Zierikzeesche Nieuwsbode Woensdag 20 Aug. 1924 zierikzeesche courant, jYSsTJLA'Si. DIENSTPLICHT. HINDERWET. De misdaad alia eeuwen door. ABONNEMENT: Pr^a per I maanden f 1,50, franco por poat f 1,80. Voor het buitenland per jaar f 10,—. Afzonderlijke nummers 5 oent. Verschijnt Haandag, Woensdag en Vrijdag. ADVERTENTIÊN i van 1—6 regels 60 eta. van i regels en daarboven 20 ets. per regel. Reclames 80 ets. p. regel. BU contract belangrijke korting. Inzending op den dag van uit gave voor 11 ure. A dvertentiën voor - en Abonnementen op dit Blad worden ook aangenomen door den heer J. W. B. F. BUIJZE, Stavenlsse. Bekendmaking van uitspraak in zake vrijstelling. De BURGEMIESTER ran Zierixzbb maakt bekend, dat bg besluit ran Zyne Excellentie den Minster tan Oorlog, dd. 14 Augustus 1924. Vilde Afdeeling, No. 236 V aan MA- RINUS CORNELIS FIERE, dienstplichtige ▼an de lichting 1923, met ingang van 1 No vember 1924 voor één jaar vrijstelling van den dienstplicht is verleend wegens kost winnerschap. Omtrent beroep tegen deze uitspraak enz wordt verwezen naar de desbetreffende pu blicatie aan het aanplakbord van het Raad huis. ZiB&iKBEBden 18 Augustus 1924. De Burgemeester voornoemd, A. J. F. FOKKER VAN CRATESTBYN VAN RENGERSKERKE. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Zieeixzee maken bekend, dat het verzoek van de CONTINENTAL PETROLEUM-COM PANY, Willem Buytewechstraat 70b te Rot terdam, om op het perceel, kadastraal bekend in sectie A, nos. 1356 en 1357 een onder- grondschen Benzinetank, groot 2000 Liter, met meetpomp te mogen aanbrengen, door hen is ingewilligd. Zibrikzee, 18 Augustus 1924. Burgemeester en Wethouders voornoemd, A. J. F. FOKKER VAN CRAYESTEYN VAN RENGERSKERKE, Burgemeester. F. NAEREBOUT, W.d-Secretaris. Srobeepl 332 heden BUITENLAND. Tusschen Sorofano en Castelnuovo, op ongeveer 22 KiM. van Rome, nabij de plaats waar het jasje van Matteotti was teruggevonden, werd Zaterdag door poli tiebeambten met speurhonden een in ver ren staat van ontbinding zijnd lijk ge vonden, waarvan men zeker is, dat het 't lijk van Matteotti is. Niet alleen de met goud geplombeerde tanden, doch ook het vinden van den trouwring heeft allen twijfel opgeheven. Onder sterk politietoe zicht is het lijk uitgegraven, waarbij alleen de ambtenaren der justitie werden toegelaten. Het lijk werd daarop door carabinieri naar het dorp Riamo ge bracht en in de kapel van het kerkhof neergelegd. Carabinieri houden voor den ingang de wacht. Het kerkhof is door een vijftigtal carabinieri afgezet. Het plaatsje Riamo maakt den indruk van een belegerde plaats, tengevolge van de vele politie, die opgecommandeerd is. Waarschijnlijk zal het lijk naar Rogigo, iMatteotti's geboorteplaats, worden over gebracht. Het bericht over het vinden van het lijk van Matteotti heeft te Rome groote sensatie gewekt; vooral in verband met het proces tegen den moordenaar is de vondst vtan het grootste belang, daar deze, zoolang het lijk nog niet gevonden Was, den moord ontkende. De oppositionneele „Popoio" handhaaft de meening, dat het lijk uit politieke overwegingen geruimen tijd ergens an ders is verborgen gehouden. Het blad dringt aan op een onderzoek, of de ont binding ook inderdaad heeft plaats ge had daar, waar het lijk gevonden is. De oogstresultatan In Busland. Uit verschillende streken van Rusland komen thans berichten over ongeregeld heden en onrust onder de bevolking in verband niet de jongste oogstresultaten'. De sowjet-bladen, die deze feiten niet verzwijgen, blijven spreken van een on gegronde paniek, welke paniek intusschen niet beperkt blijft tot bepaalde gedeel ten van Rusland, maar zich als een Vrij algemeen verschijnsel doet kennen. De Ekon. Sjisnj merkt op, dat men ook te jMoskou geenszins vrij is Van ongerust heid over den toestand. Als bewijs daar van kan dienen, dat de levensmiddelen- prijzen op de Moskousche mérkt op 1 Augustus gemiddeld 100 pCt. waren geste gen vergeleken bij 1 Juli. Uit Charkof wordt bericht, dat bij den Oekralnschen raad van volkscommissaris sen tot nu toe 129 protesten van vakor ganisaties tegen den voortgezétten graan- uitvqer zijn ingekomen. De echuldenkwestle. De „Sunday Times" deelt over de con- De vrouw zonder naam. Het droge papier van gerechtelijke ac- ten bergt menige diep in het mensc'helijk leven ingrijpende tragedie in zich. Ver borgen onöer "de vaak harteloos schij nende wettelijk formules kent de rechts zaal zulke tragedies in alle soorten. Geen echter was in den loop der eeuwen van zooi zonderlingen aard als die, welke in de geschiedenis der rechtspraak be kend staat als het geding van de .„vrouw zonder naam" of de „valsche markiezin". Deze geenszins valsche markiezin de Douhalt het kan nu zonder bezwaar worden gezegd was slachtoffer van de hebzucht en het egoïsme van haar broeder. En nu is bet zonderlinge, dat niettegsnslaanae deze geschiedenis zich afspeelt in een tijd, dat de revoltutie ge heel Frankrijk onderstboven haalde, en de revolutionairen er trotsch op waren aan de zelfzucht der vroegere heersehen- de klasse een einde te maken, het juist de rechtbanken der revolutie zijn ge weest. die het Wreede onrecht van "den broeder van de markiezin, den graaf de Champignelles, hebben bevestigd. Ter wijl de revolutionairen anderen verdre ven van het vaderlijk, hun rechtmatig toekomend erf, het hun als een misdaad aanrekenden, dat zij daar verblijf hiel den, lieten zij dezen Champignelles, die niet alleen tot de bezittende klasse be hoorde, doch is er ook maar iets waar van de klachten van zijn zuster een volleerde schurk was, rustig in het be zit van een hem geenszins toekomend groot aomein, en stelden hem' in staat de inkomsten ervan op ongestoorde wijze te genieten. De markiezin procedeerde jaren achtereen; de staatsvorm verander de en werd van republiek consulaat en keizerrijk; zij procedeerde door. Zij werd door de intriges van haar broeder van haar bezit beroofd nog ten tijde van den ongelukkigen Lodewijk XVI; zij is als de vrouw zonder naam gestorven onder Lodewijk XVIII. Adelaide Marie Rogres de Lusignan ae Champignelles, afkomstig uit de streek in de onmiddellijke nabijheid van Auxare. geboren op 7 October 1741, huwde op 23-jarigen leeftijd met den markies de Douhalt, die groote landelijke bezittingen had geërfd, en dientengevolge een ver mogend man was. Reeds korten tijd na zijn huwelijk werd hij door plotselinge Vlagen van krankzinnigheid aangegrepen, en deze werden zóó erg, dat men hem in 1766 in verzekerde bewaring moest stellen, waarin hij tot aan zijn dood in 1787 bleef. De oude heer de Champig nelles was reeds in 1784 gestorven, zulks tengevolge van ae vele verdrietelijkheden, die zijn zoon hem aandeed. Deze zelfde zoon, de eenige broeder van de markie zin de Douhalt, was het ook, die zijn moeder een groot deel van de erfenis betwistte; de voorwaarden van het tes tament zijns vaders op onbillijke wijze uitlegde, en zelfs de uitbetaling Van de renté, waartoe hij zich tegenover zijn moeder verplicht had, zóó weinig na kwam. dat zii somwijlen als in armoede leefde, terwijl zij toch op een jaarlijksch inkomen van 60.000 francs in dien tijd een heel vermogen recht kon doen gelden. De moeder richtte zich meer dan eens tot haar beide dochters; de oudste, abdis der Dominikanen te Montargis, be woog haar jongere zuster, de markiezin, om ten gunste van de moeder tusschen- beide te komen. Zij vertrok daartoe in de laatste dagen van 1787 naar Parijs. Zij had zich van het reisgezelschap van een neef, een zekere De Lude willen ver zekeren, maar deze, haar anders altijd ten dienste staande, antwoordde niet op haar schrijven, én zij vertrok dus alleen. Te Argenton wilde zij afstappen aan het huis van De Lude; deze bleek intusschen naar Orleans vertrokken. Hem daar ont moetende, deelde hij haar mede, dat het hem heel slecht schikte haar te ontvan gen, maar een zijner vrienden, een ze keren De la Roncière, had zijn huis te harer beschikking gesteld. Om dezen evenwel zoo weinig mogelijk last te ver oorzaken, raadde hij haar aan, 'haar knecht en kamenier, die zij met zich had genomen, te zijnent achter te laten en alleen bij De la Roncière haar intrek te nemen. Zij bleef er een veertien dagen, en stond op 15 Januari 1788 op> het punt om te vertrekken, toen haar gastheer haar voor den mooien ochtend, die het was, een wandelrit in de omgeving van Or- léans voorstelde. Zij nam de uitnoodiging aan, en vanaf dat oogenblik verliet haar geheugen haar, totdat zij zich weer her innerde, korter of langer tijd daarna, de Salpetrière te Parijs, de bekende ge vangenis voor vrouwen van onzedelijk gedrag, te zijn binnengetreden. Zij her innerde zich nog flauwtjes, dat in het Tij tuig, na een snuifje van den heer de la Roncière te hebben genomen, plotseling haar bewustzijn haar begaf; dat zij de haar omringende zaken slechts flauw on derscheidde; daarna was het eerste wat zij zag de kamer in de Salpetrière. Haar geheugen daarna opfrisschend, herinner de zij zich wel, dat men er bij haar op ferentie nog het volgende mede: Enge land, Frankrijk, België en Italië zullen tegen 15 September met Duitschland on derhandelen over het sluiten van han delsverdragen. MacDonald heeft verder aan de andere geallieerden de verzeke ring gegeven, dat de kwestie van de intergeallieerde schulden spoedig zal worden onderzocht. De Engelsche regee ring heeft aan Frankrijk en België te kennen gegeven, dat ook zij van mee ning is, dat de militaire clausules van het vredesverdrag door Duitschland moe ten worden ten uitvoer gebracht, en dat een onderzoek moet plaats hebben over vijf punten van de»jongste geallieerde nota aan Duitschland. De geallieerden zullen op de aanstaande bijeenkomst van den Volkenbond voorstellen, dat de Bond pogingen gaat doen voor een algemeene beperking der bewapening. Het drama te Los Angeles. In de geheimzinnige moordzaak te Los Angeles, waarvan wij in het vorig num mer melding maakten, is eenig nieuw licht gekomen. Men weet dat een mevr. Theresa Mors in haar kamer was dood- gevonden met een kogelwond in het hoofd en dat de „Kid", die in werke lijkheid een andere naam heeft, er bij was toen het schot gelost werd. Zelf zeide de man, dat mevr. Mors zich het leven had benomen en dat hij het niet meer had kunnen beletten. Maar thans zijn er dingen bekend geworden, die met het verhaal van den „Kid" die reeds preventief gevangen zit in tegen spraak zijn. De politie heeft n.l. een vrouw verhoord, die haar kamer heeft onder die van de omgekomen mevr. Mors. Die getuige was in den nacht van het onheil wakker geworden van vrouwen- gegil in de kamer boven haar. Even later had zij twee mannen zien vluchten uit de kamers van mevr. Mors. De politie hecht aan dit verhaal groote waarde. In de eerste plaats blijkt er uit op welk uur precies de moord waarschijnlijk is gepleegd en in de tweede plaats wofdt er de waarschijnlijkheid door verzwakt van het relaas, door Kid McCoy van de tragedie gegeven. Op grond van de lijk schouwing was het zelfmoordverhaal trou wens al verdacht. De dokter had n.l. het vermoeden uitgesproken dat het doode- lijke schot gelost was op twee voet af stand van het slachtoffer. De uitspraak van de jury, die haar bevinding moes|t uitspreken over hetgeen bij de lijkschou wing was aan het licht gekpmen, luidde dan ook: „doodgeschoten door een nog onbekend persoon of onbekende per sonen". B I N N N L a"N"~D~' Onweder boven Amsterdam. Maandagmorgen om' eenige m'.nuten na tienen ontlastte zich boven Amsterdam een zeer kort, doch zwaar onweder, dat gepaard ging met een hevige stortbui en een harden wind. Bij een dier slagen volgde een zware knal vlak op het blik semlicht. Het bleek, dat de bliksem was ingeslagen in het bovenhuis van perceel Willemsparkweg 153. De brandweer werd van verschillende kanten gealarmeerd en rukte uit met de koolzuurspuit van den post Leidscheplein, benevens met een mö- torspuit en een ladderwagen van de hoofdwacht Nieuwe Achtergracht. Het bleek, dat een klein brandje in de keuken was ontstaan, dat al heel spoedig gebluscht was. Het hemellicht was op de compositiepijp van de gasleiding gesla gen en had deze gevolgd tot de keuken. In dit vertrek liep de electrische lei ding vlak boven de gaspijp, zoodat ook eerstgenoemde getroffen werd en op eenige punten gloeiing en smelting op trad. Op hetzelfde oogenblik werden op het bovenhuis van perceel Willemspark- weg 157 eveneens brandverschijnsclen aan de electrische leiding waargenomen. Het licht bleef echter branden. Wel consta teerde de brandweer, dat een gedeelte der pannen van het dak, vermoedelijk door de hevige dreuning verschoven wa ren. Verschillende keeren is in dezen hoek en in de onmiddellijke nabijheid daarvan in den loop der jaren bliksem schade geconstateerd. Hetgeen er weer op wijst, dat de nabijheid van een tram leiding en hooge boomen bij onweer weer een matige beveiliging beteekent. Terwijl de brandweer met haar mate rieel op den Willemsparkweg was, be vond de motorspuit van de hoofdwacht Honlhorststraat zich op weg naar de o:pen vlakte achter de Emmastraat, waar later het Allebéplein zal worden aangelegd en waar nu een tentenkamp van de vacantie- school Julianastraat. De hevige wind had O A P - fD doorl'»« bi Beüen (zadelpijn) w I kunt gij gemakkelijk en dadelijk InnnetN met den a,om geprezen lOOpen AKKER'S KLOOSTERBALSEM. had aangedrongen, dat zij nog denzelfden avond naar Parijs zou vertrekken; zij herinnerde zich ook, onderweg halt te hebben gehouden, maar steeds door be reidwillige handen te zijn geleid en zoo genaamd te zijn verzorgd. In de Salpetrière kwam zij geheel tot zichzelve. Zij begreep wat haar overko men was; dat men haar had misleid. Zij noemde haar naam, maar men' sloeg er geen acht op; men antwoordde haar, dat zij zich vergiste, dat zij Blainvïlle heette en dat wat zij vertelde pure fan tasie was. Intusschen had men te Orleans deri schijn aangenomen als was zij ge storven; maar had haar plechtige uitvaart gevierd; zegels op het kasteel geplaatsl en deze opgeheven, toen aan het einde van Januari 1788 daartoe door de oude mevrouw de Champignelles toestemming was gegeven. Haar broeder was in het bezit gelreden van haar erfenis en be heerde het uitgestrekte domein van Dou- bault, en in dienzelfden tijd trachtte de ongelukkige markiezin zich tevergeefs :n de Salpalrière te doen herkennen. Einde lijk slaagde zij erin, de waakzaamheid der haar omringenden te verschalken, zij richtte zich tot een machtige vriendin, mevrouw ae Polignac, die er den be trokken minister denzelfden Breteuil, dien wij in de geschiedenis van het col lier van Marie Antoinette hebben ont moet van overtuigde, dat hij bedrogen was, en die zoodooende medewerkte om een wég te vinden, dat zij de Salpetrière kon verlaten. Maar zij bevond zich al leen te Parijs en dat op den avond van 13 Juli, voorafgaande aan de uitbarsting der revolutie, in een Parijs, opgewonden door volksleiders, en waar tromgeroffel en krijgsgeschreeuw door alle straten klonken. Zoover was zij bovendien nog .van de waarheid verwijderd, dat zij be sloot de hulp van haar broeder te gaan inroepen, maar toen zij dezen bezocht, veinsde hij haar niet te herkennen en liet haar uit zijn huis wegjagen. Niets van aeze ontvangst begrijpend, ging zij naar een oom, die eveneens zeide, haar niet te herkennen en die haar de valsche mededeelmg deed, dat haar moeder over leden was. Eerst bij mevr. de Polignac, hoezeer ook onder den indruk verkeerend van de gebeurtenissen dier dagen, die de omgeving van het hof van Lodewijk XVI en Marie Antoinette aangrepen, vond zij een vriendelijk onthaal. Daar werd zij door haar vroegere bekenden, onder wie ook de prinses de Lamballe en de gra vin de Luynes, herkend; ook. door Talley rand. Zij vreesde echter een openbaar schandaal; hoewel overtuigd dat men baar had willen bedriegen, hoopte zij eenige tenten uit elkaar gerukt en de melding bij de brandweer luidde, dat er kinderen onder lagen. Zoo erg was het gelukkig niet. Wel vonden de brand- wachts twee tenten plat op den grond liggen en verschillende anderen in be schadigden toestand. Maar van ongeluk ken was gelukkig geen sprake. Natuur lijk waren de kinderen ongeveer 100 hevig geschrokken. De leidsters, die in het kamp aanwezig waren en die flink optraden, wisten de kleinen spoe dig te kalmeeren en hen bij elkaar te houden. Want danig in de war door den storm, het fellfe licht en de dreu nende donderslagen, trachtten ze naar alle kanten een goed heenkomen te zoe ken. i Ken woesteling. De expediteur v. d. B. had een familie van Bussumi naar Den Haag verhuisd. Maar de rekening, die hij erover indiende was, volgens de familie, veel te hoog. Men kwam overeen, dat, daar de familie Zondag een bezoek aan oude kennissen te Bussum zou brengen, V. d. B. dan daar zou komen om over de rekening te spreken. Zondagmiddag nu vervoegde de expediteur zich bij bedoelde familie aan de Mecklenburglaan. De besprekingen hadden echter niet het gewenschte resul taat. De expediteur maakte zich hierover zoo woedend, dat hij zijn schuldenaar aanviel en zoolang sloeg,, dat de man bewusteloos bleef liggen. Diens echtge- noote, die haar man wilde helpen, gaf de woesteling een stomp in den buik, zoodat een dubbele breuk bekwam. De fami- in wier huis het tooneel zich af speelde, wilde de politie opbellen, doch woeste.-ing kwam op 't telefoneeren- meisje aan, sloeg haar den hoorn uit hand en rukte het telefoontoestel van den wand. Op het geschreeuw en tumult werden de overburen opmerkzaam. Deze telefoneerde om politie-assistentie. Toen de politie verscheen had V. d. B. reeds de vlucht genomen; hij bleef den geheelen dag onvindbaar. Hij werd Maandag in zijn woning ge arresteerd. De toestand van 't mishinosl- de echtpaar is zeer ernstig, hoewel niet levensgevaarlijk. Zij mogen echter niet naar Den Haag woruen vervoerd. Geen a s. ontslag van Mr. Fock als GoiiTerneur-Generaal. Naar aanleiding van het bericht Van het „H.bl.", dat mr. Fock het volgend jaar als gouverneur-generaal van Ned.- Indië zou worden opgevolgd door mr. R- A. Zimmerman, verneemt de toN. Crt" de de de nog steeds met vredelievende middelen in haar rechfen te kunnen worden her steld. Eindelijk gaf zij gevolg aan de haar verstrekte raadgevingen; zij riep juridi sche hulp in. Maar zij voorzag zicJh in dit opzicht slecht, want het tweetal rechtsgeleerden, een zekere Fleury en een zekere Paris, die haar ter zijde zouden staan, waren er niet ver vandaan om slechts van haar te profiteeren. Voor al met Paris was dit het geval. Voor het voeren van haar proces had de mar- kiezin natuurlijk geld noodig. Paris was 'bereid het haar te leenen tegen een in tusschen exorbitant hooge rente. Tegelijk bemerkte zij, dat Paris in de stukken, die zij terzake van het proces zou onder teekenen, van haar bevoegdheden trachtte te verkrijgen, die geenszins met haar waardigheid en haar inzichten strookten. Zij weigerde dus te teekenen en Paris maakte van de omstandigheden gebruik om naar een der wijkcomité's te loopen, die in deze rumoerige dagen de geschillen tusschen de burgers beslechtten. Daar deed hij het voorkomen als had hij haar geld geleend, dat zij niet wenschte terug te betalen; als ontkende zij zelfs alle schuld. Voor het wijkoomité gebracht, be streed z'lj de beweringen van Paris; toen men haar niet op haar wbioird gelooven wilde, kon zij, de in aristocratie opge voede aristocrate, zich niet weerhouden te vragen: „Maar ben ik hier dan in een hol van dieven en roovers Die uitdruk king, opgevat als minachting jegens het comité, kwam' haar duur te staan, kostte haar een maand gevangenisstraf. Men trachtte Bailly, den moedigen maire van Parijs, voor haar zaak te winnen, maar hij had de handen ook niet vrij en het eenige wat hij kon doen, 'was haar straf verzachten. Zij bracht haar maand in de gevangenis de la Force door; zag na haar vertrek uit de gevangenis haar moe der en ging vervolgens op weg om te trachten haar recht te vinden. Zoo klopte zij op 17 October 1791, geheel in het zwart gekleed en het ge laat door een sluier bedekt, aan de poort van het kasteel van de Champignelles, on geveer negen mijlen van Auxère verwij derd aan; aan de poort dus Van het kasteel, waarin zij zelf was opgevoed. De concierge antwoordde haar, dat zijn meester hem had verboden iemand te laten binnentreden zonder voorafgaand verlof, door hem geteekend. „Maar Saint Loup, herken je me dan niet", vroeg de markiezin, terwijl zij haar sluier op lichtte, „ik ben je vroegere meesteres". De man, die zijn orders had, veinsde haar niet te herkennen; herkende haar wel licht ook niet en dwong haar den ingang te verlaten. Den volgenden dag, na in de herberg den nacht te hebbën door gebracht, was zij in de kerk; zij bad er voor /de graven van haar ouders, en reeds 'daardoor trok zij de opmerkzaam heid van velen tot zich'. Menigeen der kerkgangers wierp een verstolen blik op haar en werd getroffen door haar ge lijkenis met de markiezin de Douhault, die "de brave dorpsbewoners allen inder daad overleden dachten. Het praatje ging van mond tot mond; toen zij de kerk verliet, ging zij door een rij van belang stellende toeschouwers. Haar sluier had zij opgelicht, want hét Was in haar be lang, herkend te worden door zoovelen als slechts mogelijk was. En daaraan ont brak het waarlijk niet. Wat nu antwoordde de Champignelles op 3e tot hem gerichte uitnoodiging om zich voor het plaatselijk gerecht te St- Fargeau gevestigd, te komen verantwoor den Voorioopig niets, omdat de wette lijke Vormen van dien tijd, die men nog volledig in acht nam, voorschreven, dat eerst de eiscfaeres in een zoodanige zaak nauwkeurig moest worden ondervraagd. Nu moet worden opgemerkt, dat in zoo verre het proces van de markiezin de Douhault niet als een aanklacht tegen de rechtspraak dier tijden mag gelden, wijl zij zich op haar verdediging slecht had voorbereid en in de verschillende in stanties ook over slechte verdedigers be schikte. Na herkend te zijn door een groot aantal betrouwbare getuigen, werd zij door het gerecht aan een reeks van niet minder dan 115 vragen onderworpen; vragen, die slechts door de markiezin die Douhault en moeilijk door een bedriegster op bevredigende wijze konden Worden beantwoord. Maar daarbij beging zij eene vergissing, te verstaan wanneer men be denkt wat zij in de laatste jaren had doorgemaakt, maar niettemin als een on vergeeflijke fout te beschouwen. De Champignelles toch' had gezegd in haar slechts te herkennen een zekere Anne Buirette, gehuwd niet een zekeren Bau- din, die naar zijn zeggen op 3 Januari 1786 de Salpetrière zou zijn binnengetre den, En in antwoord op de haar gestelde vraag, wanneer zij de Salpetrière had be treden, nam1 de markiezin dezen datum' over. Een ieder kon gevoelen, dat de da tum onjuist moest zijn, want eerst aan het einde van 1787 was zij naar Parijs vertrokken; een ieder had haar hier te Auxère en omgeving zien rondloopen; was zij werkelijk een oplichtster, dan was het haar, bjjjkbaar in het bezit ge raakt van zoovele intieme bijzonderheden, "niet moeilijk gevallen om ook op de

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Nieuwsbode | 1924 | | pagina 1