Iets meer j dan een Gril RADIO-PROGRAMMA Donderdag 28 Augustus HILVERSUM I. 415.5 M. 6,45 gram.; 6,50 ochtendgymnastiek; 7 gram.; 7,45 ochtendgymnastiek; 8 BNO: nieuwsberichten; 8,15 morgenwijding; 8,25 gram.; 9,15 voor ide huisvrouw; 9,25 gram.; 11 voor den boer; 11,20 gram.;! 12 Revida-sextet; 12,45 BNO: nieuws- en economische berichten; 1 ensemble Bandj Balogh; 1,30 Klaas van Beeck en zijn orkest; 2 Rotterdamsch Philharmonisch orkest en soliste (opn.); 3 Voor de vrouw 3,20 gram.; 4,30 „Groote rollen en hun vertolkers. III Aida", causerie met gram.; 6,15 filmpraatje; 6 SO Kurt Hohenberger en zijn orkest; 7 actueel halfuurtje; 7,30 amusementsorkest, soliste en het kleine omroep-mannenkoor; 8,30 gram.; 8,45 voor den boer; 9 „Landstreken van Span je", gramofoonplatenprogramma; 9,30 gram.; 9,45 BNO: nieuwsberichten; 10— —10.15 BNO: Engelsche uitzending: Na tional features of the Netherlands. HILVERSUM II. 301,5 M. 6,45—8 zie Hilveisum I; 8 BNO: nieuws- berichten; 8.15 gram.; 10 morgendienst, voorbereid door de Chr. Radiostichting; 10.20 zang met pianobegeleiding; -|0.40 declamatie; 11 Ensemble Rentmeester en gram.; 12 Gram.; 12.15 Orkest Malando en solist; 12.45 BNO: nieuws- en econo mische berichten; 1 (Bonte parade; 3 or gelconcert; 3.30 Voor de zieken; 4 Gram. 4.30 Voor de jeugd; 5 Lezen van Chr; lectuur, voorbereid door de Chr. Radiio- stichtiing; 5.15 BNO: nieuws-, economi sche en beursberichten; 5.30 Viool en p ano; 5.50 gramj; 6 Sport en .iohame- lijks opvoeding; 6.15 vervolg van 5.30; 6.35 Zang met pianobegeleiding; 7 Ac-, tueel halfuurtje; 7.30 Gram.; 7.45 Bran dende kwesties; fcauserie; 8 Omroepsym- phonie-orkest, soliste en gram.; 9.45 b.nOi nieuwsberichten; 10—10.15 gram. Gemeenteraad te Zierikzee Dinsdag 26 Augustus Voorzitter Jhr. Mr. J. Sehuurbeque Boeije. Afwezig dhr. van Duin we.- gens uitstedigheid. Eén vacature. Allereerst is aan de orde de beëediging van den nieuw benoemden gemeente secretaris, de heer F. Naerebout, die in handen van den voorzitter de bij de wet vereischte eeden aflegt. Van den heer J. Staal is bericht inge komen, dat hij zijn benoeming tot lid van den raad niet aanneemt en van den heer P. D. Verstrate, dat hij deze be noeming aanvaardt. Op een vraag van den heer Gerritsen of de geloofsbrieven niet dienen te wor den onderzocht, antwoordt de voorzitter .ontkennend. Bij de ingekomen stukken ligt het ver slag van de commissie steun B. Daaruit blijkt, dat aan 86 gezinnen steun werd verleend. Bij verschillende winkeliers werd voor f973,65 aan goederen gekocht, terwijl aan 55 gezinnen ondergoederen, bovenkleeren en schoenen werden ver strekt. De ontvangsten- bedroegen f 1181,34 de uitgaven f 973,65, zoodat er e en voor- deelig saldo is van f207,69. De Waterleiding-Maatschappij bericht, dat brandspuikraneh worden aan gebracht alleen ten dienste van het be drijf, buiten de gemeentebesturen om. In Zierikzee komt één spuibrandkraan voor, wat voldoende is voor juiste tech nische verzorging van het buizennet in deze gemeente. De voorzitter deelt dan mede, da,t door hem van 30 Aug. tot 4 Sept. en van 7—14 "Sept. verlof is aangevraagd. Kolonloiapparaat voor d« gasfabriek De heer Gerritsen brengt rapport uit over de rekening van de gasfabriek, welke rekening sluit met een nadeelig blot van f 3170,44. Verder vraagt spr. Alle begin is moeilijk. Moeilijker echter is de volharding als men begonnen is. Feuilletoü HOOFDSTUK I. r SHÖf Een pension in een sombere straat van een groote stad. Een meisje zit vooi* de piano, kijkt naar de muziek, die vóór haar staat en geeuwt af en toe; wat in dit geval geen vergrijp is te noemen! tegen de goede manieren; omdat er niemand anders in de kamer is. Diat meisje ben ik zelve: Ellie Somers; cn ik ben in Amsterdam gekomen, om er zangles te nemen. Nu vanmorgen heb ik juist les gehad; vandaar, dat ik het lied nu weer eens doorgenomen heb en wel zóó dikwijls, dat ik tekst en muziek bei-, de moe ben. Toch begon ik nog eens: Hij denkt, dat ik hem niet bemin En weg voer hij in smart. O, bracht de boot hem toch weer hier, Waar we scheidden in droef niet-verstaan 'En juist, toen de laatste toon van het melancholieke accompagnement wegstierf, ging de bei van de voordeur/ ik vloogi de aandacht voor het aanschaffen van een installatie aan de fabriek, die voor het bedrijf en de gemeente van veel be lang is, n.l. een kolentransportin- s t a 11 a t i e, waarvan de kosten op f 30.000 worden geraamd en welke in richting in 20 jaar kan worden afge schreven. Spr. vraagt of de Prov. griffie reeds haar toestemming heeft verleend daartoe over te gaan? De voorzitter antwoordt, dat de ont vangst van het voorstel bij de griffie vrij goed is geweest en hem in. overweging is gegeven, een desbetreffend voorstel te doen aan den raad. De offerte van de installatie is inmiddels binnengeko men. Spr. vraagt machtiging tot het be istellen van het kolenlos-apparaat met een capaciteit van 104 ton per 8 uur. De kosten bedragen f27300. Met de bij komende werken wordt het pl.m. f 30 000 Op een vraag van wethouder du Crgo antwoordt de heer Gromëndijk, dat d.e installatie wel 50 jaar mee gaat; de af schrijvingstermijn levert geen bezwaar op. Het is een inrichting die de fabriek be slist noodig heeft, ook met het opg op de reeds geconstateerde uitbreiding. Spr. stelt nog een kleine wijziging in het plan voor, n.l. nog een stel rails, zoodat het heele plein vol komt. Tot aanschaffing van het apparaat wordt daarna besloten, met inachtneming van de wijziging als door dhr. Groenendijk voorgesteld. De raad besloot den pensioengrondslag van den gemeente-secretaris met ingang van 1 September a.s. vast te stellen op f 4705 zijnde het maximum-salaris. Het voorstel van B. en W., om aan dhn. M. van As met ingang van 1 Aug. eervol ontslag te verleenen als ambtenaar be last met de algeheele werkloozenzorg en hun te machtigen om hem met ingang van dien datum als zoodanig in dienst te nemen op arbeidsovereenkomst naar burgerlijk recht tegen een belooning van f 1100,— per jaar, wordt goedgekeurd. Blijkens overgelegd rapport van den gemeentebouwmeester, uitgebracht naar aanleiding van een bijgevoegd schrijven van het hoofdbestuur van den Ned. Bond van personeel in overheidsdienst, be draagt het aantal werkuren per week van het personeel der gemeente werken en der reiniging in de zomer maanden niet meer dan 50 èn in de wintermaanden belangrijk minder. Het komt B. en W. daarom gewenscht voor om de in art, 14 van het reglement voor de werklieden bepaalde maximum werktijd perweek met den werkelijken toestand in overeenstemming te brengen en dus te brengen op ten hoogste 50 uren per week. Aldus wordt besloten. Vastgesteld wordt daarop een arbeids- overeenkomstbesluit voor het personeel van de vaste kern van den luchtbescher mingsdienst, alsmede een voorstel inzake heffing en invordering van rechten van inenten tegen typhus en paratyphus. D*"rondvraag Bij de rondvraag vestigt de heer bij de Voute de aandacht op het voorkomen van een geval van mond- en klauwzeer onder deze gemeente. In verband daar mede vraagt hij afsluiting van den Mid- deldijk voor den tijd van drie weken, teneinde besmettingsgevaar te voorkomen De heer Efiztin merkt op, dat zulks prac- tisch niet uitvoerbaar is, daar tal van menschen dezen dijk moeten passeeren om [naar hun werk te gaan, terwijl de heer Groenendijk meent, dat alleen G.S. kunnen besluiten tot afsluiting van wegen Deze laatste vraagt den voorzitter, of er al iets bekend is omtrent den verbauw van de marechaupsée-kazerne De voor zitter antwoordt, dat de plannen, zooals ze waren ingediend, van de baan zijn. Hem is in overweging gegeven dat de gemeente bewilligt in den verbouw, maar garantie verlangt voor minstens 20 jaar en schadeloosstelling bij teruggave. Verder deelt hij mede, dat de leerlingen van school B worden ondergebracht in school A en in de algemeene bewaar school; in de Chr. bewaarschool komt de Chr. U.L.O.; de openbare U.sL.0. in de R.K. bewaarschool, lokalen van de R.K. school en in een lokaal van de ambachts school. op van de tabouret en ijlde naar heh venster. Nollie Dieke had beloofd, dat ze zoui zorgen, hoe haar moeder haar hier af* zette, in plaats van dat ze mee zou hoe ven gaan naar de familie Robbema in in de Berkstraat. Ik hoop maar, dat het Nollie is, ofschoon ik haar een half-uur geleden al had opgegeven. Ik heb zoo'n saaien mid dag gehad, opgesloten hier in deze on- frissche kamer, dat ik meer dan eens op het punt heb gestaan, mijn belofte aan oom Ot te verbreken en toch maar. naar buiten te gaan. Waarom hü het nu wel goedvindt, Idat ik 's morgens naar de zangles ga en het hem niet gepast' voorkomt, dat ik mij 's middags op straat vertoonen zou, gaat mijn verstand te bo-1 ven. 1 Maar toch is dit niet Nollie want die was al lang de trap op!.... Ik druk mijn neus plat tegen het ven-, ster en 2ie, dat het een jongeman is,' die daar beneden staat te wachten, met een valies in de eene hand en iets, dat een groot schilderij lijkt iin de andere. Op het valies staan de initialen „G. B. die mij echter niets zeggen. Eindelijk wordt hij opengedaan en treed ik weer terug in het vertrek. Ik' werp eens een blik naar de openstaande piano, maar kan toch niet besluiten, dat De kwaliteits-tandpasta beschermt het tandglazuur Van rioleeringsplannen is nog niets be kend, antwoordt de voorzitter, op een vraag van den heer Groenendijk. De heer Gerritsen informeert naar de kwestie be treffende den bode, dhr,. J. Ornée. De voorzitter deelt mede, dat deze zaak in deh Haag aanhangig is. Daar niemand daarop meer het woord verlangt, spreekt de voorzitter als volgt: Een woord ten afscheid Mijne Heeren, Het is in deze dagen dat veel veran dert en op nieuwe basis wordt opgetrok ken, ook voi^r de gemeenten een belang rijke mijlpaal, welke op 1 September a.s. wordt voorbijgegaan. Op 13 Augustus werd een vérordening van den Rijkscom missaris van kracht, waarin is bepaald, dat werkzaamheden van de gemeentera den en van de Raadscommissiën op kor ten termijn in hun huidigen vorm zullen blijven rusten en dat de Burgemeester in den vervolge belast zal worden met de taak van den gemeenteraad en van het College van B. en W. En daarmede is het vandaag voor Zierikzee in zoover een historische dag, dat het, naar het bestaand bestel, de laatste maal is, dat ik den Raad, zooals de gemeentewet dien tot nu toe kende, onder mijn voorzitter schap bijeen heb. Ik sta daarbij, zooals dat bij U allen het geval zal zijn, voor een afscheid. En, waar wij steeds goed met elkander geweest zijn, wil ik niet nalaten, daarbij met een enkel woord stil te staan. Moei lijk had iik, toen ik op 2' October 1934 hier plechtig werd geïnstalleerd, kunnen denken, dat het mijn taak eens zou zijn over Uw college de doodsklok te luiden! Toch is dat zoo en we hebben met dit feit ten volle rekening te houden. Het is vandaag de 56e vergadering, welke ik als voorzitter geleid heb. En, wanneer ik in zeer korte trekken mijn gedachten hierbij bepaal, dan kan ik zeg gen, dat de leiding niet altijd gemakke lijk, maar aan den andéren kant nooit een straf of heksenwerk geweest is. Naast vergaderingen, waar de meeningen lijn recht tegenover elkander stonden en ik denk hier b.v. aan het stratenplan, de werkloozem-debatten en andere onderwer pen, welke soms fundamenteele punten ten 'beginselen raakten stonden er weer andere, welke vlot verliepen. Ik heb daar bij als voorzitter ten slotte steeds wel willendheid van U ondervonden en ik dank U daarvoor. Mijnerzijds is er steeds een streven geweest om de politiek op den achtergrond te houden en mij niet te 'begeven iin de strubbelingen, welke op bepaalde oogenbMkken hier naar vo ren kwamen 'en de kampen verdeeld hielden. Ik zeg dat niet als deugd, maar, omdat het naar mijn overtuiging noodig was, dat de voorzitter boven en buiten deze verschillen stond en op eigen wijze het belang van de stad en de groep van de bevolking, wélke daarvoor door omstandigheden het meest in aanraking kwam, te dienen. Radical* hervorming Veel iis in de jaren, dat ik Uw .voor zitter was, veranderd. Geleidelijk ver plaatste het zwaartepunt van het werk, zoowel van den Raad als van den voor zitter, zich naar andere punten1. De tijds omstandigheden, welke soms snelle be slissingen vereischten, voor tal van'ge meenten, waaronder de onze, de finan- ciëele moeilijkheden en de mede daar door toenemende centralisatie op veler lei gebied waren daaraan niet vreemd. Veel van het terrein, dat vroeger aan den Raad behoorde, verdween geleide lijk naar de competentie van het dage- lijksch bestuur of van den burgemeester, onder toezicht van hoogere instanties, waarvan B. en W. in vele opzichten het verlengstuk werden. Het begrip „de ge meentelijke automonie", vaak een tegen stelling scheppend, werd meèr en meer naar den achtergrond gedrongen, totdat thans verdere consequenties getrokken zijn en de inrichting van het Gemeente bestuur radicaal hervormd wordt. We leven thans in een tijdsgewricht, waarin veel verandert en veel herzien wordt. Het is de bedoeling, dat een nieuw college in plaats van den ouden Raad als phoenix %al herrijzen, dat adviseerenid doch niet een beslissend karakter draagt. Er zullen1 dienaangaande nadere voor schriften en richtlijnen, zoowel wat de samenstelling als de bevoegdheden ver schijnen. Hoe deze ontwikkeling zal gaan, welke consequenties deze zal medebren gen, vermag geen onzer te zeggen. Wij zijn ook daarvoor niet bijeen. Wanneer ik voor mij in deze jaren iets geleerd) I heb, dan is dat wel niet vooruit te loo- i pen op 'de dingen, welke zullen kunnen gebeuren en hoe deze zullen gebeuren. Ik heb er prijs op gesteld om voor het einde van Uw mandaat U nog één maal bijeen««te zien, niet om treurzangen aan te heffen of speculatieve beschouwin gen voor een toekomst, welke U en mij volmaakt onbekend ,is, te houden maar om met een officieel woord afscheid van U te nemen. Ik wil dat gaarne doen met een woord van dank aan U allen, omdat Gij naar Uw krachten en inzichten hier hebt getracht de gemeente en de ge meenschap te dienen. 1 Gij, 'en daarmede bedoel ik den Raad als.zoodanig, zijt mij destijds welwillend tegemoet getreden. Ik heb dat steeds trachten te onthouden en, was ik wél eens kort aangebonden, dan was dat nim- mer om persoonlijke redenen. Dank aan d* w®thouderi Ik mag daarbij een enkel woord den wethouders niet onthouden. Een voor zitter van Raad en van B. en W. (Was steeds in hooge mate afhankelijk van stemmingen en stroomingen, welke moes ten uitmaken, wie geroepen zouden wor den om de taak van wethouder de ko mende jaren te vervullen. Ik heb in de zeven jaren, welke ik hier thans dien, meerdere colleges in verschillende samen stelling geleid. Het tijdsgewricht, waarin de zittende heeren mede aan het bewind geweest zijn, is moeilijker dan de voor afgaande, ja, ik mag gerust zeggen, hier en daar zeer moeilijk geweest. Ik wil daarom in het hijzonder tot /de heeren Catshoek en du Croo woorden van dank spreken vooir den steun, welke in de afgeloopen periode van hen mocht ont vangen. Daarnaast en ik' constateer uitdrukkelijk ben ik zeer dankbaar, dat de bepalingen van de verordening welke het gemeenterecht en ge meentewezen reorganiseert, uitdrukkelijk vaststelt, dat de wethouders hun bedie ning voorloopig zullen kunnen blijven be- kleeden. Men heeft mij .in deze dagen wel eens gezegd: nu wordt Ge een machtiig man! Uiterlijk naar de tekst van de voorschrif ten moge dit schijnen, .'het zal persoon lijk allerminst mijn bedoeling zijn, hier als 'de alleenheerscher naar voren te tre den en eigen ideeën te foroeeren. Dat kan alleen, wanneer men de overtuiging en bewijzen heeft, dat bepaalde ideeën werkelijk tot oplossing voeren. Voor het overige moge ik kort zijn. Ik herinner me het afscheid van den Raad in 1935, toen een der heeren, wiens 1 afscheid hem zeer ter harte ging, met een toespeling op Multatuli zeilde: Mijne Heeren, het Nirwana van gewezen Raads leden is nabij, ik gevoel mijn geest ver vluchtigen naar die oorden en tenslotte, zeide hij: ik ben weg. Zoo gaat het met veel in het leven. Zoo ook met de ge meenteraden in het algemeen, waarvan naar den tekst van de verordening, de werkzaamheden voortaan zullen blijven rusten. En met deze hamerslag, Mijne Heeren, geef ik het oogenblik van scheiden aan en wordt de periode van Uw werkzaam heid uitgeluid en die van non-activiteit ingeluid. De heer van den Houten, als oudste lid in jaren, sprak daarna als volgt: Mijnheer de Voorzitter, In de eerste plaats dank ik U zeer voor de waardeerende woorden tot den Raad gericht. Het is mij steeds een voorrecht geweest lid van den Raad te zijn en te hebben mogen medewerken aan de behartiging van de belangen onzer Gemeente, te meer nog, daar deze belangen mij als geboren Zierikzeeër zeer ter harte gaan. De samenwerking van den Raad met U, was steeds van zeer aangenamen aard en meermalen heb ik uiting mogen geven van mijne groote waardeering namens den Raad voor de wijze, waarop U de taak van Burgemeester hebt vervuld, in deze moeilijke tijden. Ik behoef U wel niet te zeggen dat de verantwoording thans nog grooter voor U zaÉÊworden, doch hoop ik van ganscher harte, dat U met dezelfde opgewektheid en werk kracht, nog vele jaren aan het hoofd van onze Gemeente zal mogen staan. J Gaarne zullen wij U zoo noodig steun verleenen, indien deze gevraagd mocht worden. Ook de belde Wethouders dank' 'ik ha- mens den Raad voor hunne vele werk zaamheden in het belang der Gemeente verricht, in bijzonder Weth. Catshoek, die reeds zoovele jaren zijn gewaardeerde krachten aan de Gemeente heeft gegeven I Ook dank ik mijne mede raadsleden voor de aangename en vriendschappelijke samenwerking, zoowel op de Raadsver- daderingen als in de verschillende raads commissies. Ten slotte nog een woord tot de inge zetenen onzer Gemeente en wel dat zij zich rekenschap geven van de moeilijke taak die thans op het hoofd van de Gemeente wordt gelegd en zooveel mo gelijk zullen medewerken deze taaie te verlichten, door zich te onthouden van iedere actie, hoe dan ook. Hierna werd de vergadering gesloten i en nam de voorzitter met een handdruk afscheid der leden. Rookende puinhoopen Waar het Sowjetleger zich heeft terug getrokken, blijven slechts rookende puin hoopen over. In hun matelooze wioede i vernietigen de wilde horden van Stalin en zijn satellieten alles, wat hun op den smadelijken „terugtocht onder de vingers valt. j En dan, als de slag is uitgewoed, keert de gevluchte bevolking terug, huis en hoeven zijn verwoest, er is geen drink water geen voedsel, geen medische hulp. j Daar moet worden geholpen, spoedig, zoo snel mogelijk. Het gevaar van be- smettelijke ziekten dreigt, kinderen en j grijsaards wachten met opgeheven handen op de redding brengende Duitsche am- bulances. Hier is een taak voor ons, i Nederlanders, weggelegd. J Want juit Nederland heeft steeds aan de spits gestaan als het er op aan kwam i menschen, die in nood verkeerden, te helpen. Nederland heeft dien plicht begrepen, heeft een ambulance opgericht, die straks aan en achter het front zal medehelpen het leed van al die zwaar getroffen men schen te verzachten, i Nederland zendt ambulance! f Maar dat moet dan ook een uitstekende ambulance zijn. Het beste is niet genoeg, j Veel geld is daar voor noodig! I Dat geld zal er komen! I Reeds stortten duizenden hun bijdrage op de girorekening van de Nederlandsche 1 ambulance. I Hebt u het al gedaan?? Zoo niet, doe het dan vandaag nog. Maak het bedrag, iets meer dan u missen kunt, over op girorekening 87 600 Nederlandsche Ambulance, Konin ginnegracht 22, '<s-Gravenhage. lied af te studeeren; Ide Dieke's dweep ten er mee! Het was ook niet aardig van Nol, om nu niet te komen; we hadden zoo heer lijk samen kunnen theedrinken! Anne- Miarie heeft er alles voor boven gebracht. De trekpot staat onder den onsmaak vol, donkerblauw-gebreiden cosy op het vierkante tafeltje bij het vuur; maar ik voel niets geen animo, om alleen thee te drinken. Neen, dit was nu in het geheel geen gezellige middag en het was nog al 6 Maart, de verjaardag van Oom Ot! De goede man wordt nu twee-en-zeventig. Maar eigenlijk mag ik niet klagen. Ik ben uit vrije beweging hierheen gekomen, om zangles te nemen.... Tante Rosa vond het dan ook erg geavanceerd van mij, om in zoo'n groote stad alleen op ka mers te wonen; maar we wisten, dat juf frouw Wanders een heel fatsoendelijke vrouw was; ze was op „Woudzicht!" huishoudster geweest. Ineens hoor ik daar Nollie's stem ech ter mij. Hemeltje-lief, wat kijk jij ernstig, Ellie en, mij omkeerend, zie ik haar op den drempel staan. Hoe durf je zoo laat nog onder, mijn oogen te komen! Waar heb je den heelen miiddag gezeten? Bij de Robbema's. Moeder wilde mij niet eerder laten gaan, dan op den te rugweg en ze heeft beloofd, dat ze om' half zes Fred zal sturen, om mij te halen. Dus nog onderhalf uur hebben wij vóór ons! Dat lijkt mij een heerlijkheid. En mijn booze bui is verdwenen als sneeuw voor de zon; vooral, toen Nol nog met een invitatie voor mij te voor schijn komt, namelijk, of ik dien vol genden Vrijdag met hen mee wil gaan naar het bal bij de Robbema's. Maar ik heb geen avondtoilet hier, Nol, zeg ik bedenkelijk. «- Dan moet je er een van huis laten komen, of een nieuw koopen! Ja, ik kan wel vragen, of ze mij! dat pauwblauwe zenden. Op de pastorie gaan we natuurlijk niet veel uit, zoodat ik maar één baltoilet bezit! Het is ook geen officieel groot bal; maar een onder-onsje. Nu, we zullen je om negen uur komen halen. Hoor eens, Ellie, terwijl ze een kopje thee aan neemt, ik kan je, tot mijn spijt geen compliment maken over je servies! Neen, en vooral niet over idien cosy! Kijk me dat eens een oude Teddy beer zijn!.... Maar $k durf er niets van te zeggen, want juffrouw Wanders heeft het ding zelf gemaakt. Je zult het op den avond wel een zaam vinden, is het niet, Ellie? Ja, dat wél. Maar waarom blijf je hier, mal kind, dat je bent? Omdat ik tante Rosa niet de vol doening gun, dat ik naar huis zou gaan voor het einde van de maand. i Maar waarom kom je dan niet bij ons? i Ik ben hier gekomen, niet om mij' te amuseeren, maar om zangles te ne men je n denk je, dat ik het heele huis, houden nu zou willen trakteeren op toon ladders en accoorden zingen? Zóó erg is het ook niet. De lessen zelf vind ik heel prettig en daar is al de heele ochtend mee gevuld. En nu zal ik je nog wat nieuws vertellen, Nol, we hebben een pensionnaire op de bovenste verdie ping. Zoo wat een twintig minuten ge leden is hij hier gekomen; met pak en zak! j Hoe heet hij Ik weet niet. Juffrouw Wanders heeft mij nooit van hem gesproken. Ze heeft alleen verteld, dat er op de be nedenverdieping twee oude, ongetrouw de damés waren. Nu ja, maar toen jij er kwam, waa hij er ook nog niet, moet je denken. Hoe, ziet hij er ui't! Is hij jong of oud, don ker of blond? i (Wordt vervolgd). I

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Nieuwsbode | 1941 | | pagina 1