YARIA,
Roomsch
Officiëele Berichten.
over, er kwamen er daarentegen acht en dertig
bij. En zeer verblijdend mag het zeker heeten,
dat er van deze acht en dertig verscheidene
van openbare Gymnasia kwamen. De ouders
toonen dus op een Gereformeerd Gymnasium
prijs te stellen. „Er kan en zal een rijke zegen
van uitgaanen de Kerken zullen God danken,
dat Hjj haar op de Synode te Middelburg tot
de oprichting er van heeft doen besluiten",
zegt de hooggeleerde schrijver aan het slot van
zijn eerste artikel.
„Maar" zoo vervolgt de hooggeachte
schrijver in zijn tweede artikel „het
hinkende paard komt achteraan. Als men
de opleiding verbetert, worden de kosten
hooger en de uitgaven meerder. Dat kan
ieder weten uit eigen ervaring, en dat was
ten vorigen jare ook duidelijk te voorzien.
Vooraf moet echter eene booze beschuldi
ging uit den weg worden geruimd. Naar
aanleiding van de dezer dagen door de
Curatoren aan de Classes verzonden
circulaire, waarin de financieele toestand der
School werd blootgelegd, is door een enkele
de aanklacht geuit, dat de toeleg van hen,
die ten vorigen jare voor verbetering van
de opleiding van de Theol. School pleitten,
geen andere was dan om de zaken geldelijk
geheel in de war te laten loopen. En als
dan alles zoo spaak liep, dan zou daaruit
langzamerhand wel het voorstel worden ge
boren, om Theol. School en Vrije Universi
teit met elkander te vereenigen. En de
voorstanders van de vroegere Concept-acte
zouden op die manier dan toch hun zin
krijgen.
Dat is eene zware beschuldigingmaar
zij mist eiken grond, matigt zich het recht
aan, om te oordeelen over de bedoelingen
der tegenstanders en is alleen een bewijs
van de bitterheid, die er bestaat in het
eigen gemoed."
(Wanneer ik bitterheidin vrees veranderen
mag, waarvoor ik vóór maanden waarschuwde
in de brochure „De Toekomst der Theologische
School", beaam ik hetgeen hier gezegd is.
„Zij is daarom" zoo luidt het verder
„ook zeer gemakkelijk te weerleggen.
Vooreerst toch was het ten vorigen jare
de overtuiging van allen zonder onderscheid,
dat de opleiding aan de Theol. School,
vooral in de Litterarische vakken, veranderd
en verbeterd moest worden. Er heerschte
daarover bij niemand, die den toestand
kende, ook maar de minste twijfel. Verschil
was er wel over den weg, die ter verbe
tering moest worden ingeslagen. Maar de
noodzakelijkheid der hervorming stond vast
als een paal boven water."
Ja, zoo is het.
„Het rapport van Deputaten kwam daar
om met evenveel maatregelen ter verande
ring en verbetering als het voorstel van
Curatoren. En geldelijk maakte het hoege
naamd geen verschil, of de Synode het
eene of het andere voorstel aannam. Finan
cieele bezwaren zyn er daarom door hen,
die het rapport van Deputaten verdedigden,
nooit tegen het Curatoren-voorstel te berde
gebracht. Ds. Bos erkent open en rond in
het laatste nummer van de Vrije Kerk, dat
beide voorstellen tot gelijke verhooging van
uitgaven zouden hebben geleid."
Gaarne onderschrijf ik dat.
„Verbetering was er eenvoudig niet aan
te brengen dan met vermeerdering van
kosten. Wie thans deze laatste afkeuren,
betoonen zich waarlijk geen warme vrien
den van de Theol. School te zijnze zou
den haar de noodzakelijkste verbeteringen
hebben willen onthouden."
Juist zoo.
„Daar komt nog iets bij. Schryver dezes
heeft op de Synode te Middelburg uitge
sproken, dat de vermeerdering van uitgaven
voor rekening komt van hen, diemeenen,
dat heel de opleiding tot den dienst des
Woords van de kerken moet uitgaan. En
dit is nog zijne overtuiging."
Maar volgt hier niet uit, waarde Professor,
dat dan telkens alles voor rekening komtvan
de meerderheid, die er voor is?
Ds. Bos heeft in het October-nummer
van de Vrije Kerk het blaadje wel willen
omkeeren en zegt daar, dat zij, die met
de Gymnasiale opleiding hun wensch heb
ben verkregen, allereerst voor de inkomsten
der Theol. School moeten zorgen."
Aan Ds. Bos, die het omkeert, veroorloof ik
my dezelfde vraag. Als de geesten der profeten
den profeten onderworpen zijn, pleiten ze niet
na, maar betalen ze saam. En ik weet, dat
deze beide broederen dit laatstgenoemde doen
en willen.
„Maar deze redeneering gaat in het geheel
niet op. Indien schrijver dezes in eigen
naam mag spreken, dan is het altijd zijne
meening geweest, dat het met de Schrift
en de Geref. belijdenis in de hand onbe
wijsbaar is, dat de opleiding tot den Dienst
des Woords van de kerken moet uitgaan."
Van den beginne aan is dit ook door my
erkend, en bij vernieuwing in de straks ge
noemde brochure uitgesproken.
Doch er is aan toegevoegd, dat het met de
Schrift en de Geref. Belijdenis in de hand on
bewijsbaar is, dat de opleiding tot den dienst
des Woords niet van de Kerken moet uitgaan.
Dr. Bavinck komt hier ook niet tegen op
immers hij schrijft:
„Aan de andere zijde is hij echter evenmin
van oordeel, dat zulk eene opleiding niet
van de kerken mag uitgaan. Er kunnen
zelfs toestanden zijn, waarin de kerken ge
roepen zijn, dit werk der opleiding ter hand
te nemen. En daarover hebben de kerken
zelve te oordeelen. Zij zijn vry in haar
keuzezij kunnen de opleiding zelve ter
hand nemen of ook aan anderen overlaten."
Wat door schrijver dezes het meest wensche-
lyke wordt geacht, schreef hij laatstelijk in het
vlugschrift: „De Toekomst onzer Theologische
School."
In het laatste gedeelte van zijn tweede artikel
toont Dr. Bavinck dat hij al het mogelijke doen
wil om de inkomsten der Theol. School met
haar Gymnasium te vermeerderenimmers
hij wekt hierin, vooral hen, die over veel
rentmeester zijn, krachtig op tot het geven van
milde giften en goede bijdragen.
Vinde deze zoo noodige en liefderijke op
wekking alomme gehoor
Littooij.
P. S. De volgende week bespreken wy D. V.
het derde artikel.
GASPAR VAN DER HEIJDEN.
(Vervolg)
Onder den druk bloëidd de onderlinge liefde.
In de zorge voor de behoeftige kerkdienaren
en andere bekwame mannen stonden Gaspar
van den Heijden en Filips van Marnix vooraan.
Zij hadden ook een vast betrouwen op God, dat
het gewelddadig bestier van Alva een middel
zou zijn in zijne hand, om de Kerken in Ne
derland weder te doen opgebouwd worden.
In het jaar 1571 was v. d. Heijden te Fran-
kendaal tegenwoordig bij de samenspreking tus-
schen de Gereformeerden en de Wederdoopers.
De acta hiervan werden door hem in het Ne-
derduitsch vertaald.
Op de Embdensche Synode, geopend 5 Octo
ber 1571, was hij praeses.
Tot het jaar 1574 bekleedde hij het predik
ambt te Frankendaal. Niet onwaarschijnlijk
is v. d. Heijden als veldprediker medegetogen
met de hulptroepen van den Keurvorst, die
het leger van Graaf Lodewijk gingen verster
ken, dat daarna den 14 April 1574 op de Moo-
kerheide zoo jammerlijk werd verslagen.
Zeker is, dat v. d. Heijden, nadat Middelburg
den 18 Februari 1574 aan den Prins van Oranje
was overgegaan, aldaar tot predikant is be
roepen en wel, door Zijne Hoogheid met de
classis van Walcheren, (alzoo er nog geen Ker-
keraad in die stad was).
Op den 8 Mei daaraan volgende werd in de
eerste Kerkeraadsvergadering een beroepsbrief
opgemaakt en geteekend door Gelein Jansse
d'Hoorne (reeds 15 jaar heimelijk leeraar) en
eenige provisioneele ouderlingen en andere lie
den, welker hand hij kende. Deze brief werd
naar Frankendaal verzonden.
Eerlang kwam v. d. Heijden te Middelburg,
deed eene of twee predikatiën en verzocht om
eene buitengewone Kerkeraadsvergadering, die
op den 8 Juni 1574 samenkwam.
Hulsbbos.
Is dat Roomsch, wanneer ouders den Doop
begeeren voor hun jong geboren kind, zoo
haast men dien hebben kan, en de vader het
kind ten doop presenteert, ook al kan demoe
der hier nog niet by tegenwoordig zijn Neen,
dit is niet Roomsch, maar goed gereformeerd
volgens Kerkenorde en naar gezonde uitlegging,
ook volgens Gods Woord. Gods Woord spreekt
van de kleine kinderen, als zijnde in het Ver
bond. Moogt gij dan om eenige reden toeven,
hoe teeder dan ook, om het kind het teeken
des Verbonds te doen ontvangen, wanneer er
geene verhindering is b. v. door krankte van
het kind Het gaat hier om de inzetting Gods,
het gaat hier om het kindeke, en niet allereerst
om de ouders. En de ouders hebben het Ver
bond te eeren, en gehoorzaamheid aan 's Hee-
ren inzetting te betoonen. Zoo bij de geboorte
als by de verdere opvoeding behoort het Ver
bond met deszelfs beloften en eischen eene
eerste plaats in te nemen.
De Roomsche bespoedigt zich het kind te
laten doopen, niet om bovengenoemde redenen,
maar omdat hij de dwaling gelooft, dat het
doopwater de zonden afwascht en er zonder
Doop geen Zaligheid is.
Dit weet men wel. Maar men zij dan ook
voorzichtig. En men noeme niet lichtvaardig
Roomsch degenen die weder naar de wyze der
vaderen het verbond eeren door hunne kleine
kinderen vroegtijdig te laten doopen.
Men onderzoeke veeleer, of deze dingen niet
aldus zijn en verblijde zich, wanneer de rechte
reformatie ook in het kennen en eeren van
Verbond en verbondsteeken wederkeert.
Hulsebos.
Beroepen te Zalk-Veecaten en te Onst-wedde
ds. H. D. Drenth te Nieuwoldate Tzummarum
ds. O. de Roos te Oudega; te Rottevalle ds.
W. Bouwman te Lutjegastte Genemuiden ds.
A. L. Smilde te Ommente Hoogeveen B ds.
W. Mulder te Giessen-Oudkerk.
In de Geref. Kerk B, Turfmarkt te Gouda
werd Zondagmorgen ds. A. Voogel tot zijn
dienstwerk bevestigd door ds. Aalders van Kerk
A. naar aanleiding van 2 Tim. 4 1 en 2.
Zondagavond hield ds. Voogel zijn intreerede
met de woorden van 1 Koningen 89a. Beide
beurten was de kerk geheel gevuld.
Oud Vosmeer. Zondagmiddag nam onze ge
achte leeraar Ds. O. Los afscheid van de ge
meente naar aanleiding van Paulus' afscheids
groet uit Coloss. 418 laatste gedeelte.
Een groote schare was opgekomen, die ons
ruim kerkgebouw nauwelijks kon bevatten.
1 ii
Met blijden dank des harten aan den Heere,
kan de Kerkeraad der Geref. Kerk te Middelburg
C mededeelen, dat Dr. L. H. Wagenaar de be
roeping naar dit deel van 's Heeren Wijngaard
heeft aangenomen.
De Heere heeft zijne goedertierenheid groot
gemaakt en veler bede verhoord! De teleur
gestelde kerk van Arnhem moge uit de goede
hand des Heeren spoedig de ledige plaats ver
vuld zien.
Gaarne voldoet de Kerkeraad aan het verzoek
van zijnen aanstaanden Herder en Leeraar, om
allen, die uit de drie deelen der Geref. Kerk
alhier, hem brieven zonden, zijnen hartelijken
dank over te brengen.
De Heere zegene zijn' komst, kon het zijn, ook
tot bevordering van de eenheid der Geref. Kerk.
Namens den Kerkeraad
J. D. v. d. Velden, h. t. Pr.
C. Verhage, h. t. Scriba.
Middelburg, 28 Oct. '97.
Ter verkiezing van Ouderlingen en Diakenen
in de Geref Kerk van Middelburg (C) heeft de
Kerkeraad opgemaakt de volgende alphabetisch
gestelde dubbelgetallen
Voor Ouderlingen
de br.br.
C. Cornelisse.
J. J. Dormaar.
D. den Hollander.
M. de Jonge.
B. Lahr.
J. Maljers.
D. de Rijcke.
G. Ruitenbeek.
A. Stroo.
C. Verhage.
C. H. de Wagemaker
G. P. Wattez.
Uit dit dubbelgetal
moeten gekozen worden
6 brs. Ouderlingen.
Voor Diakenen
de br.br.
B. Blok.
C. van den Broecke.
G. Jacobse.
J. A. v. Nederveen.
J. Tilroe.
I. de Wolff.
Uit dit dubbelgetal
moeten gekozen worden
3 brs. Diakenen.
De Verkiezing zal plaats hebben in eene
vergadering van stemgerechtigde lidmaten, te
houden D. V. Vrijdag 5 November a. s. des
avonds te 7 uren in de Noorderkerk.
Namens den Kerkeraad,
J. D. v. d. Velden, Broes.
C. Verhage, Scriba.