VRIJDAG 24 SEPTEMBER 1897. No. 39. ^Veekblad gewijd aan de ^Belangen der Pereformeerde JCerken in ^eeland, j^oord-jbrabant en j_>imburg. Ds. J. HULSEBOS, Ds. S. H. FERINGA en Ds. A. LITTOOIJ. KERK. Belijdenis en School. 6© Jaargang. Want de HEERE is onze Rechter, de HEERE is onze Wetgever, de HEERE is onze KoningHij zal ons behouden. Jesaja 33 22. ONDER REDACTIE VAN Doch Samuel zeideHeeft de HEERE lust aan Brandofferen en Slachtofferen, als aan het gehoorzamen van de stem des Hee ren Zie, gehoorzamen is beter dan slacht offer, opmerken dan het vette der rammen* 1 Sim. 15 22. Abonnmeent per 3 maanden f 0.35. Afzonderlijke nos. 3 cent. Advertentiën van 1 5 regels 30 cent, iedere regel meer 5 cent. Familieberichten van 1—5 regels 50 cent, iedere regel meer 10 cent. U itge ver; K. LE CO INT RE MIDDELBURG. Berichten, Advertentien enz., gelieve men tydig, uiterlyk Vrijdagmorgen, by den Uitgever in te zenden. Uit de geschiedenis der Kerk. De Provinciale Synode van Dordrecht. 1574 HL De reformatie had zich in al die tijden van vervolging en druk zeer krachtig, vooral in Hol land en Zeeland, uitgebreid. Ook het getal leeraars, zoo in de steden als op de dorpen, was reeds aanzienlijk. De prins schreef in September 1574 aan zijnen broeder Jan van Nassau „que le nombre de ceulse de la Religion icy est, ces dernières années, par une singuliere gr Ace de Dieu, tellement augmenté, qu'il en reste fort peu, si ce n'est quel- ques ecclésiastiques, qui soient de contraire opinion. Dat isdat het aantal van hen, die den (gereformeerden) gods dienst zijn toegedaan, in de laatste jaren door het genadig bestel des Heeren, alhier dermate is toegenomen, dat er zeer weinigen, uitgeno men eenige geestelijken wellicht, zijn overge bleven, die van het tegengesteld gevoelen zijn. Ook de Spaansche stadhouder Requesens en de Raad van Staten verklaren in hun advies aan den koning van den 18 Juni, dat: de Catholijken seer minderen; som- mig.e die sterven, sommige diever- trecken en in haer plaetse komen vremde ketters. Verder verklaren zij dat die ketters ook groote naerstig- heid doen, om de jonkheid te ver leiden, de kinderen dwingen de tot haer scholen te gaen, daer sy in haer verdoemde opiniën geleert worden, en verder; so menlangd ie remedie differeert, so is te v re sen, als sij noch een jaar haerReligie behouden, dat men dan sonder Gods me.rkelijkehant, de Religie aldaer niet en sullen konnen vin den. Alleen plaatsen als Amsterdam, nog in de macht der Spanjaarden, waren vol van Roomsch gezinden. De Gereformeerde Kerken nu van Holland en Zeeland vergaderden, zooveel de omstandig heden toelieten in hare classes en benoemden afgevaardigden tot eene synodale vergadering om „regel en maat te ramen." Tot plaats van samenkomst werd Dordrecht gekozen, waar als in de oudste stad van Hol land ook de Staten van Holland het eerst ver gaderd waren geweest. Maar ook konde Dor drecht door de Hollandsche en Zeeuwsche pre dikanten het veiligst en het makkelijkst worden bereikt. De vergadering werd 16 Juni geopend en 28 Juni daaraanvolgende gesloten. Praeses was Gaspar van der Heyden, die ook te Embden had voorgezeten en wiens le vensbericht onder onze Varia voorkomt. Over den scriba berichten wij in ons volgend nummer iets. Wij laten nu nog volgen de namen van de afgevaardigden uit Zeeland. Ut de classe van Scouwen. Gerardus Culemborgicus, Dienaar des Woordts te Zyrixee. Cyprianus Morchius, Ouderlingh der Kercke van Zijrixee. Ut de classe van Walcheren. Gasparus Heydanus, Dienaar des Woordts. Jan de Horn, Ouderlingh der Kercke tot Middelburch. Johannes Gerobulus, Dienaar der Kercke tot Vlissingen. Johannes Miggrodics, Dienaar der Kerke van ter Veer. Hulsebos. De vrijheid heeft hare grenzen. Hetgeen ik hier boven schreef, kwam mij onwillekeurig in de gedachte, nadat ik toe valligerwijze in handen gekregen en gelezen had, een pamflet of schotschrifje, dat in de laatste weken in onderscheidene onzer Bladen werd geadverteerd. In de advertentiën en op den omslag van het pamflet luidt het„De leer van Dr. Kuyper lijnrecht in stryd met de Gereformeerde begin selen. Eén als eerste aangegeven toon, door W. Mulder, lidmaat der Gereformeerde Kerk B te Amsterdam 1897. Prijs 15 cent." Wat in dezen titel gezegd wordt, is opzien barend en verontrustend. Helaas, meer dan één houdt daarvan, wordt er door geprikkeld en leest zoo'n geschriftje gaarne. Doch alleen dan: als men alles wat tegen Dr. Kuyper geschre ven wordt, aangenaam vindt; als men dien tengevolge zelfs onzin liefheeftals men bitter zoet noemtja, in verdachtmakingen behagen schept; dan, maar ook dan alleen beklaagt de kooper zich de 15 cent niet die hij er voor uit gegeven heeft. Immers het zou wel voor een foutief opstelletje kunnen gebruikt worden ook het is nog geen vollozes pag. druk. Het zegt u in niet afloopende en vaak onbegrijpeiyke volzinnen, dat Dr Kuy per in De Herautvan 19. Mei 1895, leert, dat er ter verkrijging van de genade en het licht des Heiligen Geestes voorwaarden onzer zijds zyn te vervullen. Wij lezen, letterlijk overgenomen„Eischt en voorwaarde gesteld, komen de arme uitverkorenen dezer wereld, er op eene jammeriyke wijze voor te staan, daar God vele dier arme uitverkorenen naar de we reld heeft gesteld in eene beroeping van moeie- lijke arbeid van den vroegen morgen, tot aan den laten avond, en dit wel in hun dagelijk- sche nooddruft zal voorzien evenwel veel daar bij blijven ontberen. En zich in dezen staat bevindende komt de Heilige Geest met zijn voorwaarden en eischt aankloppen, en als toe gefluisterd wilt g' uw mijner genade waardi ger maken, en daarin toenemen OGij arme en ellendige naar de wereld!" enz. Daar het voornameljjk over „de jong begin nende predikers" gaat, zegt de schrijver„Ze kerlijk het is de stelling van de geachte redac tie die over gereformeerde prediking loopt, en eene gedeelte van haar voornamelijk toepast op de jong beginnende predikers." Met eenige teksten uit de Heilige Schrift wordt voorts herinnerd en bewezen, dat de genade en het licht des Heiligen Geestes niet om iets in den mensch en door den mensch te vervullen geschonken wordt, maar alleen naar het welbehagen des Heeren. Ook veroorlooft de schrijver zich nog de vol gende woorden: „Ook dan een enkel woord vergunt te spreken, aangaande de jonge Bedie naren des Woords. En vragen danWie toch zal op eenig gegronde rede kunnen aannemen. Het jongelingschap opgeleid en gevormd tot de predikdienst, hetzij aan eene vrije Universiteit of Theol. school, gepaard gaande aan vele bij oogmerken, en bijeindes, maar nu geëxamineerd in de wetenschap der Godgeleerdheid, en daarna bevestigt in het predikambt. Hij leefde er, geen God in den hemel leefde, hij doorvloeide, en geene onsterfelijke ziel voor eene eeuwigheid te verliezen ware. En zal nu zoo eenen in het predikambt bevestigd, door den nood gedrongen zich bekeeren van de losbandigheid tot de deugd, geen grooter huichelaren gevonden dan even dezulken." Blijkt uit deze aangehaalde volzinnen niet, dat dit schotschrift voor eer. foutief opstel dienst zou kunnen doen Er zou een uurtje voor noodig zijn, om er goede, afloopende vol zinnen en Nederlandsche taal van te maken. Iemand, die zich niet anders en beter kan uit drukken, moest immers in het publiek niet schryven. Tegenover de rechten en de vryheden, die ieder in dezen heeft, staan de rechtmatige eischen van het publiek. Er is vrijheid, maar er zijn ook zedeiyke verplichtingen. Het werk van anderen schade toebrengen, door verkeerde oordeelvellingen en onware voorstellingen, mogen wij nietwy mogen noch in onze gesprekken, noch in ons schrijven iemand laten zeggen hetgeen hij gezegd noch bedoeld heeft. Dat is, naar luid van onzen Catechismus* zonde tegen het negende gebod van Gods heilige wet. Wij mogen het dus in geen enkel geval en tegenover niemand doen dus ook en zeker niet, wanneer het werk van de dienaren Gods daardoor in verdenking gebracht en van invloed beroofd worden ka». De schade, die men er door aanricht, is grooter, naarmate de mannen, die het geldt, byzondere gaven Gods zyn, juist voor den tijd waarin wij leven. Nu geloof ik wel, dat de heer Mulder meent, dat hy het door hem onderhanden ge nomen schryven van Dr. Kuyper goed begrepen, juist beoordeeld en gekenschetst heeft, doch dat neemt niet weg, dat hy zich hierin ver gist, onwaar is, en alzoo valsch beschuldigt. Een weinig kennis van en belezenheid in Dr. Kuyper's geschriften zou hem dat hebben kunnen duidelyk makeD. Immers, ieder weet, dat Dr. K. alles behalve een remonstrant ismeer dan iemand heeft hy juist de bybelsche en gerefor meerde leer op het punt, waarover het gaat, (nameiyk het stellen van voorwaarden en eischen, die wy zouden moeten vervullen om de genade en het licht des Heiligen Geestes te verkrygen) by vernieuwing in het licht gesteld, gehand haafd en verdedigd. Maar hoe is de heer Mulder dan toch tot die gedachte en opvatting gekomen? Naar het mij voorkomt, heeft hy uit het oog verloren, dat God in Zyn Woord ook van voor waarden en eischen spreekt. Het is „Die ge looft", „die zich bekeert" en „die volhardt", zal zalig worden. Leest en verklaart men deze uit-

Krantenbank Zeeland

Zuider Kerkbode, Weekblad gewijd aan de belangen der gereformeerde kerken in Zeeland, Noord-Brabant en Limburg. | 1897 | | pagina 1