VRIJDAG 10 Dl EMBER 1897. ^Veekblad gewijd aan de ^Belangen der Pereformeerde ((erken ,pj ^eeland, JNToord. bant en j_hmburg. Ds. J. HULSEBOS, fl)s. J. H. FEEINGA en Ds. A. LITTOOIJ. Uit de Heilige Schrift. KERK. Belijdenis en School. 6e Jaargang. No. 50. Want de HEERE is onze Rechter, de HEERE is onze Wetgever, de HEERE is onze KoningHij zal ons behouden. Jesaja 33 22. ONDER REI' CTIE VAN Doch Samuel zeideHeeft de HEERE lust aan Brandofleren en Slachtofferen, als aan het gehoorzamen van de stern des Hee- ren Zie, gehoorzamen is beter dan slacht offer, opmerken dan het vette der rammen 1 Sam. 15 22. Abonnmeent per 3 maanden f 0.35. Afzonderlijke nos. 3 cent. Advertentiën van 1 5 regels 30 cent, iedere regel meer 5 cent. Familieberichten van 1—5 regels 50 cent, iedere regel meer 10 cent. U i t v e r K. LE COINTRE MIDDELBURG. Berichten, Advertentien enz., gelieve men tijdig, uiterlijk Vrijdagmorgen, bij den Uitgever in te zenden. WORD WARM. „Zoo wie nu het goed der we reld heeft, en ziet zijnen broeder gebrek hebben, en sluit zijn hart toe voor hem, hoe blijft de liefde Gods in hem? Mijnekinderkens, laat ons niet liefhebben met den woorde, noch met de tong, maar met de daad en waarheid. En hieraan kennen wij, dat wy uit de waarheid zijn, en wij zullen onze harten verzekeren voor Hem. 1 Johannes 3 1719. De Heilige Apostel Jacobus heeft eens met heiligen spot gegeeseld, wie zijn broeder naakt of verkleumd zou zien aan zijn deur komen, en niets anders tot diens kleeding of verwar ming zou bijdragen dan lieve woorden „Gaat henen in vrede, wordt warm, en wordt verza- zadigd." En de Heilige Apostel Johannes trekt deze l\jnen door in meer algemeenen zin. Niet in fraaie betuigingmaar in daadwerke lijke toewijding wordt, volgens hem, de Liefde openbaar. Daar is zooveel oorzaak om God lief te heb ben Geeft Hij niet alle Heil Is niet in Hem alle leven? Wat al leidingen langs lichte of langs donkere padenLeidingen, die ondanks alle verleidin gen en alle afleidingen nooit misleidingen ge bleken zijn. Wat al uitreddingen van Hem, „Die al Uw ongerechtigheid vergeeft, Die al Uw krankhe den geneest, Die Uw leven verlost van het verderf, Die U kroont met goedertierenheid en barmhartigheden." Wat al zegeningen, in milden overvloed als uitgestort op zoo velen BovenalWat geestelyk HeilDie rijke ge nade voor doodschuldige zondaren in het kruis van den Christus Gods „Wat zal ik met Gods gunsten overlaan Dien grooten God voor Zyn gena vergelden dat woont in Uw hart, dat ligt op Uw tong, dat zegt de traan in Uw oog, wanneer Gij aan Gods weldaden gedenkt Meent gy het? Welk een beledigende vraag! Maar onnoo- dig, Eilaasniet. En daarbij van groot belang voor U. Gy woudt immers verzekerd worden van Uw deel aan Christus? Ziehier een weg, die daar heen voert. „Hieraan kennen wy, dat wy uit de waarheid zyn," luidt het Apostolisch woord, „en wij zullen onze harten verzekeren voor Hem." Meent gij het Heb dan niet lief „met den woorde noch met de tong; maar met de daad en waarheid." Maar hoe dan onzen dank te toonen Indien de Heiland nog in knechtsgestalte onder ons rondwandelde, ware de oplossing ge- makkeiyk. Dan gingen wy naar Hem heen, zagen Hem dankend in de liefdevolle oogen, kusten den zoom van Zyn kleed, knielden voor Hem in aanbidding, en gaven in Zyn hand met blydschap al wat Hij van ons mocht willen aannemen. Wat weelde ware l.et, Hem zoo te zien. Hem toe te spreken. Hem te beluisteren. "VooralHem te mogen geven Maar Hij wandelt inuners naar het vleesch niet meer op aarde rond? Hem kan onze Liefde immers niets meer geven Waarde Broeders en Zusters, Uw Heiland gaat nog steeds rond op aarde. Alleen verkleed. En zoo toetst Hij uw fraaie betuiging aan uw gedrag. Uw gebed en Uw lied aan Uw geven. Welzalig hy, die deze proef om Christus wille goed doorstaat! Zie, daar komt Hy om Uw gave Waar Wel, dat arme krankzinnige of stompzinnige schepsel, dat daar Uw geeflust (als thermome ter Uwer Liefde tot God) op de proef stelt, is een der wijzen waarop Hy zegt„Geef aan Mn'." Waar? Wel, die oproepihg den dienst der Zen ding om er Uw kind of Uzelf voor te geven, is dat niet de vraag van Uw Christus? Waar In diej namelooze ellende van broodgebrek en krankheid van ziekte en droefenis. Daar is Hy het, Die U tegenkomt. En wederom komt Hy tot U. Gy hebt menigte van predikbeurten; Uw broeder lydt gebrek. Gy hebt Catechisatie voor Uw kinderen Uw broeder zoekt dit byna te vergeefs. Gij hebt een goede vergaderplaats voor de gemeente des HeerenUw broeder mist alle zekerheid zelfs maar voor een plaats van samenkomst - Maar er is zooveel te doen Zooveel anders te doen En er wordt zooveel gevraagd Ik onthoud my nu eens. Lieve Broeder, ik vind Uw zaak goed. Ik heb Uw Heiland lief. Ik ben het met Uw beginsel eens. Ik vind Uw klacht en vraag aandoeniyk. Ga henen in vrede, word warm, en wordt verzadigd Hoor des Heeren Woord„zoo wie nu het goed der wereld heeft, en ziet zijnen broeder gebrek hebben, en sluit zijn hart toe voor hem, hoe blijft de liefde Gods in hem?" Of geeft Gij? Geeft gij goed? Geeft gy gaarne? Hebt gij Uw Heiland herkend in de vraag Hoor ook gij des Heeren woordzooveel gij dit gedaan hebt aan een Myner minste disci pelen, zooveel hebt gij dat aan Mij gedaan Hoe zalig! Iets aan Jezus te doen, Feringa. ANTWERPEN IN 1566. Gelyk aan eenen hevigen storm meestal eene zoele weersgesteldheid voorafgaat, zoo zien wy ook vaak de stormen in de geschiedenis der volken volgen op tyden van biykbaren welstand of verademing in den stryd. Een merkwaardig voorbeeld daarvan is de geschiedenis der hervormden te Antwerpen 'in 1566, het jaar van den Beeldenstorm. Alom scheen voor de Gereformeerde Kerken een tyd van verademing en bloei te zijn gekomen, maar vooral te Antwerpen, waar de edele Zwijger met het Bestuur was belast. Eene overeenkomst werd door zyne bemid deling gesloten tusschen het stadsbestuur en de toen zeer talrijke en machtige Hervormden. Deze overeenkomst werd den 2 Sept. bekrach tigd. De inquisitie werd hierbij opgeheven, de protestanten vryheid gegeven, om binnen de stad te prediken en hun werden plaatsen aan gewezen, waar zy hunne bedehuizen mochten bouwen. Weldra werd een aanvang gemaakt met het bouwen van Kerken. De Waalsche Gemeente legde reeds den 24 Sept. de grondslagen voor eene Kerk, ook de Nederduitsche Gemeente be gon met haren kerkbouw, niet lang daarna. Eerstgenoemd kerkgebouw was rond, het andere langwerpig vierkant. Dit bouwen, zoo zegt een geschiedschryver geschiedde met de ongel oofely kste naarstigheid; zelfs bevonden zich onder de gra vers, kalk- en steendragers, ryke en deftige burgers, ja, vrouwen van aanzien, zoo van Antwerpen, als van Doornik, Armentieres en Valenchyn, enz, die, opdat hetwerk spoediger voortgang zou hebben, hun geld en sieradiën daaraan op offerden. Door tegenwerking der landvoog des moest men van het bouwen van eene derde kerk afzien. Ook de LutherschenofMartinisten maakten van dezelfde vryheid gebruik en wa ren niet minder dapper in de weer. Ook zij bouwden en voltooiden twee Kerken. Dan, niet lang zou de voorspoed duren. Op deze eerste lichtstralen zou de duisterste nacht volgen. Uit Spanje kwamen onrustbarende berichten. De toegevendheid der landvoogdes was uit vreeze voortgekomen en had den toe leg tijd te winnen, totdat een leger uit Spanje zou zijn aangekomen, dat ook kwam onder den Hertog van Alva. Den 11 April 1567 vertrok de Prins naar Breda en vandaar naar zijne Duitsche Staten. Den vorigen dag waren de protestantsche lee raars vertrokken. Aanstonds werden de nieuw gebouwde Kerken verzegeld en later tot den grond toe geslecht. Den 26sten April bezette graaf Mansveld met de troepen der landvoogdes de stad. Hülsbbos. „Er is maar als ééne schrede tusschen mij en tusschen den dood." 1 Sam. 20 3. Bij déze woorden van Gods gezalfde, van David werden wy vóór eenige dagen bepaald. Doordat Gods voorzienig bestuur er ons by bepaalde, kwamen ze ons onwillekeurig voor de aandacht. Eéne misstap slechts was oorzaak, dat een te dezer stede algemeen bekende en ge achte broeder door een openstaand luik viel en terstond den laatsten adem gaf. Eéne schrede, ja een voetstap maar, die vooruit had moeten gezet zyn, werd achteruit gedaan, en het noodlottig gevolg daarvan was, dat het bleek, dat het korte tydsbestek van ééne schrede er

Krantenbank Zeeland

Zuider Kerkbode, Weekblad gewijd aan de belangen der gereformeerde kerken in Zeeland, Noord-Brabant en Limburg. | 1897 | | pagina 1