VRIJDAG 21 MEI 1897. Zeeland, Noord.Brabant en Limburg. Ds. J. HULSEBOS, I)s. J. H. FERINGA en Ds. A. LITTOOIJ. Uit de Heilige Schrift. KERK. 6* Jaargang. No. 21. EEKBLAD GEWIJD AAN DE JBeLANGEN DER pEREFORMEERDE J^ERKEN IN j j Want de HEEKJE is onze Rechter, de HEERE is onze Wetgever, de HEERE is onze KoningHy zal ons behouden. Jesaja 33 22. ONDER REDACTIE VAN Doch Samuel zeideHeeft de HEERE lust aan Brandofferen en Slachtofferen, als aan het gehoorzamen van de stem des Hee- ren Zie, gehoorzamen is beter dan slacht offer, opmerken dan het vette der rammen* 1 8am. 15 22. Abonnement per 3 maanden f 0.35. Afzonderlijke nos. 3 cent. Advertentiën van 1 5 regels 30 cent, iedere regel meer 5 cent Familieberichten van 1—5 regels 50 cent, iedere regel meer 10 cent. Uitgever: K. LE COINTRE MIDDELBURG. Berichten, Advertentien enz., gelieve men tijdig, uiterlijk Vrijdagmorgen, bij den Uitgever in te zenden. OPGEVAREN IN DE HOOGTE. „Gij zjjt opgevaren in de hoogte Gij hebt de gevangenis gevanke lijk gevoerd; G\j hebt gaven ge nomen om uit te deelen onder de menschenja ook de wederhoori- gen om bij U te wonen, o Heere God." Psalm 68 19. Aan den strijd ter handhaving van Christus' Koningseere dankt ons blad zijn ontstaan. In de getuigenis voor het Koningschap Diens Konings ligt hoofdzakelijk zijn bestemming. Hoe zou het dan kunnen zwijgen van onaes Konings krooning? Gelijk bij Psalm 47, zoo mag ook wel by dezen Psalm de opvoering van de ark des Verbonds Gods heerlijk opvaren hebben in de gedachten gebracht. En aan des Heeren nederdalen en opvaren aan den Sinaï sloot deze gedachte zoo als van zelf zich aan. Nochthands hadde allicht niemand den vollen zin der door ons aangehaalde woorden ver staan, zoo niet de Heilige Geest in een der brieven van Paulus deze Zijn eigen woorden zelf hadde toegelicht. Na deze toelichting echter geniet de Kerk in deze heilige gedichten de beschrijving der Koningsheerlijkheid van haar gezegenden Chris tus. Bange strijd vooronderstelt ons woord. Maar een strijd, die volstreden is. Die met heerlijke overwinning is geëindigd. De Christus was nedergekomen tot diepe vernedering. Neder gedaald tot in helsche versmaadheid en smart. En nu heeft sints den Opstandingsmorgen God Hem uitermate verhoogd. En Zijn Hemelvaart zet daarop de kroon. „Gij zijt opgevaren in de hoogte". Daartoe heeft Hij Zyn jongeren gevoerd naar den berg. Zijn laatste woorden gesproken. Zijn laatste bevelen gegeven. Zegenend de handen over hen uitgebreid. En dan neemt een wolk Hem, Die op de wolken ten gericht zal wederkeeren, op ten Hemel om als Koning te heerschen ter rechterhand Gods. Zoo gaat Hy, de hemelen in en de hemelen door, Zyn kroning tegen. Een eervolle triumftocht is het, die Hem, den Grooten Overwinnaar, is gegeven. Het hart, dat Hem liefheeft, verbiyde zich om Zynentwil En een eigenaardig liefeiyken buit neemt Hij mede: „Gij hebt de gevangenis gevankelyk gevoerd". Den sterk gewapende* j heeft Hij overwonnen, en Zijn wapenrusting hem ontno men en nu verrijkt Hij zich met Zyn buit. Het jaar Zyner overwinning is een jaar van vrylating voor de gebondenen in schaduw van den dood. By Zijn troonsbestyging doet Deze Vorst de gevangenen vrijlaten. Gelyk eens de Ruijter als loon voor zyn overwinning de bevrijding van 95 Hongaarsche Protestantsche Predikers uit Roomsche kerker- ing verkreeg, zoo voert Deze Overwinnaar tal van (neen, tallooze) gevangenen uit Satans boeien bevrijd, in triomf met Zich als zyn buit. En onze Koning deelt] ook geschenken uit bij Zyn kroning: „Gjj hebt gaven genomen, om uit te deelen onder de menschen". Heerlijke gaven des Heiligen Geestes uit Dezes Konings schatten naar Zijn Konings woord geput worden den menschenkinderen ten deel. Het Pinksterfeest met al zijn rijkdom wor telt in den Hemelvaartsdag. Al het heerlyk werk Gods in de harten der begenadigden behoort tot deze geschenken. Hebt Gy er ook al Uw deel van, lezers? Zoo neen, ga dan haastig tot Hem. De uit- deelingsdag is nog niet om Laat daarbij het gezicht van Uw eigen on waardigheid U niet weérhouden Hy geeft zelfs aan oproerlingen gratie. Hy wil, [gelijk de Inca's van het oude Peru, de overwonnen rebellen, door Genade met Lief debanden binden aan Zyn troon. Hoor, Kerk, uw rijkdomHoor, zoekende ziele, Uw Heil„Oüïtrdc wederhoorigen. om by U te wonen, o Heere God Feringa. Uit de geschiedenis der Kerk. De Waalsche Kerken. De Walen zijn waarschijniyk van de oudste bewoners van Frankrijk (vroeger Gallië) afkom stig. Hunne oorspronkelijke taal heeft veel overeenkomst met de Fransche taal. Hunne woonplaats was de zuidelijke strook der Neder landen (het zuidelyk deel van het tegenwoordig België). De Reformatie der zestiende eeuw deed zich ook onder hen krachtig gevoelen. Reeds waren zaden en kiemen van reformatie by hen aanwezig, want wel reeds drie eeuwen vroeger hadden zich vele Waldenzen in hunne landstreek neergezet en waren daar, in weer wil van alle vervolging, gevestigd gebleven. De Walen gevoelden zich aanstonds meer tot de richting van Calvyn dan tot die van Luther aangetrokken. Hiertoe werkte zeker ook mede hun veelvuldig verkeer met de Hugenoten (Calvinisten in Frankryk), hunne naburen. De hervormde Walen werden door hunne roomschgezinde landgenooten gehaat, verdrukt en vervolgd. Hierbij kwam het edict van Karei V van 25 Sept. 1550, hernieuwd doorzijn zoon Philips in 1559, hetwelk de uitroeiing der Ketters beval en in hun land strenger dan elders toegepast werd. Hiervan was het gevolg, dat velen dier ver drukten hun geboortegrond verlieten, om zich in Holland, Zeeland, Engeland, Oost Friesland en Kleefland te vestigen, waar zij geene of althans minder strenge vervolging te duchten hadden. Terwijl zij alzoo nieuwe gemeenten stichten, hielden zij nog gemeenschap aan met de her vormden in hun geboorteland. Zoo ontstonden de Waalsche Kerken. Te Doornik was zulk eene bloeiende gemeente, dat zij terecht den naam ontving van het Vlaamsche Genève. Ook te Gent bloeide de Kerk. Groote begeerte naar geestelijke spijs openbaarde zich daar onder het volk. Hier vond men de geslachten van Johannes Uten- hoven en van Maarten Cleyne of Mikron, die hier de nieuwe belydenis yverig bevorderden. Ook Bergen dient vermelding en Yalencyn (Valenciennes). Maar vooral moet hier Antwer pen worden genoemd, de ryke koopstad, die grooter handel dreef dan Venetië en behalve haren stoffeiyken rykdom, ook ryke geestelijke schatten in zich bezat. Reeds in 1521 brak onder de Augustijner monniken te Antwerpen het licht der reformatie door. Later arbeidden hier mannen als Strycker of Modet, Smetius, Junius, e. a. Te Brugge mocht de nieuwe leer, zooals de reformatie genoemd werd, zelfs onder begun stiging van den magistraat bloeien. Doch ook in plaatsen, waar gestreng toezicht was, als te Atrecht, te Mechelen (residentie van Kardi naal Granvelle) en te Brussel (hoofdzetel der regeering) hielden de hervormden hunne ver gaderingen. In gesloten woningen, of buiten de stadsmuren in het veld, soms ook in den nacht kwamen de geloovigen ter preek te za- men. Werden er uit hen gevangen genomen en ten vure gedoemd, zoo vergezelden zij hen, om hun openlyk moed in te spreken of hieven luid de psalmen van -Marot aan rondom het vuur, dat hunne geestverwanten verslond. In Gent en Valenciennes maakten de her vormden de meerderheid der bevolking uit, volgens den Graaf van Horne waren te Door nik vyf zesden der bevolking de hervorming toegedaan. Het laat zich nu ook verstaan, dat er onder de hervormden in de Nederlanden, bepaaldelijk in de zuidelyke Nederlanden verschil was in taal. In de zuidelykste streken sprak men Waalsch of Fransch, meer noordelyk verstond men enkel Vlaamsch of Nederduitsch. In Brussel en Antwerpen ontstonden Waalsche en Vlaamsche gemeenten naast elkander. Toch stonden al deze Kerken in eenzelfde kerkelyk verband, en al de hervormde Kerken der Zui delyke Nederlanden, zoowel Fransche als Waalsche bleven onder den naam van Waalsche Kerken (Eglises Wallonnes) begrepen. Hoewel algemeen de Calvinistische leer ken merk dezer Kerken was, zoo bleven als te ver wachten was, ook zelfs in deze dagen van vervolging, de dwalingen niet geheel uit. Zoowel eene ziekelijk-mystieke stichting als de ongebonden roekeloosheid der Wederdoopers deden aan net leven der Kerken schade. Guy de Bres, de prediker van Ryssel en Valencien nes, trad in een opzettelyk geschrift tegen de wederdoopers op en ontwierp tegenover de lasteringen en miskenningen der vyanden eene geloofsbelydenis, waarin het ware en zuivere geloof der Kerken werd ontwikkeld. Deze Belydenis. ook door Calvijn goedge keurd, verscheen allereerst in het Waalsch in 1562. In het volgend jaar was zy reeds in het Nederduitsch overgezet. Doch de gemeenten in Artois, Henegouwen, Brabant en Vlaanderen verstrooid, hadden ook behoefte aan orde en tucht en al, wat er tot onderlinge correspondentie en eenheid dienstig was. Daartoe zouden vooral de Synoden die nen, die de Waalsche Kerken al vroeg hebben gehouden. Het verhandelde op sommige van die Synoden is bewaard gebleven in een boek, dat op last van eene vroegere Synode door de

Krantenbank Zeeland

Zuider Kerkbode, Weekblad gewijd aan de belangen der gereformeerde kerken in Zeeland, Noord-Brabant en Limburg. | 1897 | | pagina 1