VRIJDAG 22 JANUARI.
^Veekblad gewijd aan de j~)elangen der gereformeerde
.erk
in
^Zeeland,
oord-^raeant
en
ylmburg.
en
Uit de Heilige Schrift.
KERK.
Ik geloof eene Heilige Algcmeene
Christelijke Kerk.
Belijdenis en Scliool.
6e Jaargang
No. 4.
Want de HEERE is onze Rechter,
de HEERE is onze Wetgever, de
HEERE is onze KoningHij zal ons
behouden.
Jesaja 33 22.
ONDER REDACTIE VAN
Ds. J. HULSEDOS, Ds. J. II. FERINGA
Ds. A. LITTOOIJ.
®och Samuel reide Heeft de HEERE
lust aan Brandoflferen en Slachtofferen, als
aan het gehoorzamen van de stem des Hee-
ren Zie, gehoorzaam en is beter dan slacht
offer, opmerken dan het vette der rammen
1 Sam. 15 22.
Abonnement per 3 maanden f 0.35. Ajzonderiyke nos.
3 cent. Advertentiën van 1 5 regels 30 cent, iedere
regel meer 5 cent. Familieberichten van 1—5 regels
50 'cent, iedere regel meer 10 cent.
Uitgever:
K. LE CO INT RE
MIDDELBURG.
Berichten, Advertentien enz., gelieve men
tijdig, uiterlijk Vrijdagmorgen, by den
Uitgever in te zenden.
GEDENKT DER VORIGE DAGEN.
„Gedenkt der vorige dagen, in welke,
nadat Gij verlicht zijt geweest, Gij
veel strijd des lijdens hebt verdragen.
Ten deele als Gij door smaadheden
en verdrukkingen een schouwspel ge
worden zijten ten deele, als Gij ge
meenschap gehad hebt inet degenen,
die alzoo gehandeld werden. Want
Gd hebt ook over mijne banden mede
lijden gehad, en de rooving Uwer goe
deren met blijdschap aangenomen,
wetende, dat Gy hebt in Uzelven een
beter en blijvend goed in de hemelen."
Hebreen 10 3234.
De eerste maand van het jaar is voor de
Kerken, die na 1880 zijn vrij geworden, zoo
ho^g-st gewichtig-. En vuorai m 1896 en 1897
is dat het geval.
Zoo rijk aan herinnering van de groote daden
Gods. Zoo vol dagen van belangrijke gedach
tenis.
En de Heere wil dat wel.
„Gedenkt der vorige dagen," zoo doet Hij
door den gewijden schrijver den Hebreeën toe
roepen.
Januari 1883 bracht aan zoovele Kerken het
eerste klare inzicht in het diep verderf van
het Synodaal Genootschap en de noodzakelijk
heid om de Hervormde Kerken van het Her
vormd Kerkgenootschap te bevrijden.
Januari 1886 bracht de schokkende tijding,
die velen tot een begin van handelen voerde.
„De tijding dat men het had durven bestaan,
80 leden van den Amsterdamschen Kerkeraad
te schorsen tot straf voor hun goeddoen, tot
straf voor hun tegenstaan van het kwaad tot
straf voor hun trouw aan Jezus Christus.
Januari 1887 bracht het kerkelijk Congres,
waar men zich ordende tot verdediging, en de
inquisitoriale maatregelen der z. g. Hoogere
Besturen," die ons de oogen openden voorliet
onmogelijke om in deze Besturen goed te doen.
En in sommige plaatsen, Klundert en Rot
terdam onder anderen, bracht het de beslis
sende breuk met het Kerkgenootschap opdat
de Kerk behouden bleve
De Kerken waren „verlicht" geworden. De
oogen waren opengegaan. Met Collegialisme,
Hiërarchisme, Clericalisme, Leervrijheid, Tucht-
verlamming en Sacramentsontwijding, werd
gebroken.
Maar natuurlijk kwam nu ook „veel strijd
des lijdens."
De scheur door de Kerken, door de scholen
(hoe onnoodig ook), door de gezinnen, door de
harten. Zwaar is de verantwoording van wie
ons tot deze scheuren gedreven hebben door
hun tegenstaan van den wil des Heeren en
hun afwyken van Zijn Woord.
En nu kwam het „gemeenschap hebben met
degenen die kwalijk gehandeld werden" en het
zelf „door smaadheden en verdrukkingen een
schouwspel geworden" zijn.
Het overviel ons niet.
We hadden het verwacht.
„Wanneer wij mede (con) doleeren, zullen
wij te condoleeren zijn," schreef mij een
ambtsbroeder.
En, natuurlijk, condoleerden wij niet alleen
in menigte van proieet-meetings en adressen
maar gingen ook mede doleeren want God
gebood, en gebiedt het.
Hoe zijn wij gevonnisd en afgezet, met
steenen geworpen en beschoten, verguisd en
{bijna) vergruisd
En de deurwaarders. En de processen. En
de nieuwe gebouwen
„De rooving Uwer goederen met blijdschap
aangenomen, wetende, dat Gij hebt in Uzelven
een beter en blijvend goed in de hemelen."
Was het geen goede tijd?
Die kamers en kamertjes, die schuren en
localen, die zalen en kelderholen, die gebouwen
der wereldliefde veranderd in tempelen Gods?
Wat hebben we er genoten
„Gedenkt der vorige dagen." Ziet, ieder
voorspelde onzen jra&Jjtgang. hulp© -va*?
God verkregen hebbende, staan wij tot op de
zen dag.
„God is in het midden van haar; zij zal
niet grootelijks wankelen." Is dat niet be
waarheid aan zyn Jeruzalem in deze gewesten
Zal het in Nederland en België niet waarheid
blijven ook
Put dan moed hieruit tot voortgezet belijden.
Wint er liefde uit tot voortgezet arbeiden.
Krijgt er dank uit tot voortgezet wederminnen
En zoo ook in de kleine waereld des harten.
Waar wij „verlicht" worden komt „veel strijd
des lijdens." Waar wy tot Jezus gaan, volgt
de „berooving" van veel schoons. Maar, waar
het hart aan Hem deel heeft, is het einde
„wetende, dat Gij hebt in Uzelven een beter
en blyvend goed in de hemelen."
Feringa.
Het is juist op gereformeerd-kerkelijk stand
punt dat het begrip der eene, heilige, alge-
meene (of Katholieke) Christelyke Kerk recht
kan worden verstaan.
Rome vereenzelvigt dit begrip met zijne
organisatie of zijn instituut. Voor de geloo-
vigen in den genootschappelyken band is de
eene, heilige, algemeene christelijke Kerk een
zwevend, verbleekt ideaal dat nu en dan eens
dienst moet doen in de verbeelding, maar
geene substantie bezit.
Juist, waar men van de tcgen-geestelijkc ge
nootschapsbanden is bevrijd, geene staatshulp
of staatsautoriteit heeft, waar men geen zicht
baar hoofd heeft of van ceremonie en kathedraal
niets voor de Kerk verwacht, maar alleen van
zijnen God afhangt en onder den verheerlijkten
kring leeft, daar treedt de eene, heilige, alge
meene, christelijke Kerk in haar wezen en
bestaan helder Yoor het bewustzijn en kunnen
wy haar recht laten wedervaren.
Rome eindigt in het anathema uit te spreken
over wie haar instituut niet erkent. De gè-
nootschapsman ziet met medelijdend gering
achten op den gescheidene.
Wie tot het belijden en beleven van het ge
reformeerd kerkbegrip is teruggekeerd, belijdt
in klaarheid de eene heilige algemeene
christelijke Kerk, de Kerk in hare voor het
uitwending oog onzichtbare gestalte, maar aan
welke de roeping komt, om zich te openbaren
naar de regelen van Gods Woord.
De Kerk toch moet zichtbaar optreden. De
eene heilige algemeene christelijke Kerk te be
lijden en niet te staan naar haar zichtbaar
optreden, dit zegt niets. Is zij er, belijdt gij
dat, dan moet zij ook optreden naar de regelen
van Gods Woord, en dan is het ook uwe roe
ping als geloovige hare openbaring te zoeken
in gehoorzaamheid en U te voegen bij die
vergadering, die de merkteekenen der ware
Kerk draagt.
Gy bindt dan de Heilige, Algemeene, christe
lijke Kerk niet aan uw instituut, maar moogt
in uwe Kerk daarvan eene wpre openbaring
sjen oh i.i heue en ix-geeftë,üai aiie
geloovigen tot het ware kerkelijk leven kwa
men, zooals het lichaam Christi dat vereischt.
Wij willen een volgend maal eens iets in het
midden brengen van hetgeen de Belydenisder
Gereformeerde Kerken in Nederland aangaande
de Kerk leert.
Nog eenmaal: Ds. Bruna vanBuurse.
Het debat van de Heraut met Ds. Bruna
over het puntof men waarlijk in gerefor-
formeerden zin ambtsdrager kan zyn en het
Synodaal genootschapsbestuur dienen is
voor het tegenwoordige althans geëindigd.
Ds. Bruna maakte er een einde aan door
een schrijven, waarin hy verklaart, dat het
voor hem plichtverzaking zou zijn, indien hy
de Ned. Herv. Kerk verliet en degenen, die
daarin zijn, niet langer met zyne gaven en
kennis en broederschap zoude dienem Voorts
komen nog tal van andere redeneeringen, die
o. i. dienen moeten om het gemis aan argu
menten ter wederlegging te vergoeden.
't Komt ons voor, dat hy zich niet gaarne
verder ineen principieel debat met de Heraut
wil inlaten. Hij is nog gansch ongezind, om met
het Genootschap te breken en vindt het nu niet
aangenaam, dat de middelen om zijne positie
te rechtvaardigen, niet voldoende zijn bevonden.
Intusschen blijft voor leeraar, en lidmaten
de eisch van onbepaalde gehoorzaamheid aan
Koning Jezus en deze eisch is door de schoonste
redeneeringen niet weg te nemen
Moge Ds. Bruna en velen met hem dit nog
eens inzien
Hulsebos.
Het hier volgend schrijven van één onzer
geachte vrienden geven wij gaarne eenephats
in deze onze rubriek.
Den schrijver zeggen wij bij dezen hartelijk
dank, dat hij de aandacht op deze zaak ook
in onze kringen vestigt.
De aanteekeningen, die er aan worden toege
voegd, zal hij ons wel veroorloven. Zyn schre
ven luidt, als volgt
„SVPPLE1IE FONDSEN.
Geachte Redactie l
Over bovenstaand "onderwerp komt in Holl.