking komtDe Geest
(is) wel gewillig maar het vleesch
is zwak. Marcus 14 38.
Deze vermaning is uitgesproken in Gethse-
mané. Gethsemané, welk een bizonder plekje
in Gods heelal, op dezen aardbodem Alwaar
zich Gods Zoon heeft vernederd in het stof,
een worm en geen man Waar Hy de bitterste
benauwdheid heeft gesmaakt, zoodat zijn zweet
werd gelijk groote druppelen bloeds, die ter
aarde vielen. Waar van Hem een engel uit den
hemel werd gezien, komende om Hem te ver
sterken, na die ontzettende uitputting zijner
menschelijke natuur. Waar Hy, de Zoon,
die eeuwige heerlijkheid had bij den Vader,
waar Hij, in wien geen zonde was, gebukt on
der den last des toorns Gods in smeekende taal
tot den Vader bad, maar niet werd verhoord,
omdat den drinkbeker ten bodem toe moest
worden geledigd. Dat Gethsemané is de bron
van blijdschap, van verademing voor den zich
schuldig wetenden zondaar. Maar wat zal de
roekelooze eenmaal in het gericht, hy, die
Christus, Christus in Gethsemané verwierp.
Het verlaten van God, de dienst der zonde
brengt voor den mensch angst, zielsbenauwd-
heidDit wordt by geestelyke zielsontdekking
ervaren. „Ik vond benauwdheid en droefenis
sen". En nu is er alleen, maar ook volkomen
vertroosting voor die aan zich zei ven ontdek
ten bij Hem, die als de Gezondene des Vaders
in alle hunne benauwdheden benauwd was, by
dien Engel van Gods aangezicht, die hen be
houdt, en die troost, ligt in zijne gehoorzaam
heid, ook in Gethsemané in het bukken onder
den toorn Gods betoond.
De jongeren vergezelden den Heere tot aan,
een drietal ging met Hem in Gethsemané. En
al wat er nu van die jongeren staat, toont aan,
dat zij niets, de Heere alles deed in het werk
der verlossing, en dat zij ook zei ven den groo-
ten nood hunner zielen niet kenden en het
bange van den stryd, dien zij in 'sHeeren
kracht hadden te stryden niet gevoelden.
Maar onze tekst toont duidelijk, dat de Heere
niet alléén de verzoening hunner schuld, maar
ook het waken en bidden voor hen verwierf, den
weg, waarin zij alleen zijne vertroostingen kon
den bewaren.
Van zijne zieleworstelingen staat Hy op, komt
by de jongeren en vindt hen slapende, dus in
al hunne zwakheid en geestelyk onvermogen.
Hij zegt hun dit aan. „Simon Slaapt gy kunt
gij niet één uur waken Maar ook vertroost
Hy de zwakken, de onmachtigen. Hij heeft den
weg verworven, den weg gebaand, in welken
zy zullen volharden. „Waakt en bidt, opdat gij
niet in verzoeking komt". In verzoeking tot
ontrouw, tot ongeloof, tot nalatigheid, tot zon
den, dan hernemen angsten en benauwdheden
hare macht. En wat eene vriendelyke erken
ning van Hem, die ons kent, die onze zwak
heden kent„de geest is wel gewillig, maar
het vleesch is zwak".
Dit is dan de weg der eeuwige vertroosting
naar het welbehagen Gods. Zonder de uitver
korenen is de vertroosting verworven, in hen
wordt zy uitgewerkt. Zyn zy eenmaal tot den
waren vrede gekomen, zoo zullen zy dien ook
moeten bewaren. „Ik heb voor u gebeden", zoo
heeft de Heere nog kort te voren gezegd, „dat
uw geloof niet ophoude". Dit is de weg, als
wy in den Heere Jezus onzen Middelaar heb
ben gevonden, op Zyn Woord en in de kracht
Zyns Geesteste waken cn te bidden. Waken,
het is met helder geopend oog de gevaren te
zien by het licht van Geest en Woord, en
daarbij de listen van satan op te merken en
de zwakke plaatsen onzer wel wedergeborene,
maar nog niet geheel geheiligde natuur. Bid
den is de erkentenis van algeheele onwaardig
heid en onbekwaamheid van zich zeiven, van
geestelyke onmacht, maar ook een toevlucht
nemen uit onze onmacht tot Godes almacht
om het eeuwig welbehagen en op grond van
het voldongen werk.
Gethsemané doet Gods volk met David jui
chen
Ik vrees niet, neen, schoon ik door duistre
[dalen
In doodsgevaar bekommerd om moest dwalen
Maar het leert ook de heiligmaking te be
trachten. Beoefent dan het bevel in Gethsema
né gegeven, gij allen, die God vreest. Het vleesch
is zwak ook van Petrus, ook van u, broeder
Daarmede valt te rekenen. Daarom waakt en
bidt. Welgelukzalig de dienstknecht dien de
Heere zal wakende vinden.
Hulsebos.
Het met aanhalingsteekens aangewezen, met
onderschrift verrykte, onder de ingezonden
stukken geplaatste, in ietwat hoogen toon ge
schreven stuk, was, hoewel het mijne artike
len bestreed, geen ingezonden stuk, dat, naar
redacteursrecht, mij had moeten gezonden wor
den alzoo oordeelt Dr. Wagenaar. Welnu,
hierover laat ik anderen, vooral bevoegden,
oordeelen, en ligt, wat mij betreft, dit meest
onaangename incident uit het debatwant het
leven is te kort en te ernstig om met onaan
gename dingen hart en hoofd te vervullen en
daaraan den kostelyken tyd te geven.
Het was en is mij te doen om de zaak waar
over het gaat, door onderzoek en kalme be
spreking, zoo mogeiyk, tot klaarheid te bren
gen en alzoo ook in dezen te komen tot meer
dere eenheid in de praktyk. Uitgemaakt toch
is voor mij het verschil, dat er over het reke
ning houden met de moeder bestaat, eerst d&n
als het uit de Schrift bewezen is, dat dit niet
moet geschieden. Hebben de vaderen die be-
wjjz'en geleverd, dan zal men ze my wel aan-
wyzen en ook wel willen afschrijven, en heb
ben zy het niet gedaan, dan zullen de broede
ren, die gelooven dat geene rekening met de
moeder behoeft gehouden te worden het thans
wel doen. Werd door my over een „verloren"
zaak geschreven, dan zal dat zelfs zeer gemak-
kelyk vallen. Immers voor de hoogste recht
bank moet ze, volgens onze tieiydenis, verlo
ren zyn, zal ze met recht en reden „een ver
loren zaak" kunnen heeten.
Al hadden nu jaren aaneen, lang dus voor
er van een gravamen sprake was, vele broe
deren niet het recht gekregen om over art. 36
onzer belydenis en tal van artikelen in de
Dordtsche Kerkenorde te schrijven en daarvan
ook te verschillen, zonder daarover te worden
lastig gevallen, (hoewel de vaderen daar by na
19 eeuwen anders over dachten) dan nog zou
dat my en ieder ander vergund zijnimmers
alleen het Woord onzes Gods is voor ons gere
formeerden het einde van alle tegenspreken.
Dr. Wagenaar zal my een grooten dienst be-
wyzen, en eerst dan overtuigd hebben dat de
zaak, die ik bepleitte verloren is, wanneer dit
door Z.Eer^r. uit het Woord des Heeren bewezen
wordt.
In eene zaak toch, die niet zoo maar opkomt,
maar waaromtrent wel eene eeuw door 3|4 der
doopouders gedacht en gehandeld is in over
eenstemming met mijn betoog mag dit worden
verlangd.
Littooij.
Onze kerkelijke Zending.
V.
Onlangs werd de vraag gesteld, of er reeds
ten gevolge der Zending op Java ergens een
wèl-geïnstitueerde kerk is ontstaan.
Nu is er in de laatste 50 jaren heel wat op
Java gearbeid in het evangelie.
Dezer dagen verscheen bij de firma Kolf Co.
te Batavia een rijk boekwerk getiteldNeer-
landsch Indië, onder het regentschap van Konin
gin Emma 1890—1898
Hierin schreef Mr. W. B. Bergsma, oud-chef
van de Atdeeling statistiek ter Algemeene
Secretarie te Batavia het hoofdstuk over „Pro-
testantsche Zending en Maatschappelijk werk.''*
Mr. Bergsma verhaalt, dat er te Batavia 2
gemeenten zyn, „eene onder zendeling Haag
van het Java-comity en „eene onder zendeling
Huysing van de Vereenigde Gereformeerde Ker
ken in Nederland
„Het grootste deel der leden is van gemengd
bloed.
De laatste gemeente heeft eene vereeniging
voor christelijke bewaar- en Zondagscholen en
hare leden geven op eiken Zondag op 8 plaat
sen onderwys. Een Dorcasvereeniging houdt
er naaischolen. Beide zendelingen behartigen
mede de belangen der militairen, ze preeken
ook in'tMaleisch, doch het getal
der inlanders, die zich aansloten,
is zeer gering.
Zelfs zyn de meeste kinderen op de Ma-
leische school van zendeling HuysingChi-
neezen.
De oude heer Albers van de Nederlandsche
Zendingsvereeniging staat te Meester-Cornelis.
Hy vond slechts ingang bij ettelijke Chineezen.
En zyn collega Penning te Bantam vindt
overal grooten tegenstand.
Mr. Bergsma teekent hierby aan: „Is die
tegenstand overal te wachten,
waar de bevolking den Islam be-
1 y d t, nog grooter belemmering ligt in den
maatschappeiyken toestand. De inlander, die
Christen wil worden, moet zich losmaken
uit de gemeenschap, dikwerf met de kans zijn
bestaante verliezen
Het stichten van christen-dorpen met land-