Uit de Heilige Schrift.
KERK.
Y RIJ DAG 2 APRIL 1897.
Y/eekblad gewijd aan de ^Belangen der Pereformeerde JIerken
in ^Zeeland, JNToord-^rabant en J^imburg.
Ds. J. HULSEBOS, Ds. J. H. FEEING A
en Ds. A. LITTOOIJ.
6e Jaargang.
No. 14.
Want de HEERE is onze Rechter,
de HEERE is onze Wetgever, de
HEERE is onze KoningHy zal ons
behouden.
Jesaja 33 22.
ONDER REDACTIE VAN
Doch Samuel zeideHeeft de HEERE
lust aan Brandofleren en Slachtofferen, als
aan het gehoorzamen van de stem des Hee-
ren Zie, gehoorzamen is beter dan slacht
offer, opmerken dan het vette der rammen.
1 Sam. 15 22.
Abonnement per 3 maanden f 0.35. Afzonderlijke nos.
3 cent. Advertentiën van 1—5 regels 30 cent, iedere
regel meer 5 cent. Familieberichten van 1—5 regels
50 cent, iedere regel meer 10 cent.
Uitgever:
K. LE CO INT RE
MIDDELBURG.
Berichten, Advertentien enz., gelieve men
tijdig, uiterlijk Vrijdagmorgen, bij den
Uitgever in te zenden.
SIONS VEILIGHEID.
Die op den Heere vertrou
wen zijn als de bsrg Sion,
die niet wankelt; maar blijft
in eeuwigheid. Rondom Jeru
zalem zijn bergenalzoo is de
Heere rondom zijn volk, van nu
aan tot in der eeuwigheid.
Want de scepter der goddeloos
heid zal niet rusten op het lot
der rechtvaardigen opdat de
rechtvaardigen hunne handen
niet uitstrekken tot onrecht.
Psalm 125 1—3.
Is de berg Sion hoog?
Volstrek niet.
Voor wie geen bergen kent, moge elke heu
vel hoogte wezenmaar wie de beteekenis
kent van bergkammen, bergpassen, ijsvelden,
sneeuwhellingen, bergkruinen, kan de woorden
„hoog" en ,Sion" niet meer verbinden. Basans
bultige bergen zijn veel kloeker, Hermons
schoone gestalte is veel forscher, en de blin
kende toppen van de Libanon (den Syrischen
Mont-Blanc) onvergelijkelijk veel verhevener.
Is de berg Sion dan zoo vast?
Al evenmin.
Zijn grondslag is niet zoo breed. Zijn om
trek niet zoo machtig. Hij onderscheidt zich
volstrekt niet van de omliggende bergen.
En ook, al ware hy vaster, het woord,
dat Tyndall eens sprak van den reusachtigen
schynbaar onverbrekelijken Matterhorn aan
Italie's grenzen, geldt van eiken berg op aarde
He'll come downonly give him time" (Hij
zal wel naar beneden komenwacht het maar
af). Kenners van bergen zien ze verouderen.
Onwankelbaar vast en bestendig van bestaan
is er niet een.
Waar ligt dan de voortreffelijkheid van den
berg Sion?
„God zelf heeft dezen berg begeerd", zoo
antwoordt Psalm 68 op Basans minachtend
zelfverheffen
„God zelf heeft dezen berg begeerd
Ter woning, om, aldaar geëerd,
Zijn heerlijkheid te toonen
De Heer, die hem verkozen heeft,
Die trouwe houdt en eeuwig leeft,
Zal daar ook eeuwig wonen."
Zie hier het geheim van Sions voortreffelijk
heid, waardoor Sion ontvangen heeft
eedier schoon,
Dan sneeuw, hoe wit zij zich vertoon;
Aan Salmon ooit kon geven.
„Bergen zullen wijken, en heuvelen zullen
wankelen; maar mijne goedertierenheid zal
van U niet wijken, en het Verbond Mijns vre-
des zal niet wankelen, zegt de Heere uw Ont-
fermer".
Laat Sion dan blijde zijn, en zich veilig
voelen In eeuwigheid wankelt de berg niet,
waar de Eeuwige in eeuwige trouwe eeuwig-
ïyk wonen zal". De verheffiing van de aard
korst, die men Sion pleegt te noemen, kan in
zinken. De diepte aan Sions voet, die er de
hoogte van doet uitkomen kan met puin ge
vuld worden. Dat puin kan het puin wezen
van het Sion dat op den Sion gebouwd was.
Het Jeruzalem op aarde kan van den Sion ter
neder geworpen zijn. Ja, de berg Sion zelf
kan splijten en scheuren, schilferen en schui
ven. En in die ontzachelyke ure, wanneer
hemel en aarde als een boekrol weggewentelt
worden (gelijk men op onze scholen een land
kaart oprolt), is ook het standhouden van den
berg Sion in geen enkel opzicht gewaarborgd.
Nochthands Wordt naar waarheid van den
berg Sion gezegd, dat lnj „niet wankelt maar
biyft in eeuwigheid." Mits Gij maar, gelijk U
alles aanduidt, recht verstaat
Gods Kerk is de berg Sion. De aardsche
Sion, de stad Sion daarop gebouwd, het Jeru
zalem dat op aarde is, is slechts afschaduwing
daarvan. En dat Sion is even heerlyk, even
hoog, even vast, als het aardsche Sion dit
schijnt voor het oog van 'Jé zangers der liederen
Hammaaloth, der optochtsliederen naar Jeru
zalem.
En vast als die Kerk zijn haar leden. Vast
als dat Sion is, wie op den Heere vertrouwt.
Vast. En veilig.
De reiziger naar Sion kan Jeruzalem niet
genaken, en zelfs niet zien, eer hij bijna in de
onmiddelijke nabijheid gekomen is. Wie met
kwade bedoelingen Jeruzalem nadert, kan
wederkeeren, zonder zelfs de ligging er van te
weten. Wie Sion bestormen wil, vindt een
omwalling die hem belet, zelfs tot den buiUn-
kant van Jeruzalems muur te komen.
Voor andere steden in oude tyden moest men
vele beschermende voorwerken maken.
Van binnen naar buiten gaande kreeg men,
wat latere vestingbouwkunde noemde, eerst
wal, borstwering, en fausse brayemaar dan
daarna een diepe gracht, en aan den buiten
kant daarvan verhieven zich weêr de bedekte
weg en hot contrescarp, om eerst dan in het
glacis der vesting af te loopen in het lager,
van uit de vesting bestreken, terrein rondom.
Maar voor Jeruzalem was dit ten eenen-
male onnoodig. Als gracht konden de diepe
van bergstroomen doorsneden, dalen dienst
doen aan den voet der bergen, waarop Sion
(met die bergen tot muur en borstwering) zich
verhief. En als contrescarp was dan aan de
buitenzijde door Gods eigen hand de bescher
ming gemaakt, die Jeruzalem ongenaakbaar
deed wezen. En wie die hoogten en hunne
wegen bezet hield, kon eiken vy and het komen
te Jeruzalem ja, zelfs het zien van Sion
beletten.
Want Jeruzalem lag op bergenmaar tege
lijkertijd ook weêr in de bergen. En die, door
God zelf geschapen aardsche veiligheid, was
blijkens de uitspraak des Heiligen Geestes in
onzen Psalm een door Hem zelf gewild
beeld en onderpand zijner geestelijke bescher
ming voor zijn geesteïyk Sion.
„Rondom Jeruzalem zijn bergenalzoo ia
de Heere rondom zyn volk, van nu aan tot
in der eeuwigheid."
Maar het schynt toch anders?
Voorzeker.
Maar schijn bedriegt.
De heerschersstaf der goddeloozen oefent
vaak macht over het erfdeel der rechtvaardi
gen, die dan door hen „verdrukt, gekweld en
getyranniseerd" worden. Maar straks worden
die „armen der goddeloosheid" verbroken. Zy
kuunen Sion niet overweldigen want de Heere
is voor Zijn Sion „een vurige muur rondom."
„De scepter der goddeloosheid zal niet rus
ten op het lot der rechtvaardigen."
Maar zy zijn zoo zwak, zoo ontrouwzoo
waardig, dat God hen prijsgeve
Volkomen juistOnze Psalm stemt dat toe.
Zij zijn geen volmaaktenmaar lieden, die
door te grooten druk „hun handen zouden
uitstrekken tot onrecht."
Eerst moedeloos. Dan mismoedig. Dan wre
velmoedig. Straks (en in verkeerde richting
bovendien) overmoedig.
Maar God vergeeft, verlost, bewaard, voor
komt, behoudt.
En zoo kan Sion dan, ondanks eigen on
waarde en zwakheid, in Hem roemen en ver
blijd zijn.
„Want, hoe de boozen zich doen schromen,
Door wreede heerschappij,
Nog zal hun dwinglandij
Niet rusten op het lot der vromen."
Ferinqa.
Tan de Regeering der Kerke.
III.
De geestelyke politie, het geestelijk bestuur,
het eenige kerkelijke bestuur, wil de Heere
dus uitoefenen in zijne Kerke door middel der
kerkelijke ambten. En andere ambten zijn er
niet van den Heere daartoe gewild dan deze
drieDienaars of Herders, Opzieners en Diake
nen. A\ij staan verbaasd over dezen eenvoud.
Meer nietEn ook al komen de Kerken samen
in meerdere vergaderingen, ja in Synode, in
Synode generaal, altijd blijven de drie genoemde
ambten de eenige organen van kerkregeering.
Maar hoe moeten wij ons zeiven hier ook al
weder betrappen op onopmerkzaamheid, wTant
wij moesten oneindig meer gewicht hechten
aan die ambten, die de Heere onder ons heeft
ingesteld. Gebed en belangstelling bij de ver
kiezing moesten blijken geven van het eeren
van 's Heeren bestel en dat wy Zijne regeering
zien in die ambten, al laat ze ook de Heere
vaak door eenvoudigen naar de wereld bedienen
en uitoefenen. Een mensch is steeds geneigd
om van het eenvoudige af en hooger op te
zien onder de menschen, en dat de hiërarchie
zoo vreeselijk om zich heeft gegrepen in
Christus Kerk is niet voor een gering deel de
schuld der Gemeente zelve, die niet in gehoor
zaamheid heelt geëerd de ambten, die onder hen
waren. Nu zelfs, in deze dagen, hoort men
uit gereformeerden mond nog wel eens van
Classis en Synode, spreken als van hoogere ver
gaderingen. Dit teekentNeen, wel verstaan
is de Kerkeraad de hoogste kerkelijke verga
dering. De kerkeraad alleen is regeercollege.
Classic en Synode zijn ondenkbaar, indien er