Nieuwe Goesche Courant,
1886.
Christelijk-historisch blad voor Zeeland
Zaterdag 27 Maart.
No. 1347.
EET ZUIDEN.
Verschijnt eiken Vrijdagavond ten 8 ure.
Prijs per drie maanden franco
Enkele nommers
fO,65.
-0,06.
UITGAVE VAN
F. P. DHUIJ, te Middelburg
en
Wed. A. C. DE JONGE, te Goes.
Prijs der Advertentiën
Per regel 10 cents.; Familie-berichten van 1—6 regels
fl,Iedere regel meer 10 cents.
Liefdegaven 6 cent per regel.
Een paar sociale recepten.
Voor wie een weinig oog heeft voor den
loop der zaken om zich heen, wordt het
dagelijks duidelijker, dat we in een over
gangstijdperk leven.
De berichten uit alle landen van ons
werelddeel, benevens die uit N. Amerika,
lajen daaromtrent weinig twijfel over.
«De onderste lagen der maatschappij",
jelijk men den werkmansstand wel gelieft
;e noemen, geraken overal in beroering.
3n zie, nu die stand nevens plichten ook
ïaar rechten gaat vragen dikwerf daar-
lij zijn plichten vergetend nu komen
le lang verscholen volksvrienden voor
len dag.
Te voren bemoeide men zich niet met
lat volk, maar nu het er naar uit gaat
;ien dat juist dat volk zich. op onzachte
rianier, met hen zal gaan bemoeien, nu
intwaken de heeren als met den uitroep
ié, ja, er zijn ook werklieden.
Wanneer men zich op het sociale terrein
legeeft, treft men spoedig honderde ge-
ïeesmeesters aan, die evenzooveel duizende
•ecepten voor deze krankte aanprijzen.
)ns komt het voor dat juist die vele raad,
len weinigen baat doet zien.
Meestal zoekt men de oplossing ervan in
iet veranderen van den staatsvorm, en
waarlijk, de staatsvorm waarin en waaron-
ler men leeft, doet ontzachlijk veel af aan
le maatschappelijke verhoudingen.
Of ze echter zoo beslissend zijn voor
iet wel of wee des volks als door sommigen
rordt beweerd, mag met recht betwijfeld.
Er is door degenen, die vóór ons leefden,
en geschiedenis nagelaten en die geschie-
mis moet ons wat leeren.
De eerste staatsvorm waarvan men spre-
n kan is ongetwijfeld ééne waarvoor het
ord despotisch maar nauwelijks
i voldoende naam is.
Oorspronkelijk woonde het volk in fami-
bijeen.
Lanzamerhand begon de sterkere zijn
kere geburen te bespringen en onder
s te brengen, later ook dienstbaar,
dijk slaafs te maken,
hooger en hooger steeeg de macht
enkelen, van enkele volken, tot we
dijk rijken aantreffen als het Baby-
is c h e, het A s s y r i s c h e, het M e-
het M e d i s c h-P ersische
edonische, die men wereld-
te noemen.
I
vanzelf plaats maken
dslagen wa-
toon van rijkdom en macht, de geheele
staatsvorm een mummie was geworden,
waarvoor slechts een kloeke ter hunner be
grafenis noodig bleek.
Was het volk onder zoodanigen vorm
van samenleving gelukkig
Bij die vraag behoeven we, dunkt me,
niet lang stil te staan.
Als men den slaafschen toestand van mil-
lioenen dier volken maar even nagaat, zal
men wel in ontkennenden zin antwoorden.
Niet alleen toch, dat de vorst een despoot
was, maar ieder die maar eenige menschen
onder zijn bestuur had, meende over hen
dezelfde macht te hebben als de vorst over
het geheele volk.
Een despotische staatsvorm dus is geen
geneesmiddeltrouwens men zal het veeleer
de kwaal noemen,
liet laatstgenoemde- rijk evenwel geeft
ons wel wat op te merken.
Het Grieksch-Macedonische rijk was de
oplossing van een heele reeks verschillen
de staatsvormen.
In de 8ste eeuw voor onze jaartelling
was daar het koningschap afgeschaft, en
langzamerhand had Griekenland een me
nigte van onderling verschillende regeerings-
vormen doorloopen.
Hoe ging het het volk onder die allen
Och,als men meende nu eens een onfeilbare
manier van staatkundig leven gevonden te
hebben, gaf men die straks weer prijs.
Bewijs genoeg dat die vormen zelf
niet genoeg hun onvolprezenheid aantoon
den, om het volk kracht in te storten, die
te bewaren. Tot ten slotte de groote Alex
ander alle macht aan zich trok en de Grieken
na een wisseling-tijdperk van 5 eeuwen,
inplaats van verschillende koninkjes, één
keizer over zich geplaatst zagen.
Slaan we een blik op het Romeinsche
rijk, dan komt dit nog sterker uit.
Daar heeft geheerscht de democratie
en de monarchie en bijna alle daar-
tusschen liggende trappen, en de
namen die men gewoonlijk gebruikt om de
armsten aan te duiden en de naam voor de
armoede in de wetenschap, danken we aan
de Romeinen.
Jammerlijk is ook dat rijk ondergegaan.
In 't kort alle staten der oudheid wijzen
er op dat de vorm van het volksleven in
de hoogste openbaring van zijn macht, wel
veel invloed op den welvaart der enkele
personen uitoefent, maar toch niet zooveel
macht daartoe bezit, als overdrijvers ons
wel willen wijsmaken.
De geschiedvorschers zelfs zeggen dat in
liet groiQte_Q]ijflaj^mflaai een tijd geweest
is van communistisch Socialisme, in den
strengsten zin van dat woord maar dat het
zich slechts enkele jaren heeft kunnen
staande houden.
Dat middel ter oplossing der sociale
kwestie heeft dus strikt genomen, gefaald.
Aan het einde der vorige en in het be
gin dezer eeuw is een nieuw middel ter
oplossing ingevoerd, onder welke proef we
thans nog zuchten.
Wij bedoelen het onbeteugeld
heerschen van het kapitalistisch
productiestelstel en vrije onbe
perkte concurrentie. Hoe schoon leek
dat middeltje.
Nu zou het egoïsme tot heil der mensch-
heid in exploitatie worden gebracht.
Hoe jammerlijk zijn die verwachtingen
tegengevallen.
In nog niet een eeuw is meer door dat stel
sel verwoest, dan in 3 eeuwen gewonnen was.
Wij vragen nu niet naar het toenemen
van den alge meen en rijkdom.
Och neen, want wat baat het of de en
kele al verbazende rijkdommen ophoopt,
als daartegenover een massa in armoede
ondergaat.
Ook in die groote wereldrijken was een
ontzachlijke weelde te zien, maar wat gaf
dat die millioenen slaven Ja, juist die
weelde was de oorzaak meestal van hun
ineenstorten.
Gelijk de Franschen van al hun bloed
vergieten geen andere vruchten geoogst
hebben, dan dat ze binnen korten tijd zich
aan den tiran Napoléon geheel vrijwillig
overgaven, zoo heeft ook de werkmansstand,
door het wegstooten der gilden, de vervallen
verklaring van alle middelen ter beteu
geling der concurentie-woede, en het op
treden van den stoom zonder veiligheids
klep voor de komende overspanning, niet
veel andere gevolgen ondervonden dan dat
de werkman en de kleine burgerstand
hoe langer zoo meer moeten buigen onder de
macht van het geld.
Geen wonder dat enkelen, wien het lot
hunner medemenschen ter harte gaat, zich
opmaken om dien toestand te veranderen.
Jammer maar, dat we in het streven der
genen, die aan de spits der arbeiders-be
weging staan, zoo zelden iemand aan
treffen, die niet alleen oog heeft voor de
lichamelijke, de stoffelijke behoeften des
volks, maar ook toont te weten dat de
mensch bij brood alleen niet zal leven
maar bij alle woord Gods.
Als alle recepten falen, zal dat Woord
immers nog blijken geneesmiddelen aan te
wijzen die proefhoudend zijn bevonden