Zierikzeesche CU Nieuwsbode
""""Abdijsiroop
Eieren vao jonge Hennen
FLOW'S Hoenderbeschuit
Vrijdag 2 Jan. 1931. iierikzeesche courant. l'f kSX.w"lS
N V. VADEKUNDSCHE BANK
ABONNEMENT:
ADVERTENTIEN
Inzending Advertentiën
BEKENDMAKING.
Elfde algemeene
VOLKSTELLING.
Uit Stad en Provlnoie.
FEUILLETON.
De wraak dar Verdrevenen.
fSpringende
Handen
Kloosterbalsem
6% OBLIGATIEN a 100%
N. A. KRIJNSE LOCKER
't Dreigend gevaar
bij hoesten
Prjji per B ■»»nd«» f 1,50,
hauw per poit f 1,80. Voor het
baltenlaad per jaar 10,-.
Aiaoaderljjke aamaiere 5 oeal.
Veraohgnt Mnd., Waad. ea Vrjjd.
Tel. Ho. 82. - Portgiro 18T67T.
tti 18 regel» #0 et»., ra» 4
regel» en daarboren 20 et», per
regel. Eeelame» 30 et», p. regel.
B{j oontraot belaagrgke korting.
Intending op den dag Tan alt-
gare vóór 10 or*.
■iteriljk 10 aur op du dog ■itgnf
BURGEM. en WETH. van Zlarlkzee
noodlgen de Ingezetenen dringend uit,
de bij ben thuis bezorgde volkstelling
en bedrljstelllngkaarten met de meeste
nauwkeurigheid ln te vullen. Eventueel
verlangde inlichtingen zullen verstrekt
worden door de Volkstellers of ter
Gemeente-Secretarie
Zierikzee, 2 Januari 1931.
Burgem. en Weth. yoornoemd,
J. C. A. BANNINK. Burgem.
P F "WITTERMANS, Secret.
ZIERIKZEE. Vanaf 1 Januari 1931 be
staat gelegenheid om in Dreischor, Kerx-
werve, Schuddebeurs, Serooskerke en
Noordgouwe belasting te betalen ,op de
postkantoren aldaar. De zitdagen in die
gemeenten zijn vervallen.
DREISCHOR. Der traditie getrouw
gaf de vereeniging „Thalia" alhier tus-
schen Kerstmis en Nieuwe Jaar haar
jaarlijksche uitvoering en wel op Dins
dag 30 Dec. Voor een geheel volle zaal
werd met een paar tooneelstukjes, ook
een zangnummertje gegeven door een
dameskoortje uit de leden der vereeni
ging gerecruteerd, onder leiding van den
heer J. W. v. Bloois. Het geheel vulde
den avond en was eene aanleiding om
de van ouds bekende Thalia-avonden met
een gezellig samenzijn te vieren, waar
aan de vroolijke tonen van het strijKje
na afloop de gezelligheid verhoogde.
OUWERKERK. Dinsdagavond 23 Dec.
j.l. gaf de korfbalvereeniging haar jaar
lijksche uitvoering. De voorzitter van dien
avond, dhr. N. Bolijn, riep den talrijKe
aanwezigen een hartelijk welkom toe.
In 't bizonder den heer Burgemeester en
ds. Drost, die door hun aanwezigheid
blijk gaven mee te leven met deze club.
Het afwisselende programma werd keu
rig uitgevoerd. Vooral het 'blijspel „Me
vrouw is op reis", en de gymn. standen,
vielen zeer in den smaak. Ook de klucht
„Meester Jeroen en zijn kweekeling", viel
een daverend applaus ten deel. Van
beide stukjes werden de rollen dan ook
zeer goed vertolkt. Vioolmuziek en een
voordracht zorgden voor de noodige af
wisseling. Aan het eind dankte ds. Drost
namens de aanwezigen de vereeniging
voor den genoegelijken avond en ver
klaarde, dat H.D.S. zijn hart geheel ge
wonnen Ihad. Tenslotte dankte de voor
zitter ds. Drost voor zijn gesproken woor
den en den heer burgemeester voor zijn
belangstelling, terwijl hij de aanwezigen
aanspoorde om de belangstelling, die ze
in het afgeloopen seizoen voor de club
getoond hadden, te blijven toonen. Een
bizonder gezellig bal, besloot deze ge-
noegelijke avond.
STAVEN1SSE. In de Maandag gehou
den raadszitting was ingekomen een her-
Uit het Engelsch van
r J. S. FLETCHER.
j (Nadruk verboden).
21
„Heelemaal niet", antwoordde Oliver
opgewekt. „Louis John en ik zijn aan
elkaar gewaagd! Hij komt nooit bij mij
in huis en ik nooit bij hem. Zoo nu en
dan spreek ik hem op straat!
,,'n Eigenaardige verhouding", lachte
Rawlinson.
„Op hetzelfde oogenblik kwam een
dienstmeisje binnen en kondigde Oliver
Louis John's bezoek aan.
Oliver keek een moment stom-verbaasd.
„Laat meneer hier komen", zei hij na
een korte stilte.
„Er is iets niet ln den haak", ver
volgde hij tot Rawilson, „anders was de
jongen niet zoo maar hier heen ge
komen".
Louis John kwam de kamer binnen.
„Wel jongen", begon Oliver. „Wat is
er aan de hand? Iets....?
Louis John begroette Rawlinson vluch
tig en wendde zich daarop haastig tot
zijn vader.
„Ik merk wel, dat U niets gehoord
heb..." begon hij.
„Gehoord? Waarvan?" viel Oliver hem
ln de rede.
„Het reservoir,...".
Oliver werd bleek.
„Het reservoir?", herhaalde hij.
„Er is iets met het reservoir niet in
orde", ging Louis John voort. „Wat weet
ik niet precies. Ben vertelde het mij
juist".
„Hoe wist die het?" was Oliver's ver-
Wonderde vraag.
Doe het dit jaar beter dan den vorigen
winter. Zorg dat ge een pot Akkers
Kloosterbalsem in huis hebt, en bescherm
Uw huid tegen inwerking van koude en
vocht, door haar iederen avond voor het
naar bed gaan, in te smeren met Akker's
99 Geen goud
zoo goed"
haald verzoek van het waterschap Sta-
venisse, betreffende wijziging van art.
45 der politieverordening. Ged. Staten
deelden mede, dat er in deze geen
tegenstrijdigheid bestaat, zoodat B. en
W. andermaal voorstellen tot afwijzing,
waartoe wordt besloten. Van hooger hand
is medegedeeld, dat het belastingstelsjel
(lopcenten, klassificatie, enz.) is goedge
keurd.
Naar aanleiding van het schrijven van
Ged. Staten, dat de regeling der jaar
wedden van Burg. enz. koninklijk is goed
gekeurd, ontspon zich veel discussie. De
raad verklaarde zich in dezen tijd van
malaise algemeen tegen verhooging en
moest nu contre-coeur en onder protest
deze regeling aanvaarden. Hiervan zal
te Middelburg kennis gegeven warden.
De pachtverlaging door het burg. armbe
stuur is goedgekeurd. Een voorstel van
B. en W. ,om intrekking van het op 14
Nov. 1.1. genomen besluit inzake haven
en kadegelden, werd z. h. st. aangenomen,
omdat verzekerd was, dat B. en W. ten
spoedigste met nieuwe voorstellen in
deze zullen komen.
OUD-VOSSEMEER. Openb. vergadering,
gehouden op) 23 Dec. Voorlezing geschiedt
van een brief van het gemeentebestuur
van St.-Annaland en van Tholen, de een
houdende mededeeling, dat geen adhae-
sie betuigd wordt aan het adres Oud-
Viossemeer, de andere houdende bericht,
dat een afwachtende houding zal worden
aangenomen. D:e heer Daane verklaart
met groote belangstelling kennis genomen
te hebben van de verschillende raadsver-
slagen, daarin hoorde men steeds van
de bestuurstafels, dat het geen punt was
voor de gemeenteraden, maar voor den
Raad van Beheer met den Raad van
aandeelhouders. Inmenging van den Raad
was verkeerd. De meening, dat de ge-
ge meenteraden zich niet met den finan
ciëelen toestand van de Waterleiding heb
ben in te laten, verklaart hij, heel zacht
uitgedrukt, voor onzin. Het raadsverslag
van Poortvliet liet wat licht door. Uit
dit verslag bleek, dat de heeren Krul
e. a. van het Rijkswaterleidingbureau den
slechten financiëelen toestand met de
leden van den Raad van Beheer bespro
ken hebben. Na deze bespreking is het
adres in de gemeenteraden behandeld,
en men| sloeg van achter de verschillende
bestuurstafels zóó eendrachtig op het
zelfde aambeeld, dat een afspraak om
het adres in de raadsvergaderingen te
laten kelderen, moeilijk te ontkennen is.
Eendrachtig samenwerken ware hier
noodig geweest. De raad van Oud-Vos-
semeer wil zich niet mengen in de zaken
van den Raad van Beheer; de Raad van
Oud-Vossemeer stak de behulpzame hand
uit, en deze is hooghartig afgewezen.
„Van een van de werklieden van de
waterleiding.... 't Scheen geheim gehou
den te moeten worden. Maar hij is zoo
verstandig geweest om zijn mond open
te doen".
Oliver keek zijn zoon strak aan en
stond langzaam op.
„Een breuk in den dam?" vroeg hij
langzaam, op 't ergste voorbereid. „We
ten jullie, wat dat wel eens zou kunnen
bet eekenen?"
„Ik dacht er juist aan, wat je me een
paar jaar geleden verteld hebt", ant
woordde Rawlinson. „Je zei me toen,
meen ikj dat een groot gedeelte van de
stad finaal verwoest zou worden, als
die dam daar doorbrak".
„Juist", bevestigde Olivller zacht. „En
niet alleen een groot gedeelte van Hal-
firth, maar ook dat nieuwe huis van
mij. Maar komaan!" riep hij op zijn ge
wonen, energieken toon, terwijl hij op
stand, „hier te blijven zitten geeft niets.
Ik gaj onmiddellijk naar Crabtree en van
daar naar den dam!"
Louis John en Rawlinson stonden
eveneens op.
„Ik ga met U mee", zei Louis John.
„U ook, meneer Rawlinson?"
„Oliver trokl een lange jas aan en zette
een pet op. Hij stond tot de anderen
klaar waren, voortdurend in zichzelf te
mompelen. Toen deed hij de voordeur
open.
„Pikdonker", zei hij. „God, als het toch
eens gebeurde. Blijf vlak achter mij",
vervolgde hij tot de anderen. Ik ken den
weg precies".
Vóór hen strekte het moerasland zich
uit als een reusachtig onbewogen meer.
De lucht was donker met jagende wol
ken. Hier en daar fonkelde even een
ster en nu en dan regende het.
Zwijgend liep het drietal voort.
„Er komt storm", zei Oliver plotseling
zenuwachtig. „En wanneer er werkelijk
een breuk in den dam is en het begint
voor belaste Waarden,
'i-QRAV ENHAQE.
met jaarlijksche uitloting.
Verkrijgbaar bi] alle Kassiers
Daarmede is niemand gebaat, óók de
Maatschappij niet. De heer de Wilde zegt,
dat hij uit een courantenverslag las, dat
men te Stavenisse goed op de hoogte is.
Dat kan waar zijn. Ieder jaar deed de
heer IJsseldijkJ in den Raad een uitvoerig
verslag over den financiëelen toestand.
Het eene jaar hoorde men, dat het erg
was, het andere jaar, dat het nog erger
was. Zelfs sprak de heer IJsseldijk van
totaal verliezen tot f 100.000. Zitten de
leden van den raad nu alleen op hun
plaats ,om die jammerklachten aan te
hooren, dan is dit erg. Maar kan men
de handen uit de mouwen steken en
laat men dit na dan is het nog erger.
Hij hoopt, dat de Minister alles nauw
keurig zal' nagaan. Hierop geschiedt voor
lezing van den brief van den Min. van
Arbeid, Handel en Nijverheid van 22 Mei
1929. De voorzitter licht toe, dat er dus
in dezen brief sprake is om 1 Januari
1933 de tarieven der waterleidingpennin
gen te verhoogen, en dat de risico
garantie is vergroot om te beletten, dat
voor de tekorten der Maatschappij een
beroep zal worden gedaan op de ge
meentekassen. De. heer de Wilde zegt, dat
de vergroote risico-garantie geen middel
is, dat directe verbetering brengt, maar
een middel, om' de zaak waarom het nu
gaat, n.l. saneering van den financiëelen
toestand, naar de toekomst te verschui
ven. De Raad van Oud-V,ossemeer wil
juist gaarne, dat de Maatschappij direct
uit de misère wordt geholpen. Zijn ver
gissingen gemaakt, dan moet men door
tariefsverhooging de ingezeten-en niet
voor die fouten laten bloeden. Dat is
de blpdoeling van ons adres. De heer
Daane zegt, dat hij duidelijk heeft hoo
ren lezen „om te beletten dat een be
roep op de gemeentekassen wordt ge
daan", maar hoe kan in dien brief daar
sprake van zijn als altijd gezegd en
beloofd is, dat nooit een beroep op
de gemeentekassen zal worden gedaan?
Duidelijk heeft hij hooren lezen, dat het
.in de bedoeling ligt om 5 Januari 1933
de tarieven te verhoogen. Hoe kan daar
sprake van zijn, als altijd gezegd en
beloofd is, dat de thans geldende tarie
ven ook, na 1 Januari 1933 zullen gelden.
Wil men het adres van Oud-Vossemeer
goed lezen, want op „willen" komt het
aan, dan ziet men, dat dit de bedoeling
is. Gem beroep op de gemeentekas, nu
niet en in de toekomst niet en geen
verhooging van tarieven. Een man, een
man, een woord, een woord! Het gaat
niet tegen de waterleiding, die is nuttig1,
maar men moet zijn woord gestand doen.
Altijd heeft men gezegd, dat Vossemeer
actie voert tegen de Waterleiding, en
daarmede heeft men <ie zaak omgedraaid.
De actie is alleen geweest om de voor
waarden te doen maken en de beloften
te doen nakomen, om te voorkomen, dat
ingezetenen finaneiëel zullen opdraaien
voor fouten van anderen. Hierop wordt
te stormen, dan.... genadige hemel! Dan
zul je wat beleven!"
„Waarom zoudt U zich al ongerust
maken en direct het slimste denken",
merkte Louis John op geruststellende
toon op. ,,'t Is heel goed mogelijk, dat
het niets te beduiden heeft. Ik vond het
alleen wenschelijk U even te waarschu
wen. Men kan nooit weten!"
„Maar Crabtree", hernam Oliver, „waar
om heeft die me geen bericht gestuurd.
Hij weet drommels goed, dat alles wat
de waterleiding betreft, mij nog na aan
het hart ligt, al ben ik dan geen lid
meer van de commissie van bijstand".
Rawlinson, die moeite had om Oliver
bij te houden, vroeg zich af, hoe zijn
vriend op zulk een stikdonkeren avond
als dezen den weg kon vinden.
Ze liepen langs een smal weggetje, dat
zich dwars door het moerland kron
kelde. Maar Oliver liep recht op den
dam af, zonder een oogenblik te aar
zelen. Na eenigen tijd kwamen ze aan
een terreinverheffing. Oliver bleef een
oogenblik staan en wees naar een licht,
dat zich telkens verplaatste.
„Er is iemand op den dam, met een
lantaarn", zei hij. „Vooruit, onmiddel
lijk er naar toe".
Ze liepen zoo snel het in de duis
ternis ging. Redhts van hen, heel in de
verte, zagen ze een flauw licht in een
of andere woning branden. Ze staken
haastig een breeden weg over, die even
eens het moerland doorsneed, én sloe
gen een pad in, dat op den dam uit
kwam. Het licht dat zij van den heuvel
af gezien hadden, scheen langzaam dich
terbij te komen. Oliver stond stil.
„Dat is Crabtree zeker", zei hij. „We
zullen even wachten tot hij hier is".
In de verte klonk het geruisch van
water.
„Wat is dal geruisch, daar in de
verte?" vroeg Rawlinson.
„De sluizen", antwoordde Oliver. „Die
gibakkan, licht vartoarbaar.
40-jarige reputatie!
Proef balen ook voor droogyoeder leyert
RENESSE.
vastgesteld oen instructie voor het per
soneel der openb. lagere school. Aan
H.M. de Koningin zal verzocht worden
om ontheffing van het bepaalde sub. 2
van art, 59 der L. O. wet 1920, waarna de
vergadering wordt gesloten.
KALENDERS 1931.
De Nederl, Spoorwegen geven voor 1931
een uitstekend verzorgden, van repro
ducties in diepdruk, betreffende deze
dienst, uitgevoerden portefeuillekalen-
der in octavoformaat uit. Van de
firma Lakenman Ochtman te Zierikzee
ontvingen we een weekkalender in teere
kleuren, uitstekend verzorgd en gedrukt,
terwijl het geheel op de zaak zelf werd
vervaardigd. In de kalenders van de
fa. v. d. Eist en Matthes te Amsterdam,
zit een climax. Voor 1931 is ze weer
beter. Nu nog op dikker en beter pa
pier en ze voldoet aan hooge eischen.
Ook nu weer bevat de kalender een
kalksalpefcer prijsvraag, met als hoofd
prijs een Ford-auto.
becrt2i£e&
MOSSELSTROOPERIJ
Voor de rechtbank te Rotterdam heb
ben terecht gestaan de 21-jarige J. J. d.
J. en de 20-jarige G. J. d. J., beiden
mosselenvisschers te Bruinisse, verdacht
van diefstal in vereeniging van een hoe
veelheid mosselen van een terrein, ver
pacht aan C. Jumelet Jz., onder de ge
meente Ouddorp, gepleegd op 21 Aug.
Beide verdachten ontkenden.
De opzichter L. v. d. Weele, had op
21 Aug. het toezicht op het mosselen-
visschen gehad en doör zijn kijker, die
70 maal vergroot, gezien, dat verdachten
met hun scheepje Bru. 37 op de percee-
len 127 en 126 onder Ouddorp vischten,
waarvan slechts één perceel hun eigen
dom is. Getuige had met opzet het oog
op deze beide mosselenvisschers gehou
den, omdat1 ze reeds langer van dit soort
strooperijen verdacht werden. Getuige
heeft duidelijk het neerhalen en ophalen
van de mosselkor gezien.
Het O.M. achtte op grond van de ge
tuigenverklaringen het bewijs geleverd.
Jumelet had Zeeuwsche mosselen uitge
zaaid, de verdachten hadden Zu,iderzee-
mosselen op hun perceelen. Het O. M.
en de rechter-commissaris hebben een
onderzoek in loco ingesteld, dat de ver
klaringen van de getuigen bevestigde.
G. J. d. J. is in '192S reeds eens
wegens strooperij van mosselen veroor
deeld.
Elk f 79, boete subs. 15 dagen hechtenis
voor elk der verdachten.
Die verdediger, mr. du Croo te Zierik
zee, betoogde, dat zelfs al is bewezen,
dat de Bru. 37 op perceel 126 gevischt
dienen om het te veel aan water af te
voeren. Het reservoir schijnt dus heele
maal vol te zijn. Enfin, het zal niet
lang meer duren of we weten precies
hoe het met de zaak staat".
„Jij daar, Crabtree?" riep hij na eenigen
tijd, toen het licht vlak bij hen was.
„Hier heen!"
Een man dook op uit de duisternis en
kwam haastig op hen toeloopen en hief
zijn lantaarn omhoop.
„U, mijnheer Carsdale?" vroeg hij ver
wonderd.
Oliver hield er niet van om onder
dergelijke omstandigheden den tijd met
onnoodig gepraat te verknoeien.
„Is er iets?" vroeg hij streng.
„Wie zegt dat? Hebt u dan iets ge
hoord?"
„Ja", verklaarde Oliver beslist, terwijl
hij den hoofdopzichter strak aankeek.
•„Een van je werklui heeft zich iets laten
ontvallen. Vooruit Crabtree, geen geheim
zinnigdoenerij alsjeblieft. Voor den dag
ermee. Als er iets is, waarom heb je
me dat dan niet oogenblikkelijk laten
weten?"
Crabtree aarzelde en keek tersluiks
naar Rawlinson.
„Wie is die meneer?" fluisterde hij
Oliver in het oor.
„Een goede vriend van me", antwoord
de Oliver kortaf. „Je kunt me gerust
zeggen wat je op het hart hebt".
Crabtree aarzelde nog steeds.
„Ik geloof dat het beter is, dat wij
even naar mijn huis gaan. „Er is iets,
of beter, er was iets, maar 'ilk weet
waarachtig niet, of ik verantwoord ben
met u te vertellen wat ik weet! In
ieder geval kunnen we niet hier blij
ven praten
HOOFDTUK XVI.1
Zwijgend liepen ze over den dam voort
en staken na eenigen tijd den weg over.
Hoesten is de grootste vijand der adem
halingsorganen, omdat die daardoor zwaar
der moeten werken. Slijm is de oorzaak
van het hoesten. Abdijsiroop werkt tot
in de uiterste hoekjes op de slijmhaardjes,
die zich overal in Uw luchtwegen hebben
gevormd, hetzij door ziektekiemen, hetzij
door aangroeiing. Millioenen kiemen
broeien en kunnen oorzaak worden van
borstkwalen. Abdijsiroop nu maakt de
slijm los en neemt de oorzaak zachtjes
weg, zonder de teere weefsels te beschadi
gen. Daarom zoo geroemd bij: Uoeat,
Bronchitis, Kinkhoest, Influenza, Griep»
Voor de Borst"
Alom verkrijgbaar. Prijs Fl. 1.50, Fl. 2.75, Fl. 4.50
Gebruik buitenshuls Abdijsiroop-Bonbons
(60 cl.). Dan bespoedigt Ge Uw genezing.
ABDIJSIROOP-BONBONS (Gestolde Abdijsiroop
predikbeurten.
Zondag 4 Januari te Zierikzee.
Ned. Hex?. Kerk.
Nieuwe Kerk. 10 ure, da, Barnouw.
Kleine Kerk. 10 ure, ds. Gerritsen van
Nieuwerkerk.
's Avonds 6.30 ure, ds. Pjjnacker Hordgk.
Luth. Kerk.
Geen dienst.
Gexef. Kerk.
10, Leesdienst en 6 nre, ds. Elgersma.
Ghx. Gexef. Kerk.
9.30, ds. Hoogendoorn, 2 Leesdienst en 6
are, ds Hoogendoorn.
JKrangelisatie JexaSl.
10 en 7 are, Samenkomst.
Oud-Geref. Gem.
9.30, 2 en 6 are, dhr. Blaak vaa Goudswaard.
heeft, dan nog maar alleen vast staat,
dat de bemanning daar heeft gevischt.
D© bemanning, wie is dat? Er is een
bijzondere verhouding aan boord. De
schipper regelt de navigatie en de vis-
scherij. Aan deze verdachten kan dus
geen mededaderschap, ten hoogste mede
plichtigheid worden ten laste gelegd. Een
soortgelijk geval heeft zich in 1913 voor
gedaan voor de voormalige rechtbank te
Zierikzee, bij de behandeling van een
overtreding van het baggerreglement
toen de ondergeschikten werden vrijge
sproken. Dif vonnis is in casatie door den
Hoogen Raad bevestigd. Op deze gron
den zal G. J. d. J. hier moeten worden
vrijgesproken. Voor het overige vraagt
pleiter clementie.
onderwijs.
Bij het dezer dagen vanwege de Ver.
van Leeraren te Rotterdam gehouden
Zij gingen recht op het licht af, dat
zij op hun heenweg hadden gezien en
dat kennelijk uit een huis kwam. Geen
van allen sprak, alleen slaakte Oliver
nu en dan een diepen zucht. Rawlinson
begreep, wat er in het hoofd van zijn
gastheer moest omgaan, Wanneer dit wa
ter, dat zich nu als een effen vlakte
voor hen uitstrekte, zich een weg door
den dam zou banen, zou het niet lang
meer duren, of Mir jam's sombere voor
spelling zou worden vervuld: Oliver's
nieuwe paleis waarop hij zoo trotsch
was en dat hem schatten had gekost,
zou/ Ja ls een kaartenhuis ineen storten.
Toen ze bij de opzichterswoning aan
kwamen, opende Crabtree het hek. Plot
seling bleef hij staan en luisterde.
„Als ik me niet vergis", zei hij, „hoor
ik in de verte een auto aankomen. Ze
ker mijnheer Washington. Ik had hem
eigenlijk al eerder verwacht".
„Dat is de voorzitter van de Com
missie van bijstand voor de watervoor
ziening", legde Oliver zijn gast fluis
terend uit. En zich tot Crabtree wen
dende, vervolgde hij: -
„Weet hij er dan van af, Crabtree?
Waarom heb je mij dan niets laten
weten?"
„Crabtree gaf niet direct antwoord;
hij wachtte even tot hij de lichten van
de naderende auto den hoek zag om
komen.
„Ik heb gehandeld volgens mijn op
dracht, mijnheer Carsdale", zei hij toen.
„Mijnheer Washington zal u beter kun
nen inlichten; ik hem hem direct gerap
porteerd wat er gebeurd is en heeft
strikte orders gegeven om er met nie
mand over te spreken".
Het was inderdaad Mr. Washington, de
president van de Commissie van Bijstand.
De auto was nu bij het hek gekomen,
stopte en de inzittende stapte er uit.
(Wordt vervolgd).
'C. f