YR1JDAG 1G JULI 1897.
^VeEKBLAD GEWIJD AAN DE j?ELANGEN DER pEREFORMEERDE J(eRKEN
N,
in Zeeland, Noord-Brabant en Limburg.
j
Ds. J. HULSEBOS, Ds. J. H. FE RING A
en Ds. A. LITTOOIJ.
Uit de Heilige Schrift.
Ferinoa.
KERK
Hulsibos.
Belijdenis en School.
6e Jaargang.
No. 99.
Want de HEERE is onze Rechter,
de HE ERE is onze Wetgever, de
HEERE is onze Koning; Hy zal ons
behouden.
Jesaja 33 22.
ONDER REDACTIE VAN
Doch Samuel zeide Hèeft de HEERE
lust aan Brandofferen en Slachtofferen, als
aan het gehoorzamen van destem des Hee-
ren Zie, gehoorzamen is beter din slacht
offer, opmerken dan het vette der rammen.
1 Sam. 15 22.
Abonnement per 3 maanden f 0.35. Afzonderlijke nos.
3 cent. Advertentiën van 1 5 regels 30 cent, iedere
regel meer 5 cent. Familieberichten van 1 5 regels
50 cent, iedere regel meer 10 cent.
Uitgever:
K. LE CÖINTRE
MIDDELBURG.
Berichten, Advertentien enz., gelieve men
tydig, uiterlijk Vrijdagmorgen, bij den
Uitgever in te zenden.
SCHAPEN DES GOEDEN HERDERS.
I.
Een psalm van David. De
Heere is myn herder.
Psalm 231«.
De Psalmbundel is door alle eeuwen bij de
Christenheid geiiefd geweest, 't Is zulk een
greep' uit de verborgen volheid des harten.
Zulk een bladzijdenreeks uit de geschiedenis
der Heilstoepassingen des Heiligen Geestes. Uit
Gods hart, door der schrij veren harten, tot de
harten der lezers. En in duizenden harten
weerklank vindend, waar de klank van des
Heiligen Geestes stem vernomen wordt.
Door de harten der schrijvers heen. Want
de ingeving des By bels (uok der Psalmen; is
een heerlijk Goddelijk werk. Niet uit den hemel
gevallen is onze By bel als een stuk (ons vreemd)
Hemeltaal en Hemelltven. En evenmin uit
dc aarde opgekomen, als liefelijke uitkomst der
stichtelijke overpeinzingen van een Godzalig
gemoed.
De Heere heeft naar Zyn raad en voorkennis
van eeuwen her, in den loop der geslachten,
in den gang der geschiedenis, in de voorbe
reidende vorming van lichaam en ziel, zich
Zyn Bijbelschrijvers toebereid. Hij heeft hun
zóódanige vermogens, ervaringen en indrukken
gegeven, als hun tot hun (Hem bekende) taak
noodig waren. Hij heeft hun op tot het door
Hem te voren bepaalde tydstip, door invloed
van door Hem gewerkte omstandigheden, den
drang tot schrijven in de ziel gelegd, en het
„hoe" van dat schryven bepaald. En nu welt
zoo, biykbaar, elk woord van hun schryven
uit hun hart. Daarom vindt het in menschen-
harten weerklank. Maar het komt uit Gods
hart en door Gods werking en onder Gods
leiding in hun hart op. Daarom is het Gods
Woorden dus boven alle menschenwoord te
waardeeren. Hy spreekt ,naar menschenwyjze"
zie hier de lieflykheid onzes Bijbels. En in
die menschenwoorden spreekt Hy.zie hier
zyn Goddelykheid.
Zin voor zin, woord voor woord tot in de
kleinste bizonderheden het woord van God
en dus altijd verheven en waar. In rijke ver
scheidenheid welleid uit het hart van krach
tige menschelijke persoonlykhedenen dus
altyd sprekend tot de verschillende karakters;
en in de verschillende tijden en toestanden
steeds gepast en steeds frisch.
Zoo dicht nu David zyn herderszang,
Een herderszang uit een herdershart.
Hij is herder geweest van vee. En terwyl
hy de kudden van Isai weidde, heeft hem Gods
Geest onderricht. Straks is hy te Hebron tot
Koning gezalfd, tot herder van inenschen ge
worden. En ook reeds in Adullams spelonk
heeft zijn herdershart herderszorge en herders-
trouwe betoond.
Hij kent den aard van schapen. De behoef
ten van schapen. De dwaasheden van scha
pen. De gevaren voor schapen. Anderzijds
weet hy, hoe een herdershart gevoelt. Wat eens
herderswerk is. Wat daarin de bezwaren zyn.
Welke lieflijkheden daaraan zyn verbonden.
Zoo heeft de opperste Herder der schapen
dezen onderherder gevormd, en door velerlei
ervaring geleerd. Wanneer hij nu van schapen
des Goeden Herders zingen moet, is hy als
een welbesnaari en goedgestemd speeltuig
in de hand des Hemelschen Zangers. En zoo
vindt zijn „De Heere is mijn herder" beide bij
■chapen en herders lieflyk weerklank.
Weerklank namelyk, indien er klank in hen
zit. Wat geen klank geven kan, kan natuur-
lyk geen weerklank geven ook.
Lezers, lezeressen, God heeft Zijn Woord
door menschen doen brengen, opdat het bij
menschen weêrklank zou vinden. Geeft ook
Uw hart er weêrklank op?
Uit de geschiedenis der Kerk.
Wezel.
V.
Van onwaardeerbaar belang voor het icel-ice-
zen der Kerk is de getrouwe en volvaardige
bediening van de ambten, niet het minst van
het ambt der ouderlingen. Dit is van zoo groot
gewicht, dat onze geheele kerkinrichting daar
naar ook de presbyteriale wordt genoemd.
Het verval in de Kerk teekent zich dan ook
steeds zeer sterk af in het verval van de amb
ten, bizonder van het ouderlingen-ambt. Hoe
droevig was het dan ook al jaren by jaren
met het ouderlingen-ambt in de Hervormde
Kerk gesteld, enkele uitzonderingen natuurlijk
daargelaten. Doordat toch hier en daar de
ouderlingen tot het besef kwamen van den
smadelijken toestand, waarin hun heerlyk en
gewichtig ambt lag verzonken, is juist krach
tig de reformatie bevorderd. Het was vooral
de Heraut, die hiertoe het middel was, door
rusteloos op de ontaarding der ambten te wyzen.
Het ambt van ouderling was van lieverlede
etne sinecuur (waardigheid zonder bezigheid)
geworden. Het beteekende in de oogen der
menigte niet veel meer dan dat de benoemde
een goed plaatsje inj^de kerkeraadsbank had
verkregen.
En waar men nu al licht genegen is, om na
de eerste opwekking en uitredding weder in te
sluimeren kan het niet ernstig genoeg worden
uitgesproken en telkens herhaald, dat de refor
matie midderiykerwys alleen dan krachtig en
Godverheerlijkend kan doorwerken, als de ambts
dragers, nu bepaaldelyk, de ouderlingen, vol
yver en onvermoeid in hun ambt bezig zyn.
Zij er veel gebeds om die gaven in de Gemeente
en om bekrachtiging en getrouwmaking van
de in het ambt staande broederen.
Van de ouderlingen eischen de rege'en van
Wezel, dat zij over hunne wyken wacht hou
den en van huis tot huis de leden, die onder
hun opzicht staan, tenminste eens alle weken en
voorts en voornameiyk om den tijd van het
houden des Nachtmaals bezoeken.
De ouderlingen zijn er dus niet alleen, om
by uitbrekend kwaad de censuur toe te passen,
maar om door het opzicht en het toezicht zoo
mogelijk de verkeerdheden in hare beginselen
te ontdekken en te stuiten.
Van veel belang is ook wat te Wezel aan
gaande het ambt en den dienst der diakenen
werd goedgeacht. Men leest daarvan in hoofd
stuk V der Acta.
De diakenen worden vooral in groote steden
in twee soorten gedeeld. De eerste houdt zich
bezig met het inzamelen en uitdeelen der aal
moezen, de andere met zieken, gekwetsten en
gevangenen, die zy mede moeten kunnen on
derwijzen en vertroosten uit Gods Woord.
De liefdeplicht, zoo laten de vervolgden te
Wezel zich hooren, vereischt ook, dat men acht
geve op vreemdelingen en buitenlingen. Zie
Hebreen 13 2, 3.
Bij de benoeming moet' men voorbygaan, die
met gierigheid besmet zijn, en men zal in alles
volgen het voorschrift van den Apostel Pau-
lus, l Timoth. 3. Tot hun ambc Dehoortook,
voor de verdrukte weduwen en weezen op te
komen bij de Overheid en ook naar&telijk de
lieden, die God met rijkdommen gezegend heeft,
te vermanen, om de Kerken en de Armen on
derstand te doen.
De administratie der kerkegoederen willen
de regelen van Wezel niet aan de Diakenen,
maar aan andere goede, vrome en trouwe man
nen met voorzichtige keuze zien toevertrouwd.
In hoofdst. V 10 lezen wy Daar het ook
bequamelijk kan geschieden, oordeelen wy, dat
vrouwen van vermaarde proeve ende vroom
heid, ende bejaart, totj dit ambt, na het Exem
pel der Apostelen, wel mogen worden aange
nomen. Van veel belang is ook, wat wij in
art. 7 lezen.
Die ziek te bedde liggen, zullen hare ziekte
door de Diakonen ofte Ouderlingen, den Predi
kant aandienen, opdat ofte hij zelfs, des nood
zijnde, tot hun kome, ende uit Godes woort
vertrooste, ofte de Ouderlingen, ofte Diacbnen
dat aan bevele, als het hem door andere open
bare zaken van grooter gewichte verhindert
zijnde niet gelegen komt.
Omtrent de verkiezing van ouderlingen en
diakenen vinden wij hier nog meer beperkin
gen dan by de Walsche synoden. Zelfs wordt
de wenschelykheid uitgesproken van de mede
werking van Godvruchtige Overheden. Hoewel
het recht der Gemeénte om zelve vrijelijk te
kiezen niet ontkennende, schijnen de vaderen
hét volk daarvoor toch niet ryp te hebben ge
acht en in allen geval scheen hun noodig
perken te moeten stellen. Het groote gewicht
van het ambt maande hen tot de meest mo
gelijke voorzichtigheid. In sommige gevallen
werd de keuze zelfs toevertrouwd aan, of on
der toezicht gesteld van naburige Kerken.
De verledene week hadden de curatoren met
de professoren der theologische School te Kam
pen hunne jaarvergadering. Zeer vele jaren
werden door curatoren en professoren by deze
gelegenheid en in deze maand de examens af
genomen, en velen gingen dan tot hoogere
studiën over, terwyl zij, die met goed gevolg
het theol. examen B aflegden, beroepbaar wer-