ïtfrh, School rit lending.
GEMENGDE BERICHTEN.
van een ministerie noch zou zijn opgedragen, noch
zelfs aangeboden.
Blijkens de stastistiek van het
wezcu over 1873, door Mr. G. A. Fokker in den
Economist geplaatst, werden in dat jaar opgericht 9
en opgeheven 4 spaarbanken, zoodat de vooruitgang
slechts 5 banken bedraagt. Het aantal spaargelcgen-
heden (banken en bijbanken) bedroeg op het einde
des jaars 268, of gemiddeld één bank op 13,900
zielen der bevolking, tegen één op 14,100 in het
vorige jaar. De provinciën loopen echter in dit op
zicht zoozeer uit elkander dat, terwijl in Groningen
op de 6100 zielen één spaargelegenheid werd aange
troffen, Limburg met ziju 227,469 inwoners het ook
met één bank deed. In Zeeland was de verhouding
één op de 14,000. Het aantal bekende bewaargevers
steeg van 108,502 tot 120,693, eene toename dus
van 8 pCt. Limburg had op iedere 1000 zieleu der
bevolking 3,3 spaarders, Zuid-Halland 59,3, Zeeland
22,4het geheele Rijk gemiddeld 32.4. Het te goed
der bewaargevers bedroeg in 't geheel f 16.714.945.
zijnde gemiddeld per inwoner over het geheele Rijk
f 4.50, tegen f 4.06 in 1872. Het minst was dit
gemiddelde natuurlijk in Limburg, waar het f 0.52
bedroeg; dau volgt Noord-Brabant met f 1,10; het
hoogst was in Groningen: f 10.78. Zeeland staat niet
hoog op deze lijst: f 2.20 per inwoner. Er werd in
het geheel meer ingebracht dan terugbetaald f 1.301,580,
zijnde f 134,080 meer dan in 1872. Wijzen deze cij
fers op eene langzame toeneming van het aantal
spaarders zoowel als van hun spaargeld, de redenen
•daarvan zijn vooral te zoeken in de verbeteringen,
welke in de inrichting der spaarbanken plaats grijpen,
in liet daardoor opgewekte groote vertrouwen en in
de vermenigvuldiging der zittingen bij vele spaar
banken. De kroon in dit opzicht, spant de bink 1e
Winkel, waar dagelijks de gelegenheid tot. inbrengen
bestaat. Desniettemin bedraagt het aantal spaarders
op de duizend inwoners van ons land altijd nog
minder dan in Zwitserland, Saksen, Denemarken,
Noorwegen, Engeland en Frankrijk. Aan het slot van
zijn overzicht geeft de heer Fokker nogmaals een slag
op hot door hem reeds zoo vaak behamerde aanbeeld
afschaffing der Staatsloterij. /Zoolang die bestaat zal
liet spaarbankwezen teu onzent geen hooge vlucht
kunnen nemen, omdat de Staatsloterij van sparen
terug houdt, terwijl zij improductief verbruik en ver
kwisting in de hand werkt." In Frankrijk verkreeg
men binnen 13 jaren sedert de afschaffing der Staats
loterij eene ver ietidubbeling van liet aantal bewaar
gevers en van hun tegoed. In 1850 verklaarde de
Minister van finanticn Van Bosse reeds: „De eenige
reden voor het nog behouden van dezen post is, dat
wij deze inkomst op dit oogenblik niet kunnen mis
sen, en ik er bezwaar in zie, om de vier ton der
loterij door een ander middel te vervangen. Maar dat
het hoogst wenschelijk is dat die loterij, wanneer de
schatkist het maar eenigszins gedoogt, worde afge
schaft, dat ben ik geheel eens." Thans, na 25 jaren,
is de opbrengst onzer Rijksbelastingen bijna verdub
beld. maar niettemin schijnt men de vier ton der Staats
loterij nog altijd niet te kunnen missen. Mocht men
tot hare afschaffing overgaan en voorts, door invoe
ring der postspaarbank nevens de particuliere banken,
in iedere gemeente voortdurend gelegenheid tot in
brengen openen, dau houdt de schrijver zich over
tuigd dat ook in ons land, binnen 20 jaren, zeker
hetzelfde resultaat zou verkregen worden, dat Frank
rijk binnen 13 jaren verkreeg.
De Landbouw-Courant bevat een overzicht
van de zes veilingen van drooggemaakte gronden,
welke door de Ainsterdamsche Kanaalmaatschappij tot
dusverre zijn gehouden. Wij teekenen daaruit het. vol
gende op: De eerste veiling had plaats den 16 De
cember 1873, de anderen op 21 April en 14 Oct.
1874, 11 Febr. en 27 Oct. 1875, de zesde op 31
Mei 1876, terwijl de zevende den 13 Sept. a. zal
plaats hebben. In !t geheel werden geveild 2915,
verkocht 2645 hectaren, zijnde de overschietende na
de veilingen bij inschrijving verkocht. Op dc zes
veilingen werden respectielijk verkocht: 349, 411,
535, 530, 333 en 487 hectaren. De totale opbrengst
der verkochte hectaren was f 6,624,028. De hoogste
en laagste bestede prijzen waren als volgt1ste vei
ling f2700 en f1300; 2de veiling f 2750 en f650:
3de veiling f2850 en f1000 4de veiling f2400 en
f525 5de veiling f2100 en f975; 6de veiling
f3100 en f2225. De gemiddelde prijs over al de
veilingen was f2115.
Dr. .lonckbloet is, volgens nader ingewon
nen bericht, niet ziek, zoodat het vorig bericht schijnt
te zijn voortgekomen uit een onjuist, gerucht.
Aan een particulier schrijven uit de Transvaalschc
Republiek wordt door het Ütr. Dagbl. het volgende
ontleend: „Gij hebt mij gevraagd: „lo. Of de
Transvaalschc Republiek vele voortbrengselen oplevert,
geschikt tot uitvoer, in andere woorden, of de bui-
•"nlandschc handel der Republiek voor groote uit-
*^'i7ftMÏJ« ;<hi\0,vasf 2o, of de Transvaal een ge-
vaderland, alwaar het thans zoo moeilijk is voor per
sonen inet kleine kapitalen om zelfstandig boer te
worden. „Daarop het volgende: „lo. Er zijn weinig
landen zoo rijk in delfstoffen, meialen en mineralen
als de Transvaal. Men heeft er goud en zilver, ijzer,
koper, kobalt, zout en steenkolen. In sommige ge
deelten van het land kan inen tarwe, rogge, aardap
pelen en andere Europeesche gewassen met vrucht
uauk'.veeken, terwijl andere streken meer geschikt zijn
om suiker, koffie, indigo, tabak, katoen en andere
tropische gewassen te prodneeeren. Om die voortbreng
selen voor den handel geschikt te maken en te doen
exporteeren, ontbreken tot heden werkkrach en en ka
pitaal. „Het oprichten van handelshuizen, het zenden
van schepen, zelfs liet aanleggen van spoorwegen zijn
wel krachtige hulpmiddelen, maar niet voldoende,
zelfs geen eerste vereischten tot ontwikkeling van de
nu nog sluimerende rijkdommen van den grond. In
dustrie dient zoo al niet vooruit, dau toch hand in
hand te gaan met handel. Fabrieken en smelterijen
heeft men noodig voor de rijke metalen. Fabrieken
moeten er zijn om de ruwe producten van den land
bouw te verwerken, zooals suiker, koffie, mogelijk ook
indigo en katoen en andere voortbrengselen. Die zullen
dan ook werk verschafFen aan den nieuw aan te leggeu
spoorweg van Delagoabaai naar Pretoria en werk en brood
geven aan de emigranten, die zich in de Republiek vesti
gen. „Ge bemerkt, dat ik uw tweede vraag reeds ge
deeltelijk beantwoord heb, maar hoor u toch zeggen
o. de emigranten kunnen hun onderhoud gemakkelijk
vinden in landbouw en veeteelt. In landbouw? In
een land waar het meereudeel der bewoners zeiven
produceeren, wat zij consumeeren, waar, men geen
mark'en vindt, of zoo die al gevonden worden, op
van één of meer weken reizens met den ossenwagen
Ja, maar in Pretoria, zegt ge, ziju dan toch de aard
appelen en de boter en de kool en de uien en al de
groenten zoo duur. Vooreerst moet ik opmerken dat
Pretoria en de overige stadjes van de Transvaal op
dit oogenblik nog niet grooter zijn dan een llol-
landsch dorp, en dat het meerendeel van de bewoners
dier plaatsen voorzien zijn van goede tuinen, waarin
ze zeiven hun groenten teelen. Ik stem toe, dat er
in die plaatsen nu en dan een duurte van groenten
en andere voortbrengselen van den grond bestaat,
eensdeels omdat men op een toevloed van emigranten
niet gerekend heeft en anderdeels omdat men in den
regel die produkten niet aankweekt tot verkoop, daar
men er niet altijd een markt voor kan vinden. Ook
zult gij moeten toestemmen, dat een half dozijn
Hollandsche tuinlieden in die behoefen gemakkelijk
zouden kunnen voorzien. „Evenzoo is het met gra
nen, boter en kaas; ieder nagenoeg produceert, wat
hij consumeert; die hei niet doet, moet er duur voor
betalen. Gij bemerkt dus het verschil tusschen den
landbouw in Nederland en in Zuid-Afrika. Gij zult
gemakkelijk kunnen begrijpen, dat zelfs de spoorweg
hier in de eerste jaren weinig verandering zal kun
nen te weeg brengen. Veeteelt dau, zult ge zeggen,
maar d it veronderstelt een bezit van duizenden akkers
land, duizenden schapen, behalve ander materieel, en
de meeste emigranten hebben hunne penningen be-
s'eed aan den overtocht en aan de eerste vestiging.
Daarenboven dat Nomaden-leven voegt den Neder-
landschen landman niet, dat is achteruitgang en kan
ook de Transvaal niet maken tot, het land waarvoor
het door de natuur bestemd schijnt te zijn. „Neen,
industrie, ontwikkeling van fabriekwezen moeten het
naar mijn overtuiging doen."
Het beroep tot predikant der N. H. G. tc Bieze-
linge is door ds. Dommisse te Oostburg aange
nomen, zoodat ons bericht van Zaterdag jl. onjuist
blijkt te zijn.
Tot predikant bij de N. II. G. te Neede is
beroepen dr. W. ïaii Liiigcn, predikant te Scliore
en Vlake.
Bij de groote droogte der laatste dagen is brand
aan de orde van den dag. Veler have en goed is
door het vuur vernield. Te Giethoorn is een huis,
inboedel en hooiberg verbrand, zonder dat aan blus-
schen te denken viel. Te Guttenhove (Limburg) wer
den twee boeren hofsteden een prooi der vlammen.
100 Hectaren dennen verbrandden te Echterbosch en
te Oirschot vernietigde het vuur 170 hectaren. Op de
goederen van prins Frederik bij Gilze, werden 9Va
hectare in den asch gelegd. Te Well, in den Borame-
lerwaard, brandden Zondag tien arbeiders-woningen
in korten tijd of. Te Westerwolde duurt een hevige
veenbrand nog altijd voort. Over eene oppervlakte
van 220 hectaren is b*t. yeen op snR^icen
I te keeren. Gelukt dit niet dan vreest men voor het
dorp Vlachtwedde.
Volgens het Utr. D. bestaat het voornemen aan
's Rijksmunt, na het slaan van de benoodigde koperen
pasmunt, een millioen 10- en 5-centst ukken te slaan.
Te Veen is een jongeling van 22 jaar, de ee
nige zoon eener hulpbehoevende weduwe, bij het
zwemmen verdronken.
Een jong militair, die tijdens de manoeuvres
in Twente in de buurtschap Ilessuin onder Dalfsen
in kwartier lag, wilde zich Zondag 11. met zwemmen
vermakenhij kwam ongelukkig op een buitengewoon
diepe plaais en is, voor hulp kon worden geboden,
om liet leven gekomen.
De Standaard schrijft Dinsdag 23 Au®\ het
volgendeEeu der voornaamste straten in de „nieu
we stad" is op het oogenblik het tooneel eener ont-
zachlijke verwoesting. Te ongeveer half negen ure is
namelijk heden ochtend brand uitgebarsten in het in
aanbouw zijnde perceel 117 in de Pieter Corneliszoon
Hoof:straat. Schoon vrij algemeen het gerucht loopt
dat eenige werklieden in dit perceel wat onvoorzich
tig met vuur geweest zijn bij het kooken van koffie
en daardoor den brand veroorzaakten, kunnen we
dit toch nog niet met zekerheid staven. Onmiddellijk
nadat het onheil bemerkt werd, snelde men naar de
ver verwijderde brandschel op de Stadhouderskade,
daar in de geheele P. C. Hoofistraat nog geen brand
schel aanwezig is. De brandweer kon dan ook niet
zoo spoedig verschijnen als wel noodzakelijk was.
Onder tusschen hadden de vlammen het geheele per
ceel 117 aangetast, en stonden ook de kuiz u 115,
117 en 119 in brand, terwijl 113 reeds gedeeltelijk
vlamde. De brandweer vond dus bij haar komst een
zee van vuur. Het ergsle was daarbij, dat ze niet in
staat was onmiddellijk dc spuiten te doen werken,
wijl de waterputten in de Hoofistraat ledig gevonden
werden, zoodat men uit naburige sloten en voor de
stoomspuiten in het Vondelspark water moest ver
krijgen. Eer dat alles gearrangeerd was, giiig er veel
tijd heen, en eerst te 9 uur 20 minuten gaf de
brandweer water of liever modder, want de sloten
warén bijna droog en liet water volgde pas later uit
het park, van daar dat de brand zulk een verwoes
ting kon aanrichten. Een voorraad bouwmaterieel
midden op de straat geraakte te 9 uur in brand en
bevorderde het overslaan der vlammen naar de andere
zijde. Perceel 126 werd daar het eerst aangetast en
anderen volgden, zoodat niet- minder dan elf percee—
len meerendeels geheel verwoest en eenige andere
grooielijks beschadigd ziju. Buiten de aanzienlijke
materieele schade heef: men geen verlies van nien-
scheulevens te beireureu. doch drie brandwachts,
die zich manmoedig weerden, hebben kwetsuren be
komen, een zelfs zoo ernstig dat hij naar het gast
huis moest rervoerd worden. Verscheidene autoritei
ten waren spoedig op het terrein van den brand
aanwezig en de politie werkte uitstekend tot hand
having der orde. De brandweer is ihans bezig de
ruïne op te ruimen, waarbij nog wel eenige muren
zullen moeten vallen.
De Rheinisch-Weslfalische post deelt mede, dat
de schoone Schotsche hoofdstad verleden week
verrijkt is met twee standbeelden, dr. Livingstones
beeld, in brons gegoten, met de rechterhand een bij
bel houdende, terwijl de linkerhand op een geschrift
rust werd op 15 Aug. onthuld, dr. Moffat de be
roemde oud-zendeling en schoonvader van Li
vingstone was bij de onthulling tegenwoordig.
I)e dochter van Livingstone en eeuige dames legden
bloemen en kransen aan den voet van het gedenk tee-
ken. Twee dagen daarna werd, in tegenwoordigheid
van Koningin Victoria, een ruiterstandbeeld van Prins
Albert onthuld. Het beeld is van blauw graniet, en
geplaatst op de Ckarlotte-squore Ie Edinburg.
Wij ontleenen aan de Maran-Alha, maandblad
onder redactie van den heer Esser, het volgende-
EEN GOED VOORBEELH.
De fabrikant Riethammer deelde op de Zuidweste
lijke vergadering voor inwendige zendiug tc Darm
stadt mede, dat hij zijne inrichtingen des Zaterdags
middags ten 4 ure sloot, om aan zijne arbeiders den
geheelen Zondag te laten. Zij kunnen nu des Zater
dags na 4 ure hunne woning enz. reinigen, en zich
voor de Zondagsrust gereed maken.
Wie zendt het potret van dezen Riethammer aan
de Direkteuren onzer spoorwegen en andere mannen,
die hunne onderhoorigen op Zondas: laten arbeiden5
AFVAL.
Bij eene interpellatie over de weigeiing der Saksi-
sche regeering, om de lijkenverbranding toe te laten'e^
zeide de Minister van binnenlandsche zaken f-'6cdÊÊ
anderen dat hier ook moet worden gelet o:at^|H
lijk leerstellige belangen, en dat de Regefó^ÉH
over deze nieuwigheden des te
moet zijn, in een tijd waarip-vV-^^^B
staatkundige wijsheid.
de afval van G^.s,- :;i