Zierikzeesche Nieuwsbode
Woensdag 20 Aug. 1924 zierikzeesche courant, jYSsTJLA'Si.
DIENSTPLICHT.
HINDERWET.
De misdaad alia eeuwen door.
ABONNEMENT:
Pr^a per I maanden f 1,50,
franco por poat f 1,80. Voor het
buitenland per jaar f 10,—.
Afzonderlijke nummers 5 oent.
Verschijnt Haandag, Woensdag
en Vrijdag.
ADVERTENTIÊN i
van 1—6 regels 60 eta. van i
regels en daarboven 20 ets. per
regel. Reclames 80 ets. p. regel.
BU contract belangrijke korting.
Inzending op den dag van uit
gave voor 11 ure.
A dvertentiën voor -
en Abonnementen
op dit Blad worden ook
aangenomen door den heer
J. W. B. F. BUIJZE, Stavenlsse.
Bekendmaking van uitspraak in zake
vrijstelling.
De BURGEMIESTER ran Zierixzbb maakt
bekend, dat bg besluit ran Zyne Excellentie
den Minster tan Oorlog, dd. 14 Augustus
1924. Vilde Afdeeling, No. 236 V aan MA-
RINUS CORNELIS FIERE, dienstplichtige
▼an de lichting 1923, met ingang van 1 No
vember 1924 voor één jaar vrijstelling van
den dienstplicht is verleend wegens kost
winnerschap.
Omtrent beroep tegen deze uitspraak enz
wordt verwezen naar de desbetreffende pu
blicatie aan het aanplakbord van het Raad
huis.
ZiB&iKBEBden 18 Augustus 1924.
De Burgemeester voornoemd,
A. J. F. FOKKER VAN CRATESTBYN
VAN RENGERSKERKE.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van
Zieeixzee maken bekend, dat het verzoek
van de CONTINENTAL PETROLEUM-COM
PANY, Willem Buytewechstraat 70b te Rot
terdam, om op het perceel, kadastraal bekend
in sectie A, nos. 1356 en 1357 een onder-
grondschen Benzinetank, groot 2000 Liter,
met meetpomp te mogen aanbrengen, door
hen is ingewilligd.
Zibrikzee, 18 Augustus 1924.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
A. J. F. FOKKER VAN CRAYESTEYN
VAN RENGERSKERKE, Burgemeester.
F. NAEREBOUT, W.d-Secretaris.
Srobeepl 332 heden
BUITENLAND.
Tusschen Sorofano en Castelnuovo, op
ongeveer 22 KiM. van Rome, nabij de
plaats waar het jasje van Matteotti was
teruggevonden, werd Zaterdag door poli
tiebeambten met speurhonden een in ver
ren staat van ontbinding zijnd lijk ge
vonden, waarvan men zeker is, dat het
't lijk van Matteotti is. Niet alleen de
met goud geplombeerde tanden, doch ook
het vinden van den trouwring heeft allen
twijfel opgeheven. Onder sterk politietoe
zicht is het lijk uitgegraven, waarbij
alleen de ambtenaren der justitie werden
toegelaten. Het lijk werd daarop door
carabinieri naar het dorp Riamo ge
bracht en in de kapel van het kerkhof
neergelegd. Carabinieri houden voor den
ingang de wacht. Het kerkhof is door
een vijftigtal carabinieri afgezet. Het
plaatsje Riamo maakt den indruk van
een belegerde plaats, tengevolge van de
vele politie, die opgecommandeerd is.
Waarschijnlijk zal het lijk naar Rogigo,
iMatteotti's geboorteplaats, worden over
gebracht.
Het bericht over het vinden van het
lijk van Matteotti heeft te Rome groote
sensatie gewekt; vooral in verband met
het proces tegen den moordenaar is de
vondst vtan het grootste belang, daar
deze, zoolang het lijk nog niet gevonden
Was, den moord ontkende.
De oppositionneele „Popoio" handhaaft
de meening, dat het lijk uit politieke
overwegingen geruimen tijd ergens an
ders is verborgen gehouden. Het blad
dringt aan op een onderzoek, of de ont
binding ook inderdaad heeft plaats ge
had daar, waar het lijk gevonden is.
De oogstresultatan In Busland.
Uit verschillende streken van Rusland
komen thans berichten over ongeregeld
heden en onrust onder de bevolking in
verband niet de jongste oogstresultaten'.
De sowjet-bladen, die deze feiten niet
verzwijgen, blijven spreken van een on
gegronde paniek, welke paniek intusschen
niet beperkt blijft tot bepaalde gedeel
ten van Rusland, maar zich als een Vrij
algemeen verschijnsel doet kennen. De
Ekon. Sjisnj merkt op, dat men ook te
jMoskou geenszins vrij is Van ongerust
heid over den toestand. Als bewijs daar
van kan dienen, dat de levensmiddelen-
prijzen op de Moskousche mérkt op 1
Augustus gemiddeld 100 pCt. waren geste
gen vergeleken bij 1 Juli.
Uit Charkof wordt bericht, dat bij den
Oekralnschen raad van volkscommissaris
sen tot nu toe 129 protesten van vakor
ganisaties tegen den voortgezétten graan-
uitvqer zijn ingekomen.
De echuldenkwestle.
De „Sunday Times" deelt over de con-
De vrouw zonder naam.
Het droge papier van gerechtelijke ac-
ten bergt menige diep in het mensc'helijk
leven ingrijpende tragedie in zich. Ver
borgen onöer "de vaak harteloos schij
nende wettelijk formules kent de rechts
zaal zulke tragedies in alle soorten. Geen
echter was in den loop der eeuwen van
zooi zonderlingen aard als die, welke
in de geschiedenis der rechtspraak be
kend staat als het geding van de .„vrouw
zonder naam" of de „valsche markiezin".
Deze geenszins valsche markiezin de
Douhalt het kan nu zonder bezwaar
worden gezegd was slachtoffer van
de hebzucht en het egoïsme van haar
broeder. En nu is bet zonderlinge, dat
niettegsnslaanae deze geschiedenis zich
afspeelt in een tijd, dat de revoltutie ge
heel Frankrijk onderstboven haalde, en
de revolutionairen er trotsch op waren
aan de zelfzucht der vroegere heersehen-
de klasse een einde te maken, het juist
de rechtbanken der revolutie zijn ge
weest. die het Wreede onrecht van "den
broeder van de markiezin, den graaf
de Champignelles, hebben bevestigd. Ter
wijl de revolutionairen anderen verdre
ven van het vaderlijk, hun rechtmatig
toekomend erf, het hun als een misdaad
aanrekenden, dat zij daar verblijf hiel
den, lieten zij dezen Champignelles, die
niet alleen tot de bezittende klasse be
hoorde, doch is er ook maar iets waar
van de klachten van zijn zuster een
volleerde schurk was, rustig in het be
zit van een hem geenszins toekomend
groot aomein, en stelden hem' in staat
de inkomsten ervan op ongestoorde wijze
te genieten. De markiezin procedeerde
jaren achtereen; de staatsvorm verander
de en werd van republiek consulaat en
keizerrijk; zij procedeerde door. Zij werd
door de intriges van haar broeder van
haar bezit beroofd nog ten tijde van
den ongelukkigen Lodewijk XVI; zij is
als de vrouw zonder naam gestorven
onder Lodewijk XVIII.
Adelaide Marie Rogres de Lusignan
ae Champignelles, afkomstig uit de streek
in de onmiddellijke nabijheid van Auxare.
geboren op 7 October 1741, huwde op
23-jarigen leeftijd met den markies de
Douhalt, die groote landelijke bezittingen
had geërfd, en dientengevolge een ver
mogend man was. Reeds korten tijd na
zijn huwelijk werd hij door plotselinge
Vlagen van krankzinnigheid aangegrepen,
en deze werden zóó erg, dat men hem
in 1766 in verzekerde bewaring moest
stellen, waarin hij tot aan zijn dood in
1787 bleef. De oude heer de Champig
nelles was reeds in 1784 gestorven, zulks
tengevolge van ae vele verdrietelijkheden,
die zijn zoon hem aandeed. Deze zelfde
zoon, de eenige broeder van de markie
zin de Douhalt, was het ook, die zijn
moeder een groot deel van de erfenis
betwistte; de voorwaarden van het tes
tament zijns vaders op onbillijke wijze
uitlegde, en zelfs de uitbetaling Van de
renté, waartoe hij zich tegenover zijn
moeder verplicht had, zóó weinig na
kwam. dat zii somwijlen als in armoede
leefde, terwijl zij toch op een jaarlijksch
inkomen van 60.000 francs in dien
tijd een heel vermogen recht kon doen
gelden. De moeder richtte zich meer dan
eens tot haar beide dochters; de oudste,
abdis der Dominikanen te Montargis, be
woog haar jongere zuster, de markiezin,
om ten gunste van de moeder tusschen-
beide te komen. Zij vertrok daartoe in
de laatste dagen van 1787 naar Parijs.
Zij had zich van het reisgezelschap van
een neef, een zekere De Lude willen ver
zekeren, maar deze, haar anders altijd
ten dienste staande, antwoordde niet op
haar schrijven, én zij vertrok dus alleen.
Te Argenton wilde zij afstappen aan het
huis van De Lude; deze bleek intusschen
naar Orleans vertrokken. Hem daar ont
moetende, deelde hij haar mede, dat het
hem heel slecht schikte haar te ontvan
gen, maar een zijner vrienden, een ze
keren De la Roncière, had zijn huis te
harer beschikking gesteld. Om dezen
evenwel zoo weinig mogelijk last te ver
oorzaken, raadde hij haar aan, 'haar
knecht en kamenier, die zij met zich
had genomen, te zijnent achter te laten
en alleen bij De la Roncière haar intrek
te nemen.
Zij bleef er een veertien dagen, en
stond op 15 Januari 1788 op> het punt
om te vertrekken, toen haar gastheer haar
voor den mooien ochtend, die het was,
een wandelrit in de omgeving van Or-
léans voorstelde. Zij nam de uitnoodiging
aan, en vanaf dat oogenblik verliet haar
geheugen haar, totdat zij zich weer her
innerde, korter of langer tijd daarna,
de Salpetrière te Parijs, de bekende ge
vangenis voor vrouwen van onzedelijk
gedrag, te zijn binnengetreden. Zij her
innerde zich nog flauwtjes, dat in het Tij
tuig, na een snuifje van den heer de la
Roncière te hebben genomen, plotseling
haar bewustzijn haar begaf; dat zij de
haar omringende zaken slechts flauw on
derscheidde; daarna was het eerste wat
zij zag de kamer in de Salpetrière. Haar
geheugen daarna opfrisschend, herinner
de zij zich wel, dat men er bij haar op
ferentie nog het volgende mede: Enge
land, Frankrijk, België en Italië zullen
tegen 15 September met Duitschland on
derhandelen over het sluiten van han
delsverdragen. MacDonald heeft verder
aan de andere geallieerden de verzeke
ring gegeven, dat de kwestie van de
intergeallieerde schulden spoedig zal
worden onderzocht. De Engelsche regee
ring heeft aan Frankrijk en België te
kennen gegeven, dat ook zij van mee
ning is, dat de militaire clausules van
het vredesverdrag door Duitschland moe
ten worden ten uitvoer gebracht, en dat
een onderzoek moet plaats hebben over
vijf punten van de»jongste geallieerde
nota aan Duitschland. De geallieerden
zullen op de aanstaande bijeenkomst van
den Volkenbond voorstellen, dat de Bond
pogingen gaat doen voor een algemeene
beperking der bewapening.
Het drama te Los Angeles.
In de geheimzinnige moordzaak te Los
Angeles, waarvan wij in het vorig num
mer melding maakten, is eenig nieuw
licht gekomen. Men weet dat een mevr.
Theresa Mors in haar kamer was dood-
gevonden met een kogelwond in het
hoofd en dat de „Kid", die in werke
lijkheid een andere naam heeft, er bij
was toen het schot gelost werd. Zelf
zeide de man, dat mevr. Mors zich het
leven had benomen en dat hij het niet
meer had kunnen beletten. Maar thans
zijn er dingen bekend geworden, die
met het verhaal van den „Kid" die
reeds preventief gevangen zit in tegen
spraak zijn. De politie heeft n.l. een
vrouw verhoord, die haar kamer heeft
onder die van de omgekomen mevr. Mors.
Die getuige was in den nacht van het
onheil wakker geworden van vrouwen-
gegil in de kamer boven haar. Even later
had zij twee mannen zien vluchten uit
de kamers van mevr. Mors. De politie
hecht aan dit verhaal groote waarde. In
de eerste plaats blijkt er uit op welk
uur precies de moord waarschijnlijk is
gepleegd en in de tweede plaats wofdt
er de waarschijnlijkheid door verzwakt
van het relaas, door Kid McCoy van de
tragedie gegeven. Op grond van de lijk
schouwing was het zelfmoordverhaal trou
wens al verdacht. De dokter had n.l. het
vermoeden uitgesproken dat het doode-
lijke schot gelost was op twee voet af
stand van het slachtoffer. De uitspraak
van de jury, die haar bevinding moes|t
uitspreken over hetgeen bij de lijkschou
wing was aan het licht gekpmen, luidde
dan ook: „doodgeschoten door een nog
onbekend persoon of onbekende per
sonen".
B I N N N L a"N"~D~'
Onweder boven Amsterdam.
Maandagmorgen om' eenige m'.nuten na
tienen ontlastte zich boven Amsterdam
een zeer kort, doch zwaar onweder, dat
gepaard ging met een hevige stortbui en
een harden wind. Bij een dier slagen
volgde een zware knal vlak op het blik
semlicht. Het bleek, dat de bliksem was
ingeslagen in het bovenhuis van perceel
Willemsparkweg 153. De brandweer werd
van verschillende kanten gealarmeerd en
rukte uit met de koolzuurspuit van den
post Leidscheplein, benevens met een mö-
torspuit en een ladderwagen van de
hoofdwacht Nieuwe Achtergracht.
Het bleek, dat een klein brandje in de
keuken was ontstaan, dat al heel spoedig
gebluscht was. Het hemellicht was op de
compositiepijp van de gasleiding gesla
gen en had deze gevolgd tot de keuken.
In dit vertrek liep de electrische lei
ding vlak boven de gaspijp, zoodat ook
eerstgenoemde getroffen werd en op
eenige punten gloeiing en smelting op
trad. Op hetzelfde oogenblik werden op
het bovenhuis van perceel Willemspark-
weg 157 eveneens brandverschijnsclen aan
de electrische leiding waargenomen. Het
licht bleef echter branden. Wel consta
teerde de brandweer, dat een gedeelte
der pannen van het dak, vermoedelijk
door de hevige dreuning verschoven wa
ren. Verschillende keeren is in dezen
hoek en in de onmiddellijke nabijheid
daarvan in den loop der jaren bliksem
schade geconstateerd. Hetgeen er weer
op wijst, dat de nabijheid van een tram
leiding en hooge boomen bij onweer weer
een matige beveiliging beteekent.
Terwijl de brandweer met haar mate
rieel op den Willemsparkweg was, be
vond de motorspuit van de hoofdwacht
Honlhorststraat zich op weg naar de o:pen
vlakte achter de Emmastraat, waar later
het Allebéplein zal worden aangelegd en
waar nu een tentenkamp van de vacantie-
school Julianastraat. De hevige wind had
O A P - fD doorl'»« bi Beüen (zadelpijn)
w I kunt gij gemakkelijk en dadelijk
InnnetN met den a,om geprezen
lOOpen AKKER'S KLOOSTERBALSEM.
had aangedrongen, dat zij nog denzelfden
avond naar Parijs zou vertrekken; zij
herinnerde zich ook, onderweg halt te
hebben gehouden, maar steeds door be
reidwillige handen te zijn geleid en zoo
genaamd te zijn verzorgd.
In de Salpetrière kwam zij geheel tot
zichzelve. Zij begreep wat haar overko
men was; dat men haar had misleid. Zij
noemde haar naam, maar men' sloeg er
geen acht op; men antwoordde haar,
dat zij zich vergiste, dat zij Blainvïlle
heette en dat wat zij vertelde pure fan
tasie was. Intusschen had men te Orleans
deri schijn aangenomen als was zij ge
storven; maar had haar plechtige uitvaart
gevierd; zegels op het kasteel geplaatsl
en deze opgeheven, toen aan het einde
van Januari 1788 daartoe door de oude
mevrouw de Champignelles toestemming
was gegeven. Haar broeder was in het
bezit gelreden van haar erfenis en be
heerde het uitgestrekte domein van Dou-
bault, en in dienzelfden tijd trachtte de
ongelukkige markiezin zich tevergeefs :n
de Salpalrière te doen herkennen. Einde
lijk slaagde zij erin, de waakzaamheid
der haar omringenden te verschalken, zij
richtte zich tot een machtige vriendin,
mevrouw ae Polignac, die er den be
trokken minister denzelfden Breteuil,
dien wij in de geschiedenis van het col
lier van Marie Antoinette hebben ont
moet van overtuigde, dat hij bedrogen
was, en die zoodooende medewerkte om
een wég te vinden, dat zij de Salpetrière
kon verlaten. Maar zij bevond zich al
leen te Parijs en dat op den avond van
13 Juli, voorafgaande aan de uitbarsting
der revolutie, in een Parijs, opgewonden
door volksleiders, en waar tromgeroffel
en krijgsgeschreeuw door alle straten
klonken. Zoover was zij bovendien nog
.van de waarheid verwijderd, dat zij be
sloot de hulp van haar broeder te gaan
inroepen, maar toen zij dezen bezocht,
veinsde hij haar niet te herkennen en
liet haar uit zijn huis wegjagen. Niets
van aeze ontvangst begrijpend, ging zij
naar een oom, die eveneens zeide, haar
niet te herkennen en die haar de valsche
mededeelmg deed, dat haar moeder over
leden was. Eerst bij mevr. de Polignac,
hoezeer ook onder den indruk verkeerend
van de gebeurtenissen dier dagen, die de
omgeving van het hof van Lodewijk XVI
en Marie Antoinette aangrepen, vond zij
een vriendelijk onthaal. Daar werd zij
door haar vroegere bekenden, onder wie
ook de prinses de Lamballe en de gra
vin de Luynes, herkend; ook. door Talley
rand. Zij vreesde echter een openbaar
schandaal; hoewel overtuigd dat men
baar had willen bedriegen, hoopte zij
eenige tenten uit elkaar gerukt en de
melding bij de brandweer luidde, dat er
kinderen onder lagen. Zoo erg was het
gelukkig niet. Wel vonden de brand-
wachts twee tenten plat op den grond
liggen en verschillende anderen in be
schadigden toestand. Maar van ongeluk
ken was gelukkig geen sprake. Natuur
lijk waren de kinderen ongeveer 100
hevig geschrokken. De leidsters, die
in het kamp aanwezig waren en die
flink optraden, wisten de kleinen spoe
dig te kalmeeren en hen bij elkaar te
houden. Want danig in de war door
den storm, het fellfe licht en de dreu
nende donderslagen, trachtten ze naar
alle kanten een goed heenkomen te zoe
ken. i
Ken woesteling.
De expediteur v. d. B. had een familie
van Bussumi naar Den Haag verhuisd.
Maar de rekening, die hij erover indiende
was, volgens de familie, veel te hoog.
Men kwam overeen, dat, daar de familie
Zondag een bezoek aan oude kennissen
te Bussum zou brengen, V. d. B. dan
daar zou komen om over de rekening te
spreken. Zondagmiddag nu vervoegde de
expediteur zich bij bedoelde familie aan
de Mecklenburglaan. De besprekingen
hadden echter niet het gewenschte resul
taat. De expediteur maakte zich hierover
zoo woedend, dat hij zijn schuldenaar
aanviel en zoolang sloeg,, dat de man
bewusteloos bleef liggen. Diens echtge-
noote, die haar man wilde helpen, gaf de
woesteling een stomp in den buik, zoodat
een dubbele breuk bekwam. De fami-
in wier huis het tooneel zich af
speelde, wilde de politie opbellen, doch
woeste.-ing kwam op 't telefoneeren-
meisje aan, sloeg haar den hoorn uit
hand en rukte het telefoontoestel van
den wand. Op het geschreeuw en tumult
werden de overburen opmerkzaam. Deze
telefoneerde om politie-assistentie.
Toen de politie verscheen had V. d. B.
reeds de vlucht genomen; hij bleef den
geheelen dag onvindbaar.
Hij werd Maandag in zijn woning ge
arresteerd. De toestand van 't mishinosl-
de echtpaar is zeer ernstig, hoewel niet
levensgevaarlijk. Zij mogen echter niet
naar Den Haag woruen vervoerd.
Geen a s. ontslag van Mr. Fock
als GoiiTerneur-Generaal.
Naar aanleiding van het bericht Van
het „H.bl.", dat mr. Fock het volgend
jaar als gouverneur-generaal van Ned.-
Indië zou worden opgevolgd door mr.
R- A. Zimmerman, verneemt de toN. Crt"
de
de
de
nog steeds met vredelievende middelen
in haar rechfen te kunnen worden her
steld.
Eindelijk gaf zij gevolg aan de haar
verstrekte raadgevingen; zij riep juridi
sche hulp in. Maar zij voorzag zicJh in
dit opzicht slecht, want het tweetal
rechtsgeleerden, een zekere Fleury en
een zekere Paris, die haar ter zijde
zouden staan, waren er niet ver vandaan
om slechts van haar te profiteeren. Voor
al met Paris was dit het geval. Voor
het voeren van haar proces had de mar-
kiezin natuurlijk geld noodig. Paris was
'bereid het haar te leenen tegen een in
tusschen exorbitant hooge rente. Tegelijk
bemerkte zij, dat Paris in de stukken,
die zij terzake van het proces zou onder
teekenen, van haar bevoegdheden trachtte
te verkrijgen, die geenszins met haar
waardigheid en haar inzichten strookten.
Zij weigerde dus te teekenen en Paris
maakte van de omstandigheden gebruik
om naar een der wijkcomité's te loopen,
die in deze rumoerige dagen de geschillen
tusschen de burgers beslechtten. Daar
deed hij het voorkomen als had hij haar
geld geleend, dat zij niet wenschte terug
te betalen; als ontkende zij zelfs alle
schuld. Voor het wijkoomité gebracht, be
streed z'lj de beweringen van Paris; toen
men haar niet op haar wbioird gelooven
wilde, kon zij, de in aristocratie opge
voede aristocrate, zich niet weerhouden
te vragen: „Maar ben ik hier dan in een
hol van dieven en roovers Die uitdruk
king, opgevat als minachting jegens het
comité, kwam' haar duur te staan, kostte
haar een maand gevangenisstraf. Men
trachtte Bailly, den moedigen maire van
Parijs, voor haar zaak te winnen, maar
hij had de handen ook niet vrij en het
eenige wat hij kon doen, 'was haar straf
verzachten. Zij bracht haar maand in
de gevangenis de la Force door; zag na
haar vertrek uit de gevangenis haar moe
der en ging vervolgens op weg om te
trachten haar recht te vinden.
Zoo klopte zij op 17 October 1791,
geheel in het zwart gekleed en het ge
laat door een sluier bedekt, aan de poort
van het kasteel van de Champignelles, on
geveer negen mijlen van Auxère verwij
derd aan; aan de poort dus Van het
kasteel, waarin zij zelf was opgevoed.
De concierge antwoordde haar, dat zijn
meester hem had verboden iemand te
laten binnentreden zonder voorafgaand
verlof, door hem geteekend. „Maar Saint
Loup, herken je me dan niet", vroeg de
markiezin, terwijl zij haar sluier op
lichtte, „ik ben je vroegere meesteres".
De man, die zijn orders had, veinsde haar
niet te herkennen; herkende haar wel
licht ook niet en dwong haar den ingang
te verlaten. Den volgenden dag, na in
de herberg den nacht te hebbën door
gebracht, was zij in de kerk; zij bad er
voor /de graven van haar ouders, en
reeds 'daardoor trok zij de opmerkzaam
heid van velen tot zich'. Menigeen der
kerkgangers wierp een verstolen blik op
haar en werd getroffen door haar ge
lijkenis met de markiezin de Douhault,
die "de brave dorpsbewoners allen inder
daad overleden dachten. Het praatje ging
van mond tot mond; toen zij de kerk
verliet, ging zij door een rij van belang
stellende toeschouwers. Haar sluier had
zij opgelicht, want hét Was in haar be
lang, herkend te worden door zoovelen
als slechts mogelijk was. En daaraan ont
brak het waarlijk niet.
Wat nu antwoordde de Champignelles
op 3e tot hem gerichte uitnoodiging om
zich voor het plaatselijk gerecht te St-
Fargeau gevestigd, te komen verantwoor
den Voorioopig niets, omdat de wette
lijke Vormen van dien tijd, die men nog
volledig in acht nam, voorschreven, dat
eerst de eiscfaeres in een zoodanige zaak
nauwkeurig moest worden ondervraagd.
Nu moet worden opgemerkt, dat in zoo
verre het proces van de markiezin de
Douhault niet als een aanklacht tegen de
rechtspraak dier tijden mag gelden, wijl
zij zich op haar verdediging slecht had
voorbereid en in de verschillende in
stanties ook over slechte verdedigers be
schikte. Na herkend te zijn door een
groot aantal betrouwbare getuigen, werd
zij door het gerecht aan een reeks van
niet minder dan 115 vragen onderworpen;
vragen, die slechts door de markiezin die
Douhault en moeilijk door een bedriegster
op bevredigende wijze konden Worden
beantwoord. Maar daarbij beging zij eene
vergissing, te verstaan wanneer men be
denkt wat zij in de laatste jaren had
doorgemaakt, maar niettemin als een on
vergeeflijke fout te beschouwen. De
Champignelles toch' had gezegd in haar
slechts te herkennen een zekere Anne
Buirette, gehuwd niet een zekeren Bau-
din, die naar zijn zeggen op 3 Januari
1786 de Salpetrière zou zijn binnengetre
den, En in antwoord op de haar gestelde
vraag, wanneer zij de Salpetrière had be
treden, nam1 de markiezin dezen datum'
over. Een ieder kon gevoelen, dat de da
tum onjuist moest zijn, want eerst aan
het einde van 1787 was zij naar Parijs
vertrokken; een ieder had haar hier te
Auxère en omgeving zien rondloopen;
was zij werkelijk een oplichtster, dan
was het haar, bjjjkbaar in het bezit ge
raakt van zoovele intieme bijzonderheden,
"niet moeilijk gevallen om ook op de