Nieuwe Goesche Courant, Christelijk-historisch blad voor Zeeland Zaterdag 1 Mei. No. 1352. HET ZUIDEN. Verschijnt eiken Vrijdagavond ten 8 ure. Prijs per drie maanden franco Enkele nommers f 0,65. - 0,06. UITGAVE VAN F. P. DHUli, te Middelburg en Wed. A. C. DE JONGE, te Goes. Prijs der Advertentiën Per regel 10 cents.; Familie-berichten van 16 regels fl,Iedere regel meer 10 cents. Liefdegaven 6 cent per regel. Staatkundig leven. Men heeft zich wel eens de vrijheid ver- irloofd het Ned. Volk saai te noemen: loral saai op politiek teriein. Het staat natuurlijk niet aan ons zelf, te loordeelen in hoe verre men daar gelijk had, maar wat ieder, die in de gelegen- :id is daarvan wat waar te hemen, toch el zal toestemmen, is zeker, dat er niet eel politiek zelf bewustzijn bij ons, Neder- nders. te vinden is. Het duurt lang eer men het volk voor belangrijke zaken warm ziet worden. Van waar dat verschijnsel? Zie, d-artoe hebben verschillende omstan digheden samengewerkt. Ge dient ook hier rekening te houden toet het nawerken van de revolutie der vorige eeuw. Toen heeft men het politiek leven zoo hoog, en in zoo gansch verkeerde richting, opgeschroefd dat het ten slotte nog veel verder terugviel, dan het ooit vooruitge komen was. De geest des ongeloofs, met, van uit het land der Franschen overgewaaide, omkee- ringsleuzen, de burgerij betooverd hebbende, was de oorzaak van Oranje's val, en Ne- derland's val tegelijk. Hoe bitter bleken de vruchten der zonde van opstand en rechtsverkrachting te zijn. Van opstand tegen de door God gestelde macht. Van rechtsverkrachting jegens Oranje, die, als door God kennelijk daartoe langewezen, het hoogste ambt in de Repu bliek bekleedde. Die zelfde Franschen, die tot onze De- scherming waren ingeroepen, tot bescher ming tegen onze wettige regeerders, werden rerdrukkers. En straks zuchtte ons lolk onder hunne tirannie. I Toen? Ja «toen ontwaakte de Heere" en ■ristte onze twistzaak. BSpoedig was Oranje weer de leuze van Hl en jong, van arm en rijk; het Neder- Bdsche volk ademde weer vrij, toen het Bpranjevorst op nieuw in zijn midden zag. ^■ar toen ook trad de teruggang van Btaatkundig leven in; en dat was ver- B^oelde niet hoe noodig het was, ^^dat men weer geplaatst werd 13 w volkeren van Europa; maar B^vendig leven der natie op Bteaardige grondslagen zich B^ds aan de verbetering ^^taat bleef arbeiden. ^^JjgeMn orde, nu 't hoofd der regeering stond. Ja men boog zich zoo slaafs diep zij het dan ook al door edele drijfveeren ge dreven dat men er niet tegen opkwam, toen de Koning een synode deed bijeen roepen, om de zaken der kerk te regelen. Men liet alles zijn gang gaau. Kan het nu wel anders, dan dat de in zulke slaperige tijden opgegroeide geslach ten zelf door den algemeenen slaap bevangen werden Aan de andere zijde bezien, vinden we nog eene oorzaak. Oranje was nu weer terugmen geloofde algemeen, dat God het Nederlandsche volk gestraft had. voor zijn loslaten van den God der vaderen, dies ging men nu ook weer godsdienstig worden. Doch in de kringen waar de rijkdom het snoer der vriendschap is, was der Fran schen geest dieper doorgedrongen, dan bij de armere landgenootenmen schatte zich daar te ontwikkeld om de leer van een armen Jezus van Nazareth te gelooven als van den Zaligmaker der wereld. Toch was de godsdienst goed, om het volk in zedelijk spoor te houden, en ook om het onder worpen te doen blijven. Ze deden er daar om aan mee, die rijken; maar niet zoo diep mocht het zijn, neenzóó moest het in elkaar worden gezet, dat er kwam: een «Christendom boven geloofsverdeeldheid». 't Gevolg was: een toestand van «den braven Hendrik en de brave Marie,» die allen afmatte. 't Was alles bijua Jan Salie. Er was gebrek aan positieven godsdienst. Natuurlijk kon het niet lang zoo. Er kwamen er dan ook nu en dan eens eenige in 't leven der wakenden terug. Hier en daar kon men er »z i c h z e 1 f» zien worden. Weldra was er dientengevolge verande ring waar te nemen. Aan de eene zijde ontwaakte Gode zij dank het ware Christendom, dat in de eerste plaats naar Gods Woord vraagt, al moet dan de geloofseenheid die toch slechts denkbeeldig is er aan opgeollerd. En aan de andere zijde kwamen de uit wassen van de revolutionaire wortels, die bij 't afhouwen van den stam waren blij ven zitten, te voorschijn. We kregen een partij, die zich liberaal noemde. Wie achterbleef werd conservatief. Van zelf dat de Christelijke partij het eerst aan 't herstel der kerk als zijnde haar 't hoogste dacht. En de «liberalen,» die «geen deel dan in rlit louon achten» beronnen den staat ne te vallen, en te veroveren. Zij hadden veel vóór op de Christenen, die hunne .tegenstanders waren. Vooreerst werden onder hen. de mannen van den rijkdom gevonden. Zij hadden reeds vóór, doordien vele wetenschappelijke hoofden zich bij hen aansloten. Nauw aan 't roer, veranderden zij den koers, zooveel als nog noodig was, om zich den volke als zijn opvoeders op te dringen en toen zij meenden daardoor de stuurpen voor goed in handen te hebben, werd alles, alles geliberaliseerd. Doch terwijl zij hiermee bezig waren, zagen de onzen dat men weldra in het heidensch Athene of Rome zou aanlanden, en toen ving de kamp aan, dien we nog voortdurend voortkampen. Juist dat beslag leggen op de opvoeding in wetenschappelijke richting, deed mannen, van warme belangstelling voor het heil des volks vervuld, de bazuin aan den mond zetten om de belijders des Heeren te ver zamelen, teneinde aan dat wederrechtelijk in bezit nemen van 't geen God den ouders heeft toevertrouwd een einde te maken. En dat is gelukt. Men gevoelde algemeen dat er wat, dat er veel verzuimd was en de worsteling met de indringers was begonnen. Die in dringers zelf werden ook gedrongen hunne krachten in te spannen. Zij vulden hunne gelederen aan uit de conservatieve partij, die diensvolgens wegslonk als sneeuw. Zoo is er toch wat politiek «leven in de raderen gevaren.» (Die manier van strijden tegen de burgers van zijn eigen land om vrijheid en recht is wel niet prettig, maar nu dit onvermijdelijk is, laat ons nu ook volhouden met goeden moed Dan, hoewel er een ontwaken gekomen is, toch blijft er nog eene massa volks achter, 't welk maar niet kan inzien welke hooge belangen er op het spel staan. Duizenden dommelen nog in den braven Hendrikdut voort. Zij bekommeren er zich weinig over, of er een ministerie zus of zoo, aan 't roer is. Zulk een houding is onverantwoordelijk. Men verklare zich, (doch stelle zich ook vooraf op de hoogte der zaken.) Er zijn bij die hommelenden ook Christenen, en dat is verschrikkelijk. «Een goed Christen is een goed burger» zei men voorheen en 'tis zoo. Maar hoe kan men een goed burger zijn, als men ;ich niet met de zaken der burgerij bemoeit I Kom aan I alle tragen nnwwairt..- M

Krantenbank Zeeland

Het Zuiden, Christelijk-historisch blad | 1886 | | pagina 1