Zierikzeesche Nieuwsbode abonnement: Maandag 14 April 1924 zierikzeesche courant. ËËkSTE BLAP7 BE RICHT! KostHooz Koepokinënting on hrinënting, ?rJJ» per 3 maanden f 1,50, franco per post ƒ1,80. Voor het buitenland per jaar f 10,—. Afzonderlijke nummer» 5 cent. Veriohjjnt Maandag, Woonedag en Vrijdag. 80ste JAARGANG. - No. 11069. Dl,, i. J. DE LBOZE Jr. Ullr.-RrfMl. M. 1. KOSTE», ADVERTENTS&N i van 1—6 regels 60 ets. van regels en daarboven 20 ots. per regel. Beolames 60 ots. p. regei. By contract belangrijke korting. Inzending op den dag van uit gave vóór 11 ure. Dit nummer bestaat uit 2 bladen. Ter voorkoming van mis verstand deelen wij mede, dat de Nieuwsbode a.s. Vrijdag avond, op don gewonen tijd, zal worden uitgegeven. H.H. Adverteerders gelleven hiervan goede nota te nemen en hun advertentlëii zooveel mogelijk Donderdag te doen toekomen. DK DIRECTEUR. op Woensdag 16 April a.s., dus na middags te 2 uur, in een beneden lokaal van het Stadhu s. De geneeskundige, met de vacci natie belastverzoekt met amdrang zorg te dragen, dat de beide boven armen van de in te enten kinderen en volwassenen goed gewasschen zijn. Gevonden voorwerpen Een haak van een kerkboek; een col lier; een jongenspet; een rozenkrans; een band van een mantel; een dames- taschje met geld; een handdoek; een loupe; een portemonnaieeen kindermuts. De Commissaris van Politie, R. P. BRONS. BSNMENLANO. De nieuwe StastsleeBlng. Naar wij vernemen, is op het aangebo den bedrag ad f 60 millioen der Nederl. Staatsleening 1923 B ingeschreven voor een bedrag van ongeveer f 59 millioen. De positie der ambtenaren. De Tweede Kamer heeft de wetsont werpen tot voorloopige voorziening ten aanzien van de bezoldiging van de leden van de Algemeene Rekenkamer, van den Raad van State en van de rechterlijke macht aangenomen. De behandeling van het wetsontwerp inzake de reohtspos'tie van de ambtenaren is, op voorstel yan mr. Dresselhuys, geschorst tot 6 Mei. De motie-J. ter Laan tot hervatting van het georganiseerd overleg is verworpen. TWEEDE KAMER. Vemzlg zitting oan Vrijdag 11 .April. De heer Rutgers; De grondwettelijk vastgelegde salarissen moeten ook wor den herzien. De heer Ketelaar vraagt 'waar de Ka merleden en minister Heemskerk waren toen art. 40 'werd gemaakt, dat zij nu als domheid kwaiificeeren Spr. bepleit Welwillend overleg om tot een resultaat te komen. Dhr. van Ravesteijn betreurt, dat de lagere ambtenaren niet voldoende mac'hL- hebben kunnen ontwikkelen. Na repliek van den heer J. ter Laan zegt dhr. Nolens dat men door nader overleg kan komen tot andere manier van afstand te laten doen van al dan niet vermeende rechten. Dhr. Nolens conclu deert, dat wanneer de min-'sters de be- Rot klokkenspel op den Stadhnlgtoreu te Zierikzee. Het Stadhuis te Zierikzee bezit een fraaien toren. Busken Huet zegt in zijn „Land van Rembrandt", dat hij aan goud- smidswerk doet denken. En inderdaad geven de sierlijke vormen van het silhouet tot die uitspraak aanleiding. Toen Zierikzee in het midden der 16e eeuw zijn stadhuis verbouwde en ver grootte in het ons bekende uiterlijk werd die bouw bekroond door een toren, geplaatst op het oude of oorspronkelijke deel van „der stedehuus". En in d:en toren behoorde ook een klokkenspel, waarop ontegenzeggelijk bij het ontwerp gerekend was. Op bouwkundig gebied was Zier:kzee reeds lang met het kunstrijke Mechelen bekend. De Sint-Lievens Monsterloren, het bouwgewrocht der Keldermans, be wees dit. Maar ook bediende men zich hier van dé hulp van Mechelsche klok kengieters. Buitengewoon talrijk zijn de voort brengselen der klokkengieters uit die stad in de 15e en 16e eeuw. Men vindt ze niet alleen in Zuid- en Noord-Nederland, maar ook over Duitschland, Denemarken, En geland, Frankrijk, tot zelfs over Spanje, zijn zc verspreid. Vooral komen in aan merking de families Waghevens en van den Ghein. De bedrijvigheid van 't eerste geslacht strekt zich uit over eene periode van 1462 tot 1574, die van de van den Ghein's van 1516 tot het einde der 17e eeuw. Bij laatstgenoemde familie, n.l. bij Peter van den Ghein, bestelde Zierikzee zijn klokkenspel, toen omstreeks 1550 de verbouwing van het stadhuis werd ter hand genomen. zw'aren niet kunnen ondervajigen, het overweging zal verdiénen op de behande ling van het ontwerp nader terug te komen. Minister Colijn antwoordt, dat de be zuiniging op ambtenaren-salarissen beslist noodig is voor een sluitend budget. Zij is ook redelijk, daar in andere landen eveneens de salarissen zijn verlaagd en zij sedert 1914 met 102i/2 o/o Zijn geste gen tegen 871/2stijging'van het volks inkomen. De minister onderschrijft de opmer king van den heer Dresselhuijs, welke de salarissen in absoluten zin niet te hoog achtte. Als de toestand der financiën het niet dringend noodig maakte, had de re geering ook de salarissen niet in de be zuiniging betrokken. Worden de wetsontwerpen aangenomen dan gaat de korting, ook voor de amb tenarensalarissen met 1 Mei en kan de reg.eering voortgaan met de voorberei ding van- de salarisregeling voor 1925. De min. van Justitie, de heer Heems kerk, betoogt dat art. 40 een bedriege- 1 ijken schijn schiep en schijn wlas reeds voldoende voor de intrekking daarvan. De intrekk-'mg is bevorderd op grond van dringende overmacht, evenals de sa larisverlaging. Art. 40 had nooit moeten zijn vastgesteld en onderhandelen over de rechtsgevolgen van dat art. kan de regeering, niet.< Gehoord het debat stelt de heer Dresselhuijs bij motie voor de beraadslaging over dit wetsontwerp te schorsen tot 6 Mei, |wlelke motie wordt aangenomen met 65—24 stemmen. De motie-J. ter Laan Wordt verwor pen met 68—21 stemmen. Het wetsontwerp inzake de bezoldigin gen van de leden der Rekenkamer wordt aangenomen met 67 tegen 22 stemmen. De beide andere wetsontwerpen (be treffende den Raad van State en de rech terlijke macht) worden aangenomen bij zitten en opstaan. f De voorzitter zegt dat het zijn voor nemen is, de Kamer tegen 6 Mei bijeen te roepen, Spr. is voornemens dan o.m. aan de orde te stellen behalve het thans aangehouden iwletsontwerp de wetsont werpen betreffende de wijziging van de motor- en rijWielWet en de rijwielbe lasting. Art. 40 en de sal&risborting. In ambtenaarskringen wordt thans een procedure tegen den Staat overwogen, naar aanleiding van de intrekking van artikel 40 en de ingaande saipriskorting op 1 Mei a.s. Uiit Stad ©si Freviïsois. ZIERIKZEE. Te Middelburg is, ingaande heden, de broodprijs verlaagd met 2 cent per 8 ons en gebracht op 16 cent; ook de melkprijs ging met 2 cent omlaag en werd 12 cent per liter. Onder leiding van den heer H. van Praag en met medewerking van de heeren Jef Watelet, leeraar aan 't Kon. VJaamsch Conservatorium, en H. Buiterijs, declama tor, beiden te Antwerpen, gaf de vereeni- ging voor Kamermuziek alhier, Vrijdag avond in de Concertzaal een concert, dat door een groot aantal belangstellen den w'erd aangehoord. De Concertzaal was geheel gevuld. Het eerste gedeelte van het programma Werd ingenomen door de pastorale u;t de Vie symfonie van Ludw:g von Beethoven. Zoo ergens, dan was hier het geijkte, „onder de diepste stilte en met de groot ste aandacht" wel van toepassing. Van de 14 klokken, die tegenwoordig het spel vormen, is er een zonder op schrift, als later aangebracht of verwis seld. Dertien vermelden den naam van den gieter. Blijkbaar verdeelde de stad de uitgaven voor den aankoop over enkele jaren. In 1550 werden er 4 klokken ge goten, in 1551 slechts 1, n.l. de binnenin hangende zeer groote, in 1552 geen, in 1553 weer 4 en in 1554 nogmaals 4. De klank van het klokkenspel is niet zeer fraai, eenigszins hard, ijzeracht:g. En wellicht, dat het niet gelijktijdig gie ten ook de samenstemming niet bevor derd heeft. Wat het geheel gekost heeft, weten we niet. De stadsrekeningen vóór 1653 zijn alle verloren gegaan, verkocht als scheur papier in Februari 1811. En ook de no tulen van den Raad over het tijdvak van 1548 tot 1563 waren reeds in de 18e eeuw vermist. We kunnen dus zoowat niets mededeelen van de bijzonderheden, die met de aanschaffing in verband staan, en als de klokken zelf den naam des gieters niet droegen, zouden we van de herkomst totaal niets geweten hebben. Behalve den naam van den vervaardiger Peter van den Ghein, dragen sommige klokken ook de namen van toenmalige burgemeesters en thesaurieren. Ook het stadswapen, vastgehouden door de meer minnen, versiert sommige. Op eene klok, van 1550, leest men den naam van Keizer Karei V en zijn broeder Ferdinand; op eene andere uit dat zelfde jaar staan de namen van den Keizer en van zijn zoon Philips. Op een derde van 1550 wordt herinnerd aan paus Julius III en 't jubel jaar. De binnenin hangende klok, de grootste, is van 1551 en uit hare afme tingen blijkt, dat zij tegelijk opgehangen is, toen men het bovendeel van den stadhuistoren bouwde. De talrijke aanwezigen genoten zeer van orgeltoon en snarenspel, welke onder beproefde leiding werden voortgebracht. Na de pauze betrad een zangkoor mede het podium en werd door eenige dames en heeren^ een drietal liederen gezongen, welke een langdurig applaus oogstten, voor de wijze waarop ze wer den ten gehoore gebracht. Oogenblikken van muzikaal genot ver schafte ons de heer Watelet, toen deze een drietal nummers op 't klavier voor droeg op een wijze, die een storm van applaus deed opgaan. Teruggeroepen, gaf hij nog een nummer ten beste dat even eens luide 'werd toegejuicht. In dien bijval deelde daarna ook de heer Buiterijs, welke, onder begeleiding van den heer Watelet, het bekende ge dicht van den Vlaamschen dichter Ge- zelle, „O't Ruischen van het ranke Riet", met veel gevoel en aangenaam stemge luid declameerde en dn „Fierheid" van Rodenbaeh, ons duidelijk liet hooren de zelfbewustheid en vrijheidszin der mid- deneeuwsche Gentenaren en het despo tisme der Fransche leenheeren. Beide heeren werden met bloemen ge huldigd. Met het zingen van „Ein Frühlings- gebet", comp. H. van Praag, werd dit schitterend geslaagd concert geëindigd. Ds. de Roode trad hierna naar voren om den leider, die eerstdaags naar Indië vertrekt, toe te spreken. Ds. de Roode herinnerde aan 't laatst gezongen lied, een geesteskind van den heer v. Praag, die het voorrecht genoot, wat niet veel componisten gegeven is, zijn eigen werk te hooren. Spreker dankte dhr. v. Praag, wat hij hier voor de muziek heeft kunnen en willen doen. Herinnerend aan de eertijds hier be staande vereeniging „Musica", wees spr. op het koor, door den heer van Praag verzameld en gevormd, dat met bege leiding reeds iets kon ten uitvoer bren gen, waarvan tot voor kort niet werd ge droomd. Maar bovenal is de leiding ge waardeerd door de vereeniging voor Ka mermuziek, welke tegen dhr. v. Praag opzag als man van gezag, als de leider! (Namens de dankbare vereeniging werd onder applaus hem een lauwerkrans aan geboden). Ds. de Roode gewaagde voorts van het blijven voortbestaan der vereeniging on der een anderen leider, waarin zij gerust vertrouwen kan stellen. Spr. eindigde met de beste wenschen uit te spreken voor de fam. v. Praag. Het was een avond van vocaal en in strumentaal genot, welke nog lang in herinnering zal blijven 1 BURGH. Vrijdagavond j.l. gaf „Onder ling Genot" te Burgh een tooneelvoorstel- ling !n de zaal van dhr. v. d. Moer. Op gevoerd werden het tooneelspel „Vrien dentrouw1* en het blijspel „Hoe ouder In de 18e eeuw heeft de Raad een oogenblik er ernstig aan gedacht het klokkenspel door een beter te doen ver vangen. Toen n.l. in 1760 een nieuw klok kenist (welke betrekking sedert 1750 ver- eenigd was met die van organist der Groote Kerk), moest benoemd worden, hadden de gegadigden hunne gaven ook op het klokkenspel moeten laten hooren. Maar bij die gelegenheid werd het „in allen deele zeer defectueus bevonden". Men had toen naar een bekend klokken gieter te Brugge geschreven om over te komen en het carillon te onderzoeken. In October 1760 kwam deze, die Geor- gius du Mery heette (van hem is ook het klokje van den zakkedragerskelder) over. Hij genoot voor zijn reis- en ver blijfkosten f100 en verklaarde dat geen der klokken zuiver van toon was en dat ze alle vergoten moesten worden. Wer den hem alle klokken en andere nog bij de stad voorhanden klokspijs verstrekt, dan zou bovendien nog f9600 bijbetaald moeten worden. Wel achtten Burgem. en Thesaurieren „het jeegenwoordige als ten „eenemaal onbekwaam1 en onnut" en wenschten zij een nieuw klokkenspel „tot „een aangenaam en groot cieraad voor „de stad", maar de kosten schrikten blijk baar af, want om het geld te vinden zou ieder zitting hebbend lid van den Raad f 300 tegen 2 pCt. moeten leenen. In de vergadering van 25 October 1760 werd dan ook het plan „gedeclineerd om reedenen". Wel kwam de Brugsche klokkengieter nog op het plan terug en bood in No vember 1760 een carillon van 25 klokjes aan, samen maar pl.m'. 1700 pond we gende, hetwelk voor de voorhanden klok spijs en, zonder bijbetaling zou geleverd worden, maar de Stedelijke Regeering trad niet in dat voorstel en informeerde hoe gekkérf of „Een vrijer van vijftig jaar". Deze stukken werden vlug en na tuurlijk gespeeld en vielen, getu'ge het applaus, zeer in den smaak van het pu bliek. De voorzatter der vereeniging dhr v. d. Moer dankte bij het einde ?n har telijke bewoordingen den burgemeester voor zijn 'toestemming tot het houden der dansoefeningen, het bestuur dei- Rederijkerskamer voor 't gebruik van het tooneel en het publiek voor zijn opkomst en belangstelling. Een prettig bal besloot dezen gezélligen avond. DREISCHOR. Op 1 Mei a.s. herdenkt de heer M. Eijke zijn 30-jarig jubileum als klokkenist alhier. Tegen schraalheid en openspringen der huid. Purol in doozeu 90, 60 en 30 et. By apoth. en drogisten. Het Nederlandsch Onderwijzers-Genoot schap heeft den staat tegen a.s. Dinsdag voor de Haagsche rechtbank gedagvaard, wegens intrekk^ig van een benoeming voor een bepaalden tijd van een onder*- Wijzer aan de rijksnormaallessen te Zaan dam. LANDBOUW EN VEETEELT. Op de 1.1. Vrijdag te Amsterdam ge houden groote vee-tentoonstelling be haalde de heer Mo>. S. Frenk met zijn inzending ossen niet hard voeder gemest, den len prijs, benevens de premie uit geloofd door de Hollandsche Maatschappij van Landbouw. VERKOOPINGEN, ENZ. RENESSE. Ten overstaan van notaris J. C. Dalebout alhier, werd heden voor rnej. wed. J. Bakker—Padmos aldaar pu bliek verkocht: een 'wtoonhu-'s met erf en tuin te Renesse aan den Hoogenzoom, {voor f 3205,Toebeding' f 40,—. AANBESTEDINGEN. Bij de gehouden besteding voor het bouw'en van een wagenhuis enz. op de hofstede, bewloond door dhr. C. v. d. Maas te Duivendijke, onder opzicht van dhr. P. M. Panny, schreven voor de massa in, de heeren C. J. Beije te Se- rooskerke voor f 2106,— en A. Prinse te Haamstede voor f 2075. Aan de laag ste inschrijver w'erd het werk gegund; zij die in perCeelen inschreven Waren hooger in totale som. KEBKNiEWS. Ned. Herv. Kerk. Beroepen: Te Hemelum, H. J. Houders te Zoeterwoude. Bedankt: Voor Luateren, B. Batelaan te Zeist. Voor Waddinxveen, G. Benes te Monster. Geref. Kerk. Beroepen: Te Boskoop (de maal), J. G. Fernhout te St.-Pancras. Te Ca- pelle aan den IJsel L. Hoorweg, cand. te Hilversum. Bedankt: Voor Alblasserdam, C. J. W'ie- lenga te Zierikzee. Geref. Gem. Beroepen: Te Ridderkerk, J. Vreugden- hil te Borssele. Onder leid-'ng van ds. Fraanje, voor ganger der oud-gereformeerden te Barne- nog eens bij den klokkengieter uit So meren, Alexius Petit, die zceh in Decem ber 1760 juist te Tholen bevond. Maar daar geen verdere stappen gedaan zijn, blijkt het geheele voornemen te zijn op gegeven. Het bespelen der klokken geschiedde in vroeger tijden en wel tot in de aller eerste jaren der 19e eeuw, zeer dikwijls, want behalve op de marktdagen of bij feestelijke gelegenheden, liet op alle gil- dedagen d. i. op de dagen waarop de talrijke gilden in de stad jaarlijks een nieuwen deken kozen, de rekening deden en den grooten maaltijd hielden het carillon zich hooren. In de rekeningboe ken der gilden vindt men dan ook jaar lijks de wederkeerende belooning voor den „baenjertman" (beiaardier, klok speler) vermeld. Sedert het eind der 16e eeuw tot 1748 werd deze betrekking haast onafgebroken door de familie van Gote bediend en sedert 1750, als reeds is ver meld, door den organist der Groote Kerk. Voor zoover we dit konden vinden, vol gen hier de namen der klokkenistenCor- nelis Michielse van Gote, eind 16e eeuw tot 1623; Cornelis van Gote tot 1671; Cor- nelis van Gote tot 1683; Pieter van Gote tot 1730; Willem van Gote tot 1748; verder de organisten Johann Carl Friedrich Gro- neman 1750 tot 1757; Adolf Frederik Gro- neman tot 1760; Willem Lootens tot 1763; Johan Pieter Lootens tot 1782; Leendert Verveen tot 1827; Gerrit Overman tot 1858; Dirk Hendrik Ezerman tot 1894 en Sjoerd Klimmerboom', 1895 tot heden. In 1765 en 1776 werd het klokkenspel hersteld, ook nog in 1788; maar later schijnt er niet veel meer aan ten koste gelegd te zijn. Zooals reeds gezegd is, is ons carillon niet welluidend, haalt het in de verte niet bij dat te Goes of Middelburg, waar veld, is :n de nabijheid van het Uddeler- meer een nieuwe gemeente gest:cht. De schaapskooi, waar.n tot heden de gods dienstoefeningen werden, gehouden, is verwisseld met een in eenvoudigen stijl opgetrokken gebouw. De leden dezer gemeente, die hiervoor in aanmerking komen, verbinden zich vrij willig afstand te doen van de hun toe komende ouderdomsrente. RECHTZAKEN, De Brnsselsohe Bank. Bij het nemen van zijn requisitoir heeft Vrijdag de officier van justitie der Mid- delburgsche rechtbank uit de vele aan gebrachte zaken, wellicht 600, er 6 ge nomen, en hij is overtuigd dat daarop veroordeeling zal moeten .volgen. Wat de advocaten naar voren kunnen brengen is n'ets dan juridische spitsvondigheid. De officier gaat de gestes der bank na en komt dan aan de getuigenverklaringen, die niet bewezen hebben, dat van Pagé verduistering pleegde, maar Witteveen, die order gaf de Engelsche stukken te verkoopen, wel degelijk, want het order geven was reeds voldoende, al werd er niet verkocht. Aan de hand van verschillende juris prudentie toont spr. aan, dat de beklaag den wel degelijk door listige kunstgrepen te gebruiken, zich schuldig maakten aan oplichting. Uitvoerig stond spr. stil bij de stukken van de Danube Oils en meende (te kunnen aantoonen, dat die geen waarde hebben, dit bleek na de debacle van de Brusselsehe Bank volledig. Spr. schetste bekl. Witteveen als een groote schavuit en van Pagé als de man met 12 ambach ten en 13 ongelukken. Spr. zou tegen bekl. Witteveen het maximum wegens twee maal verduistering en eenige malen op lichting zijnde zeven jaar kunnen eischen en dit had hij zeker verdiend, maar hij wil besparen in hooger beroep te gaan, want gezien de tegenwoordige samenstel ling van het hof te 's-Gravenhage, ver wacht spr., dat hij dan nog hooger straf zou krijgen. Hij vordert, zooals wij reeds meldden, daarom zes jaar en tegen Van Pagé twee jaar, alleen wegens twee op lichtingen, beide met aftrek van het voorarrest. De eerste verdediger van Witteveen, mr. Tabak, zet in den breede uiteen, dat trouwens meer klokken zijn. Het getal klokken alhier (14) is gering en de me chaniek voor het bespelen eischt verbe tering. Wel klonk het klokkenspel vroe ger voller. Maar toen werd ook gebruik gemaakt van het pedaal, dat sedert jaren niet gebezigd is. De bespeling heeft plaats op eene moeielijke, primitieve, wijze, door dat uitstekende houten pennen met de vuisten moeten neergeslagen worden. Ongeveer 370 jaren hebben de klokken van den stadhuistoren bun klanken over de stad laten weergalmen en al moge het metaal, waaruit ze vervaardigd zijn, weinig door den invloed van weer en wind hebben geleden, we zouden dat zelfde niet durven beweren van 't ijzer werk en de balken, waaraan de klokken hangen. Toen in 1876 de acht stijlen, waarop het bovendeel van den stadhuistoren rust, ondanks de bekleeding met lood, zeer van den tand des tijds bleken geleden te hebben en men geen kans zag ze één voor één uit te nemen en door nieuwe te vervangen, heeft men ze met zware eiken platen bekleed en daardoor weder eenigen steun aan dat bovendeel ver leend. Maar de op die stijlen liggende balken, waaraan de binnenste zware uur- en klepklok hangt, zijn, als wij wel heb ben, onbeschermd tegen den invloed van weer en wind en het zou, dunkt oris, uit een oogpunt van voorzichtigheid wel aan te bevelen zijn, wanneer èn die balken èn het ijzerwerk waaraan de klokken han gen, van tijd tot tijd eens werden nage zien, om na te gaan of hunne draagkracht nog groot genoeg is voor het groote ge wicht, dat zij voortdurend hebben te torsen.

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Nieuwsbode | 1924 | | pagina 1