Nieuwe Goesche Courant,
Christelijk-historisch blad voor Zeeland
1886.
Zaterdag 16 Januari.
No. 1338.
EET ZUIDEN.
Verschijnt eiken Vrijdaga.vond ten
Prijs, per drit. maanden franco
Enkele nommers
f0,65.
- 0,06.
UITGAVE VAN
F. P. DHUIJ, te Middelburg
en
Wed. A. C. DE JONGE, te Goes.
Prijs der Advertenties
Per regel 10 cents.; Familie-berichten van 16 regels
fl,Iedere regel meer 10 cents.
Liefdegaven 6 cent per regel
VERWARRING.
Er heerscht op dit oogenblik een groote
verwarring onder de breede schare onzer
geestverwanten, en velen hunner schemert
het, als zij, nu plotseling de kerkelijke strijd
te Amsterdam is uitgebroken, zich de vraag
stellen: wat is recht of onrecht; wat is
wenschelijk of mogelijk?
Het ligt geheel buiten het bestek van ons
blad, in zake de troebele kerkelijke kwestie
een oordeel uit te spreken, maar het is
aarentegen geheel onze taak de keikelijke
an de politieke kwestiën gescheiden te
ouden.
Voorwaar geen gemakkelijke taak, nu
.tal onzer voornaamste woordvoerders in
[beide betrokken zijn!
(T Ónze heele eu halve tegenstanders be-
'ijveren zich om van de verwarring gebruik
te maken, naar den in hun oog meest ge-
haten leider onze heele partij af te meten,
daarbij willens of onwillens alle onderscheid
itusschen zijne kerkelijke en politieke be
doelingen uit het oog verliezende.
De vijandige pers, die liefst naast de
godsdienstlooze school eene goisdienstlooze,
zoo niet goddelooze kerk zag. ziet gaarne
in Dr. Kuyper eene gansch bittere gal en
samenknooping der ongerechtigheid; zoo
zijn zijne medestanders in 't kerkelijke en
politieke tot den minsten dorps-ouderling,
'tot den minsten bestuurder eerier plaatse-
ijke kiesvereeniging toe; zoo is dan ook
leel de anti-revolutionaire partij.
Kan zij deze meening slechts ten deele
ïgang doen vinden, da:i heeft de vijandige
ers bij niet weinigen in den lande ge-
onnen spel.
Zelfs de heer E. P. Schorer kreeg een
neer uit den zwarten verfpot, met welken
leugs heel onze partij wordt afgeschilderd.
Intusschen druppelt het gestadig rekesten
'ör het onveranderd behoud van art. 194
ir Grondwet, voor het bestendigen der
iberale» heerschappij over de school.
Tot een volks petitionnement kunnen
ize tegenstanders het niet laten komen,
aar even als de kroonprins bij Quatre-
ras zijne soldaten met rechtsche en ave-
cbtsche rokjes liet marcheeren, laat nu
«liberale» partij hare clubjes optrekken
de oogen der Kamers, nu eens als
laars, dan eens als leden der L i-
weder als leden van
syertoon
wil
ring
lingen wordt bevorderd.
Met groote ingenomenheid verspreidt de
«liberale» pers een woord van Dr. Brons
veld. Deze zegt in zijne Kroniek dat de
niet-liberalen steeds vraagden: «alles of
niets,» en dat de Liberale U n i e,
zich verklarende voor 't behoud van art.
194, nu eens geantwoord heeft met het
ééne woord: «niets.» Onwillekeurig valt
het oog van den lezer op dit op den voor
grond geplaatste woord, en door het noe
men van de woordenCalvinisme, Syllabus,
Encycliek, België wordt daarachter een
zwarte achtergrond geschilderd, waardoor
dat manhaftig «niets» in helderlicht uitkomt.
Groepeert men rond de schilderij nog wat
sombere tafereelen v: n Amsterdamsche
troebelen, met het «afres of niets» in go-
thische letters op perkamenten grond tot
onderschriftwat tafereelen van andere
Amsterdamsche onlusten met een ander
«alles of niets» in bloedroode letters; hangt
men daarbij het portret van den ambtshalve
bijna alomtegenwoordigen policiecommis-
saris Stork, dan begint dat «liberale»
«niets» te schitteren als de poolster.
Dus alles voor de «liberalen.»
Niets voor de kerkelijke drijvers.
Niets voor de Schiedamsche kiezers.
Niets voor het eerste gelid uit het
volk achter de kiezers.
Niets voor Heraut, Standaard, School
bode, Banier of Kroniek.
Niets voor heel de anti-revolutionaire
partij
Maar er kan in de verwarring orde komen.
De hper Beelaerts van Blokland, een onzer
meest geachte kamerleden, heeft zich open
lijk van de hangende kerkelijke kwestie
losgemaakt, althans in zoover men ook hem,
zoowel als ons en velen der onzen, er in
wilde betrekken.
Hij heeft zich tegen de Amsterdamsche
beweging verklaard. Dat is z ij n zaak.
Maar tevens heeft hij aan het H a n-
d e 1 s b 1 a d deze behartigenswaardige woor
den geschreven
In uwe beschouwing van de laatste dagen
straalt het streven door, om de staatkundige
anti-revolutionaire richting aansprakelijk te
stellen voor de kerkelijke beweging ten
uwent. Is die opvatting wel billijk? Be
hoort niet het staatkundig terrein volstrekt
gescheiden te blijven van bet kerkelijk
terrein? Allen die in waarheid scheiding
van Kerk en Staat voorstaan, hebben zorg
vuldig toe te zien, dat men niet. in de
vrienden in kerkelijke zaken gevolgd. Trou
wens de staatkundige anti-revolutionaire
richting heeft een eigen openbaar program,
waarin uiteraard niets voorkomt, wat op
deze kerkelijke beweging ziet.
Evenmin als het billijk ware, om de li
berale partij verantwoordelijk te stellen voor
het anti-militarisme, door eenige harer
schranderste leiders voorgestaan, evenmin
verdient de anti-revolutionaire partij te
worden berispt of geprezen- voor de houding,
door eenige harer voormannen in het ken
kelijke ingenomen.
Zoo is het!
Maar wat meer is, het «alles», door som
migen onzer politieke vrien len op kerke
lijk gebied geëischt, is voor geoefende ooren
volstrekt niet eensluidend met. hed«alles»,
hun op politiek gebied eerder toegedicht
dan door hen uitgesproken.
Het «alles», door de vurigsten der ker
kelijke strijders geëischt, is het «alles» in
een kerk genootschap, tot hetwelk
niemand behoeft toe te treden, die het met
de grondslagen daarvan niet eens is.
Anderen, meer gematigd, verstaan onder
«alles» slechts, bij minnelijke uitkeering der
voorvaderlijke nalatenschap, hun volkomen
doch evenredig deel.
En wanneer de anti-revolutionairen op
staatkundig, op vaderlaridsch gebied hij
manier van spreken een «alles» doen hooren,
dan bedoelen zij niet dat de verhoudingen
zullen worden omgekeerd, dat hunne «libe
rale» medeburgers als schooiers aan de deur
der Kamer zullen worden gezet, dat dezen
de kruimkens zullen worden geweigerd, die
van de groene tafel vallen, maar dat zij in
«alles» zullen worden gelijk gesteld met de
andere landgenooten.
Wij willen niet aanvaarden wat dr. Brons
veld bedektelijk schijnt voor te stellen.
Geen «compromis» met een deel der
«liberalen». Geen afspraakje met religieuse
«liberalen», om nu eens samen als moderne,
orthodoxe en algescheiden kerkgangers eene
middenpartij te vormen, de meerderheid te
veroveren, en ten koste van roomscheh en
radikalen te gaan leven.
Wij spraken zooeveu van het licht, in
hetwelk het beruchte «niets» komt te staau.
Dr. Bronsveld zegt dat zij, die roemen in
Calvijn, en in bondgenootschap staan met
ultramoytauen, in een dubbelzinnig licht
zijn geplaatst. A
In welk licht zouden we staan, als wjfl
het open veld verlieten, achter de groa®
kerkgordiineu giii<rens£huil^^«B|^l.