Zierikzeesche CU Nieuwsbode """"Abdijsiroop Eieren vao jonge Hennen FLOW'S Hoenderbeschuit Vrijdag 2 Jan. 1931. iierikzeesche courant. l'f kSX.w"lS N V. VADEKUNDSCHE BANK ABONNEMENT: ADVERTENTIEN Inzending Advertentiën BEKENDMAKING. Elfde algemeene VOLKSTELLING. Uit Stad en Provlnoie. FEUILLETON. De wraak dar Verdrevenen. fSpringende Handen Kloosterbalsem 6% OBLIGATIEN a 100% N. A. KRIJNSE LOCKER 't Dreigend gevaar bij hoesten Prjji per B ■»»nd«» f 1,50, hauw per poit f 1,80. Voor het baltenlaad per jaar 10,-. Aiaoaderljjke aamaiere 5 oeal. Veraohgnt Mnd., Waad. ea Vrjjd. Tel. Ho. 82. - Portgiro 18T67T. tti 18 regel» #0 et»., ra» 4 regel» en daarboren 20 et», per regel. Eeelame» 30 et», p. regel. B{j oontraot belaagrgke korting. Intending op den dag Tan alt- gare vóór 10 or*. ■iteriljk 10 aur op du dog ■itgnf BURGEM. en WETH. van Zlarlkzee noodlgen de Ingezetenen dringend uit, de bij ben thuis bezorgde volkstelling en bedrljstelllngkaarten met de meeste nauwkeurigheid ln te vullen. Eventueel verlangde inlichtingen zullen verstrekt worden door de Volkstellers of ter Gemeente-Secretarie Zierikzee, 2 Januari 1931. Burgem. en Weth. yoornoemd, J. C. A. BANNINK. Burgem. P F "WITTERMANS, Secret. ZIERIKZEE. Vanaf 1 Januari 1931 be staat gelegenheid om in Dreischor, Kerx- werve, Schuddebeurs, Serooskerke en Noordgouwe belasting te betalen ,op de postkantoren aldaar. De zitdagen in die gemeenten zijn vervallen. DREISCHOR. Der traditie getrouw gaf de vereeniging „Thalia" alhier tus- schen Kerstmis en Nieuwe Jaar haar jaarlijksche uitvoering en wel op Dins dag 30 Dec. Voor een geheel volle zaal werd met een paar tooneelstukjes, ook een zangnummertje gegeven door een dameskoortje uit de leden der vereeni ging gerecruteerd, onder leiding van den heer J. W. v. Bloois. Het geheel vulde den avond en was eene aanleiding om de van ouds bekende Thalia-avonden met een gezellig samenzijn te vieren, waar aan de vroolijke tonen van het strijKje na afloop de gezelligheid verhoogde. OUWERKERK. Dinsdagavond 23 Dec. j.l. gaf de korfbalvereeniging haar jaar lijksche uitvoering. De voorzitter van dien avond, dhr. N. Bolijn, riep den talrijKe aanwezigen een hartelijk welkom toe. In 't bizonder den heer Burgemeester en ds. Drost, die door hun aanwezigheid blijk gaven mee te leven met deze club. Het afwisselende programma werd keu rig uitgevoerd. Vooral het 'blijspel „Me vrouw is op reis", en de gymn. standen, vielen zeer in den smaak. Ook de klucht „Meester Jeroen en zijn kweekeling", viel een daverend applaus ten deel. Van beide stukjes werden de rollen dan ook zeer goed vertolkt. Vioolmuziek en een voordracht zorgden voor de noodige af wisseling. Aan het eind dankte ds. Drost namens de aanwezigen de vereeniging voor den genoegelijken avond en ver klaarde, dat H.D.S. zijn hart geheel ge wonnen Ihad. Tenslotte dankte de voor zitter ds. Drost voor zijn gesproken woor den en den heer burgemeester voor zijn belangstelling, terwijl hij de aanwezigen aanspoorde om de belangstelling, die ze in het afgeloopen seizoen voor de club getoond hadden, te blijven toonen. Een bizonder gezellig bal, besloot deze ge- noegelijke avond. STAVEN1SSE. In de Maandag gehou den raadszitting was ingekomen een her- Uit het Engelsch van r J. S. FLETCHER. j (Nadruk verboden). 21 „Heelemaal niet", antwoordde Oliver opgewekt. „Louis John en ik zijn aan elkaar gewaagd! Hij komt nooit bij mij in huis en ik nooit bij hem. Zoo nu en dan spreek ik hem op straat! ,,'n Eigenaardige verhouding", lachte Rawlinson. „Op hetzelfde oogenblik kwam een dienstmeisje binnen en kondigde Oliver Louis John's bezoek aan. Oliver keek een moment stom-verbaasd. „Laat meneer hier komen", zei hij na een korte stilte. „Er is iets niet ln den haak", ver volgde hij tot Rawilson, „anders was de jongen niet zoo maar hier heen ge komen". Louis John kwam de kamer binnen. „Wel jongen", begon Oliver. „Wat is er aan de hand? Iets....? Louis John begroette Rawlinson vluch tig en wendde zich daarop haastig tot zijn vader. „Ik merk wel, dat U niets gehoord heb..." begon hij. „Gehoord? Waarvan?" viel Oliver hem ln de rede. „Het reservoir,...". Oliver werd bleek. „Het reservoir?", herhaalde hij. „Er is iets met het reservoir niet in orde", ging Louis John voort. „Wat weet ik niet precies. Ben vertelde het mij juist". „Hoe wist die het?" was Oliver's ver- Wonderde vraag. Doe het dit jaar beter dan den vorigen winter. Zorg dat ge een pot Akkers Kloosterbalsem in huis hebt, en bescherm Uw huid tegen inwerking van koude en vocht, door haar iederen avond voor het naar bed gaan, in te smeren met Akker's 99 Geen goud zoo goed" haald verzoek van het waterschap Sta- venisse, betreffende wijziging van art. 45 der politieverordening. Ged. Staten deelden mede, dat er in deze geen tegenstrijdigheid bestaat, zoodat B. en W. andermaal voorstellen tot afwijzing, waartoe wordt besloten. Van hooger hand is medegedeeld, dat het belastingstelsjel (lopcenten, klassificatie, enz.) is goedge keurd. Naar aanleiding van het schrijven van Ged. Staten, dat de regeling der jaar wedden van Burg. enz. koninklijk is goed gekeurd, ontspon zich veel discussie. De raad verklaarde zich in dezen tijd van malaise algemeen tegen verhooging en moest nu contre-coeur en onder protest deze regeling aanvaarden. Hiervan zal te Middelburg kennis gegeven warden. De pachtverlaging door het burg. armbe stuur is goedgekeurd. Een voorstel van B. en W. ,om intrekking van het op 14 Nov. 1.1. genomen besluit inzake haven en kadegelden, werd z. h. st. aangenomen, omdat verzekerd was, dat B. en W. ten spoedigste met nieuwe voorstellen in deze zullen komen. OUD-VOSSEMEER. Openb. vergadering, gehouden op) 23 Dec. Voorlezing geschiedt van een brief van het gemeentebestuur van St.-Annaland en van Tholen, de een houdende mededeeling, dat geen adhae- sie betuigd wordt aan het adres Oud- Viossemeer, de andere houdende bericht, dat een afwachtende houding zal worden aangenomen. D:e heer Daane verklaart met groote belangstelling kennis genomen te hebben van de verschillende raadsver- slagen, daarin hoorde men steeds van de bestuurstafels, dat het geen punt was voor de gemeenteraden, maar voor den Raad van Beheer met den Raad van aandeelhouders. Inmenging van den Raad was verkeerd. De meening, dat de ge- ge meenteraden zich niet met den finan ciëelen toestand van de Waterleiding heb ben in te laten, verklaart hij, heel zacht uitgedrukt, voor onzin. Het raadsverslag van Poortvliet liet wat licht door. Uit dit verslag bleek, dat de heeren Krul e. a. van het Rijkswaterleidingbureau den slechten financiëelen toestand met de leden van den Raad van Beheer bespro ken hebben. Na deze bespreking is het adres in de gemeenteraden behandeld, en men| sloeg van achter de verschillende bestuurstafels zóó eendrachtig op het zelfde aambeeld, dat een afspraak om het adres in de raadsvergaderingen te laten kelderen, moeilijk te ontkennen is. Eendrachtig samenwerken ware hier noodig geweest. De raad van Oud-Vos- semeer wil zich niet mengen in de zaken van den Raad van Beheer; de Raad van Oud-Vossemeer stak de behulpzame hand uit, en deze is hooghartig afgewezen. „Van een van de werklieden van de waterleiding.... 't Scheen geheim gehou den te moeten worden. Maar hij is zoo verstandig geweest om zijn mond open te doen". Oliver keek zijn zoon strak aan en stond langzaam op. „Een breuk in den dam?" vroeg hij langzaam, op 't ergste voorbereid. „We ten jullie, wat dat wel eens zou kunnen bet eekenen?" „Ik dacht er juist aan, wat je me een paar jaar geleden verteld hebt", ant woordde Rawlinson. „Je zei me toen, meen ikj dat een groot gedeelte van de stad finaal verwoest zou worden, als die dam daar doorbrak". „Juist", bevestigde Olivller zacht. „En niet alleen een groot gedeelte van Hal- firth, maar ook dat nieuwe huis van mij. Maar komaan!" riep hij op zijn ge wonen, energieken toon, terwijl hij op stand, „hier te blijven zitten geeft niets. Ik gaj onmiddellijk naar Crabtree en van daar naar den dam!" Louis John en Rawlinson stonden eveneens op. „Ik ga met U mee", zei Louis John. „U ook, meneer Rawlinson?" „Oliver trokl een lange jas aan en zette een pet op. Hij stond tot de anderen klaar waren, voortdurend in zichzelf te mompelen. Toen deed hij de voordeur open. „Pikdonker", zei hij. „God, als het toch eens gebeurde. Blijf vlak achter mij", vervolgde hij tot de anderen. Ik ken den weg precies". Vóór hen strekte het moerasland zich uit als een reusachtig onbewogen meer. De lucht was donker met jagende wol ken. Hier en daar fonkelde even een ster en nu en dan regende het. Zwijgend liep het drietal voort. „Er komt storm", zei Oliver plotseling zenuwachtig. „En wanneer er werkelijk een breuk in den dam is en het begint voor belaste Waarden, 'i-QRAV ENHAQE. met jaarlijksche uitloting. Verkrijgbaar bi] alle Kassiers Daarmede is niemand gebaat, óók de Maatschappij niet. De heer de Wilde zegt, dat hij uit een courantenverslag las, dat men te Stavenisse goed op de hoogte is. Dat kan waar zijn. Ieder jaar deed de heer IJsseldijkJ in den Raad een uitvoerig verslag over den financiëelen toestand. Het eene jaar hoorde men, dat het erg was, het andere jaar, dat het nog erger was. Zelfs sprak de heer IJsseldijk van totaal verliezen tot f 100.000. Zitten de leden van den raad nu alleen op hun plaats ,om die jammerklachten aan te hooren, dan is dit erg. Maar kan men de handen uit de mouwen steken en laat men dit na dan is het nog erger. Hij hoopt, dat de Minister alles nauw keurig zal' nagaan. Hierop geschiedt voor lezing van den brief van den Min. van Arbeid, Handel en Nijverheid van 22 Mei 1929. De voorzitter licht toe, dat er dus in dezen brief sprake is om 1 Januari 1933 de tarieven der waterleidingpennin gen te verhoogen, en dat de risico garantie is vergroot om te beletten, dat voor de tekorten der Maatschappij een beroep zal worden gedaan op de ge meentekassen. De. heer de Wilde zegt, dat de vergroote risico-garantie geen middel is, dat directe verbetering brengt, maar een middel, om' de zaak waarom het nu gaat, n.l. saneering van den financiëelen toestand, naar de toekomst te verschui ven. De Raad van Oud-V,ossemeer wil juist gaarne, dat de Maatschappij direct uit de misère wordt geholpen. Zijn ver gissingen gemaakt, dan moet men door tariefsverhooging de ingezeten-en niet voor die fouten laten bloeden. Dat is de blpdoeling van ons adres. De heer Daane zegt, dat hij duidelijk heeft hoo ren lezen „om te beletten dat een be roep op de gemeentekassen wordt ge daan", maar hoe kan in dien brief daar sprake van zijn als altijd gezegd en beloofd is, dat nooit een beroep op de gemeentekassen zal worden gedaan? Duidelijk heeft hij hooren lezen, dat het .in de bedoeling ligt om 5 Januari 1933 de tarieven te verhoogen. Hoe kan daar sprake van zijn, als altijd gezegd en beloofd is, dat de thans geldende tarie ven ook, na 1 Januari 1933 zullen gelden. Wil men het adres van Oud-Vossemeer goed lezen, want op „willen" komt het aan, dan ziet men, dat dit de bedoeling is. Gem beroep op de gemeentekas, nu niet en in de toekomst niet en geen verhooging van tarieven. Een man, een man, een woord, een woord! Het gaat niet tegen de waterleiding, die is nuttig1, maar men moet zijn woord gestand doen. Altijd heeft men gezegd, dat Vossemeer actie voert tegen de Waterleiding, en daarmede heeft men <ie zaak omgedraaid. De actie is alleen geweest om de voor waarden te doen maken en de beloften te doen nakomen, om te voorkomen, dat ingezetenen finaneiëel zullen opdraaien voor fouten van anderen. Hierop wordt te stormen, dan.... genadige hemel! Dan zul je wat beleven!" „Waarom zoudt U zich al ongerust maken en direct het slimste denken", merkte Louis John op geruststellende toon op. ,,'t Is heel goed mogelijk, dat het niets te beduiden heeft. Ik vond het alleen wenschelijk U even te waarschu wen. Men kan nooit weten!" „Maar Crabtree", hernam Oliver, „waar om heeft die me geen bericht gestuurd. Hij weet drommels goed, dat alles wat de waterleiding betreft, mij nog na aan het hart ligt, al ben ik dan geen lid meer van de commissie van bijstand". Rawlinson, die moeite had om Oliver bij te houden, vroeg zich af, hoe zijn vriend op zulk een stikdonkeren avond als dezen den weg kon vinden. Ze liepen langs een smal weggetje, dat zich dwars door het moerland kron kelde. Maar Oliver liep recht op den dam af, zonder een oogenblik te aar zelen. Na eenigen tijd kwamen ze aan een terreinverheffing. Oliver bleef een oogenblik staan en wees naar een licht, dat zich telkens verplaatste. „Er is iemand op den dam, met een lantaarn", zei hij. „Vooruit, onmiddel lijk er naar toe". Ze liepen zoo snel het in de duis ternis ging. Redhts van hen, heel in de verte, zagen ze een flauw licht in een of andere woning branden. Ze staken haastig een breeden weg over, die even eens het moerland doorsneed, én sloe gen een pad in, dat op den dam uit kwam. Het licht dat zij van den heuvel af gezien hadden, scheen langzaam dich terbij te komen. Oliver stond stil. „Dat is Crabtree zeker", zei hij. „We zullen even wachten tot hij hier is". In de verte klonk het geruisch van water. „Wat is dal geruisch, daar in de verte?" vroeg Rawlinson. „De sluizen", antwoordde Oliver. „Die gibakkan, licht vartoarbaar. 40-jarige reputatie! Proef balen ook voor droogyoeder leyert RENESSE. vastgesteld oen instructie voor het per soneel der openb. lagere school. Aan H.M. de Koningin zal verzocht worden om ontheffing van het bepaalde sub. 2 van art, 59 der L. O. wet 1920, waarna de vergadering wordt gesloten. KALENDERS 1931. De Nederl, Spoorwegen geven voor 1931 een uitstekend verzorgden, van repro ducties in diepdruk, betreffende deze dienst, uitgevoerden portefeuillekalen- der in octavoformaat uit. Van de firma Lakenman Ochtman te Zierikzee ontvingen we een weekkalender in teere kleuren, uitstekend verzorgd en gedrukt, terwijl het geheel op de zaak zelf werd vervaardigd. In de kalenders van de fa. v. d. Eist en Matthes te Amsterdam, zit een climax. Voor 1931 is ze weer beter. Nu nog op dikker en beter pa pier en ze voldoet aan hooge eischen. Ook nu weer bevat de kalender een kalksalpefcer prijsvraag, met als hoofd prijs een Ford-auto. becrt2i£e& MOSSELSTROOPERIJ Voor de rechtbank te Rotterdam heb ben terecht gestaan de 21-jarige J. J. d. J. en de 20-jarige G. J. d. J., beiden mosselenvisschers te Bruinisse, verdacht van diefstal in vereeniging van een hoe veelheid mosselen van een terrein, ver pacht aan C. Jumelet Jz., onder de ge meente Ouddorp, gepleegd op 21 Aug. Beide verdachten ontkenden. De opzichter L. v. d. Weele, had op 21 Aug. het toezicht op het mosselen- visschen gehad en doör zijn kijker, die 70 maal vergroot, gezien, dat verdachten met hun scheepje Bru. 37 op de percee- len 127 en 126 onder Ouddorp vischten, waarvan slechts één perceel hun eigen dom is. Getuige had met opzet het oog op deze beide mosselenvisschers gehou den, omdat1 ze reeds langer van dit soort strooperijen verdacht werden. Getuige heeft duidelijk het neerhalen en ophalen van de mosselkor gezien. Het O.M. achtte op grond van de ge tuigenverklaringen het bewijs geleverd. Jumelet had Zeeuwsche mosselen uitge zaaid, de verdachten hadden Zu,iderzee- mosselen op hun perceelen. Het O. M. en de rechter-commissaris hebben een onderzoek in loco ingesteld, dat de ver klaringen van de getuigen bevestigde. G. J. d. J. is in '192S reeds eens wegens strooperij van mosselen veroor deeld. Elk f 79, boete subs. 15 dagen hechtenis voor elk der verdachten. Die verdediger, mr. du Croo te Zierik zee, betoogde, dat zelfs al is bewezen, dat de Bru. 37 op perceel 126 gevischt dienen om het te veel aan water af te voeren. Het reservoir schijnt dus heele maal vol te zijn. Enfin, het zal niet lang meer duren of we weten precies hoe het met de zaak staat". „Jij daar, Crabtree?" riep hij na eenigen tijd, toen het licht vlak bij hen was. „Hier heen!" Een man dook op uit de duisternis en kwam haastig op hen toeloopen en hief zijn lantaarn omhoop. „U, mijnheer Carsdale?" vroeg hij ver wonderd. Oliver hield er niet van om onder dergelijke omstandigheden den tijd met onnoodig gepraat te verknoeien. „Is er iets?" vroeg hij streng. „Wie zegt dat? Hebt u dan iets ge hoord?" „Ja", verklaarde Oliver beslist, terwijl hij den hoofdopzichter strak aankeek. •„Een van je werklui heeft zich iets laten ontvallen. Vooruit Crabtree, geen geheim zinnigdoenerij alsjeblieft. Voor den dag ermee. Als er iets is, waarom heb je me dat dan niet oogenblikkelijk laten weten?" Crabtree aarzelde en keek tersluiks naar Rawlinson. „Wie is die meneer?" fluisterde hij Oliver in het oor. „Een goede vriend van me", antwoord de Oliver kortaf. „Je kunt me gerust zeggen wat je op het hart hebt". Crabtree aarzelde nog steeds. „Ik geloof dat het beter is, dat wij even naar mijn huis gaan. „Er is iets, of beter, er was iets, maar 'ilk weet waarachtig niet, of ik verantwoord ben met u te vertellen wat ik weet! In ieder geval kunnen we niet hier blij ven praten HOOFDTUK XVI.1 Zwijgend liepen ze over den dam voort en staken na eenigen tijd den weg over. Hoesten is de grootste vijand der adem halingsorganen, omdat die daardoor zwaar der moeten werken. Slijm is de oorzaak van het hoesten. Abdijsiroop werkt tot in de uiterste hoekjes op de slijmhaardjes, die zich overal in Uw luchtwegen hebben gevormd, hetzij door ziektekiemen, hetzij door aangroeiing. Millioenen kiemen broeien en kunnen oorzaak worden van borstkwalen. Abdijsiroop nu maakt de slijm los en neemt de oorzaak zachtjes weg, zonder de teere weefsels te beschadi gen. Daarom zoo geroemd bij: Uoeat, Bronchitis, Kinkhoest, Influenza, Griep» Voor de Borst" Alom verkrijgbaar. Prijs Fl. 1.50, Fl. 2.75, Fl. 4.50 Gebruik buitenshuls Abdijsiroop-Bonbons (60 cl.). Dan bespoedigt Ge Uw genezing. ABDIJSIROOP-BONBONS (Gestolde Abdijsiroop predikbeurten. Zondag 4 Januari te Zierikzee. Ned. Hex?. Kerk. Nieuwe Kerk. 10 ure, da, Barnouw. Kleine Kerk. 10 ure, ds. Gerritsen van Nieuwerkerk. 's Avonds 6.30 ure, ds. Pjjnacker Hordgk. Luth. Kerk. Geen dienst. Gexef. Kerk. 10, Leesdienst en 6 nre, ds. Elgersma. Ghx. Gexef. Kerk. 9.30, ds. Hoogendoorn, 2 Leesdienst en 6 are, ds Hoogendoorn. JKrangelisatie JexaSl. 10 en 7 are, Samenkomst. Oud-Geref. Gem. 9.30, 2 en 6 are, dhr. Blaak vaa Goudswaard. heeft, dan nog maar alleen vast staat, dat de bemanning daar heeft gevischt. D© bemanning, wie is dat? Er is een bijzondere verhouding aan boord. De schipper regelt de navigatie en de vis- scherij. Aan deze verdachten kan dus geen mededaderschap, ten hoogste mede plichtigheid worden ten laste gelegd. Een soortgelijk geval heeft zich in 1913 voor gedaan voor de voormalige rechtbank te Zierikzee, bij de behandeling van een overtreding van het baggerreglement toen de ondergeschikten werden vrijge sproken. Dif vonnis is in casatie door den Hoogen Raad bevestigd. Op deze gron den zal G. J. d. J. hier moeten worden vrijgesproken. Voor het overige vraagt pleiter clementie. onderwijs. Bij het dezer dagen vanwege de Ver. van Leeraren te Rotterdam gehouden Zij gingen recht op het licht af, dat zij op hun heenweg hadden gezien en dat kennelijk uit een huis kwam. Geen van allen sprak, alleen slaakte Oliver nu en dan een diepen zucht. Rawlinson begreep, wat er in het hoofd van zijn gastheer moest omgaan, Wanneer dit wa ter, dat zich nu als een effen vlakte voor hen uitstrekte, zich een weg door den dam zou banen, zou het niet lang meer duren, of Mir jam's sombere voor spelling zou worden vervuld: Oliver's nieuwe paleis waarop hij zoo trotsch was en dat hem schatten had gekost, zou/ Ja ls een kaartenhuis ineen storten. Toen ze bij de opzichterswoning aan kwamen, opende Crabtree het hek. Plot seling bleef hij staan en luisterde. „Als ik me niet vergis", zei hij, „hoor ik in de verte een auto aankomen. Ze ker mijnheer Washington. Ik had hem eigenlijk al eerder verwacht". „Dat is de voorzitter van de Com missie van bijstand voor de watervoor ziening", legde Oliver zijn gast fluis terend uit. En zich tot Crabtree wen dende, vervolgde hij: - „Weet hij er dan van af, Crabtree? Waarom heb je mij dan niets laten weten?" „Crabtree gaf niet direct antwoord; hij wachtte even tot hij de lichten van de naderende auto den hoek zag om komen. „Ik heb gehandeld volgens mijn op dracht, mijnheer Carsdale", zei hij toen. „Mijnheer Washington zal u beter kun nen inlichten; ik hem hem direct gerap porteerd wat er gebeurd is en heeft strikte orders gegeven om er met nie mand over te spreken". Het was inderdaad Mr. Washington, de president van de Commissie van Bijstand. De auto was nu bij het hek gekomen, stopte en de inzittende stapte er uit. (Wordt vervolgd). 'C. f

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Nieuwsbode | 1931 | | pagina 1