J S S 8 t n n 4" X it hR f 1 Uitspraken van Hitier Ooze teekenen v en symbolt» De beteekenis der Germaansche runen De aanval beslist. De invasie der joden in Frankrijk Op de hoek van de straat SCHEUREN VAN GRASLAND. III. De Bouwers H. Naast de wolfsangel, waarover wij In het vorige nummer van ons blad ge- tproken hebben, bestaan er nog ver scheidene runen, die voor onze voor ouders beteekenis hadden en symbool waren. Daar zijn perst de oralrune en de hagalrune. De odalrune verandert uit den oertrorm. in verschillende andere vormen. Deze teekens Komen nog in blinden voor. Vooral de bekende zandlooper- vorm, die zelfs in moderne huizen als schildering op de raamblinden gebruikt wordt, zonder dat men weet, waar schijnlijk, waar deze vorm vandaan komt. Ook zien wij de vier en de acht, zooals wij die nu nog gebruiken. Odal beteekent erfgoed. Het woord is- ver anderd tot ons adel en ook allodiaal. Een bezit zonder leenheer is allodiaal bezit, of ook wel „zonneleen" genoemd. Dit beteekent dus een eigen bezit, een bezit der sibbe. Men bracht het teeken ook in verband met den god Thor, die zijn hamer om de aarde slingerde. Daarbij trof hij de zon ln het Zuiden. Vandaar wordt er gesproken over de zomer- en de winterzon. Wij gebruiken nu weer de hagalrune bij de aankondiging van een geboorte- of een stervensbericht. De rune bestaat uit twee deelen, de yr-rune en de man rune. De twee deelen tezamen hebben de beteekenis van „het alles omvattende" of „de alles beschermende". De yrrune is de doodsrune en de manrune de geboo'rterune. Tevens zijn deze runen tegenstellin gen, niet alleen tusschen leven en dood, maar ook tusschen licht en donker, ,man en vrouw. De manrune heeft ook beteekenis* als gebedsrune. Onze voorvaderen baden met omhoog geheven armen, het is dus duidelijk dat deze rune de biddende mensch voorstelt. Ook nu nog zijn er voorgangers, die de handen heffen bij gebed. Deze houding is dus Ger- maansch, al is de zuivere beteekenis dikwijls verloïten gegaan. Het komt nog voor in de priestersoutane. De alles omvattende Hagal is ook te vinden in <Je Yggdrasil, Wodcms esch, de levensboom met drie wortels in de onderwereld, in het rijk van Holle, de hel (het Duitsche woord voor hel is onveranderd gebleven, behalve de Um laut) en met drie kruinen ln het Wal halla. De boom is terug te vinden op de booten van schippers, als er iemand overleden, is. De Hagalrune is aarr den zonnegod, en aan de maangodin is het vlerspakig rad gewijd. Dan is er de jer-rune, het gedeelde jaar. Wij vinden dit woord terug in het Engelsche woord year. Het hakenkruis. Wij kennen het Hakenkruis, dat in zeer eng verband staat met de zonne- cultuur. Het heeft verschillende bena mingen: Swastikakruis, Jaimakruis, Tja- krakruis, Bhoedistisch kruis, Hamer van Thor en Noorsch kruis. Het zonneraad is oer-oud. Het was bij alle Indo-Germaansche volkeren be kend. Het zonnerad of hakenkruis, zoo als wij het dan noemen, w»rd gebruikt als amulet, gegoten uit brons. Wij heb ben hetzelve net zoo gehad, -al lang voor het Nationaal Socialisme aan de macht was. Velen, zullen zich nog wel de kleine zilveren hakenkruisen her inneren, die aan een kettinkje om den hals werden gedragen, als gelulrstee- ken. Het hakenkruis komt voor op rots- teekeningen en vooral bekend is de zonnewagen van Trundholm, die reeds van 1500 v. Chr. dateert. Het zonnerad is 't symbool der vaste ordening, even- s de zonne-spiraal. Deze geeft den Luijnbaren spiraalweg aan, die de zon om de aarde beschrijft. Dezelfde opkomst, die wij zien van de zon, het bereiken van de middaghoogte en daarna de ondergang, zien wij ook in de lente, zomer, herfst en winter. En een mpi.cck.enleven is niet anders, ook dat kent zijn opkomst, hoogtepunt en neergang. Het hakenkruis, het symbool van de vaste ordening, is het teeken van het religieuze bewustzijn onzer voorouders. Tenslotte bestaan er van de wolfs- angel nog andere vormen, dan de spitse vorm, die wij kennen. Er is ook de z.g.n. zwanenhals, die wel in den nok van boerderijen voorkomt Over toekomstplannen. Het streven naar een doel, waarvan nog de verste toekomst nut en profijt zou kunnen trekken, werpt meestal slechts karige vruchten af voor den- gene, die het verdedigt, en vindt maar zelden waardeering bij de groote massa, die het belang van melk- en bier-verordeningen- veel beier inziet, dan dat van grootsche toekomstplan nen, die eerst later werkelijkheid kun nen worden, maar die eerst aan het nageslacht ten goede zullen kunnen komen. Iedere wereldbeschouwing, of ze nu van meer religieuzen, dan wel van po- litieken aard is, dikwijls is de grens moeilijk te trekken .streeft niet zoo zeer naar de vernietiging van de ideeënwereld harer tegenstanders, als wel naar de overwinning van haar eigen ideologie. Dat beteekent dus, dat haar strijd altijd meer aanval dan -ver dediging zal zijn. Daarbij heeft zij reeds dit groole voor deel, dat zij zelf haar doel kan bepa len, omdat dit doel immers bestaat in de overwinning van haar eigen idee, terwijl in het omgekeerde geval niet dan zeer moeilijk is vast te stellen, wanneer dat negatieve doel werkelijk bereikt is, m.a.W., wanneer de-vijande lijke leer inderdaad totaal is uitgeroeid. Daarom alleen zal de aanval van een Wereldbeschouwing systematischer en ook krachtiger zijn dan de verdediging ervan, trouwens zooals overal, is het ook hier de aanval en niet de verdedi ging, die den strijd beslist De strijd tegen een geestelijkemacht met de middelen van het geweld houdt echter pas op verdediging te zijn, op het oogenblik, dat hst zwaard zelf tot drager en verkondiger van een nieuwe leer wordt. Eerst het bloed zuiver. Alleen de verloren zuiverheid van bloed maakt voorgoed ieder dieper ge luk onmogelijk, laat de menschen voor altijd tot lager peil afdalen, en de ge volgen hiervan zijn nooit meer uit lichaam en geest te verwijderen. Wan neer men naast deze kwestie alle an dere levensproblemen stelt, deze onder zoekt en ook vergelijkt, dan zal men eerst kunnen zien, hoe belachelijk klein al deze alledaagsche problemen zijn, vergeleken met dit eéne groote. vraag stuk. Zij alle zijn slechts een bepaal den tijd van belang. De kwestie van de zuiverheid van het bloed echter zal van belang zijn, zoo lang er menschen bestaan. Kerels Wanneer de kracht, om eigen ge zondheid te verdedigen, niet meer aan wezig is, is het in deze wereld van strijd pok met het recht op leven ge- daan. Deze wereld behoort alleen aan de sterken, aan de kerels uit één stuk, en niet aan de slappen en „halven". In Christus naam. Ook Christus verborg zijn meening over het Joodsche Volk niet onder stoelen of banken en greep zoonoodig naar de zweep, om deze vijanden van iedere menscheliikheid uit den Tempel te verdrijven, die ook destijds reeds slechts beschouwden als een middel om zaken te doen. Daarom werd Christus gekruisigd, maar de tegen woordige politieke Christenen achten het niet beneden hun waardigheid om bij de verkiezingen om Joodsche stem men te bedelen en om later te trachten met atheïstische Jodenpartijen politieke zwendelzaken op touw te zetten, en dat dan nog tegen het eigen Volk. Nooit stilstand. Een Nationaal Socialistische bewe ging magmiet een organisatie zijn van tevredenen, van zatgevretenen, maar moet een zwaard smeden uit de onder drukten en de rusteloozen, en uit de genen die niet kunnen slapen van pijn, uit de altijd ongelukkigen en uit die, wier ontevredenheid niet te stillen schijnt, en ze mag niet enkel de alle daagsche wenschen van het volk wil len vervullen, maar moet haar doel, haar karakter en haar grondslagen in het diepste wezen van het volk vinden. Het bekende Parijsehe blad „Grin- goire" verstrekt belangwekkende gege vens over den omvang, welken de joodsche invasie in de, aan de inéén- storting voorafgaande jaren had aan genomen. Op grond van de wet van 16 Augus tus 1940 neemt de ordening van het be roep der geneesheeren -ter zuivering hunner gelederen, verderen omvang* Voor het gebied Frankrijk, Noord-Afrika en voor de Koloniën, is een eerste lijst opgesteld, welke niet minder dan 6QQQ joodsche artsen omvat. Volgens een opstelling van het Secre tariaat-Generaal voor Openbare Ge zondheid, bedraagt het aantal buiten- landsche artsen, welke onder de wet vallen, 5000, die, op zeer geringe uit zondering na, eveneens joden zijn. In tien jaren, van 1929 tot 1939, is hpt percentage van joodsche genees heeren in Frankrijk gestegen van 17 tot 35. Ook vele andere beroepen zijn door joden eenvoudig overstroomd. Daar omtrent geeft de volgende opstelling een aanschouwelijk beeld Teeken end! Bankbedrijf289 ondemèmingen, waarvan 165 joods. Aandeel 42 procent. Diamanthandel38 ondernemingen, waarvan 16 joods. Aandeel57 procent. Bonthandel1176 ondernemingen, waarvan 658 joodsA Aandeel 56 procent. TeXiiol-groothandel62 ondernemin gen, waarvan 38 joods. Aan deel 61 procent. Muziekhandel: 74 ondernemingen, waarvan 53 joods. Aandeel71 procent. Confectie: 149 ondernemingen, wóarvan 71 joods. Aandeel47 procent. Zij c' e-fabricage130 ondernemin gen, waarvan 56 joods.^Aan deel: 38 procent Hoe 'en-fabricage229 ondernemin gen, waarvan 113 joods. Aan deel: 49 procent. Sch eenen-fabricage200 onderne mingen, waarvan 89 joods. Aan deel 44 procent. Men ziet, het was in Frankrijk* de allerhoogste tijd, dat aan deze steeds meer de overhand nemende verjood- sching, paal en perk werd gesteld. (W ereld-Dienst). Het heeft lang geduurd, voor ik er achter ben gekomen, wat het eigenlijk beteekende, dat men steeds het melo dietje floot van het bekende „Siand- chen", als ik passeerde. Eindelijk ver telde mij een kameraad, dat de woor den ervan luiden;,Op den hoek van de straat, staat een N.S.B.-er -'t Is geen mensch, 't is geen dier, 't is een farizeeër I" Deze uitvinding is uit Lon den afkomstig en vdn Joodsoh maak sel, geen wonder 1 Ik heb derhalve een kleine variant gevoeld in deze woorden, door de woorden patjepeeër en ras-hebreeër. Echter, dezer dagen vond ik een uit stekende text van Paulus de Ruljter en weldra zal dit liedje op verschillen de bijeenkomsten in ons land wel eens gezongen worden. Het luidt aldus i Op den hoek van de straat Staat een Nederlander, Maakt zich dik, maakt zich kwaad, Roddelt met een ander I 's' Morgens vroeg, 's avonds laat, Staan zij bij elkander. Dom, onnoozel als een kind, Totdat Engeland wint Aan den rand van het strand Zitten ze te droomen, Turen naar Engeland Of ze nog niet komen. Potje thee in de hand, Alvast meegenomen, Churchill heeft een droge keel, Want hij praat zo veel Op den hoek daar staat Moos, Met zijn kar met vruchten, Samen met Saar en Roos Schmoest-ie daar geruchten. Göring zit in de doos, En de Duitschers vluchten, 't Spelletje dat Tukt zoo mcoi, Met die domme Goi I Gaat de klok zeven .slaan, En wordt 't donker buiten. Dan zet Paps Londen aan. Kranten voor de ruiten. Engeland wil Duitschland slaan, Door met flit te spulten, 'n Kinderhand is gauw gevuld. Heb maar lang geduld I Het is een onschuldig genoegen bm liedjes te fluiten, die ons beleedigen; veel aardiger echter is het, om deze wijsjes te veranderen in heel wat toe passelijker text, die ons nog kan ver maken op bijeenkomsten. Het liedje in deze text is zelfs op te voeren ln vier bedrijven. Zullen we het dan een comedie of een tragedie noemen? PROVINCIALE BIBLIOTHEEK VAN ZEELAND De bibliothecaris der Provinciale Bi bliotheek berichtte ons, dcft de tentoon stelling van Incunabelen ruim 400 be zoekers heeft getrokken. Een heel aar dig succes. Op prijs gesteld werd de belangstelling van diverse autoriteiten, maar bovenal is het verheugend, dat de jeugd niet alleen in klasse-verband, maar ook als afzonderlijke bezoekers voor het tentoongestelde groote belang stelling toonde. „Natuurlijk, zoo schreef ons de heer Pieters, kunnen wij nog heel wat boe ken gebruiken. De- bibliotheek verza melt onder meer werken van Zeeuw- sche schrijvers, letterkundigen, ge schiedschrijvers, theologen, enz. Dacfr- onder behooren zoowel ouderen als jongeren. Nu hebben de nieuwe wer ken der Zeeuwsche letterkundigen veel meer geleden dan de andere. Ik denk aan Schorten, van Moerkerken, maar ook aan kinderschrijvers, als Louwerse ..en Stamperius, beiden geboren Zeeu wen." Het spreekt vanzelf, dat wij den op roep om onze Prov. Bibliotheek op deze wijze ie helpen, van harte willen steu nen. Men schenke mild. Waarom scheuren? Nederland moet zichzelf voeden. Daarvoor is meer broodgraan, meer aardappelen en meer koolzaad noodig, dan in vorige jaren werd voortgebracht. De oppervlakte bouwland, waarover ons land tot nu toe bëschikt, kan dit niet leveren. Er is dringend behoefte aan meer grond, welke direct geschikt is voor de teelt van voedingsgewassen. Hier kan alleen in worden voorzien door scheu ren. Daarom moet er gescheurd wor den. Welke gronden worden gescheurd In de eerste plaats zand-, klei- en zavelgraslanden, welke in een behoor lijken bemestingstoestand verkeeren en' flink uit het water liggen. Het is de plicht der boeren, om vrij willig te scheuren, want zij zijn verant woordelijk voor de voortbrenging van voldoende voedsel voor ons volk. De kosten worden brstreden met de scheurpremie. Er dient zoo spoedig mogelijk ge scheurd te worden, ln elk geval voor Maart 1942. Er is dringend behoefte aan meer bouwland. In 1942 moet meer geoogst worden. INKUILEN VAN KNOLLEN. Er zijn dit jaar zooveel knollen ver bouwd, dat ze lang niet cdlen versch vervoederd kunnen worden. Daarom dienen ze ingekuild te worden. Knollenkufl is een uitstekend vee voeder, mits men rekening houdt met deze wenken: 1. Men dient in te kuilen, als de onder ste bladeren van kleur beginnen te veranderen. 2. Zorg vooral voor schoone knollen, want verontreiniging met zand ver oorzaakt diarrhee bij de koeien. Laat daarom na het trekken de grond even opdrogen. 3. Kuil in met zuur. 4. Gebruik een opzetstuk. Dit is van zelfsprekend wanneer men inkuilt in een silo, maar ook zonder silo kan men met succes van een opzet stuk gebruik maken. 5. Het is verstandig/wanneer men het inkuilen de eerste maal laat voor doen. Zoo is de Flnsche methode aan vaste regels gebonden. Bepaal de handelingen vereischen, dat men er even den slag van beet krijgt. Een ervaren buurman of de asslsient bij den Voorlichtingsdienst kan hier bij helpen. Nog waait de wint alheerschend om de plek, waar eens het heiligdom, het woonhuis zal verrijzen. Wat lage muurtjes geven aan, waar eens de wanden opwaar. gaan, én naar den vrijen hemei staan de palen al te wijzen. Daar staan gebukt de bouwer:, die van steen qp steen de symmetrie doen groeien en ontplooien. Die dragen steenen heen en weer. en zetten ze tot stapels neer. Er komen werkers meer en meer, om de opbouw te v'oltopien. Dan, als de muur al hooger rijst, gaan trap en steiger om de lijst van dit nog wordend wonder. De mannen dragen, last na last, op hunne schouders opgetast, en dreunend gaan hun stappen vast rondom en op den vlonder. Het groeit, het groeit van steen tot steen. Gebinten- buigen er door heen, in wijs beraamd geioover. Het klimt, het'klimt van plint tot plint, van plank naar plank naar hoog gebint Dansluit het dak de ruimte blind. Dan waait de wind er over. Het huis sjaatl - Maar van binnen klinkt de arbeid, die nog dagen zingt, en wegsterft, als in droomen. Tot, na die stilte, op een dag het huisgezin met nieuw gezag brengt 's levens leed ,en schaterlach Dan is het huis volkomen. A-4Ui Maar ginds gaat naar de vrije lucht een nieuwe muur, een nieuw gerucht van metselaars en sjouwers Voort gaat hehweik van plan tot plan, van hand op hand, van man tot man als een eendrachtige optocht van dat kloppend koor: de Bouwers. Zoo staan wij allen om die plek, Zoo gaan wij om dit klein bestek des Tljds, dl» ons voorbij glijdt Maar weten ons geduldig sterk, ais bouwers aan het prachtig werk; dat opklimt naar het open zwerk, het zwerk vcm onze vrijheid.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsche Stroom | 1941 | | pagina 3