Zierikzeesche él Nieuwsbode
abonnement:
Woensdag 18 April 1923. zierikzeesche courant.
advertentiën:
EERSTE BLAD.
DRANKWET.
buitenland.
Prga per 8 maanden f 1,50,
franco per port f 1,80. Voor het
buitenland per jaar f 10,—
Afzonderlijke nummeri 5 cent.
Vertohljnt Maandag, Woenadag
en Vrydag.
van 13 regels 60 ets. van 4
regels en daarboven 20 ets. per
regel. Reclames 80 ets. p. regeL
By contraot belangrijke korting.
78ste JAARGANG. - No. 10916. lading °p d.g »it
Oir. I J. OE LOOZE Jr, Uitg.-FMicl. K J. KOSTCK. Tó6r
Dit nummer bestaat uit 3 bladen.
Bakkersnachtarbeid.
De BURGEMEESTER ran Zusrixzm maakt
bekend, dat hij de aanvraag ran JOH. VAN
SCHAIK alhier, om vergunning tot het
verrichten ran bakkersarbeid tusschen 8 uur
des namiddags en 6 uur des voormiddags,
in het perceel Meelstraat wjjk B, no. 52/55
op 17 April 1925 tot 17 April 1924, beeft
toegestaan.
Zibmkzbe, 17 April 1923.
De Burgemeester voornoemd,
A. J. F. FOKKER VAN CRATESTKTN
VAN RENGERSKERKE.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS vsa
ZiiKlKzn*
Gelet op Artikel 21 der Drankwet;
Brengen ter kennis van de vergunning
houders, dat zy die zich met hunnen aanslag
in het vergunningsrecht bezwaard gevoelen,
zich binnen veertien dagen, nadat de aanslag
te hunner kennis is gebracht tot den
gemeenteraad kunnen wenden, doch niette
min, op straffe van het vervallen der ver
gunning, verplicht zjjn, den aanelag vóór 1
Mel a.s. in zijn geheel ten Kantore van den
Gemeente-Ontvanger te voldoen, zullende zoo
noodig later teruggave van het te veel be
taalde plaats vinden.
Zibbikzee, den 17 April 1926.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
A. J. FOKKER TAN CRATMTETN
VAN RENGERSKERKE, Bargem.
P. F. W1TTERMANS, Seeretaris.
Minister Rosenberg orer de
herstel-kwestie.
In verband met de beraadslaging over
de begrooting van buitenlandsche zaken
heeft minister Rosenberg in den Duit-
schen Rijksdag een uitvoerige rede gehou
den over het herstel-probleem in het alge
meen en den inval der Franschen in het
Roergebied in het bijzonder.
De uitslag van den ongelijken strijd in
het Roergebied en het Rijnland zal van
wereld-historische beteekenis zijn, aldus
deze minister. Zoo het Frankrijk gelukt
de weerlooze bevolking op de knieën te
dwingen, dan zou het militairisrae voor
altijd troef zijn en voor het verloop der
wereldpolitiek zou voortaan alleen nog
het aantal bajonetten beslissende betee
kenis hebben.
Blijkt echter, zooals wij met onwrikbaar
vertrouwen hopen, de weerlooze onover
winnelijk, dan is het bewijs geleverd, dat
de macht van oorlogsuitrusting en militair
geweld haar grenzen heeft en dat de op
verstand en recht steunende eendrachtige
wil van een volk meer is en sterker is
dan tanks en machinegeweren.
Aan den Rijn en aan de Roer wordt niet
om hout en kolen, maar om vooruitgang
of achteruitgang van de rechts- en vredes-
idee gestreden.
De inval van Frankrijk heeft den terug
keer tot den waren vrede verstoord, den
heropbouw der vernietigde wereldecono
mie vertraagd. Hij belet Duitschland aan
den heropbouw met alle kracht mee te
werken, zooals het wilde en nog wil.
De minister gaf daarna een overzicht
over de heele ontwikkeling van den
tegenwoordigen toestand. De tegenwoor
dige regeering heeft de nota van 14 Nov.
door practische aanvullingsvoorstellen in
den brief van den rijkskanselier aan mi
nister-president Bonar Law van 8 Dec.
verder uitgewerkt. Het voorstel moest de
brug naar een definitieve oplossing vor
men. Het werd afgewezen.
Daar de financiëele poging om tot over
eenstemming te geraken, mislukt was, be
sloten wij het langs economisch-politieken
weg te beproeven. Het voorstel, dat de
bij den Rijn geïnteresseerde staten zich
wederkeerig zouden verplichten om voor
een langdurige periode geen oorlog tegen
elkaar te voeren zonder plebisciet werd
echter eveneens afgewezen.
De rijksminister deed daarna mededee-
lingen uit de instructie aan den gezant
Mayer van 3 Januari en vervolgde:
Het voor Parijs voorgenomen aanbod
van 30 milliard gouden marken was dat,
wat wij in 't gunstigste geval bij de uiter
ste krachtsinspanning toenmaals nog op
ons meenden te kunnen nemen, tntusschen
zijn door den inval der Franschen in
het Roergebied en andere gebieden van
Duitschland de belangrijkste krachtcentra
van de Duitsche economie lam geslagen,
groote waarden vernietigd, al onze finan
ciëele en economische verhoudingen in de
war gebracht en onze verkeerstoestanden
in zulk een heillooze wanorde geraakt,
dat tot herstel van hun volledige econo
mische werking moeizame arbeid noodig
zal zijn,
Duitschlands vermogen tot betalen der
herstelschuld is door deze invallen niet
vergroot, maar verminderd. Niettemin ge
loof ik, dat de oplossing, die eens gevon
den moet worden, en gevonden zal wor
den, uit zal moeten gaan van het toen te
Parijs zoo stiefmoederlijk behandelde Duit
sche plan.
Duitschland is bereid om ter vervulling
van zijn herstelplicht te arbeiden, te offe
ren en te betalen wat maar in zijn macht
is. Dit is de inhoud, maar ook de grens
van zijn verplichtingen.
De minister weidde daarna uit over de
veiligheidskwestie. Vreemd deed het aan,
zeide spreker, dat op een oogenblik, dat
Frankrijk met groot militair machtsver
toon midden op Duitschen bodem staat,
de kwestie van Frankrijks veiligheid ge
steld wordt in plaats van de kwestie,
hoe dergelijke aanslagen, als thans plaats
hebben, op de souvereiniteit van 't Duit
sche rijk vermeden zullen worden en wel
ke garanties Frankrijk bereid is te geven,
om in het belang van don vrede van
Europa de rustige ontwikkeling van den
toestand in Duitschland te verzekeren.
Zouden wij hier met dat program van
paniek te doen hebben, dat in de memoi
res en documenten van president Wilson
bij de karakteriseering der intergeallieerde
vóór-besprekingen voor het verdrag van
Versailles met weergaloos sarcasme ge
geeseld werd?
Ten slotte ging de minister na hoe
Duitschlands ontwapening is doorgevoerd,
zoodat het Duitsche leger niet eens vol
doende is voor de bescherming der eigen
grens, laat staan voor een aanval op
Frankrijk's militaire macht.
Plannen, die de oprichting van een zelf
standigen Rijnlandschen bondsstaat of de
overdraging der bestuursbevoegdheid aan
internationale organisaties beoogen, gaan
boven het verdrag van Versailles uit en
komen voor ons niet voor bespreking in l re$es teruggekeerd. Aan de orde is het
aanmerking.
Deze plannen, die voor de beweerde
militaire beveiliging van Frankrijk waarde
loos, voor elk Duitsch gemoed onverdra-
gelijk zijn, hebben slechts dan zin, wanneer
Frankrijk de afsluiting van Rijnland van
Pruisen als eerste etappe nastreeft op
den weg van het eind, waarvan de schei
ding van Rijnland van het rijk, de op
richting van een autonomen Rijnstaat moet
staan. Tot zulk een ontwikkeling de
hand te leenen, daartoe is geen regeering
in Duitschland ooit bereid. Rijnland en
de Rijnlanders zijn en blijven Duitsch.
Even onaannemelijk is voor ons een ver
dere beperking onzer souvereiniteitsrech-
ten in welken vorm zij ook mogen wor
den nagestreefd.
BINNENLAND.
De Rijksmiddelen.
Niettegenstaande a ie berichten oyer de
slechte economische verhoudingen, wezen
de maandstaten der schatkist steeds gun
stige cijfers aan; de staatskas ontvmt
grooter bedragen dan waarop men gere
kend had en zelfs durfde te rekenen.
Maar thans is de daling gekomen.
Terwijl Februari nog schitterende cij
fers had opgeleverd (o.a. door den mee
valler, die de dividend- en tantièmebe
lasting had gegeven, dank zij de uitspraak
van den Hoogen Raad inzake de winst-
verdeeling der Koninklijke Petroleum-Mij.
over enkele vroegere boekjaren), is het
resultaat voor Maart buitengewoon on
gunstig geweest. En wat veel erger is:
men heeft hier dezen keer niet te doen
met tijdelijke tegenvallers, maar met een
achteruitgang over vrijwel de geheelc
lijn, waarbij ten aanzien van verschillen
de der voornaamste middelen nauwelijks
twijfel bestaat, dat de daling zich ver
der zal voortzetten.
Dit geldt hoofdzakelijk de Rijksinkorn
stenbelasting, welke* in Maalrt f 8,83 mil
lioen heeft opgebracht tegen f 11 millioen
in dezelfde maand van 't vorig jaar.
De gunstige factoren ten aanzien dezer
belasting zijn thans verdwenen. Verleden
jaar werd aan vermogensbelasting" f 1,92
millioen betaald, thans 1 1,08 millioen.
De dividend- en tantièmebelasting
b.a:ht bijna de he'.lt minder op f 446,000
tegen f 803.000 in 1922).
De suikeraccijns bracht f i/g millioen
minder op; de accijns op 't gedistilleerd
f 1 millioen.
De successie-rechted vettoonen een ach
teruitgang van 2 ton.
Uit de zegelrechten kwam- f 1,47 mil
lioen binnen tegen f 1,56 in Maart 1922
de registratierechten vertoonen eveneens
een sterke vermindering; ook de invoer
rechten daalden belangrijk.
In het geheel hebben de gewone in
komsten in Maart f 33,32 millioen op
gebracht tegen f 36,64 verleden jaar, een
achteruitgang dus van f 3,23 millioen.
De O.W.-belasting bracht in Maart op...
f 1493. Sic transit gloria mundiIn het
geheel heeft de schatkist gedurende het
eerste kwartaal ontvangen f 147,47 mil
lioen, tegen f 148,5 millioen in de drie
eerste maanden van 1922.
Tweode Kamer.
Zitting van Dinsdag 17 April.
De Tweede Kamer is van haar Paasch-
wetsontwerp inzake evenredige verkie
zing van de Eerste Kamerleden.
De heer Oud kan zich niet vereenigen
met "het voorgedragen stelsel, dat z.i. te
grooten invloed geeft aan de partijbestu
ren.
De heer van den Heuvel ontwikkelt be
zwaren tegen de verschillende stemwaar-
den in de verschillende provincies. Dit
brengt verder af van het organisch kies
recht.
De heer Albarda heeft bezwaren, maar
zal met het ontwerp meegaan. Zoo noo
dig kan later een wijziging worden aan
gebracht.
De heer Dresselhuys ziet in het ont
werp geen eindregeling. In de praktijk
zal moeten blijken, of de voorgestelde re
geling voldoet.
De heer van Vuuren zegt, dat tegen
ieder stelsel bezwaren Zijn in te bren
gen en meent, dat de bezwaren tegen het
regeeringsontwerp te breed worden uit
gemeten.
Dhr. Snoeck Henkemans vindt de voor
gestelde regeling de beste, welke onder
de gegeven omstandigheden mogelijk is.
De heer Marehant meent dat zij die het
ontwerp er willen doorjagen, recht en
billijkheid uit het oog verliezen.
Minister Ruys de Beerentrouck zal een
geveserveerde, zelfs een afwijzende hou
ding aannemen, omdat een ondoordachte
verandering in het kunstig samengestelde
gebouw dit grondig kan bederven.
De heer Schaper meent dat bij de
heeren Oud en Marehant vooral het be
lang der Vrijzinnig-democraten voorzit.
De heer van den Heuvel licht zijn amen
dement toe, om verbinding van lijsten in
denzelfden kieskring te verbieden voor
Kamer- en Statenverkiezingen.
De Commissie van Rapporteurs stelt
voor dit ook te doen gelden voor Raads
verkiezingen.
De heer van Scha ik wil verbinding van
twee lijsten toelaten, mits ze ondertee
kend zijn door dezelfde kiezers. Spr.
trekt echter dit voorstel in na bestrijding
door den minister. Het sub-amendement
van dc Commissie van Rapporteurs wordt
aangenomen met 62 tegen 10 stemmen.
Het amendement wordt aangenomen zon
der hoofdelijke stemming.
Het amendement-van den Heuvel om
op de candidatenlijsten 20 namen toe te
laten in plaats van 10, wordt door den
minister overgenomen.
De heer Beumer licht zijn amendement
toe om den stemplicht te schrappen.
De heer Schaper steunt 'dit voorstel,
dat door den heer Snoeck Henkemans
wordt bestreden.
De heer Bongaerts is eveneens voor af
schaffing, die nader wordt ontraden door
de heeren Bomans efn Dresselhuys.
De minister helt over naar de meening
dat de stemplicht niet is te handhaven.
Hij laat de oeslissing aan de Kamer.
Uit Stad en Provinole
ZIERKIZEE. Blijkens de in dit nummer
voorkomende advertentie, zal de vereeni
ging „Semper Crescendo" op Zondag 22
April as., in de Concertzaal een uitvoe
ring geven.
Naar aanleiding van de Vrijdag j.l.
gehouden uitvoering der „Ver. voor Ka
mermuziek" alhier, ten bate der t. b. c.-
vereeniging, kunnen wij mededeelen, dat
a?>n den penningmeester van deze laat
ste vereeniging een bedrag van f 144 is
kunnen worden overhandigd tot stijving
der kas. Hoewel in den beginne was be
kend gemaakt, dat ook aan het Nansen-
comité een zeker bedrag zou worden
overhandigd, zoo heeft men naderhand
besloten, alléén de t.'b.c.-vereeniging te
steunen, omdat het werk van het Nan-
sen-comïté vrijwel is geëindigd.
Ook de J. G. O. B. zal, blijkens een
annonce in dit nummer, Zaterdag 28 April
een uitvoering geven, ten bate der hier
bestaande t. b. e.-vereeniging.
De heer C. Holm, werkzaam ter in
spectie der Directe Belastingen enz., al
hier, is met ingang van 1 Mei a.s. be
noemd tot rijksklerk ten ontvangkantore
Tilburg.
Door Ged. Staten van Zeeland zijn
aan alle gemeentebesturen nieuwe voor
schriften betreffende de inrichting der be
grooting en der rekening der gemeente
toegezonden, waarbij gevoegd zijn mo
dellen, die sterk afwijken van het tegen
woordig gebruikte model. In de eerste
plaats zijn zoowel 'begrooting en rekening
gesplitst in een voor gewone inkomsten
en uitgaven en een voor den kapitaal-
dienst. Een tweede groot verschil is dat
niet, zooals tot nu toe eerst alle in
komsten en dan alle uitgaven worden
genoemd, maar op de linkerbladzijde de
inkomsten en de tegenover slaand rechter
bladzijde de uitgaven over dezelfde za
ken, welke inkomsten er uitgaven dan
eenzelfde hoofdstuk vormen en van ieder
der hoofdstukken wordt afzonderlijk hel
voor of nadeelig saldo vermeld.
Een nieuwe regeling is ook, dat buiten
op de begrooting het aantal inwoners der
gemeente moet worden vermeld. Door het
beter scheiden in hoofdstukken of deelen
daarvan kan men van ieder onderdeel
beter beoordeelen wat het de gemeente
kost of welk voordeel het de gemeente
brengt.
Zoowel van den gewonen dienst als van
den kapitaaldienst moet een verzamel -
staat worden opgemaakt, waaruit dan ten
slotte het resultaat der geheele rekening
of begrooting blijkt.
Bij de begrooting moet nog worden
overgelegd een staat van de schulden en
een afzonderlijke van die, welke bij wijze
van annuïteit zijn aangegaan. Verder zijn
voorschriften gegeven over de inkleeding
der memorie van toelichting van de be
sluiten tot gebruiken van gelden, die op
den post onvoorzien zijn gebracht en van
die tol wijziging der begrooting.
Nogmaais vestigen wij de aandacht
op de schilderijententoonstelling in de tuin-
zaal van mej. de wed. Verwer, welke
door den heer Picot gehouden wordt.
Wie een schilderij wenscht van schil
ders der Holl. of Fransche school kan op
deze expositie slagen, dear de te koop
aangeboden schilderijen wérkelijk niet
duur zijn en heel mooi.
Donderdag is de laatste dag der ten
toonstelling.
De particuliere klerk W. Houdkamp,
thans werkzaam ter inspectie 'der Directe
Belastingen enz. te Zierikzee, is met in
gang van 1 Mei verplaatst naar het Ont
vangkantoor Zierikzee.
Uit de geschiedenis der
Zierikzeesche Gilden.
VI.
Het chlrurgijnsgilde, dat tot patroons
had de heiligen Cosmus en Damianus, had
zijn gildedag deswegen op 27 September.
In 1613 en 1672 verkreeg deze corpora
tie nieuwe gildebrieven.
Uit dien van 1613 leeTen wij, dat ieder,
die een winkel wilde vestigen voor sche
ren, laten (aderlaten) en chirurgie, poor
ter moest zijn en 2 jaren bij een vrij
meester in de leer moest zijn geweest.
Om in het gilde te komen, moest de
candidaat 4 „vliemen" (lancetten) ma
ken, het onderscheid kennen tusschen ade
ren en arteriën, hun naam, waar ze ge
legen zijn, waar ze „gelaten" moeten wor
den, welk onderscheid er is tusschen goed
en kwaad bloed en voorts 4 aderlatingen
doen. Wie bij de proef afgewezen werd,
mocht eerst na een half jaar opnieuw zich
daaraan onderwerpen; wie bij de tweede
proef afgewezen werd, kon niet eerder
dan een jaar later zich weder daartoe
aanbieden en verbeurde tevens de ge
maakte lancetten. Slaagde de candidaat,
dan moest hij onder eede verklaren zelf
de messen gemaakt te hebben, waarna
hij een winkel voor scheren en aderlaten
mocht openen. Ten aanzien van de chi
rurgie moest hij goed bekend zijn met
het menschelijk lichaam, welke bestand-
deelen het bevatte, kennis hebben van
wonden, gebroken ledematen enz. en van
de kracht der daarvoor te gebruiken in
grediënten.
Bij het voldoen aan de gestelde eischen
betaalde de proefdoener aan het gilde
f6 en moest aan de gildebroeders een
maaltijd geven of in plaats daarvan f 12.
Vrouwen mochten de chirurgie niet uit
oefenen, tenzij voor „eenige secrete acci
denten, welke vrouwen overkomen mo
gen". Operateurs, steensnjjders of breuk
snijders van elders mochten hunne banie
ren (reclameborden) niet ophangen op pu
blieke plaatsen, als markten, bruggen,
kerkhoven of elders, veel minder hunne
zalven, oliën en wateren verkoopen of
hunne aanbevelingen daarbij doen, maar
moesten zich tevreden houden met het
hangen hunner banieren aan hunne loge
menten. Alle meesters die een winkel hiel
den moesten altijd ten minste twee goede
lancetten voorhanden hebben. Weduwen
van vrijmeesters mochten den winkel met
een bekwamen knecht voortzetten, maar
alleen voor scheren, laten en tanden
trekker
Bij ampliatie van den gildebrief van
27 Maart 1628 werd het aan chirurgijns,
hunne knechts en leerlingen verboden om
op Zondagen, biddagen en op den Eer
sten Kerstdag te scheren, op eene boete
van f 12.
Blijkens den gildebrief van 1672 was het
maken van lancetten als proefstuk ver
vallen. De proeven moesten gedaan wor
den ten overstaan van den overdeken
van het gilde, 2 stads-doctoren en het
geheele gilde. Ieder medicus zou voor zijn
examineeren f3,15 genieten, de deken 45
cent, ieder ommeganger 30 cent en de
knape van het gilde 60 cent. Geen vreem
de operateurs, steen- en breuksnijders en
kwakzalvers mochten practiseeren dan na
machtiging van den burgemeester en het
bestuur van het gilde. Wie als chirurgijn
een opgelegde boete niet betaalde werd
gestraft met wegneming van de aan zijn
huis hangende scheerbekkens (die tot uit
hangbord dienden) en mocht geen ope
raties doen. Het voorschrijven van drank
jes om te purgeeren, te zweeten of voor
andere doeleinden, mocht de chirurgijn
niel doen, tenzij voor gevallen, de chi
rurgie rakende, op eene boete van f6.
Tot het uitoefenen der ontleedkunde,
het geven van lessen daarin en het doen
van proeven, kreeg het gilde in Novem
ber 1672 eene kamer in het achter de
Kleine Kerk gelegen gasthuis en tevens
de lijken der in dat gesticht overleden
vreemdelingen. Als die lichamen niet voor
handen waren moest de proefdoende gil-
debroeder soms maanden wachten tot er
een „subject", zooals de notulen het noe
men, beschikbaar was.
Naar mate de proeven van aderlaten en
opereeren al of niet herhaald moesten
worden en dus de examineerende doc
toren eens of meermalen moesten bijeen
komen, werden later ook de daaraan ver
bonden kosten hooger. Het totale be
drag daarvoor komt in de rekeningen
met den eigenaardigen naam van „emplas-
trum aureum" voor.
Voor de chirurgijns-gildekamer in het
gasthuis werden voor en na eenige voor
werpen en meubelen aangeschaft. In 1673
een „uerglas" of zandlooper voor drie
schellingen en 4 Spaansche stoelen voor
5 schellingen; in 1676 een instrumentenkas
voor f24,50; in 1685 een tinnen inktpot,
papier, pennen en inkt voor 8 schellingen;
in 1687 een tafelbel, pokhouten hamer
en beitel voor f3,80. In 1679 werd een
zwaardvisch in de gildekamer gebracht
waarvoor aan vracht 45 cent betaald werd.
In deze kamer stond een beweegbare tafel,
waarop de lichamen gelegd en ontleed
werden. Rond die tafel bevond zich een
hekwerk en banken.
Onder de inkomsten van het gilde be
hoorde ook het staangeld voor kwakzal
vers, die meest op de Steenen brug hun
beroep uitoefenden. Enkele malen was
daar ook eene „juffrouw quacksalfster"
te consulteeren. Ze betaalden meestal 10
schellingen per week staangeld. Vaste in
komsten waren de jaarlijksche contribu
ties van chirurgijns en leerlingen, de z.g.n.
jaarpenningen en voorts werd bij elke
aanneming tot leerling of chirurgijn een
zekere som ten behoeve van het gilde
betaald. Eene promotie tot chirurgijn
werd ook gevolgd door een maaltijd aan
alle gildebroeders. Des zomers maakten
!de leder, van liet gilde wel eens uitstapjes.
Zoo reden ze op 31 Juli 1093 naar de
buitenplaats van hun overdeken Adriaan
Hoffer, onder Zonnemaire, waar zij ont
haald werden. Aan wagenvracht werd toen
f3 betaald. Den 6 Juli 1705 maakten allen
met hunne vrouwen, benevens den over
deken Adriaan Hoffer met zijne vrouw,
een duinreisje, wat f 66,91 kostte. Op 29
Juni 1752 werd op de reis naar Repart
f92,96 verteerd en op 21 Juni 1753 bij
het uitstapje naar Zijpe f65,80.
De chirurgijns hadden soms ook con
currentie van den scherprechter. In 1664
verzocht het gilde aan den Raad om aan
dien persoon geen andere operatiën toe
te staan dan het leden zetten, wat dan
nog in tegenwoordigheid van een of meer
chirurgijns moest verricht worden. In 1673
wenschten ze eenige verandering in het
scheerloon te maken. Het scheren in hun
winkels tegen jaarloon wilden ze ver
vangen zien door betaling per keer, n.l.
2 stuivers, „wel meer, maar niet minder",
terwijl ze voor het aan huis gaan scheren
eens per week 6,30 per jaar vroegen
en voor tweemaal per week 4 rijksdaal
ders. De Raad weigerde zulks echter toe
te staan.
Nog op het eind der 18e eeuw was het
verbod van het scheren op Zon- en feest
dagen van kracht. Alleen kregen de chi
rurgijns in 1776 vergunning om vreemde
lingen en reizigers eenige gelegenheid te
geven om geschoren te worden.
Eenige bijzonderheden, het gilde betref
fende, volgen hier nog. In 1700 ontving
de gildekas van zekere Prospero voor
het staan met een theater en het venten
zijner waren gedurende 9 weken f22,50.
In 1710 werd een zekeren „doctor Borave"
aangezegd zijn doctorale bul te vertoonen
en de verschuldigde bijdrage aan het gilde
te betalen en toen daaraan blijkbaar geen
gevolg gegeven was, werd hij gearresteerd.
De naam van dezen doctor lijkt wel wat
op dien van den beroemden Boerhave,
maar kan ook door den reizenden genees
kundige opgegeven zijn om reclame te
maken,
In 1731 werd aan zekeren Frederik
Meijer toegestaan, zonder boete aan het
gilde te betalen, eene vrouw van kanker
in de borst te behandelen.
Bij den gïldemaaltijd in 1716 was er
ruzie, waarbij de chirurgijn Jacobus Smeur
zijn collega Johan de Vos zulk een slag
in het gezicht gaf, dat neus en mond
bloedden. De dader werd van tafel ver
wijderd, voor een jaar en zes weken uit
alle vergaderingen geweerd en moest f 15
boete betalen.
Van de chirurgijnsfamilie Vis te Haam
stede waren bijna allen, die aldaar de
praktijk uitgeoefend hebben, te Zierikzee
opgeleid en deden hier hun examen. Zoo
kwam Pieter Vis in 1681, Lieven Vis in
1686, Daniël Vis in 1725, Pieter Vis in 1729
en Corneüs Vis in 1769 hier in de leer.
Laatstgenoemde deed in 1775 zijn examen
als chirurgijn. Op 22 Aug. 1799 werd Johan
Martin Keiler als vroedmeester te Ooster-
land geëxamineerd en op 1 Dec. 1800
Jacob van de Repe, beiden door den be
kwamen te Parijs ge vormden chirurgijn
en vroedmeester Jacobus van der Baan.
Voor zulk een examen was dan f 12 ver
schuldigd.
In 1798 met de andere gilden opgehe
ven, werd het chirurgijns- en ook het
apothekersgiide in 1799, krachtens besluit
van het Departementaal Bestuur van Zee
land, 'weer hersteld op den ouden voet
en 'werden de hun toébehoorende goede
ren teruggegeven. In 1804 Werd het gilde
eervol ontslagen en de meeste leden toen
opgenomen in het bestuur van de in dat
jaar opgerichte Commissie van Genees
kundig Toevoorzicht, die nog tot 1865
hier bestaan heeft.
Ten stadhuize Wordt nog bewaard een
glazen 'bokaal, ter inhoudsgrootte van een
flesch, waarop men gegraveerd ziet het
afzetten van een arm en het opschrift
„Het Cosmus en Damianusgilde werd dit
geschonken door Mr. Daniël van der Haer".
Deze was n.l. overdeken van 1782—1787.
(Wordt vervolgd.)