Zierikzeesche Nieuwsbode
abonnement:
Vrijdag 4 Mei 1923. zierikzeesche courant. .'/x
advertentiën i
jëë^të^ladr
HINDERWET.
Algemeen Overzicht.
Fa Belderok&VanRoo
Pr^e per 8 maanden, f 1,50,
franco per post f1,80. Voor het
buitenland per Jaar f 10,
Afzonderlijke nummers 5 cent
Verschijnt Maandag, Woensdag
en Vrijdag.
Postcheque en Gironummer 99292
van 1—8 regels 60 ets., van 4
regels en daarboven 20 ets. por
regel. Reclames 30 ets. p. regel.
8y contract belangrijke korting.
Inzending op den dag van uit-
gave vóór II ure.
Dit nummer bestaat uit 3 bladen.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van
Zibrikzee brengen ter openbare kennis, dat
ter gemeentesecretarie ter inzage ligt een
verzoek met bijlagen van J. KORSTEN,
handelaar in" verfwaren en oliën te Zierikzee,
om vergunning tot liet oprichten van een
bergplaats voor petroleum en benzine in het
pakhuis, staande aan de Sint-Domusstraat,
wijk B, no. 314, kadastraal bekend in sectie
B no. 1975.
Op Vrijdag 18 Mei a.s., des namid
dags 2 uur, zal ten Stadhuize gelegenheid
bestaan om bezwaren tegen de inwilliging
van dit verzoek in te brengen, en deze
mondeling en schriftelijk toe te lichten.
Zoowel de verzoeker, als zjj, die bezwaren
hebben, kunnen gedurende drie dagen,vóór
het bovengemelde tijdstip, tor secretarie der
gemeente kennis nemen van de ter zake
ingekomen schrifturen.
jDe aandacht van belanghebbenden wordt
er op gevestigd, dat volgens de bestaande
jurisprudentie niet tot beroep gerechtigd
zijn zy, die niet overeenkomstig art. 7 der
Hinderwet op den bovenbepaalden dag
voor het gemeentebestuur zijn verschenen,
ten einde hun bezwaren MONOELINO
toe te lichten.
Zierikzee, 4 Mei 1923.
Burgemeester en Wethouders voornoemd
A. J. F. FOKKER VAN CRAYESTEYN
VAN RENGERSKERKE, Burgem.
P. F. WtTTERMANS, Secretaris.
Woensdag is dan de lang verwachte
nota verkort in dit nummer opgeno
men aan de geallieerde minis'ores over
handigd, maar de manier, waarop het
ontvangen werd, geeft niet veel hoop, dat
deze wellicht goed bedoelde poging
slagen zal.
De Fransohe pers verwierp het voorstel
al, voordat men feitelijk goed wist hoe
de inhoud luidde, al waren er gelukkig
ook minder heetgebakerde en politiek ver
blinde persmannen, welke betoogden, dat
men nu maar. niet onmiddellijk 'n weiger
achtig antwoord moest geven, doch eerst
eens nagaan of men geen termen vond
Voor nader overleg.
Over het algemeen echter heeft men
het voorstel in Frankrijk met hoon ont
vangen, omdat de Gallische haan hoogere
e-schen. stelt aan de bijna kaal geplukte
Duitschè kip. 't Kon ook niet anders,
want de bevolking van Frankrijk is dag
aan dag voorgehouden, dat de vernieler
van zijn industriegebied de aangerichte
schade zou vergoeden.
Men heeft met groote bedragen gejong
leerd of het zoo maar niets was en daar
om is 't begrijpelijk, dat, nu Duitschland
een voorstel doet van f 30 milliard, men
dit aanbod in Frankrijk als „onbeschaamd"
beschouwd. Het biedt feitelijk nog niet
eens 30 milliard. Duitschland wil beginnen
met 20 milliard bijeen te brengen door
middel van een leening, waarover het
eerst na 1 Juli 1927 rente zal gaan betalen
en waaruit de tot dan benoodigde rente
dus uit de leeningsopbrengst zelf moet
worden betaald, hetgeen in mindering
komt van de 20 milliard. Dan bjedt het
nog 10 milliard over eenige jaren.
Hoewel men na de indiening van het
aanbod in sommige Ententekringen ver
wachtte, dat een grondige gedachtenwis-
seling tusschen de geallieerde kopstukken
vooraf zou gaan, vooraleer een definitief
antwoord aan Berlijn werd gezonden,
heeft Poincaré al deze verwachtingen den
bodem ingeslagen.
De Fransche ministerraad, die Donder
dag reeds bijeen kwam, was eenstemmig
f van oerdeel, dat de Duitsche voorstellen
onaannemelijk waren wegens de gestelde
voorwaarden, het ontbreken van waarbor
gen en het onvoldoende der aangeboden
sommen.
Door dit ingrijpen sneed Poincaré de
overige Entente kabfnetten den pas ai
om met elkaar te confereeren over de
mogelijkheid of in die nieuwe nota moge
lijk een kleine aanleiding zou bestaan tot
nieuwe onderhandelingen met Duitschland.
Poincaré is nog altijd bang, dat men het
verdrag van Versailles zal gaan ver
zwakken.
Tot die vrees bestaat dan ook aanlei
ding, want de bekende Amerikaansche
Staatssecretaris Hughes heeft een denk
beeld naar voren gebracht, dat het ge-
heele verdrag van Versailles ornver zou
werpen. Het idee van den Amerikaan is om
het heele schadevergoedingsprobleem te
onderwerpen aan het oordeel van een
van eiken politieken invloed vrij zijnde
internationale commissie.
Indien men kans ziet een zoodanige
commissie samen te stellen, zal 't op den
langen duur misschien gelukken Europa
weer op de been te helpen.
Ingevolge de toezegging, door den on-
dergeteekende gedaan, is door hem aan
de Commissarissen der Koningin in de
provinciën inlichting gevraagd omtrent de
uitvoering, welke na de stemming in 1922
voor de Tweede Kamer en voor de jong
ste verkiezing van de leden der Provin
ciale Staten door de burgemeesters aan
artikel 149 der Kieswet is gegeven. Te
vens is ondergeteekende met zijn Ambt
genoot van justitie in overleg getreden
nopens het instellen van een onderzoek,
in hoeverre de eerbied voor de wet wordt
ondermijnd, doordat in vele gevallen van
wetsovertreding vervolging achterwege
blijft In afwijking van den uitslag van
bovenbedoeld tweeledig onderzoek meent
de ondergeteekende zich het uitspreken
van een oordeel, omtrent nalatigheid van
burgemeesters in dezeVn omtrent nood
zakelijkheid van het nemen van maat
regelen te mogen voorbehouden. De on
dergeteekende is bereid na afloop van
het onderzoek, de resultaten aan de Ka
mer mee ta deelen.
TWEEDE KAMER.
Zitting van Donderdag 3 Mei.
(Vervolg.)
De heer K.ijger steunt het plan Bon-
ga^rts met voortzetting van den arbeid
aan den afsluitdam.
De heer Duymaer van Twist verwerpt
alle partieele indijking in verband met
verhoogd stormgevaar. Spr. vraagt een
besliste toezegging betreffende wette'.ijke
voorzieningen voor Zuiderzeevisschers.
De heer v. d. Waerden bestrijdt het
plan-Bongaerts betreffende randpo ders en
er zijn stem aan geven, omdat het in
een aantal gevallen stakingen en uitslui
tingen zal kunnen voorkomen. Het is
geen belang, ook geen soc.-dem. belang,
om hard tegen Hard te strijden, indien
het mogelijk is, langs vreedzamen weg
tot een schikking te komen. Ook na dit
wetsontwerp zullen er echter natuurlijk
nog stakingen voorkomen.
- De heer Wittert van Hoogland juicht de
indiening van dit wetsontwerp van harte
toe en kan zich niet begrijpen dat er
zulk een verzet tegen is gerezen.
De heer Smits merkt naar aanleiding
van het betoog van den heer Diepen
horst op, dat 't wettelijke enquête-recht
niet te vergelijken valt met een recht
van enquête, dat aan een willekeurigen
minister wordt verleend. Hij herinnert
er aan hoe in laatste jaren tal van
economen en financiers zich hebben ver
gist omtrent hc- economisch mogelijke
en vestigt de a.'ndacht op de geringe
toepassing die het wetsontwerp in de
practijk zal vinden.
De minister is niet van plan opnieuw
een commissie daarheen t^ zenden. Hij
heeft geen gebrek aan voorlichting, wel
aan geldmiddelen. De keuze van den
vorm tot uiting van klachten door den
gouverneur, keurt spr. eveneens af.
De begrooting wordt z h s. aangenomen.
Bij het ontwerp Boute fonds voor On
derwijs en Binnenl. Zaken komt de heer
de Waal Malefijt op tegen de z>er hooge
kosten voor een ziekenstad te Leiden.
Minister de Visser antwoordt dat de
kosten door de oorlogsduurte belangrijk
overschreden zijn, Met de bezuinigings1
Male, werkzaam in het gesticht „Vrede
rust" te Bergen op Zoom en geboren al
hier, behaalde dezer dagen op het eind
examen haar diploma als verpleegster.
RECHTZAKEN*
het plan-van Gijn. Dit productieve werk j commissie zal overwogen worden of aan
BINNENLAND.
De stemplicht.
Op de vragen van het Tweede Kamer
lid H. Colijn, betreffende het naleven door
de burgemeesters van artikel 149* der
Kieswet en het verstrekken eener opgave
van het aantal, waarin oproepingen zijn
verzonden als bedoeld1 in het 1ste lid
van artikel 149 der Kieswet, heeft de mi
nister van binnenlandsche zaken geant
woord:
moet snel worden aangepakt.
De heer Snoeck Henkemans bepleit de
belangen van de eilandenbevolking, die
met het plan-Bongaerts zouden worden
gediend.
De heer H. Colijn vraagt den heer Bon-
gaerts of het waar is, dat het Zuiderzee-
fonds gemakkelijker kan leenen den d/e
Staat. I
Minister van Swaay bestrijdt het stand
punt van Gijn; spr. becijfert de totaal-
kosten van den afsluitdijk op 156 mil-
lioen (verzorging visschersbevolking, Am-
steldiep, Zwolsche diep, sluiswerken in
begrepen).
Spr. acht een snelle afwerking van
het geheele plan noodig en bewerkt daar
voor een plan tot geheel afzonderlijke fi
nanciering. Het regeeringsplan zal beslist
rendabel worden. Het wetsontwerp tol
schadeloosstelling van de visschersbevol
king heeft sprekers Departement verla
ten; verder kan de minister er niets na
ders omtrent mededeelen.
Na repliek van ue heeren van Gijn,
Bongaerts, Snoeck Henkemans, Duymaer
van Twist en dupliek van den minister
wordt het wetsontwerp z.h.s. goedge
keurd.
EERSTE KAMER.
Avondvergadering van Woensdag 2 Met.
(Vervolg.)
Arbeldsgeschillemvet
De heer W. Franssen zegt tegen het
wetsontwerp te moeten stemmen, of
schoon de gedachte er van hem niet on
sympathiek is. De uitwerking is echter
zoodanig, dat spr. zich er niet mede
vereenigen kan.
De heer Diepenhorst zegt, dat dit wets
ontwerp veel verzet bij bepaalde krin
gen in den lande heeft gewekt.
Spr. wil bij de verdediging van dit
wetsontwerp de principieele punten toet
sen die door de oppositie in het ge
ding zijn gebracht. Daarbij gaat hij uit
van twee gedachten, n.l. dat de inhoud
van dit wetsontwerp de gerezen oppo
sitie noch rechtvaardigt, noch verklaart
en dat deze oppositie voortspruit uit
weerzin tegen de arbitrag^-gcdachts. De
enqu'.te is niet imperatief, doch faculta
tief. De Eerste Kamer heelt in de kleine
40 jaar, dat zij het enquête-recht bezit,
daarvan geen enkele maal gebruik ge
maakt! Bovendien zal enquênte en boe
kenonderzoek alleen kunnen plaats heb
ben in conflicten, waarbij meer dan 300
arbeiders zijn betrokken en indien het
algemeen belang zulks vordert. Nu kan
men Zeggen, dat men met dit wetsont
werp geen eersten stap wil doen op den
weg naar de socialisatie. Doch tegenover
dit argument staan de vele moeilijkheden
die juist in dit wetsvoorstel aan het boe
kenonderzoek in den weg worden gelegd.
Wat nu het argument betreft, dat dit
boekenonderzoek zoo kostbaar zal zijn en
dat het nieuwe bureaucratie zal veroor
zaken, dat argument kan ternauwernood
indruk maken. Er komt geen nieuwe bu
reaucratie en er komen geen nieuwe amb
tenaren. De kosten van dit wetsontwerp
ziullen die van de thans afgeschafte Ka
mers van Arbeid ternauwernood over
schrijden.
Spr. is van oordeel, dat de hier ge
boden arbitrage als overgang niet kan
worden ontbeerd en wijst op de moreele
waarde van de sanctioneering van arbi
trage als een prijzenswaardig doel door
de regeering en op haar verzoenenden in
vloed. Als hij dit alles in het oog houdt,
dan dacht hij den prijs die met dit wets
ontwerp door enkele ongeriefelijkheden
wordt betaald, niet te hoog. Hij kan het
verzet dan ook niet anders verklaren,
dan als weerzin tegen de arbitrage.
De heer Wibaut geeft de verzekering
dat dit wetsontwerp geen stap beteekent
op den weg naar de socialisatie. Hij zal
een gedeelte een andere bestemming kan
worden gegeven cn de installatie stuks
gewijs en sober zal geschiedên.
Aan de orde is het ontwerp tijdelijke
beperking van den invoer van schoen
werk.
De heer Schönfeld oppert een aantal
bezwaren én zegt dat het ontwerp zijn
doel 2al missen orndat er niet meer pro
ductie door komt.
Na verdediging van den minister, die
erop wees, dat zjer weinige industrieën
gebaat 2ijn met invoerverboden, wordt
het ontwerp zh.s. aangenomen.
De moordaanslag in de Boschjes
van Poot.
Onder zeer groote belangstelling is voor
de rechtbank te 's-Gravenhage behandeld
de bekende zaak tegen den 36-jarigen los-
werkman K. Logeman uit den Haag, gede
tineerd, beschuldigd van moordaanslag op
een 19-jarig meisje, gepleegd in de Bosch
jes van Poot. Aan den bekl. is ten laste
gelegd; dat hij in den avond van den eer
sten Februari 1923 te 's-Gravenhage, ter
uitvoering van zijn voornemen, opzette
lijk en na vooraf in kalm overleg het plan
gevormd te hebben, Cornelia Boogert van
het leven te berooven, dit meisje met een
mes een lange diepe snede in den hals
heeft gegeven, daarbij 't meisje levensge
vaarlijke verwonding toebrengende; zijnde
het misdrijf niet voltooid alleen tengevol
ge van de van den wil van beklaagde on
afhankelijke omstandigheid, dat de toe
gebrachte verwondingen niet den dood
van het meisje tengevolge hebben gehad.
Het meisje, dat als getuige in de zaal aan
wezig was, is tijdens het verhoor van
den bekL flauw gevallen en moest de zaal
worden uitgedragen.
De officier van justitie nam vervolgens
het woord en requireert de verdere be
handeling van de zaak met gesloten deu
ren "te doen plaats hebben wegens het
zedenkwetsende in deze zaak.
De rechtbank besloot dienovereenkom
stig en de tribunes worden vervolgens
ontruimd.
Nadat 't getuigenverhoor geëindigd was
en de in zwijm gevallen getuige Boogert
nader is verhoord, heeft de rechtbank
het verdere onderzoek geschorst tot
Donderdag 21 Juni.
Dr. Rosens te in is door de rechtbank
belast met het instellen van een onder
zoek naar den geestestoestand van be
klaagde.
HARINGPLAATS MIDDELBURG.
Uil Stad en Provinoie.
ZIERIKZEE. De Min. van Arbeid heeft
goedgevonden, vroeger toegekende
bijdragen voor woningbouw, zullen wor
den uitgekeerd aan de gemeenten: Kerk.
icerve, ten behoeve van N. Boot, f 405,
en Re nesse, ten behoeve van H. Hout
man, f 300,
Wij vestigen nogmaals de aandacht
op de uitvoering van Zondagavond in
de Concertzaal. Do balletten' beloven
schitterend te znllen worden. Men zie
de foto's by de Firma 8. Ochtman
Zoon alhier.
BURGH. Openbare vergadering van
den gemeenteraad, gehouden Maandag
April j.l. Aanwezig alle leden.
Na openiDg door den voorzitter wer
den de notulen dor vorige vergadering
gelezen cd onveranderd vastgesteld.
EeDige ingekomen stukken worden voor
kennisgeving aangenomen. Bekening en
begrooting v/d. keuringsdienst voor vee
en vlee6ch in den keuringskrlng Brou
wershaven worden goedgekeurd Op
een verzoek van den gemeenteveld
wachter B. M. v. d. Velde, om verhoo
ging van jaarwedde voor zyn politic-
diploma, werd afwerend beschikt. Een
aanvraag der afdecling Haamstede en
Burgh van het Groene Kruis, om een
jaariykfche bydrage van f 200,— voor
aanstelling van eon wykverpleegster-
hu tube zoek ster, wordt in handen gesteld
van B en W. cm advies. Besloten wordt
aan Gedep. Staten voor te stellen de
jaarwedde van lederen wetho der met
iogar-g van 1 Sept. '23 te bepalen op
f 60,—. Machtiging wordt verleend om
de verschillende forenzen aan do In
spectie op te geven. Tot gemeentewerk
man lantaarnopsteker en grafdelver
wordt met Ingang van 1 Mei '23, be
noemd Jan Slaager. De begrooting voor
1923 wordt gewyzigd, om daarin de
Uitgaven te brengen wegens 't begraven
van het op 7 April ln de gemeente ge
vonden ïyk van een marskramer.
Het vermenigvnldiglng8cyfer voor de
gemeenteiyke inkomstenbelasting 1923/24
wordt bepaald op 1.3, conform met het
oyfer voor 1922/23 In verband met een
ingekomen ucbryven van Ged. Staten
wordt besloten hoewol de Raad sympathie
betuigt met het denkbeeld, aan genoemd
college in overweging te geven, in ver
band met de tydsomstandigheden, niet
over te gaan tot het door don heer
Bonder van Renesse gedane verzoek,
om de stichting van een U. L. U. School
voor Westeiyk-Sohouwen te bevelen. Op
een verzoek van de wed. Schottel, om
nog 3 maanden in de voor den rijks
veldwachter boEtemdo wonlDg te mogen
biyven, wordt afwyzend beschikt.
BROUWER8HAVEN. Door het Centraal
Stembureau Is de volgorde der ïysten
voor de verkiezing van de leden van
den gemeenteraad, by loting als volgt
vastgesteld: no. 1 lijst C. W. den Boer
(A.-R); no. 2 lyst N. van Sluis (V. B);
no. 3 ïyst A. Platteschorre, geb. van
Don go (8. D. A. P.)
ST.-ANNALAND. Mej. Trijntje van der
ONDERWIJS.
In tegenwoordigheid van den Inspec
teur van het Schooltoezicht op de Nor
maalscholen in Zeeland, mede in tegen
woordigheid van den oud-Directeur L. K.
van Dijk en de normalisten had Zaterdag
te Tholen in één der localen der U. L.
School een afscheidsvergadering plaats,
die de sluiting der Normaallessen beoogde.
Het gemeentebestuur was vertegenwoor
digd door den burgemeester. De directeur,
dhr. J. Waverijn, opende de bijeenkomst
en memoreerde de geschiedenis, die zich
in een zoo kort tijdsverloop had afge
speeld. Getracht is nog overleg te plegen
met den betrokken Minister, doch al spoe
dig bleek, dat er op blijvende normaal
school totaal geen kans bestond. Voor
de minder gegoeden van het eiland is
dit een zware slag. Allereerst wil hij een
woord van erkentelijkheid brengen aan
den burgemeester alhier, voor al dat gene
wat deze deed in het belang ook om den
slag af te weren, anderzijds voor de be
toonde hulpvaardigheid met lokalen, ver
lichting en verwarming. Het was nooit
te veel voor het gemeentebestuur voor
de Normaalschool te arbeiden. Ook den
inspecteur dankte hij voor al zijn be
toonde belangstelling en voor al datgene
wat deze ook deed tot behoud der inrich
ting. Den aanwezigen onderwijzers met
wie spr., hoewel nog maar kort mocht
samenwerken, moet het heden ook op dit
uur minder aangenaam zijn, daar zij hun
inrichting, waaraan zij zoovele jaren heb
ben gearbeid, nu onverwachts zien ver
dwijnen. Als één der jongste onderwijzers
moest spr. hier als directeur optTeden.
Hij zag daar tegen op,- doch moet toch
erkennen, dat de samenwerking is mee
gevallen. En hiervoor wil spr. gaarne dank
brengen voor de genoten medewerking.
Ook voor de teleurgestelde jongelui uit
spr. zijn beste wenschen. Hij hoopt, dat
zij spoedig geplaatst worden op een an
dere normaalschool. Laat ze daar den
naam der Thoolsche Normaalschool hoog
houden.
De heer Diepenhorst dankt voor de zoo
even gehoorde Lofuitingen, en zegt dat
er steeds bij hem als burgemeester een
aangename gedachte zal overblijven om
trent den hier verrichten arbeid. Er ging
steeds een goede roep van onze school.
Ook dit jaar zijn op 1 na allen geslaagd.
Van zelf komt er nu opoffering voor de
ouders. Doch spr. wil de- jongelui toch
adviseeren, Werkt! Staat niet ledig op
de hoeken der straten met sigaretten in
den mond. Wil men positie krijgen in het
leven, dan moet er in de schooljaren hard,
zeer hard gewerkt worden. Spr. hoopt,
dat, mocht de toestand eens veranderen,
Tholen steeds de eerste plaats zal houden
voor het openen eener nieuwe Normaal
school. De heer L. K. van Dijk zegt hier
deze vergadering met gevoel voor zich-
zeiven en medegevoel voor al de aanwe
zigen door te maken. Spr. dankt den
heer Waverijn voor de hem toegesproken
woorden, en gaat vervolgens in het kort
den loop der Normaalschool na, opgericht
onder meester Broere, heeft spr. meer dan
40 jaren daaraan gearbeid, en de laatste
jaren, voor dhr. Waverijn hier kwam, als
directeur. Meer dan 230 kweekelingen zijn
door deze Normaalschool afgeleverd,
Velen zijn later in nog betere betrekking
Vraag onze speciale» cctalogus van
Easy Chairs en
Clubfauteuils
gegaan. Thans worden door deze ophef
fing de belangen van het eiland Tholen
ter dege geschaad. Spr. memoreert hierna
de tegenwoordige stand en richting van
het onderwijs. Als oud-directeur neemt
spr. afscheid van al de onderwijzers. Hij
hoopt, dat, al is de Normaalschool hier nu
opgeheven, de collega's hem steeds zul
len blijven opzoeken.
De heer Odink zegt hier allereerst de
opheffing der school te willen beschou
wen als nadeelig voor de jongelui. Im
mers deze moeten nu, willen zij zich
bekwamen, ergens anders heen gaan, dat
vooral financiëel voor velen moeilijk is.
Ook onze eigen kinderen, die wij zelf
gaarne als goede burgers willen zien op
groeien, moeten immers daar nu onder
lijden. En ten 2e is deze opheffing voor
ons als onderwijzers aan die inrichting
een soort dupeering. Immers wie zou er
aan denken op het dorpje St.-Annaland
te komen, wanneer niet de hoop als on
derwijzer aan deze Normaalschool ons
had gesteund tot het aanvaarden onzer be
trekking in een zoo afgelegen hoek? Thans
wordt dit met een enkelen slag geheel
afgemaakt. De ouderen, die in den dienst
vergrijsd zijn, zij zullen zich deze vermin
dering op financiëel gebied moeten laten
welgevallen. Wij ook, doch spr. wil hier
wel openlijk verklaren, dat hij hoopt, dat
hij eenmaal hier weer het eiland vaarwel
mag zeggen en roept daartoe de zeer
gewaardeerde hulp van den heer Inspec
teur gaarne in. De heer Carels van Poort
vliet bespreekt de goede samenwèrking,
die er steeds geweest is tusschen den
directeur L. K. v. Dijk en ook tusschen
hun en den heer Waverijn. De heer van
Dijk kan er van verzekerd zijn, dat de
lust en de liefde voor het onderwijs,
zoowel de band van vriendschap steeds
zullen blijven bestaan. 27 jaren heeft spr.
deze inrichting gediend, en hij wil dit
hier zeggen tot de jongelui. Gij zijt op
slot van rekening de schepper van Uw
eigen lot. Door losjes overal over heen
te gaan, gaat men te loor, door stalen
ijver en ijzeren wil komt men door het
leven heen.
De heer Baptist zegt hier de geuitte
klachten te gevoelen. Het spreken is hem
hier niet gemakkelijk gemaakt. Ook hij
gevoelt met diegene die hunne klachten
uiten en gevoelt met de ouders, die nu
hunne kinderen moeten zenden naar elders.
Hij voor zich heeft getracht te doen wat
hij kon, doch spr. erkent hier te Zijn
ambtenaar van den minister, die van zelf
te gebieden heeft over hem.
Ook mijne ad-viesen worden niet alle
aangenomen, evenmin de Uwe, M. de bur
gemeester. En waar hooger plicht mij
gebiedt, kan het niet anders of ik moet
namens Z.E. den Minister van Onderwijs
U allen hartelijk dank zeggen voor de
veelvuldige kennis, die gij allen hebt ten
toon gespreid en verwerkt, en die door
de Regeering op hoogen prijs wordt ge
steld. Ook de belangen der jonge onder
wijzers zullen door spr. zeker ter harte
worden genomen. Hij hoopt, dat de U. L.
School hier voor deze opheffing dermate
vergoeding moge geven, dat deze al meer
en meer daardoor in bloei toeneme.
Kweekelingen! Ook voor U zal er een
geheel andere tijd aanbreken. Ik vermoed
dat ge grootendeels naar Goes zult ver
huizen en aldaar op de dagnormaalschool
zult kunnen toenemen in kennis. Ik hoop,
dat ge daar de eer van de Normaalschool
van Thoien zult ophouden. De heer van
Dijk heeft zooeven een onderwerp aan
geroerd. Gedeeltelijk ben ik het met hem
eens, gedeeltelijk niet. Alle toestanden ver
anderen hier op aarde gedurig. Zoo kan
het niet anders of ook de leermethodes
ondergaan telkenmale verandering. Thans
gaat het hoogere voor het mindere. Thans
vraagt men naar het hoe en het waarom.
Dit kende men vroeger niet. Ik hoop,
aldus de heer Baptist, dat het later blijke,
dat de richting, waarin thans het onder
wijs gedreven wordt, toch de aanpassende
moge zijn voor dezen tijd. Namens den
Minister van Onderwijs, Kunsten en We
tenschappen, heb ik U allen hartelijk dank
te zeggen voor het door U gepresteerde
werk, en verklaar ik hiermede de lessen
aan de R. N. School alhier te zijn geëin
digd.