NIEUWJAARSWAFELS Gistwafels (gevulde Luikse wafels) Cakewafels (Parijse wafels) Gerezen deegwafels (Hollandse wafels) Gistwafels 2 (Kempisehe wafels) Eierwafels (Brusselse wafels) Mensen geloofden dat rijzen van deeg bepalend was voor nieuwe jaar I ZIERIKZEESCHE NIEUWSBODE Dinsdag 28 december 1982 Nr. 23242 Wat de oliebol wil zijn op oudejaarsavond, was vroeger de wafel op nieuwjaarsmorgen. Een traditioneel stuk huisgebak dat op de eerste dag van het nieuwe jaar kwistig werd rondgedeeld. „Iets van de gewenste rijkdom, die men in de komende twaalf maanden hoopt te ontvangen, wordt als het ware weerspiegeld in de wel zeer overvloedige traktatie voor de komende en gaande man op nieuwjaarsdag en aan de heilwensende kinderen" schreef de folklorist D. J. van der Ven jn zijn boek „Ons eigen volk in het feestelijk jaar": ..Geluksalig Nijjaar! 'n Wafelske veur mi'j klaar? 'n Slokske der bie. da's goed veur mie" In sommige streken van ons land - vooral in het oosten en noorden - kende elk huis z'n eigen wafelijzers. In het bijzonder op boerenhofste den had men ijzers, die speciaal vervaardigd waren voor die „plaats", veelal voorzien van fraaie versieringen en initialen van het boeren geslacht waarvoor ze gemaakt waren. Dank zij het in de handel zijn van elektrische wafelijzers, kan de mo derne huisvrouw tal van wafelsoorten in de keuken zelf maken. Hier onder volgt een serie recepten voor wafels. Benodigdheden: Men maakt een middelstijf deegje van: 250 gram bloem, 30 gram gist, 100 gram eieren, 100 gram zachte boter, 40 gram basterdsuiker, 3 gram zout, mespuntje vanillesuiker, snufje kaneel. Breng de bloem in een ring in de beslagkom aan, deponeer de eieren in de ring en los hierin de gist op. Vermeng het geheel met de zacht bo ter, suiker en smaakstoffen tot een niet te stijf deegje. Verdeel het deeg na een korte rusttijd in twaalf gelijke stukken. Bol deze op en vorm ze vervolgens wat puntig bij. De deegstukjes weer even laten rijzen en ten slotte afbakken in het licht beboterde wafelijzer. Men kan de wafels na het bakken doormidden snijden en vullen met een smakelijke vruch tenmoes of -jam. Vóór het bakken en tussen het bakken door moet het wafelijzer zowel van boven als van onder met gesmolten boter worden ingevet. Hiervoor gebruikt men een kwast. Benodigdheden: Men maak een stevig beslag van: 150 gram bakmeel, 100 gram bloem, 125 gram poedersuiker, 75 gram boter, 50 gram ei. 60 gram melk. te theelepeltje vanillesuiker, te theelepeltje zout. Vermeng de zachte boter met de suiker, het zout en de vanillesuiker Voeg de bloem en het bakmeel toe, onder doormenging van de melk Schep met een dessertlepel hoopjes van dit beslag, leg die op wat uit gestrooide bloem en laat die op papier afkoelen. Nadat het beslag stijf genoeg is geworden, voorvormen en gedurende 1-lte min. afbakken. Vóór het bakken en tussen het bakken door moet het wafelijzer zowel van boven als van onder met gesmolten boter worden ingevet. Hiervoor gebruikt men een ktvast. Benodigdheden: Men maakt een dun beslag van: 250 gram patentbloem, 2 eieren, 3 dl melk. 30 gram gist. 100 qram gesmolten boter, 20 gram suiker, theelepel zout, mespuntje zuiveringszout (natriumbicarbonaat). Los de gist in de melk op en voeg suiker bij de oplossing. Vermeng het geheel met de eieren en de bloem tot een oladde massa. Voeg daarna het zout en het zuiveringszout met de gesmolten boter (niet te warm) toe en roer het geheel tot een glad beslag aan. Laat het beslag een kwartier rij zen Breng het beslag met een sauslepel in het van te voren verhitte wa felijzer De baktijd bedraagt ongeveer twee minuten, afhankelijk van de instelling van het ijzer. Vóór het bakken en tujsen het bakken door moet het wafelijzer zowel van boven als van onder met gesmolten boter worden ingevet. Hiervoor gebruikt men een kwast Benodigdheden: Men maakt een niet te stijf deeoje van: 250 gram bloem, 100 gram basterdsuiker, 50 gram boter, 1 dl melk, 30 gram gist. drie gram zout. Men verwarmt de melk en de boter samen tot de boter smelt. Wanneer het een beetje is afgekoeld, de gist oplossen in het vocht en samen met de bloem, de suiker en het zout vermengen tot een glad deegje. Laat het deeg gedurende een half uur rijzen. Verdeel het deeg daarna in twaalf stukken van ongeveer 45 gram. Vorm deze stukken rond en rol ze lang werpig uit. nadat ze enige tijd hebben gerezen. Daarna afbakken en sui keren met fijne suiker.' Vóór het hakkenen tussen het bakken door moet het wafelijzer zowel van boven als van onder met gesmolten boter worden ingevet. Hiervoor gebruikt men een kwast Benodigdheden: Maak een dun beslag van de volgende ingrediënten: 50 gram melk. 100 gram boter, 200 gram eieren, 75 gram basterdsuiker, 250 gram bloem, te theelepeltje zout, snufje kaneel. Laat de boter in de melk smelten: mengsel af laten koelen en voeg daarbij suiker en twee eieren. Daarna bloem, zout en kaneel toevoegen en de massa met een houten lepel tol een gladde massa vermengen Ten slotte de twee overgebleven eieren doormengen tot het beslag glad en dun/vloeibaar is. Schep het beslag met een juslepel in het wafelijzer en bak de wafels in 1-lte min. gaar tot middelbruine wafels. Bestrooi ze na het bakken met poedersuiker. Vóór het bakken en tussen het bakken door moet het wafelijzer zowel van boven als van onder met gesmolten boter worden ingevet. Hiervoor gebruikt men een ku>a«t. Bij de jaarwisseling, als de klok twaalf slaat, de sire nes van schepen en fabrieken gaan loeien en er in alle straten van steden en dorpen vuurwerk ontbrand, wensen we elkaar weer „veel heil en zegen". Een oud gebruik, dat toch elk jaar weer zinvol is, hoe de tijden ook veranderen. Reeds onze vroege voorouders, de Germanen, ken den hun nieuwjaarsfeesten ter ere van de god van het licht. Een nieuwe tijd brak aan: de zon werd immers herboren om het leven vrolijker en mensenharten lichter te maken. Gedurende deze „joeltijd" hielden onze prille voorvaderen offerfeesten die gewijd waren aan goden en geesten. Het woord joeltijd stamt van het Angelsaksische géol, dat in de samenstelling se aerra géola de maand december aanduidde. In de Scandinavische landen heet het kerstfeest nog steeds Jul. Nauw verbonden aan deze feesten waren de of fermaaltijden, waarbij van de offers die waren over gebleven werd gegeten. Aanvankelijk bestonden deze offerspijzen slechts uit zeer eenvoudige brijschotels gemaakt van gestampt graan met melk aangemaakt. In later tijden werden de brijschotels vervangen door platte offer koeken. Door het gemeenschappelijk eten van offerspijzen stelden onze voorouders zich naar zij meenden in nauwe verbinding met de zielen van de afgestorvenen en daardoor eigenlijk tevens met de goden. Ook in la ter eeuwen werd aan dit gebruiken van offerspijzen grote waarde toegekend. In het bijzonder aan de van afkomst heidense nieuwjaars-gebaksoorten, die van de oorspronkelijke platte offerkoeken waren afgeleid, werden volksmedi- cinale krachten toegeschreven. Bij de opbloei van de christelijke religie in onze lage landen werd het deel nemen aan offermaaltijden dan ook verboden. Bijgeloof is echter niet gemakkelijk uit te roeien. Er ontstond spoedig behoefte aan vulling van het va cuüm, ontstaan door het wegvallen van de offermaal tijden. Een nieuwjaarskoekijzer met levens- De keerzijde van het koekijzer uit boom uit 1710. 1710 toont kerkelijke symbolen. Oblieën Heel bekend zijn ook de oblieën. Reeds in de 17e eeuw waren deze be kend en gewaardeerd. Het woord „oblie" is afgeleid van „oblate", dat zoveel als „offergift" betekent. Be halve de vlakke, dun-ronde oblieën, zijn vooral in Vlaanderen ook specia le oblieën te koop die opgerold wor den, als zinnebeeld van het nieuwe jaar, dat eveneens nog onontrold is en waarvan men niet weet wat het zal brengen Een in hout uitgesneden stempel, waarmee het platte ronde nieuwjaarsgebak werd bewerkt. Deze stempel kan wor den beschouwd als de voorloper van de wafelijzers. Waarschijnlijk zonder zich te reali seren dat het toegeven was aan het oude volksgeloof, ging men ook ma gische kracht toekennen aan bepaal de heiligenbroden als Hubertusbol- len, St. Maartenhoorntjes, St. Aga- thavlechten, duivekaters en allerlei menselijke vormfiguren, zoals die ons ook in deze tijd toegestroomd zijn in de vorm van taaifiguren en speculaasfiguren. Voor het meren deel werden de oude heidense vor men in de kloosterbakkerijen van de vroege middeleeuwen omgezet in bij belse en christelijke figuren, terwijl er bovendien eigen legenden en ge bruiken aan werden vastgeknoopt. Dit alles wetende komt de over vloed van nieuwjaarskoeken, die in verschillende streken van ons land nog door de huismoeders worden ge bakken rond de jaarwisseling, in een helder licht te staan. Verschillende gegevens wijzen er op dat de oor spronkelijke nieuwjaarsofferkoeken van uiterst eenvoudige samenstel ling waren, veelal platrond van vorm en gebakken van een slap deeg of beslag. Aanvankelijk werden deze koeken op vooraf verhitte stenen ge bakken. In latertijd gebruikte men hiervoor ijzeren platen, al of niet be werkt en soms ook heel kunstig ver sierd met allerlei motieven. Dit zijn dan de eerste wafelijzers, zoals men die nog in vele musea kan bewonde ren. In Groningen zijn het de „spekken- dikken", op het Drentse platteland heten ze „eulikrabben", in Twente „iesenkoeken" en in de Gelderse Achterhoek „kniepertjes". Al deze gebaksoorten en koeken - rond en plat van vorm en model - zijn afge leid van de oorspronkelijke Ger maanse offerkoeken. Men kan ze on derscheiden in zeer dunne, uit beslag gebakken „iesen-bakken-kooks- kens" (tussen ijzers gebakken koe ken) en de wat dikkere, van boter- deeg gemaakte „kniepkeukskens". Ze hebben echter gemeen dat ze wor den gebakken tussen koekijzers of wafelijzers. Wafelijzers Aan deze ijzers wordt grote waarde toegekend. Thans gebruiken we ge wone, geruite wafelijzers om onze wafels te bakken, maar in vroeger tijd had men daarvoor fraai bewerk te exemplaren, versierd met allerlei symbolische motieven. Toen had haast elke boerderij zijn eigen ijzers, voorzien van initialen en In de illustraties ziet men nog zo'n fraai in hout gesneden stempel waar mede men oudtijds het platronde nieuwjaarsgebak bewerkte. Deze broodstempels kunnen beschouwd worden als voorloper van de bekende wafelijzers. Terwijl het ene stempel St. Joris en de draak voorstelt, is het andere versierd met een fraaie af beelding van de heilige St. Antonius, die men dan ook de „nieuwjaarshei- lige" zou kunnen noemen. Mystiek Volgens verschillende folkloristen ligt in het gewijde karakter van de Germaanse offerkoek ook een ver klaring opgesloten van het feit, dat het nageslacht het bakken van koe ken, wafels, en in onze tijd ook olie bollen en appelflappen bij de jaar wisseling met een zeker mystiek waas heeft omhuld. Zo meende men - en wellicht is het geloof nog niet geheel verdwenen -uit het goed of slecht rijzen van deeg of beslag te kunnen voorspellen of het komend jaar al dan niet gelukkig en voorspoedig zou zijn Verder kon men alleen met zelfgebakken koeken gunst en voorspoed verwachten! De overvloed die men in het nieu we jaar hoopte te ontvangen, werd als het ware weerspiegeld in de over vloedige traktatie van koeken, wa fels, bollen en flappen en andere lek kernijen aan de gaande en komende man op oudejaarsavond en nieuw jaarsdag. Dat was tot op enkele tien tallen jaren geleden nog zo. Heden ten dage doet men het meestal an ders, maar toch zit er dezelfde ge dachte achter, welke blijkbaar rond de jaarwisseling groter is dan an ders. In de nieuwjaarstraktaties zien we zo - ook volgens de meeste folklo risten - „niet alleen een vriendelijke geste van de edelmoedige gever of geefster, maar een soort verzeke ringspremie voor welvaart, gezond heid en vriendschap in het komende jaar", schrijft dr. Tjaard de Haan in z'n pas verschenen boekje over „Ne derlandse volksgebruiken bij hoog tijdagen". Misschien gaat deze theo rie wat ver, een kern van waarheid zit er toch wel in. Het nieuwjaar-wensen en het ge- trakteerd-worden behoren zo nog steeds bij elkaar. Misschien wordt ons dit jaar geen originele nieuw jaarskoek, ontwikkelingsprodukt uit de Germaanse offers, aangebo den, maar wellicht is het een zelfge bakken wafel, oliebol of appelflap. fraaie inscripties van dat bepaalde boerengeslacht. Bij vele Twentse boeren zijn deze oude wafel- en koe kijzers nog te bewonderen, terwijl ze natuurlijk ook in verschillende mu sea te zien zijn. De inscripties en versieringen op deze ijzers hebben vaak een vroom godsdienstig karakter. Men treft al lerlei varianten aan op het thema: „Die het jaar begint met lust en is gezint om zich tot God te wensen Dan zal 't in vreede enden" Daarnaast zijn er hier en daar nog koekijzers te bewonderen die duide lijk wijzen op hun heidense afkomst. De symboliek is dan niet vroom- christelijk maar heidens Germaans. Dat wordt duidelijk als men de af beeldingen bekijkt van een oud Wal- chers wafelijzer. Aan de ene kant is het de „levensboom" een puur hei dens attribuut, aan de keerzijde zijn het zuiver kerkelijke motieven die gebruikt zijn voor de versiering. Luikse wafels, die ook gevuld met een moes kunnen worden geserveerd. Het plat-ronde model van uit oor spronkelijke offerbroden voortgeko men nieuwjaarsbroden blijkt ook in verschillende streken van het Euro pees vasteland: zo kent men in Grie kenland en in het bijzonder op Kreta nog een plat-rond nieuwjaarsbrood, dat wordt bewerkt met een stempel. Ook de dunne Oublieën zijn van oor sprong nieuwjaarsgebak. Van de oblie afgeleid zijn weer de Amsterdamse koggetjes en de knie pertjes, die in het oosten van ons land nog veel gebakken worden. Op het schaaltje liggen de opgerolde oublieën. Al zijn de oorspronkelijke wafels en oude ijzerkoeken door de tand des tijds geconsumeerd, we kennen toch ook nu nog een reeks van heerlijke wafelsoorten die ons als een materië le erfenis geworden zijn, zoals heer lijk luchtige Hollandse wafels, pi kante Goudse stroopwafels, boter- malse Parijse of cakewafels, aroma tische Luikse gistwafels, verrukke lijke Brusselse eierwafels en nog tal van andere. Hoewel onderling in sa menstelling verschillend, worden ze alle bereid naar oude recepten en ge bakken tussen ijzers, die, vierkant of rond, diep of minder diep geruit, in enkele gevallen nog versierd met oorspronkelijke motieven, ontwik keld zijn uit de offervoorwerpen van onze voorouders. Daarvan kunnen we nu op nieuwjaarsdag nog genie ten. P. G. ROTTE 4 t

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Nieuwsbode | 1982 | | pagina 5