Iets meer
j dan een Gril
RADIO-PROGRAMMA
Donderdag 28 Augustus
HILVERSUM I. 415.5 M.
6,45 gram.; 6,50 ochtendgymnastiek; 7
gram.; 7,45 ochtendgymnastiek; 8 BNO:
nieuwsberichten; 8,15 morgenwijding; 8,25
gram.; 9,15 voor ide huisvrouw; 9,25
gram.; 11 voor den boer; 11,20 gram.;!
12 Revida-sextet; 12,45 BNO: nieuws- en
economische berichten; 1 ensemble Bandj
Balogh; 1,30 Klaas van Beeck en zijn
orkest; 2 Rotterdamsch Philharmonisch
orkest en soliste (opn.); 3 Voor de vrouw
3,20 gram.; 4,30 „Groote rollen en hun
vertolkers. III Aida", causerie met gram.;
6,15 filmpraatje; 6 SO Kurt Hohenberger
en zijn orkest; 7 actueel halfuurtje; 7,30
amusementsorkest, soliste en het kleine
omroep-mannenkoor; 8,30 gram.; 8,45
voor den boer; 9 „Landstreken van Span
je", gramofoonplatenprogramma; 9,30
gram.; 9,45 BNO: nieuwsberichten; 10—
—10.15 BNO: Engelsche uitzending: Na
tional features of the Netherlands.
HILVERSUM II. 301,5 M.
6,45—8 zie Hilveisum I; 8 BNO: nieuws-
berichten; 8.15 gram.; 10 morgendienst,
voorbereid door de Chr. Radiostichting;
10.20 zang met pianobegeleiding; -|0.40
declamatie; 11 Ensemble Rentmeester en
gram.; 12 Gram.; 12.15 Orkest Malando
en solist; 12.45 BNO: nieuws- en econo
mische berichten; 1 (Bonte parade; 3 or
gelconcert; 3.30 Voor de zieken; 4 Gram.
4.30 Voor de jeugd; 5 Lezen van Chr;
lectuur, voorbereid door de Chr. Radiio-
stichtiing; 5.15 BNO: nieuws-, economi
sche en beursberichten; 5.30 Viool en
p ano; 5.50 gramj; 6 Sport en .iohame-
lijks opvoeding; 6.15 vervolg van 5.30;
6.35 Zang met pianobegeleiding; 7 Ac-,
tueel halfuurtje; 7.30 Gram.; 7.45 Bran
dende kwesties; fcauserie; 8 Omroepsym-
phonie-orkest, soliste en gram.; 9.45 b.nOi
nieuwsberichten; 10—10.15 gram.
Gemeenteraad te Zierikzee
Dinsdag 26 Augustus
Voorzitter Jhr. Mr. J. Sehuurbeque
Boeije. Afwezig dhr. van Duin we.-
gens uitstedigheid. Eén vacature.
Allereerst is aan de orde de beëediging
van den nieuw benoemden gemeente
secretaris, de heer F. Naerebout, die in
handen van den voorzitter de bij de wet
vereischte eeden aflegt.
Van den heer J. Staal is bericht inge
komen, dat hij zijn benoeming tot lid van
den raad niet aanneemt en van den
heer P. D. Verstrate, dat hij deze be
noeming aanvaardt.
Op een vraag van den heer Gerritsen
of de geloofsbrieven niet dienen te wor
den onderzocht, antwoordt de voorzitter
.ontkennend.
Bij de ingekomen stukken ligt het ver
slag van de commissie steun B. Daaruit
blijkt, dat aan 86 gezinnen steun werd
verleend. Bij verschillende winkeliers
werd voor f973,65 aan goederen gekocht,
terwijl aan 55 gezinnen ondergoederen,
bovenkleeren en schoenen werden ver
strekt. De ontvangsten- bedroegen f 1181,34
de uitgaven f 973,65, zoodat er e en voor-
deelig saldo is van f207,69.
De Waterleiding-Maatschappij bericht,
dat brandspuikraneh worden aan
gebracht alleen ten dienste van het be
drijf, buiten de gemeentebesturen om.
In Zierikzee komt één spuibrandkraan
voor, wat voldoende is voor juiste tech
nische verzorging van het buizennet in
deze gemeente.
De voorzitter deelt dan mede, da,t
door hem van 30 Aug. tot 4 Sept. en van
7—14 "Sept. verlof is aangevraagd.
Kolonloiapparaat voor d« gasfabriek
De heer Gerritsen brengt rapport uit
over de rekening van de gasfabriek,
welke rekening sluit met een nadeelig
blot van f 3170,44. Verder vraagt spr.
Alle begin is moeilijk. Moeilijker echter
is de volharding als men begonnen is.
Feuilletoü
HOOFDSTUK I.
r SHÖf
Een pension in een sombere straat van
een groote stad. Een meisje zit vooi*
de piano, kijkt naar de muziek, die vóór
haar staat en geeuwt af en toe; wat
in dit geval geen vergrijp is te noemen!
tegen de goede manieren; omdat er
niemand anders in de kamer is. Diat
meisje ben ik zelve: Ellie Somers; cn
ik ben in Amsterdam gekomen, om er
zangles te nemen. Nu vanmorgen heb ik
juist les gehad; vandaar, dat ik het lied
nu weer eens doorgenomen heb en wel
zóó dikwijls, dat ik tekst en muziek bei-,
de moe ben.
Toch begon ik nog eens:
Hij denkt, dat ik hem niet bemin
En weg voer hij in smart.
O, bracht de boot hem toch weer hier,
Waar we scheidden in droef niet-verstaan
'En juist, toen de laatste toon van het
melancholieke accompagnement wegstierf,
ging de bei van de voordeur/ ik vloogi
de aandacht voor het aanschaffen van
een installatie aan de fabriek, die voor
het bedrijf en de gemeente van veel be
lang is, n.l. een kolentransportin-
s t a 11 a t i e, waarvan de kosten op
f 30.000 worden geraamd en welke in
richting in 20 jaar kan worden afge
schreven. Spr. vraagt of de Prov. griffie
reeds haar toestemming heeft verleend
daartoe over te gaan?
De voorzitter antwoordt, dat de ont
vangst van het voorstel bij de griffie vrij
goed is geweest en hem in. overweging
is gegeven, een desbetreffend voorstel
te doen aan den raad. De offerte van
de installatie is inmiddels binnengeko
men. Spr. vraagt machtiging tot het be
istellen van het kolenlos-apparaat met
een capaciteit van 104 ton per 8 uur.
De kosten bedragen f27300. Met de bij
komende werken wordt het pl.m. f 30 000
Op een vraag van wethouder du Crgo
antwoordt de heer Gromëndijk, dat d.e
installatie wel 50 jaar mee gaat; de af
schrijvingstermijn levert geen bezwaar op.
Het is een inrichting die de fabriek be
slist noodig heeft, ook met het opg op
de reeds geconstateerde uitbreiding.
Spr. stelt nog een kleine wijziging in
het plan voor, n.l. nog een stel rails,
zoodat het heele plein vol komt.
Tot aanschaffing van het apparaat wordt
daarna besloten, met inachtneming van
de wijziging als door dhr. Groenendijk
voorgesteld.
De raad besloot den pensioengrondslag
van den gemeente-secretaris met ingang
van 1 September a.s. vast te stellen op
f 4705 zijnde het maximum-salaris.
Het voorstel van B. en W., om aan dhn.
M. van As met ingang van 1 Aug. eervol
ontslag te verleenen als ambtenaar be
last met de algeheele werkloozenzorg en
hun te machtigen om hem met ingang
van dien datum als zoodanig in dienst
te nemen op arbeidsovereenkomst naar
burgerlijk recht tegen een belooning van
f 1100,— per jaar, wordt goedgekeurd.
Blijkens overgelegd rapport van den
gemeentebouwmeester, uitgebracht naar
aanleiding van een bijgevoegd schrijven
van het hoofdbestuur van den Ned. Bond
van personeel in overheidsdienst, be
draagt het aantal werkuren per week
van het personeel der gemeente
werken en der reiniging in de zomer
maanden niet meer dan 50 èn in de
wintermaanden belangrijk minder.
Het komt B. en W. daarom gewenscht
voor om de in art, 14 van het reglement
voor de werklieden bepaalde maximum
werktijd perweek met den werkelijken
toestand in overeenstemming te brengen
en dus te brengen op ten hoogste 50
uren per week. Aldus wordt besloten.
Vastgesteld wordt daarop een arbeids-
overeenkomstbesluit voor het personeel
van de vaste kern van den luchtbescher
mingsdienst, alsmede een voorstel inzake
heffing en invordering van rechten van
inenten tegen typhus en paratyphus.
D*"rondvraag
Bij de rondvraag vestigt de heer bij
de Voute de aandacht op het voorkomen
van een geval van mond- en klauwzeer
onder deze gemeente. In verband daar
mede vraagt hij afsluiting van den Mid-
deldijk voor den tijd van drie weken,
teneinde besmettingsgevaar te voorkomen
De heer Efiztin merkt op, dat zulks prac-
tisch niet uitvoerbaar is, daar tal van
menschen dezen dijk moeten passeeren
om [naar hun werk te gaan, terwijl de
heer Groenendijk meent, dat alleen G.S.
kunnen besluiten tot afsluiting van wegen
Deze laatste vraagt den voorzitter, of
er al iets bekend is omtrent den verbauw
van de marechaupsée-kazerne De voor
zitter antwoordt, dat de plannen, zooals
ze waren ingediend, van de baan zijn.
Hem is in overweging gegeven dat de
gemeente bewilligt in den verbouw, maar
garantie verlangt voor minstens 20 jaar
en schadeloosstelling bij teruggave.
Verder deelt hij mede, dat de leerlingen
van school B worden ondergebracht in
school A en in de algemeene bewaar
school; in de Chr. bewaarschool komt
de Chr. U.L.O.; de openbare U.sL.0. in de
R.K. bewaarschool, lokalen van de R.K.
school en in een lokaal van de ambachts
school.
op van de tabouret en ijlde naar heh
venster.
Nollie Dieke had beloofd, dat ze zoui
zorgen, hoe haar moeder haar hier af*
zette, in plaats van dat ze mee zou hoe
ven gaan naar de familie Robbema in
in de Berkstraat.
Ik hoop maar, dat het Nollie is,
ofschoon ik haar een half-uur geleden al
had opgegeven. Ik heb zoo'n saaien mid
dag gehad, opgesloten hier in deze on-
frissche kamer, dat ik meer dan eens op
het punt heb gestaan, mijn belofte aan
oom Ot te verbreken en toch maar.
naar buiten te gaan. Waarom hü het
nu wel goedvindt, Idat ik 's morgens naar
de zangles ga en het hem niet gepast'
voorkomt, dat ik mij 's middags op straat
vertoonen zou, gaat mijn verstand te bo-1
ven. 1
Maar toch is dit niet Nollie
want die was al lang de trap op!....
Ik druk mijn neus plat tegen het ven-,
ster en 2ie, dat het een jongeman is,'
die daar beneden staat te wachten, met
een valies in de eene hand en iets, dat
een groot schilderij lijkt iin de andere.
Op het valies staan de initialen „G. B.
die mij echter niets zeggen.
Eindelijk wordt hij opengedaan en
treed ik weer terug in het vertrek. Ik'
werp eens een blik naar de openstaande
piano, maar kan toch niet besluiten, dat
De kwaliteits-tandpasta
beschermt het tandglazuur
Van rioleeringsplannen is nog niets be
kend, antwoordt de voorzitter, op een
vraag van den heer Groenendijk. De heer
Gerritsen informeert naar de kwestie be
treffende den bode, dhr,. J. Ornée. De
voorzitter deelt mede, dat deze zaak in
deh Haag aanhangig is. Daar niemand
daarop meer het woord verlangt, spreekt
de voorzitter als volgt:
Een woord ten afscheid
Mijne Heeren,
Het is in deze dagen dat veel veran
dert en op nieuwe basis wordt opgetrok
ken, ook voi^r de gemeenten een belang
rijke mijlpaal, welke op 1 September
a.s. wordt voorbijgegaan. Op 13 Augustus
werd een vérordening van den Rijkscom
missaris van kracht, waarin is bepaald,
dat werkzaamheden van de gemeentera
den en van de Raadscommissiën op kor
ten termijn in hun huidigen vorm zullen
blijven rusten en dat de Burgemeester
in den vervolge belast zal worden met
de taak van den gemeenteraad en van
het College van B. en W. En daarmede
is het vandaag voor Zierikzee in zoover
een historische dag, dat het, naar het
bestaand bestel, de laatste maal is, dat
ik den Raad, zooals de gemeentewet dien
tot nu toe kende, onder mijn voorzitter
schap bijeen heb.
Ik sta daarbij, zooals dat bij U allen
het geval zal zijn, voor een afscheid.
En, waar wij steeds goed met elkander
geweest zijn, wil ik niet nalaten, daarbij
met een enkel woord stil te staan. Moei
lijk had iik, toen ik op 2' October 1934
hier plechtig werd geïnstalleerd, kunnen
denken, dat het mijn taak eens zou zijn
over Uw college de doodsklok te luiden!
Toch is dat zoo en we hebben met dit
feit ten volle rekening te houden.
Het is vandaag de 56e vergadering,
welke ik als voorzitter geleid heb. En,
wanneer ik in zeer korte trekken mijn
gedachten hierbij bepaal, dan kan ik zeg
gen, dat de leiding niet altijd gemakke
lijk, maar aan den andéren kant nooit
een straf of heksenwerk geweest is. Naast
vergaderingen, waar de meeningen lijn
recht tegenover elkander stonden en
ik denk hier b.v. aan het stratenplan, de
werkloozem-debatten en andere onderwer
pen, welke soms fundamenteele punten ten
'beginselen raakten stonden er weer
andere, welke vlot verliepen. Ik heb daar
bij als voorzitter ten slotte steeds wel
willendheid van U ondervonden en ik
dank U daarvoor. Mijnerzijds is er steeds
een streven geweest om de politiek op
den achtergrond te houden en mij niet
te 'begeven iin de strubbelingen, welke
op bepaalde oogenbMkken hier naar vo
ren kwamen 'en de kampen verdeeld
hielden. Ik zeg dat niet als deugd, maar,
omdat het naar mijn overtuiging noodig
was, dat de voorzitter boven en buiten
deze verschillen stond en op eigen wijze
het belang van de stad en de groep
van de bevolking, wélke daarvoor door
omstandigheden het meest in aanraking
kwam, te dienen.
Radical* hervorming
Veel iis in de jaren, dat ik Uw .voor
zitter was, veranderd. Geleidelijk ver
plaatste het zwaartepunt van het werk,
zoowel van den Raad als van den voor
zitter, zich naar andere punten1. De tijds
omstandigheden, welke soms snelle be
slissingen vereischten, voor tal van'ge
meenten, waaronder de onze, de finan-
ciëele moeilijkheden en de mede daar
door toenemende centralisatie op veler
lei gebied waren daaraan niet vreemd.
Veel van het terrein, dat vroeger aan
den Raad behoorde, verdween geleide
lijk naar de competentie van het dage-
lijksch bestuur of van den burgemeester,
onder toezicht van hoogere instanties,
waarvan B. en W. in vele opzichten het
verlengstuk werden. Het begrip „de ge
meentelijke automonie", vaak een tegen
stelling scheppend, werd meèr en meer
naar den achtergrond gedrongen, totdat
thans verdere consequenties getrokken
zijn en de inrichting van het Gemeente
bestuur radicaal hervormd wordt.
We leven thans in een tijdsgewricht,
waarin veel verandert en veel herzien
wordt. Het is de bedoeling, dat een nieuw
college in plaats van den ouden Raad
als phoenix %al herrijzen, dat adviseerenid
doch niet een beslissend karakter draagt.
Er zullen1 dienaangaande nadere voor
schriften en richtlijnen, zoowel wat de
samenstelling als de bevoegdheden ver
schijnen. Hoe deze ontwikkeling zal gaan,
welke consequenties deze zal medebren
gen, vermag geen onzer te zeggen. Wij
zijn ook daarvoor niet bijeen. Wanneer
ik voor mij in deze jaren iets geleerd)
I heb, dan is dat wel niet vooruit te loo-
i pen op 'de dingen, welke zullen kunnen
gebeuren en hoe deze zullen gebeuren.
Ik heb er prijs op gesteld om voor
het einde van Uw mandaat U nog één
maal bijeen««te zien, niet om treurzangen
aan te heffen of speculatieve beschouwin
gen voor een toekomst, welke U en mij
volmaakt onbekend ,is, te houden maar
om met een officieel woord afscheid van
U te nemen. Ik wil dat gaarne doen met
een woord van dank aan U allen, omdat
Gij naar Uw krachten en inzichten hier
hebt getracht de gemeente en de ge
meenschap te dienen.
1 Gij, 'en daarmede bedoel ik den Raad
als.zoodanig, zijt mij destijds welwillend
tegemoet getreden. Ik heb dat steeds
trachten te onthouden en, was ik wél
eens kort aangebonden, dan was dat nim-
mer om persoonlijke redenen.
Dank aan d* w®thouderi
Ik mag daarbij een enkel woord den
wethouders niet onthouden. Een voor
zitter van Raad en van B. en W. (Was
steeds in hooge mate afhankelijk van
stemmingen en stroomingen, welke moes
ten uitmaken, wie geroepen zouden wor
den om de taak van wethouder de ko
mende jaren te vervullen. Ik heb in de
zeven jaren, welke ik hier thans dien,
meerdere colleges in verschillende samen
stelling geleid. Het tijdsgewricht, waarin
de zittende heeren mede aan het bewind
geweest zijn, is moeilijker dan de voor
afgaande, ja, ik mag gerust zeggen, hier
en daar zeer moeilijk geweest. Ik wil
daarom in het hijzonder tot /de heeren
Catshoek en du Croo woorden van dank
spreken vooir den steun, welke in de
afgeloopen periode van hen mocht ont
vangen. Daarnaast en ik' constateer
uitdrukkelijk ben ik zeer dankbaar,
dat de bepalingen van de verordening
welke het gemeenterecht en ge
meentewezen reorganiseert, uitdrukkelijk
vaststelt, dat de wethouders hun bedie
ning voorloopig zullen kunnen blijven be-
kleeden.
Men heeft mij .in deze dagen wel eens
gezegd: nu wordt Ge een machtiig man!
Uiterlijk naar de tekst van de voorschrif
ten moge dit schijnen, .'het zal persoon
lijk allerminst mijn bedoeling zijn, hier
als 'de alleenheerscher naar voren te tre
den en eigen ideeën te foroeeren. Dat
kan alleen, wanneer men de overtuiging
en bewijzen heeft, dat bepaalde ideeën
werkelijk tot oplossing voeren.
Voor het overige moge ik kort zijn.
Ik herinner me het afscheid van den
Raad in 1935, toen een der heeren, wiens
1 afscheid hem zeer ter harte ging, met
een toespeling op Multatuli zeilde: Mijne
Heeren, het Nirwana van gewezen Raads
leden is nabij, ik gevoel mijn geest ver
vluchtigen naar die oorden en tenslotte,
zeide hij: ik ben weg. Zoo gaat het met
veel in het leven. Zoo ook met de ge
meenteraden in het algemeen, waarvan
naar den tekst van de verordening, de
werkzaamheden voortaan zullen blijven
rusten.
En met deze hamerslag, Mijne Heeren,
geef ik het oogenblik van scheiden aan
en wordt de periode van Uw werkzaam
heid uitgeluid en die van non-activiteit
ingeluid.
De heer van den Houten, als oudste
lid in jaren, sprak daarna als volgt:
Mijnheer de Voorzitter,
In de eerste plaats dank ik U zeer
voor de waardeerende woorden tot den
Raad gericht.
Het is mij steeds een voorrecht geweest
lid van den Raad te zijn en te hebben
mogen medewerken aan de behartiging
van de belangen onzer Gemeente, te meer
nog, daar deze belangen mij als geboren
Zierikzeeër zeer ter harte gaan.
De samenwerking van den Raad met
U, was steeds van zeer aangenamen aard
en meermalen heb ik uiting mogen geven
van mijne groote waardeering namens
den Raad voor de wijze, waarop U de
taak van Burgemeester hebt vervuld, in
deze moeilijke tijden. Ik behoef U wel
niet te zeggen dat de verantwoording
thans nog grooter voor U zaÉÊworden,
doch hoop ik van ganscher harte, dat
U met dezelfde opgewektheid en werk
kracht, nog vele jaren aan het hoofd van
onze Gemeente zal mogen staan.
J Gaarne zullen wij U zoo noodig steun
verleenen, indien deze gevraagd mocht
worden.
Ook de belde Wethouders dank' 'ik ha-
mens den Raad voor hunne vele werk
zaamheden in het belang der Gemeente
verricht, in bijzonder Weth. Catshoek,
die reeds zoovele jaren zijn gewaardeerde
krachten aan de Gemeente heeft gegeven
I Ook dank ik mijne mede raadsleden
voor de aangename en vriendschappelijke
samenwerking, zoowel op de Raadsver-
daderingen als in de verschillende raads
commissies.
Ten slotte nog een woord tot de inge
zetenen onzer Gemeente en wel dat zij
zich rekenschap geven van de moeilijke
taak die thans op het hoofd van de
Gemeente wordt gelegd en zooveel mo
gelijk zullen medewerken deze taaie te
verlichten, door zich te onthouden van
iedere actie, hoe dan ook.
Hierna werd de vergadering gesloten
i en nam de voorzitter met een handdruk
afscheid der leden.
Rookende puinhoopen
Waar het Sowjetleger zich heeft terug
getrokken, blijven slechts rookende puin
hoopen over. In hun matelooze wioede
i vernietigen de wilde horden van Stalin
en zijn satellieten alles, wat hun op
den smadelijken „terugtocht onder de
vingers valt.
j En dan, als de slag is uitgewoed,
keert de gevluchte bevolking terug, huis
en hoeven zijn verwoest, er is geen drink
water geen voedsel, geen medische hulp.
j Daar moet worden geholpen, spoedig,
zoo snel mogelijk. Het gevaar van be-
smettelijke ziekten dreigt, kinderen en
j grijsaards wachten met opgeheven handen
op de redding brengende Duitsche am-
bulances. Hier is een taak voor ons,
i Nederlanders, weggelegd.
J Want juit Nederland heeft steeds aan
de spits gestaan als het er op aan kwam
i menschen, die in nood verkeerden, te
helpen.
Nederland heeft dien plicht begrepen,
heeft een ambulance opgericht, die straks
aan en achter het front zal medehelpen
het leed van al die zwaar getroffen men
schen te verzachten,
i Nederland zendt ambulance!
f Maar dat moet dan ook een uitstekende
ambulance zijn. Het beste is niet genoeg,
j Veel geld is daar voor noodig!
I Dat geld zal er komen!
I Reeds stortten duizenden hun bijdrage
op de girorekening van de Nederlandsche
1 ambulance.
I Hebt u het al gedaan?? Zoo niet, doe
het dan vandaag nog.
Maak het bedrag, iets meer dan u
missen kunt, over op girorekening
87 600
Nederlandsche Ambulance, Konin
ginnegracht 22, '<s-Gravenhage.
lied af te studeeren; Ide Dieke's dweep
ten er mee!
Het was ook niet aardig van Nol, om
nu niet te komen; we hadden zoo heer
lijk samen kunnen theedrinken! Anne-
Miarie heeft er alles voor boven gebracht.
De trekpot staat onder den onsmaak
vol, donkerblauw-gebreiden cosy op het
vierkante tafeltje bij het vuur; maar ik
voel niets geen animo, om alleen thee
te drinken.
Neen, dit was nu in het geheel geen
gezellige middag en het was nog al 6
Maart, de verjaardag van Oom Ot! De
goede man wordt nu twee-en-zeventig.
Maar eigenlijk mag ik niet klagen. Ik
ben uit vrije beweging hierheen gekomen,
om zangles te nemen.... Tante Rosa vond
het dan ook erg geavanceerd van mij,
om in zoo'n groote stad alleen op ka
mers te wonen; maar we wisten, dat juf
frouw Wanders een heel fatsoendelijke
vrouw was; ze was op „Woudzicht!"
huishoudster geweest.
Ineens hoor ik daar Nollie's stem ech
ter mij.
Hemeltje-lief, wat kijk jij ernstig,
Ellie en, mij omkeerend, zie ik haar
op den drempel staan.
Hoe durf je zoo laat nog onder,
mijn oogen te komen! Waar heb je den
heelen miiddag gezeten?
Bij de Robbema's. Moeder wilde mij
niet eerder laten gaan, dan op den te
rugweg en ze heeft beloofd, dat ze om'
half zes Fred zal sturen, om mij te
halen.
Dus nog onderhalf uur hebben wij
vóór ons! Dat lijkt mij een heerlijkheid.
En mijn booze bui is verdwenen als
sneeuw voor de zon; vooral, toen Nol
nog met een invitatie voor mij te voor
schijn komt, namelijk, of ik dien vol
genden Vrijdag met hen mee wil gaan
naar het bal bij de Robbema's.
Maar ik heb geen avondtoilet hier,
Nol, zeg ik bedenkelijk.
«- Dan moet je er een van huis laten
komen, of een nieuw koopen!
Ja, ik kan wel vragen, of ze mij!
dat pauwblauwe zenden. Op de pastorie
gaan we natuurlijk niet veel uit, zoodat
ik maar één baltoilet bezit!
Het is ook geen officieel groot bal;
maar een onder-onsje. Nu, we zullen je
om negen uur komen halen. Hoor eens,
Ellie, terwijl ze een kopje thee aan
neemt, ik kan je, tot mijn spijt geen
compliment maken over je servies!
Neen, en vooral niet over idien
cosy! Kijk me dat eens een oude Teddy
beer zijn!.... Maar $k durf er niets van
te zeggen, want juffrouw Wanders heeft
het ding zelf gemaakt.
Je zult het op den avond wel een
zaam vinden, is het niet, Ellie?
Ja, dat wél.
Maar waarom blijf je hier, mal
kind, dat je bent?
Omdat ik tante Rosa niet de vol
doening gun, dat ik naar huis zou gaan
voor het einde van de maand.
i Maar waarom kom je dan niet bij
ons? i
Ik ben hier gekomen, niet om mij'
te amuseeren, maar om zangles te ne
men je n denk je, dat ik het heele huis,
houden nu zou willen trakteeren op toon
ladders en accoorden zingen? Zóó
erg is het ook niet. De lessen zelf vind
ik heel prettig en daar is al de heele
ochtend mee gevuld. En nu zal ik je nog
wat nieuws vertellen, Nol, we hebben
een pensionnaire op de bovenste verdie
ping. Zoo wat een twintig minuten ge
leden is hij hier gekomen; met pak en
zak!
j Hoe heet hij
Ik weet niet. Juffrouw Wanders
heeft mij nooit van hem gesproken. Ze
heeft alleen verteld, dat er op de be
nedenverdieping twee oude, ongetrouw
de damés waren.
Nu ja, maar toen jij er kwam, waa
hij er ook nog niet, moet je denken. Hoe,
ziet hij er ui't! Is hij jong of oud, don
ker of blond?
i
(Wordt vervolgd).
I