doen, en die voor een deel gebiedend noodzakelijk zijn. Zes honderd gulden inkomen vooreen ambachts man is heel wat anders dan hetzelfde bedrag voor een kantoorbediende. Maar de zusters van deze jongens? Ja, zij kunnen ook hoogere burgerscholen en dergelijke inrichtingen bezoeken. Maar slechts tot éen doel kan dat vruchten dragennam-lijk als de meisjes onderwijzeressen moeten worden. Daartoe zijn echter niet velen geschikt; en, naar hartelijk te hopen is, nog min deren geroepen. Immers de bestemming voor de vrouw is moeder van een gezin te worden. De degelijke vrouwen, die voor een goed deel de kern van onzen kleinen burgerstand uitmaken, zijn echter niet gevormd aan hoogere burgerscholen. Zij hebben goed lezen, schrijven en rekenen geleerd gedurende eenige jaren dat zij de lagere school bezochten. Toen leerden zij wat men nu noemt: nuttige handwerken; dat is, flink naaien, goed breien, mazen enz. En daarop gingen zij in een dienst. Reeds jong verdienden zij kost en kleederen, en onthieven daardoor hunne ouders van een zwaren last, terwijl zij zeiven op degelijke wijze gevormd werden tot flinke, ferme, naar ziel en lichaam ge zonde huishoudsters. Niet weinigen hielden een spaarduitje over, of konden vader en moeder op hun ouden dag ondersteunen, wanneer dezen niet meer konden werken. Een ferme jongen uit den handwerksstand, die zijn vak goed verstond, wist in 't algemeen welwaar hij een knappe huisvrouw moest zoeken; zulk eerie waarvan Salomo in de Spreuken (Hfdst. 31) het beeld schetst: eene die met beide handen de eer vasthoudt; eene die voor haar geheele huis dubbele kleederen kan bereiden, zoodat zij de winterstormen belacht. Die vrouw kon hij vinden onder de meisjes van zijn eigen stand; onder de dienstboden. Zij droeg wel geen linten en strikjes; zij sprak geen mondjevol Fransch, maar ze kon koken, wasschen, met het weekgeld rondkomen, de kinderen netjes houden, haarman het huis tot een eigen tehuis maken. De tegenwoordige mode maakt zulke meisjes al zeldzamer; evenals men voortdurend minder jongens vindt, die naar zulke meisjes vragen. Een kantoor heer kan niet met een dienstmeid huwen! Hij moet een juffrouw hebben. Derhalve worden er «juffrouwen» gefabriceerd. In plaats van in een flinken dienst ware beschaving en kunde op te doen, worden de meisjes secon danten op bewaarscholen. In plaats van als kindermeid ergens te gaan wonen, maaki men er kinderjuffrouwen van. Want als secon dante en als kinderjuffrouw loopt men bloothoofds en draagt een japon met strooken. De rnuts is een teeken van slavernij«kornetten» behooren bijna reeds in een museum van oudheden thuis. En als de «juffrouw» eindelijk trouwt, heeft de «heer» geen cent op zak en de juffrouw nauwelijks ondergoed genoeg. Zij heeft «kleedjes" die in het huishouden nooit te pas komen, van het minste goed maar veelkleurig, en dus zeer besmettelijk. «Ka toentjes» zijn te gemeen. Zij kent «Fröbelmethode,» maar laat het eten aanbranden. Waar zou het schaap ook geleerd hebben hoe ze een huishouden bestieren moet? Het slot van de geschiedenis is meestal fatsoenlijke armoede, waar men betrekkelijk ruim zijn brood kon hebben. «Kromliggen» in een stand, die eigen lijk geen stand is, terwijl men geëerd en geacht kon zijn in een startd, die, zoo hij verdwijnt, de geheele maatschappij mee in 't verderf sleurt. Wie geeft ons flinke werklui en knappe vrou wen weer? Laat allen de handen ineenslaan voor zoover zij God kennen en vreezen, om ook en vooral in wezen lijke opvoeding der kinderen de ordinantiën Gods in eere te houden, en gaarne en van ganscher harte er aan te helpen dat ze blijven be- rinH li-ï /tan Lr it* nne lanrl on zelfs meer dan in andere landen vaders en moeders, die het willen en doen. Meer dan zij weten of vermoeden zijn zij een bederfwerend zout. Dat ook dit zout niet smakeloos worde De opbrengst der middelen (hoofd som en Rijks-opcenten) over de maand Febr. 1886 bedraagt f 7.206.073.80, tegen ƒ6.801.314.8372 in hetzelfde tijdvak van 1885. De raming voor één maand is f 8.846.017.83. Opbrengst over de eerste twee maanden van 1886 f 13.763.869.35, tegen 13.289.931.647* over 1885. De opbrengst is dus schijnbaar niet ongunstig. Als men toch op het eindcijfer let, dan is dit ruim 4 ton meer dan het vorige jaar. Intusschen is deze be trekkelijk goede uitkomst, juist als voor Januari werd aangetoond, te danken aan het personeel en den sui keraccijns, die om bekende redenen meer moesten opbrengen dan ten vorigen jare en dan ook ditmaal te zamen juist zooveel meer in de schatkist deden vloeien als de vooruitgang voor de geheele maand bedraagt. Nu kwam daar nog bij, dat de successie rechten 272 ton meer opleverden dan verleden jaar. De gevolgtrekking ligt voor de hand: de andere middelen zijn weer achterlijk. Evenals in Januari is het met registratierechten en gedistilleerd zeer on gunstig gesteld, ja de accijnzen op wijn en zeep en de posterijen, die over de eerste maand des jaars een gunstig figuur maakten, behooren thans mede tot de achterblijvers. Het eenige middel van be. teekenis, waarvan nog de opbrengst beter was dan in 1885, is het patentrecht, dat f 229,000 gaf tegen f 198,000 verleden jan*. KliRKMKUWS. MIDDELBURG. Het viertal tot het beroepen van een predikant bij de N. H. G. bestaat ditmaal uit de heeren G. J. Barger, te Driebergen, J. G. Verhoeff te Bodegraven, P. J. W. Klaarhamer te Hilversum en A. van Veelo te Klundert. De Synode der Ned. Hervormde kerk heeft aan de geschorste leden van den Amsterdamschen kerke- raad een schrijven doen toekomen, waarin o. m. wordt bericht, dat de stukken in zake de schorsing zijn teruggezonden aan het classicaal bestuur van Amsterdam, om, indien het vermeent dat er door de provisionaal geschorste leden handelingen zijn gepleegd, die tot afzetting kunnen nopen, de stukken toe te zenden aan het provinciaal kerkbestuur van Noord-Holland, dat hierin uitspraak zal moeten doen. Laatstgenoemd bestuur had, meenende te moeten doen wat des classicalen bestuuis is, de stukken aan de synode ter beoordeeling toegezonden. De synode echter bestrijdt de meening van het prov. kerkbestuur, als zou dit in dezen moeten doen wat des classikalen bestuurs is, daar de handelingen, waarover vonnis moet worden geveld, niet in een kerkeraad zooals hij thans met een classicaal bestuur doende wat des kerkeraads is bestaat Tot terechtwijzing van vele minkundigen in de zonderlinge kerkelijke rechtspleging teekent de Standaard het volgende aan: Sommigen meenen dat het Olassikaal Bestuur nu de tuchtzaak onder handen zal kunnen nemen met hetzelfde personeel als vroeger. Dit is niet zoo. De leden van het Olassikaal Bestuur, die in den Kerkeraad reeds aan de behandeling van deze zaak hebben deelgenomen, zijn onbekwaam, om hierin verder te handelen. Zijn we wel ingelicht, dan geldt die niet van Ds. Posthumes Meyes en Ds. De Graaff, maar wel van Dr. Vos, Ds. Van der Dussen en den heer Hermanines, voor wie dan de HH. Ds. Baart de la Faille en de heer Heybrock zullen moe ten optreden; terwijl door Ds. Van der Dussen, die zelf reeds secundus is, op andere wijze zal moeten worden voorzien. Het treft niet aangenaam, dat nu de penningmeester van Christelijk Nationaal over zijn eigen voorzitter als rechter zal zitten. Ook van den heer Ham meldt men, dat hij, even als de heer Höveker, om gezondheidsredenen, niet meer in de vergadering van het College verschijnt. Buitenland. Werkstaking op groote schaal in Amerika en in Fpdnaehp mnnHicInrtpn ontnr.htp.n en samenkom sten en roode vlaggen in Engeland. Giften van den Communistischen gemeenteraad van Parijs en welwillende betuigingen voor de werkeloozen in Londen. Ziedaar de kroniek van de afgeloopen week. Een kroniek, kort, maar van veel ernstiger betee- nis dan het geharrewar der potentaatjes in het Oosten van Europa. De uitingen van ontevreden heid, gepaard aan het onmiskenbaar gebrek dat ongetwijfeld door velen onzer medemenschen wordt geleden dringt de ellendige politiek, dat speeltuig van de grooten der aarde, terug. Waar de houger dreigt wordt minder notitie genomen van de eer en heerschzueht van enkelen. In die eiken dag terugkeerenJe bericht n van optochten en werkstakingen doet zich nog een ande re, niet minder belangrijke factor kennen. Het is die van toenemend georganiseerd verzet. De so cialisten winnen zonder eeuigeu twijfel terrein door geheel Europa. Hun aantal groeit, hun program ma is gemaakt, gelijk we dit op een andere plaats in dit blad opnemen, hun krachten worden geoefend, en het laat zich aanzien dat niet zoo vele jaren meer zullen verluopen voor de botsing plaats heelt, die reeds zoolang dreigde. Zoo dikwijls hebben we ons afgevraagd hoe het mogelijk was dat de mannen van vóór 1789, de revolutie zieode komen, geen mid delen beraamden om de uitbarsting te voorkomen ot althans te verzachten eo ziedaar, wij die een eeuw later leven, staan voor dezelfde vraag en met even Weinig kans op succes is tiet, ook na zoo leerrijke ervaring, onzen le.deis mogelijk iets te doen tot afwending van de ramp die dreigt. God verhoede de uitbarsting, maar wij gelooven dat de stroom niet te keeren "is. Zal het Gladstone mogen gelukken eenigermate den socialen toestand van Ierland te verbeteren Op hem is en blijft de hoop der leren gevestigd, terwijl de nijd der in merg en been conservatieve Lords hem wel niet zal bespaard blijven. Van de plannen tot reorganisatie is het een en ander reeds uitgelekt, en daardoor is de Iersche kwestie dan ook weder vóór alles aan de orde In den ministerraad heeft Gladstone Zaterdag zijn collega's medegedeeld, hoe hij de fersche Puzzle denkt op te lossen. Maar de geruchten omtrent zijn *j plannen zijn zoo uiteenloopend, dat zich nog geen) juist idee van de regeling laat formuleeren. Op één punt stemmen alle berichten overeen: dat de grijze staatsman wenscht een lersch parlement in te stellen en het grondbezit in Ierland te onteigenen. Volgens de Standard zou het lersch parlementr" uit een kamer bestaan, zitting hebbend te Du- >1 blin. Ierland zou in het keizerlijk parlement [j vertegenwoordigd blijvenovereenkomstig zijne aandeelen in de inkomsten van het rijk. Daar hel ii jaarlijks ongeveer een 35 millioen gulden in de,ont vangsten van het rijk bijdraagt, zou het 30 afge vaardigden naar het parlement zenden, waar het 1 oogenblikkelijk door 105 leden vertegenwoordigd is. Het Iersche parlement zou liet beheer over de politie van het land hebben, maar de politie zou geen vuurwapenen meer dragen. Verder zou het Iersche parlement volle wetgevende macht bezitten, onder eenig voorbehoud: het zou o. a. geen inko mend recht mogen heffen van Engelsche producten in Ierland ingevoerdhet zou met geen buitenland- k sche mogendheden mogen onderhandelen, en het I zou bovendien de inkomsten van het land niet mo- I gen gebruiken ter ondersteuning van godsdienstige '1 genootschappen. De Times heeft medegedeeld, dat de kosten van I onteigening van het grondbezit 200 millioen sterling I zou bedragen, echter verklaart de Pall Mcdl Gazeti? I gemachtigd te zijn tot de verzekering, dat er nieGjl meer dan 100 millioen voor de regeling der agra ,9 rische kwestie benoodigd zijn. il Gemengd Nieuws. Evenals in de buitenlandsche hoofdsteden is f I tengevolge van den langdurigen, strengen winter ")1 gebrek te Amsterdam groot. De honger is 19 scherp zwaard, en het is waarlijk niet te verw 9 deren dat velen luisterden naar der sosialisten vélt] leidelijke taal. Zij weten dat het goed visschen in troebel water en organiseeren meetings en '',fl tochten. Aan de zoogenaamde monstermeeting die Zaterptj plaats had werd door ongeveer 700 personen genomen, terwijl nagenoeg evenveel nieuws daar buiten wachtten op hetgeen komeo jjH der Stadt zeide, dat het antwoord, meester aan de commissie gegeven, was. Dit antwoord ward in-^^Éfl aan allen medegedeeld gang van het

Krantenbank Zeeland

Het Zuiden, Christelijk-historisch blad | 1886 | | pagina 2