Nieuwe Goesche Courant,
1886.
Chr is tel ij k-his tonisch blad voor Zeeland
Zaterdag 20 Februari.
No. 1343.
HET ZUIDEN.
Verschijnt eiken Vrijdagavond ten
Prijs per drie maanden franco
Enkele nommers
f 0,65.
- 0.06.
UITGAVE VAN
F. P. DHUIJ, te Middelburg
en
Wed. A. C. DE JONGE, te Goes.
Prijs der Advertentiën
Per regel 10 cents.; Familie-berichten van 16 regels
fl,Iedere regel meer 10 cents.
Liefdegaven 6 cent per regel.
Liberalen op Sociaal terrein.
We hebben reeds eenigj proefjes van de
kookkunst der «Liberale Unie» gehad in
hetgeen ze te verorberen heeft gegeven
'overde schoolkwestie, belasting
hervorming en het kiesrecht.
Dat proefje van 't. een en ander deed nu
wel niet naar meer verlangen, maaren
fin, ze is er en moet dat nu ook toonen.
Thans zal de natie weldra getrakteerd
worden op baar inzichten op sociaal terrein.
Er is reeds eene vergadering belegd waar
wel niets nieuws ten gehoore werd gebracht
maar toch veel gesproken is over sociale
onderwerpen. Er is dan toch reeds over
Ig e p r a a t.
r Ziehier een staalje van onderwerpen:
IT Opleiding van den werkman Toezicht
pp de fabrieken met het oog op de gezond-
meid, rechtsverhouding tusschen patroon
en werkmanAansprakelijkheid van de
fabrikanten voor ongelukken hunner
werklieden; Beperking der arbeidsvrijheid;
'Coöperatie en Participa ie; Banken van
leeningVervalsctiing van levensmiddelen
Arbeiderswoningen Oprichting van arbeids
kamers enz.
t Zeg vrienden, wat wilt gij nog meer.
Op zichzelf lijkt dat alles nu heel m o oi
en fraai, maar «vat zal er van
terecht komen.
Er is een omzendbrief op weg gegaan
naar de kiesvereenigingen, en die zullen
er nu ook nog eens naar hartelust over
praten; alle liberalistische redacteuren
zullen hunne pennen scherpen en ook wat
praatjes verkoopen en dan worden al
stelt
tros-
over-
jmen.
eeren
listen
den
e er-
,n de
1 a s-
in.
m er
/olks-
mun-
heer-
j zeg"
kom-
--
van Art. 194 en op dit terrein werd
schier alom in den lande hot geknutsel
der Unie afgekeurd of 't prettig voor haar
was of niet. (Wie zou durven denken dat
men in ons vrije Nederland nog zoo onder
de plak van de Lege zit.)
De tempel van Salomo is de toestand
waarin de wereld zal zijn, als het huma
nisme de moderne menschenliefde
zoodanig zal heerschen dat allen er van
doordrongen zijn, en zco is dan ieder hu
maan mensch natuurlijk modern of
liberaal een steentje voor hun tempel.
De Chr. school levert zulke dingen niet,
dus moet ze gedrukt, en daarom leve Art.
194gebood de Loge en daarom leve
Art. 194! jubelde heel het liberalendom na.
Als nu zulk een geheimzinnige macht
de liberalisten beheerscht, kan er dan op
sociaal terrein iets goeds van worden ver
wacht Wat kunnen zij dan uitwerken
Bovenlien ze zijn niet vlug.
Men heeft een voorbeeld te Londen gezien.
Ten vorigen jare werd aldaar een comm.
benoemd om te onderzoeken of er nood
onder de werklieden was, dat is ook
niet licht te merken en wat er gedaan
moest worden ter hunner hulp.
Ze deed haar werk en kwam tot besluit
dat er nood was en de landverhuizing
het beste middel ter bestrijding van de
heersehende armoede moest zijn.
En wat gebeurde er toen?
Wel niets hoegenaamd niets.
De ellende vermeerderde met de week
en men bleef berusten bij de opgedane we
tenschap.
De gevolgen weet men. De menschen
hebben er hoe langer hoe minder zin in
van honger te' sterven, en nu vallen ze
hier en daar de magazijnen aan.
Van 't zelfde deeg zijn onze liberalisten.
Daar komt nog meer bij.
De geldbeurs.
Zoowel onder de liberalisten als in de
loge - zijn er die er belang bij hebben,
dat de toestand maar niet zoo heel veel
verandert.
Wanneer er bijvoorbeeld eens toezicht
kwam op de bewoonbaarheid der werk
manshuisjes, zouden vele bokjes, die eigen
lijk slechts verblijfplaatsen voor varkens
of kippen kunnen heeten, afgebroken moe
ten worden. Zouden daarvoor de libera
listen, die de burgerlijke betrekking van
«huisbaas» hebben, te spreken zijn
Toezicht op maatregelen voor de gezond
heid op fabrieken zeggen ze. Zouden de
fabrikanten liberalisten zich daarvoor
wat kosten getroosten? en dat zou er
natuurlijk op loopen zouden zij zich
daar warm voor maken
Geloove wie wil. Wij betwijfelen het
zeer1
En toch ja! Ja zeker; zij zouden dat
maarde Staat zou natuurlijk den last
moeten dragen of toch zeker het grootste
gedeelte.
Blijkt dat onmogelijk, dan komt er een
voudig niets van.
O onze liberalen zijn zoo liberaal, zoo
humaan, zoo lang het namelijk bij een
praatje bij een glas wijn in de sociëteit
blijft, maar o wee als het op doen aankomt
of geld kost.
Dan is het niemand thuis
Om sociaal rechtvaardig te worden, moet
er wat geofferd, en daarom zal dit alles ook
wel met een Jantje van Leiden naar de
kelder worden gezonden. Of wel: men zal
ten slotte kunnen zeggenze schon
ken een glas en dronken een
glas, en lieten de zaak precies zoo ze was.
Eene nieuwe Wijziging.
«Wat wil de Minister Heemskerk, plaatst hij
«zich boven de partijen, gaat hij van het beginsel
«uit, dat voor de wet allen gelijke rechten hebben,
«tracht hij het onderwijs zóó te regelen, dat de
«rechten der ouders inzake opvoeding en onderwijs
«erkend en gehanhaafd worden en dat er tegelijk
«voor goed onderwijs in alle plaatsen van ons land
«gezorgd word?»
Die vragen deden wij in ons No. 1329, nadat de
regeering hare wijziging van art. 194 openbaar ge
maakt had. En ook thans moeten wij ons die
vragen doen, nu de Minister dit artikel opnieuw
heeft gewijzigd. Het luidt nu aldus:
«Het openbaar onderwijs is een voorwerp van de
«aanhoudende zorg der regeering.
«De inrichting van het openbaar onderwijs wordt
«door de wet geregeld.
«De openbare scholen zijn toegankelijk voor leer-
«lingen zonder onderscheid van godsdienstige ge-
«zindheid.
«In of voor elke gemeente wordt lager onder
ewijs gegeven, voldoende aan de behoefte der be-
«volking.
«Het wordt, voor zooveel daarin niet op andere
«wijze is voorzien, van overheidswege verstrekt in
«openbare scholen; voor onvermogenden kosteloos,
«voor anderen tegen betaling van een billijk schoolgeld.
«Het geven van onderwijs is vrij, behoudens het
«toezicht der overheid en bovendien, voor zoover
«het middelbaar en lager onderwijs betreft, behou-
«eens het onderzoek naar de bekwaamheid en ze-
«delijkheid der onderwijzers; het een en ander door
«de wet te regelen.
«De Koning doet van den staat derhoogere, mid-
«delbare en lagere scholen jaarlijks een uitv
«verslag aan de Staten-Generaal geven.»