vtuïa. Hoe weemoedig. Duitschlands bondgenooten verzwakken en de kaart moet dientengevolge misschien wel veranderd worden. De mogendheden sluiten over de bondgenootschappen heen, naar de tak - tiek van Bismarck, ook wel geheime tractaten. Hoe dit zij, Duitschland is nog altijd machtig en sterk. Het heeft zich daarenboven den tijd van rust ten nutte weten te maken en zijn volk op te heffen uit vroegere armoede. Naar vroeger gerekend is het tegenwoordig zeer wel varend. Dank zij zijn uitgebreiden handel en zyn beschermenden rechten. Frankrijk is ier, niettegenstaande zijn bond genootschap met Rusland, niet op vooruitge gaan immers werd het in zijn diplomatieken strijd met John Buil kennelijk in den steek ge laten door den Keizer van het vredeplanhet moest ten minste den aftocht blazen en uit Ashoda zijn kleinen troep terug roepen. Daar komt bij, dat het geheele jaar door, van wege de Dreyfusquaestie het prestige onuitspre kelijk leed en een strijd en onrust zich van dit rijk meester maakte, die veel geleek op een binnenlandschen oorlog. En nog is het er niet. Of het in een militairen staatsgreep, in revo lutie of in eene rechtvaardige, vredige oplos sing eindigen zal, biyft de vaak angstige, mis schien luchthartige vraag. Engeland kwam meer uit zijn isolement van vele jaren te voorschijn, het ging, naar men zegt. verbintenissen aan en verscheen nu en dan met zyne kolossale zeemacht. Op handels- terrein evenwel wordt Duitschland hoe langer hoe meer zyn concurrent. Ons kleine, dierbare Vaderland had in zeer vele opzichten, vooral met het oog op de Kro ning onzer Koningin, een niet ongezegend jaar. Het had reden, om met oudejaarsavond voor Gods aangezicht te zeggen „Gij doet ons niet naar onze zonde en vergeldt ons niet naar onze ongerechtigheden-' O, ware het maar ons aller behoefte geweest, te bidden„O God, onzes heilsdoe verzoe ning over onze zonden, omüws naams wil." En ons aller betuiging en gelofte„Zoo zul len wij, Uw volk en de schapen Uwer weide, U loven in eeuwigheid, van geslachte tot ge slachte wij zullen uwen roem vertellen." Want vergelding doen, naar de weldaden aan ons geschied, God loven en zijnen roem vertellen kunnen en zullen wij niet, indien niet onze zonden verzoend, vergeven en weggeno men zijn. Doch wanneer die groote genade ons bewezen is, dan is hart en mond vervuld met den lof van God, dan zijn wy blijde dat er eene eeuwigheid is want tot in eeuwigheid willen wij Hem dan groot maken, en wel in en met de geslachten ja zelfs dan kunnen wy het nog niet naar dat Hij het waardig is en wij het wenschen, en daarom zien wy op en zijn wy blijde met den Heere Jezus, als onzen dan kenden Hoogepriester. In en door Hem is alleen onze dankzegging volkomen, dus zooals ze moet zijn en de verlosten ze wenschen. God geve, dat wij in die verzoende betrek king met Hem staan en het leven des lofs hier leven, hier leven mogen al onze dagen Littooij. Vlissingen B. Zondag, 1 Januari was voor onze Gemeente eene gewichtige dag. Voor het laatst werd de Dienst des Woords vervuld in het kerkgebouw, dat in koop is overgegaan aan de Koninkl. maatschappij „de Scheldealhier. Onze leeraar sprak voor eene groote schare, met het oog op de dubbele beteekenis van de zen dag, over Openbaringen 21 22a „En ik zag geenen tempel in dezelve Des avonds werd naar volgorde Zondag 2b behandeld. {Dm 6 April 1890 werd in hel nu ver laten bedehuis mede door onzen tegenwoordigm leeraarhet eerst gepredikt en wel over Johannes 21 7b Het is de Heere".) De belangstelling der Gemeente toonde zich ook in ruime gaven voor kerk en armen. De voormiddag-bijeenkomsten zullen van af Zondag, 8 dezer, worden gehouden in de groote zaal van het Verenigingsgebouwby de Roode brug. Omtrent de middag- of avondbijeenkom sten kan nu nog geen nadere mededeeling ge schieden. Teekening en bestek der nieuw te bouwen kerk zullen weldra gereed zyn. N. N. Onze kerkelijke Zending. I. De e. v. Generale Synode onzer kerken zal zich geplaatst zien voor de taak om een defij nitieve regeling te brengen in den Zendingsar- beid onder de Heidenen. De z. g. Joden-Zending kon, dunkt ons, best worden overgelaten aan de plaatselijke kerken. Doch de kerstening van Indië is een arbeid, die aller samenwerking vergt. Wel treedt ook hierbij de plaatselijke kerk op als zendende kerk, die in het ambt zet in den Naam des Heeren, doch alle kerken sa men regelen den arbeid en bieden raad en steun. Nu zal voor de Groninger Synode een der gewichtigste quaesties wezen deze zeer ernstige vraag „behoort niet onze Zendingsarbeid te worden geconcentreerd." Tegenwoordig hebben onze kerken twee ter reinen. Soemba en Java. Soemba is een eiland, dat op de oudere kaar ten heel niet voorkomt, zoo zeer ligt 'tuit de koers. Thans is 't bekend om zyn paarden en zijn sandelhout. Op dit eiland woont een groep oorspronkelijke bewoners, echte Soembaneezen, doch aan de kusten zyn hier en daar volksplantingen uit andere eilanden overgekomen als Endeh (Flores) en Savoe, een kleiner eiland dat nog meer uit de koers naar 't Zuid Oosten ligt. Hier op Savoe heeft vóór jaren het Neder - landsch Zendingsgenootschap gearbeid en een Zendeling Teffer heeft er na eenig onderricht heel wat Savoeneezen gedoopt. Nu zijn er groepen van deze gedoopte Savoe neezen overgevaren naar Soemba en daar aan de kust hebben zij dessa's gemaakt o. a. te Mdolo en te Kabineroe. En 't is nu onder deze door 't Zendingsgenoot schap gekerstende kolonisten op 't heidensche Soemba, dat onze missionarissen Pos en de Bruijn arbeiden. Zij dry ven dus geen Heiden-zending in enge- ren zin. Zij bouwen op eens anders fundament. En wel op een allergebrekkigst fundament, dat, als ge er op bouwt, aan alle kanten ver zakt. Dat Christendom der Savoeneezen was zon der rechte geloofskennis en had ongeveer ge heel geen invloed op 't leven. De heidensche Soembaneezen, die met leede oogen deze indringers beschouwden, kregen waarlijk geen hoogen dunk van 't hartenreini- gend en wereld-vernieuwend Christelijk geloof. En daarom was de hoop, dat deze Savoenee- een kostelijke brug zouden zijn voor de Soem baneezen, eene ijdele verwachting. Hier is eerder een belemmering. De broeders, die daar arbeiden, hebben dit vaak naar Holland geschreven. Toch gelukt 'thun, blijkens de laatste be richten, om ingang bij de heidenen te vinden en op voet van goede vriendschap met de Soembaneezen te geraken. Doch de Zendingsarbeid onder hen is nog al toos niet begonnen. Dr. W. (Wordt vervolgd.) In Suawoude, een landelijk dorpje in Fries- lands Ooster-go, leefde sinds jaren een gemeente der Scheiding. Ds. Kreulen diende haar niet zonder zegen, totdat hij ouderdomshalve zijn emeritaat kreeg. Doch hij bleef zyn kudde dragen op'ttrouwe herdershart en bleef zooals 'took eigenlijk behoort te zyn met een emeritus-dienaar eener kerk - hij bleef wonen in het midden zijns volks. Ds. Draaier werd beroepen en verving met zijn sterke tstem den ouden schier versleten broeder, by wien de zangeressen waren neder- gebogen. Toen kwam 1892, 'tjaar der ineensmelting. Ook Suawoude ging mee. Reeds voor dien tijd was Ds. Draaier onze gast op de Ned. Geref. Synode te Leeuwarden en had hy met blijdschap ons de broederhand gereikt. Doch straks voelde de oude Kreulen zich niet gemakkeiyk in de Gereformeerde Kerken. Hy zag achterom. En door zijn invloed brak weer de kerkeraad met Ds. Draaier aan 't hoofd met 't kerkverband en voegde zich de gemeente by hun nieuw opgericht genootschap, genoemd de Christelijk Gereformeerde Kerk. Enkele lid maten bleven achter, een bange worsteling volgdeDs. Draaier stierf en Ds. Kreulen trad weer in actieven dienst; een tegenkerkeraad werd geformeerd en slechts een deel der van de Gerefermeerde kerken afgescheidenen bleef den ouden herder getrouwdie echter dringend behoefte gevoelde aan een jeugdigen Dienaar voor zyne gemeente. Nu geraakte een Dienaar van een der Gere formeerde kerken van zijne gemeente los. Hij werd geschorst doch na verootmoediging werd weer de schorsing opgeheven. Maar geen beroep naar een andere gemeente volgde. Nu geraakten vader Kreulen en deze Dienaar met elkaar in besprek en Suawoude beriep Ds. Rispens. Maar het Kerkgenootschap, genaamd de Chris- teiyke Gereformeerde kerk heeft een Synodale Commissie. En deze waakt over al de gemeenten. Oogenblikkelyk berichtten deze Heeren, dat er van dat beroep niets komen kon. Nu waardeeren wy hierin zeer het hooghou den van de eer der Christelijke Gerei. Kerk en het prysstellen op den goeden Naam harer die naren. Dit is schoon Toch komt ons deze bemoeiing eener Com missie van boven af met het beroep, uitgebracht door eene plaatselijke kerk op een niet gecen sureerd vroeger Chr. Gereformeerd predikant wel wat bedenkelyk voor. Wij kunnen ons zoo voorstellen, dat 't Friesch vrijheidsbesef der mannen van Suawoude hier tegen sterk reageerde. Hun gemeente stond immers niet onder curateele Doch ook de classis Leeuwarden waakte op en zy heeft Ds. Kreulen en de kerkeraads- leden van Suawoude geschorst en besloten, dat zy afgezet zullen zyn, als ze tot de beves tiging van Ds. Rispens durven voortvaren. Ds. Kreulen zal zich niet laten stuiten en nu beleeft de C. G. K. de smart, haren oudsten Dienaar en Curator te zetten uit het ambt, straks wellicht af te snyden van de gemeente. Ds. van Lingen beklaagde zich indertijd zoo, dat nadat hy met onze kerken openlijk gebro ken had, de kansel b. v. te Randwijk voor hem gesloten werd. Wat doet hy nu zelf den ouden Kreulen aan Wij vinden deze zaak bitter weemoedigdoch ze toont, hoe alle plante zaadzaaiend is naar haren aard. In plaats van gehoorzaamheid is de scheuring der Chr. Geref. willekeur. En willekeur zal de wortel veler smarten blij ven in dit nieuwe kerkgenootschap. Werd 't ingezien en de terugkeer tot de Geref. Kerken gezocht. 't Zou ons een oorzaak zijn van ootmoedigen dank. Dr. W. 's HEEREN LOO. J. 1. Vrydagavond hield de Vereeniging 's Hee ren Loo te Middelburg haar 2e jaarvergadering ten huize van de presidente Mej. C. Yerhage. Daarby waren o. m. uitgenoodigd, Dr. L. H. Wagenaar en dhr. K. Ie Cointre, Correspondent I voor deze stichting. Op verzoek nam Dr. Wagenaar de leiding dezer vergadering op zich en opende deze op de gebruikelijke wyze met een hartelijke toe spraak naar aanleiding van Mattheus 11 en wees er op hoe de Heiland met welgevallen het kin derleven gadeslaat en rust in het welbehagen des Vaders om wat groot is en wijs naar de wereld voorby te gaan en het volle Vaderhart te openbaren velen, waarvan de wereld min achtend zegtoch 't is een kind Met treffende voorbeelden uit zijn pastorale herinneringen toonde Z.Eerw. aan, hoe met name ook in idioten en achterlijken in 't verstand soms heeriyk en beschamend God zijn genade verheeriykt. Voorts wekte spreker op tot meer vrijmoe digheid en ernstige gulheid in 't vereenigings- leven en wees op 't voorrecht van Rome, zoo veel dochters uit meer aanzienlijken huize in zijn stichtingen van barmhartigheid werkzaam te zien. Uit de mededeelingen door het Bestuur ver strekt by monde van de Penn0. Mej. J. de Wagemaker bleek weer wat door vereeniging en saam werking kan worden verkregen en dat het afgeloopen jaar niet ongezegend geweest was. Dat de avondjes van samenzijn niet nutteloos waren doorgebracht bewees vooral het groote aantal goederen dat vervaardigd was nl. 118 stuks. De goederen worden steeds vervaardigd op aanwyziDg van de Directrice der stichting, zoodat in waarheid mag verklaard worden dat daardoor in een werkelyke behoefte wordt voor zien. Ook de financiën waren niet ongunstig. Aan verschillende bijdragen door de leden der vereeniging verzameld, was ontvangen eene som van f97.095, zoodat een batig saldo in ka3

Krantenbank Zeeland

Zuider Kerkbode, Weekblad gewijd aan de belangen der gereformeerde kerken in Zeeland, Noord-Brabant en Limburg. | 1899 | | pagina 2