Zierikzeesche él Nieuwsbode abonnement: Woensdag 18 April 1923. zierikzeesche courant. advertentiën: EERSTE BLAD. DRANKWET. buitenland. Prga per 8 maanden f 1,50, franco per port f 1,80. Voor het buitenland per jaar f 10,— Afzonderlijke nummeri 5 cent. Vertohljnt Maandag, Woenadag en Vrydag. van 13 regels 60 ets. van 4 regels en daarboven 20 ets. per regel. Reclames 80 ets. p. regeL By contraot belangrijke korting. 78ste JAARGANG. - No. 10916. lading °p d.g »it Oir. I J. OE LOOZE Jr, Uitg.-FMicl. K J. KOSTCK. Tó6r Dit nummer bestaat uit 3 bladen. Bakkersnachtarbeid. De BURGEMEESTER ran Zusrixzm maakt bekend, dat hij de aanvraag ran JOH. VAN SCHAIK alhier, om vergunning tot het verrichten ran bakkersarbeid tusschen 8 uur des namiddags en 6 uur des voormiddags, in het perceel Meelstraat wjjk B, no. 52/55 op 17 April 1925 tot 17 April 1924, beeft toegestaan. Zibmkzbe, 17 April 1923. De Burgemeester voornoemd, A. J. F. FOKKER VAN CRATESTKTN VAN RENGERSKERKE. BURGEMEESTER en WETHOUDERS vsa ZiiKlKzn* Gelet op Artikel 21 der Drankwet; Brengen ter kennis van de vergunning houders, dat zy die zich met hunnen aanslag in het vergunningsrecht bezwaard gevoelen, zich binnen veertien dagen, nadat de aanslag te hunner kennis is gebracht tot den gemeenteraad kunnen wenden, doch niette min, op straffe van het vervallen der ver gunning, verplicht zjjn, den aanelag vóór 1 Mel a.s. in zijn geheel ten Kantore van den Gemeente-Ontvanger te voldoen, zullende zoo noodig later teruggave van het te veel be taalde plaats vinden. Zibbikzee, den 17 April 1926. Burgemeester en Wethouders voornoemd, A. J. FOKKER TAN CRATMTETN VAN RENGERSKERKE, Bargem. P. F. W1TTERMANS, Seeretaris. Minister Rosenberg orer de herstel-kwestie. In verband met de beraadslaging over de begrooting van buitenlandsche zaken heeft minister Rosenberg in den Duit- schen Rijksdag een uitvoerige rede gehou den over het herstel-probleem in het alge meen en den inval der Franschen in het Roergebied in het bijzonder. De uitslag van den ongelijken strijd in het Roergebied en het Rijnland zal van wereld-historische beteekenis zijn, aldus deze minister. Zoo het Frankrijk gelukt de weerlooze bevolking op de knieën te dwingen, dan zou het militairisrae voor altijd troef zijn en voor het verloop der wereldpolitiek zou voortaan alleen nog het aantal bajonetten beslissende betee kenis hebben. Blijkt echter, zooals wij met onwrikbaar vertrouwen hopen, de weerlooze onover winnelijk, dan is het bewijs geleverd, dat de macht van oorlogsuitrusting en militair geweld haar grenzen heeft en dat de op verstand en recht steunende eendrachtige wil van een volk meer is en sterker is dan tanks en machinegeweren. Aan den Rijn en aan de Roer wordt niet om hout en kolen, maar om vooruitgang of achteruitgang van de rechts- en vredes- idee gestreden. De inval van Frankrijk heeft den terug keer tot den waren vrede verstoord, den heropbouw der vernietigde wereldecono mie vertraagd. Hij belet Duitschland aan den heropbouw met alle kracht mee te werken, zooals het wilde en nog wil. De minister gaf daarna een overzicht over de heele ontwikkeling van den tegenwoordigen toestand. De tegenwoor dige regeering heeft de nota van 14 Nov. door practische aanvullingsvoorstellen in den brief van den rijkskanselier aan mi nister-president Bonar Law van 8 Dec. verder uitgewerkt. Het voorstel moest de brug naar een definitieve oplossing vor men. Het werd afgewezen. Daar de financiëele poging om tot over eenstemming te geraken, mislukt was, be sloten wij het langs economisch-politieken weg te beproeven. Het voorstel, dat de bij den Rijn geïnteresseerde staten zich wederkeerig zouden verplichten om voor een langdurige periode geen oorlog tegen elkaar te voeren zonder plebisciet werd echter eveneens afgewezen. De rijksminister deed daarna mededee- lingen uit de instructie aan den gezant Mayer van 3 Januari en vervolgde: Het voor Parijs voorgenomen aanbod van 30 milliard gouden marken was dat, wat wij in 't gunstigste geval bij de uiter ste krachtsinspanning toenmaals nog op ons meenden te kunnen nemen, tntusschen zijn door den inval der Franschen in het Roergebied en andere gebieden van Duitschland de belangrijkste krachtcentra van de Duitsche economie lam geslagen, groote waarden vernietigd, al onze finan ciëele en economische verhoudingen in de war gebracht en onze verkeerstoestanden in zulk een heillooze wanorde geraakt, dat tot herstel van hun volledige econo mische werking moeizame arbeid noodig zal zijn, Duitschlands vermogen tot betalen der herstelschuld is door deze invallen niet vergroot, maar verminderd. Niettemin ge loof ik, dat de oplossing, die eens gevon den moet worden, en gevonden zal wor den, uit zal moeten gaan van het toen te Parijs zoo stiefmoederlijk behandelde Duit sche plan. Duitschland is bereid om ter vervulling van zijn herstelplicht te arbeiden, te offe ren en te betalen wat maar in zijn macht is. Dit is de inhoud, maar ook de grens van zijn verplichtingen. De minister weidde daarna uit over de veiligheidskwestie. Vreemd deed het aan, zeide spreker, dat op een oogenblik, dat Frankrijk met groot militair machtsver toon midden op Duitschen bodem staat, de kwestie van Frankrijks veiligheid ge steld wordt in plaats van de kwestie, hoe dergelijke aanslagen, als thans plaats hebben, op de souvereiniteit van 't Duit sche rijk vermeden zullen worden en wel ke garanties Frankrijk bereid is te geven, om in het belang van don vrede van Europa de rustige ontwikkeling van den toestand in Duitschland te verzekeren. Zouden wij hier met dat program van paniek te doen hebben, dat in de memoi res en documenten van president Wilson bij de karakteriseering der intergeallieerde vóór-besprekingen voor het verdrag van Versailles met weergaloos sarcasme ge geeseld werd? Ten slotte ging de minister na hoe Duitschlands ontwapening is doorgevoerd, zoodat het Duitsche leger niet eens vol doende is voor de bescherming der eigen grens, laat staan voor een aanval op Frankrijk's militaire macht. Plannen, die de oprichting van een zelf standigen Rijnlandschen bondsstaat of de overdraging der bestuursbevoegdheid aan internationale organisaties beoogen, gaan boven het verdrag van Versailles uit en komen voor ons niet voor bespreking in l re$es teruggekeerd. Aan de orde is het aanmerking. Deze plannen, die voor de beweerde militaire beveiliging van Frankrijk waarde loos, voor elk Duitsch gemoed onverdra- gelijk zijn, hebben slechts dan zin, wanneer Frankrijk de afsluiting van Rijnland van Pruisen als eerste etappe nastreeft op den weg van het eind, waarvan de schei ding van Rijnland van het rijk, de op richting van een autonomen Rijnstaat moet staan. Tot zulk een ontwikkeling de hand te leenen, daartoe is geen regeering in Duitschland ooit bereid. Rijnland en de Rijnlanders zijn en blijven Duitsch. Even onaannemelijk is voor ons een ver dere beperking onzer souvereiniteitsrech- ten in welken vorm zij ook mogen wor den nagestreefd. BINNENLAND. De Rijksmiddelen. Niettegenstaande a ie berichten oyer de slechte economische verhoudingen, wezen de maandstaten der schatkist steeds gun stige cijfers aan; de staatskas ontvmt grooter bedragen dan waarop men gere kend had en zelfs durfde te rekenen. Maar thans is de daling gekomen. Terwijl Februari nog schitterende cij fers had opgeleverd (o.a. door den mee valler, die de dividend- en tantièmebe lasting had gegeven, dank zij de uitspraak van den Hoogen Raad inzake de winst- verdeeling der Koninklijke Petroleum-Mij. over enkele vroegere boekjaren), is het resultaat voor Maart buitengewoon on gunstig geweest. En wat veel erger is: men heeft hier dezen keer niet te doen met tijdelijke tegenvallers, maar met een achteruitgang over vrijwel de geheelc lijn, waarbij ten aanzien van verschillen de der voornaamste middelen nauwelijks twijfel bestaat, dat de daling zich ver der zal voortzetten. Dit geldt hoofdzakelijk de Rijksinkorn stenbelasting, welke* in Maalrt f 8,83 mil lioen heeft opgebracht tegen f 11 millioen in dezelfde maand van 't vorig jaar. De gunstige factoren ten aanzien dezer belasting zijn thans verdwenen. Verleden jaar werd aan vermogensbelasting" f 1,92 millioen betaald, thans 1 1,08 millioen. De dividend- en tantièmebelasting b.a:ht bijna de he'.lt minder op f 446,000 tegen f 803.000 in 1922). De suikeraccijns bracht f i/g millioen minder op; de accijns op 't gedistilleerd f 1 millioen. De successie-rechted vettoonen een ach teruitgang van 2 ton. Uit de zegelrechten kwam- f 1,47 mil lioen binnen tegen f 1,56 in Maart 1922 de registratierechten vertoonen eveneens een sterke vermindering; ook de invoer rechten daalden belangrijk. In het geheel hebben de gewone in komsten in Maart f 33,32 millioen op gebracht tegen f 36,64 verleden jaar, een achteruitgang dus van f 3,23 millioen. De O.W.-belasting bracht in Maart op... f 1493. Sic transit gloria mundiIn het geheel heeft de schatkist gedurende het eerste kwartaal ontvangen f 147,47 mil lioen, tegen f 148,5 millioen in de drie eerste maanden van 1922. Tweode Kamer. Zitting van Dinsdag 17 April. De Tweede Kamer is van haar Paasch- wetsontwerp inzake evenredige verkie zing van de Eerste Kamerleden. De heer Oud kan zich niet vereenigen met "het voorgedragen stelsel, dat z.i. te grooten invloed geeft aan de partijbestu ren. De heer van den Heuvel ontwikkelt be zwaren tegen de verschillende stemwaar- den in de verschillende provincies. Dit brengt verder af van het organisch kies recht. De heer Albarda heeft bezwaren, maar zal met het ontwerp meegaan. Zoo noo dig kan later een wijziging worden aan gebracht. De heer Dresselhuys ziet in het ont werp geen eindregeling. In de praktijk zal moeten blijken, of de voorgestelde re geling voldoet. De heer van Vuuren zegt, dat tegen ieder stelsel bezwaren Zijn in te bren gen en meent, dat de bezwaren tegen het regeeringsontwerp te breed worden uit gemeten. Dhr. Snoeck Henkemans vindt de voor gestelde regeling de beste, welke onder de gegeven omstandigheden mogelijk is. De heer Marehant meent dat zij die het ontwerp er willen doorjagen, recht en billijkheid uit het oog verliezen. Minister Ruys de Beerentrouck zal een geveserveerde, zelfs een afwijzende hou ding aannemen, omdat een ondoordachte verandering in het kunstig samengestelde gebouw dit grondig kan bederven. De heer Schaper meent dat bij de heeren Oud en Marehant vooral het be lang der Vrijzinnig-democraten voorzit. De heer van den Heuvel licht zijn amen dement toe, om verbinding van lijsten in denzelfden kieskring te verbieden voor Kamer- en Statenverkiezingen. De Commissie van Rapporteurs stelt voor dit ook te doen gelden voor Raads verkiezingen. De heer van Scha ik wil verbinding van twee lijsten toelaten, mits ze ondertee kend zijn door dezelfde kiezers. Spr. trekt echter dit voorstel in na bestrijding door den minister. Het sub-amendement van dc Commissie van Rapporteurs wordt aangenomen met 62 tegen 10 stemmen. Het amendement wordt aangenomen zon der hoofdelijke stemming. Het amendement-van den Heuvel om op de candidatenlijsten 20 namen toe te laten in plaats van 10, wordt door den minister overgenomen. De heer Beumer licht zijn amendement toe om den stemplicht te schrappen. De heer Schaper steunt 'dit voorstel, dat door den heer Snoeck Henkemans wordt bestreden. De heer Bongaerts is eveneens voor af schaffing, die nader wordt ontraden door de heeren Bomans efn Dresselhuys. De minister helt over naar de meening dat de stemplicht niet is te handhaven. Hij laat de oeslissing aan de Kamer. Uit Stad en Provinole ZIERKIZEE. Blijkens de in dit nummer voorkomende advertentie, zal de vereeni ging „Semper Crescendo" op Zondag 22 April as., in de Concertzaal een uitvoe ring geven. Naar aanleiding van de Vrijdag j.l. gehouden uitvoering der „Ver. voor Ka mermuziek" alhier, ten bate der t. b. c.- vereeniging, kunnen wij mededeelen, dat a?>n den penningmeester van deze laat ste vereeniging een bedrag van f 144 is kunnen worden overhandigd tot stijving der kas. Hoewel in den beginne was be kend gemaakt, dat ook aan het Nansen- comité een zeker bedrag zou worden overhandigd, zoo heeft men naderhand besloten, alléén de t.'b.c.-vereeniging te steunen, omdat het werk van het Nan- sen-comïté vrijwel is geëindigd. Ook de J. G. O. B. zal, blijkens een annonce in dit nummer, Zaterdag 28 April een uitvoering geven, ten bate der hier bestaande t. b. e.-vereeniging. De heer C. Holm, werkzaam ter in spectie der Directe Belastingen enz., al hier, is met ingang van 1 Mei a.s. be noemd tot rijksklerk ten ontvangkantore Tilburg. Door Ged. Staten van Zeeland zijn aan alle gemeentebesturen nieuwe voor schriften betreffende de inrichting der be grooting en der rekening der gemeente toegezonden, waarbij gevoegd zijn mo dellen, die sterk afwijken van het tegen woordig gebruikte model. In de eerste plaats zijn zoowel 'begrooting en rekening gesplitst in een voor gewone inkomsten en uitgaven en een voor den kapitaal- dienst. Een tweede groot verschil is dat niet, zooals tot nu toe eerst alle in komsten en dan alle uitgaven worden genoemd, maar op de linkerbladzijde de inkomsten en de tegenover slaand rechter bladzijde de uitgaven over dezelfde za ken, welke inkomsten er uitgaven dan eenzelfde hoofdstuk vormen en van ieder der hoofdstukken wordt afzonderlijk hel voor of nadeelig saldo vermeld. Een nieuwe regeling is ook, dat buiten op de begrooting het aantal inwoners der gemeente moet worden vermeld. Door het beter scheiden in hoofdstukken of deelen daarvan kan men van ieder onderdeel beter beoordeelen wat het de gemeente kost of welk voordeel het de gemeente brengt. Zoowel van den gewonen dienst als van den kapitaaldienst moet een verzamel - staat worden opgemaakt, waaruit dan ten slotte het resultaat der geheele rekening of begrooting blijkt. Bij de begrooting moet nog worden overgelegd een staat van de schulden en een afzonderlijke van die, welke bij wijze van annuïteit zijn aangegaan. Verder zijn voorschriften gegeven over de inkleeding der memorie van toelichting van de be sluiten tot gebruiken van gelden, die op den post onvoorzien zijn gebracht en van die tol wijziging der begrooting. Nogmaais vestigen wij de aandacht op de schilderijententoonstelling in de tuin- zaal van mej. de wed. Verwer, welke door den heer Picot gehouden wordt. Wie een schilderij wenscht van schil ders der Holl. of Fransche school kan op deze expositie slagen, dear de te koop aangeboden schilderijen wérkelijk niet duur zijn en heel mooi. Donderdag is de laatste dag der ten toonstelling. De particuliere klerk W. Houdkamp, thans werkzaam ter inspectie 'der Directe Belastingen enz. te Zierikzee, is met in gang van 1 Mei verplaatst naar het Ont vangkantoor Zierikzee. Uit de geschiedenis der Zierikzeesche Gilden. VI. Het chlrurgijnsgilde, dat tot patroons had de heiligen Cosmus en Damianus, had zijn gildedag deswegen op 27 September. In 1613 en 1672 verkreeg deze corpora tie nieuwe gildebrieven. Uit dien van 1613 leeTen wij, dat ieder, die een winkel wilde vestigen voor sche ren, laten (aderlaten) en chirurgie, poor ter moest zijn en 2 jaren bij een vrij meester in de leer moest zijn geweest. Om in het gilde te komen, moest de candidaat 4 „vliemen" (lancetten) ma ken, het onderscheid kennen tusschen ade ren en arteriën, hun naam, waar ze ge legen zijn, waar ze „gelaten" moeten wor den, welk onderscheid er is tusschen goed en kwaad bloed en voorts 4 aderlatingen doen. Wie bij de proef afgewezen werd, mocht eerst na een half jaar opnieuw zich daaraan onderwerpen; wie bij de tweede proef afgewezen werd, kon niet eerder dan een jaar later zich weder daartoe aanbieden en verbeurde tevens de ge maakte lancetten. Slaagde de candidaat, dan moest hij onder eede verklaren zelf de messen gemaakt te hebben, waarna hij een winkel voor scheren en aderlaten mocht openen. Ten aanzien van de chi rurgie moest hij goed bekend zijn met het menschelijk lichaam, welke bestand- deelen het bevatte, kennis hebben van wonden, gebroken ledematen enz. en van de kracht der daarvoor te gebruiken in grediënten. Bij het voldoen aan de gestelde eischen betaalde de proefdoener aan het gilde f6 en moest aan de gildebroeders een maaltijd geven of in plaats daarvan f 12. Vrouwen mochten de chirurgie niet uit oefenen, tenzij voor „eenige secrete acci denten, welke vrouwen overkomen mo gen". Operateurs, steensnjjders of breuk snijders van elders mochten hunne banie ren (reclameborden) niet ophangen op pu blieke plaatsen, als markten, bruggen, kerkhoven of elders, veel minder hunne zalven, oliën en wateren verkoopen of hunne aanbevelingen daarbij doen, maar moesten zich tevreden houden met het hangen hunner banieren aan hunne loge menten. Alle meesters die een winkel hiel den moesten altijd ten minste twee goede lancetten voorhanden hebben. Weduwen van vrijmeesters mochten den winkel met een bekwamen knecht voortzetten, maar alleen voor scheren, laten en tanden trekker Bij ampliatie van den gildebrief van 27 Maart 1628 werd het aan chirurgijns, hunne knechts en leerlingen verboden om op Zondagen, biddagen en op den Eer sten Kerstdag te scheren, op eene boete van f 12. Blijkens den gildebrief van 1672 was het maken van lancetten als proefstuk ver vallen. De proeven moesten gedaan wor den ten overstaan van den overdeken van het gilde, 2 stads-doctoren en het geheele gilde. Ieder medicus zou voor zijn examineeren f3,15 genieten, de deken 45 cent, ieder ommeganger 30 cent en de knape van het gilde 60 cent. Geen vreem de operateurs, steen- en breuksnijders en kwakzalvers mochten practiseeren dan na machtiging van den burgemeester en het bestuur van het gilde. Wie als chirurgijn een opgelegde boete niet betaalde werd gestraft met wegneming van de aan zijn huis hangende scheerbekkens (die tot uit hangbord dienden) en mocht geen ope raties doen. Het voorschrijven van drank jes om te purgeeren, te zweeten of voor andere doeleinden, mocht de chirurgijn niel doen, tenzij voor gevallen, de chi rurgie rakende, op eene boete van f6. Tot het uitoefenen der ontleedkunde, het geven van lessen daarin en het doen van proeven, kreeg het gilde in Novem ber 1672 eene kamer in het achter de Kleine Kerk gelegen gasthuis en tevens de lijken der in dat gesticht overleden vreemdelingen. Als die lichamen niet voor handen waren moest de proefdoende gil- debroeder soms maanden wachten tot er een „subject", zooals de notulen het noe men, beschikbaar was. Naar mate de proeven van aderlaten en opereeren al of niet herhaald moesten worden en dus de examineerende doc toren eens of meermalen moesten bijeen komen, werden later ook de daaraan ver bonden kosten hooger. Het totale be drag daarvoor komt in de rekeningen met den eigenaardigen naam van „emplas- trum aureum" voor. Voor de chirurgijns-gildekamer in het gasthuis werden voor en na eenige voor werpen en meubelen aangeschaft. In 1673 een „uerglas" of zandlooper voor drie schellingen en 4 Spaansche stoelen voor 5 schellingen; in 1676 een instrumentenkas voor f24,50; in 1685 een tinnen inktpot, papier, pennen en inkt voor 8 schellingen; in 1687 een tafelbel, pokhouten hamer en beitel voor f3,80. In 1679 werd een zwaardvisch in de gildekamer gebracht waarvoor aan vracht 45 cent betaald werd. In deze kamer stond een beweegbare tafel, waarop de lichamen gelegd en ontleed werden. Rond die tafel bevond zich een hekwerk en banken. Onder de inkomsten van het gilde be hoorde ook het staangeld voor kwakzal vers, die meest op de Steenen brug hun beroep uitoefenden. Enkele malen was daar ook eene „juffrouw quacksalfster" te consulteeren. Ze betaalden meestal 10 schellingen per week staangeld. Vaste in komsten waren de jaarlijksche contribu ties van chirurgijns en leerlingen, de z.g.n. jaarpenningen en voorts werd bij elke aanneming tot leerling of chirurgijn een zekere som ten behoeve van het gilde betaald. Eene promotie tot chirurgijn werd ook gevolgd door een maaltijd aan alle gildebroeders. Des zomers maakten !de leder, van liet gilde wel eens uitstapjes. Zoo reden ze op 31 Juli 1093 naar de buitenplaats van hun overdeken Adriaan Hoffer, onder Zonnemaire, waar zij ont haald werden. Aan wagenvracht werd toen f3 betaald. Den 6 Juli 1705 maakten allen met hunne vrouwen, benevens den over deken Adriaan Hoffer met zijne vrouw, een duinreisje, wat f 66,91 kostte. Op 29 Juni 1752 werd op de reis naar Repart f92,96 verteerd en op 21 Juni 1753 bij het uitstapje naar Zijpe f65,80. De chirurgijns hadden soms ook con currentie van den scherprechter. In 1664 verzocht het gilde aan den Raad om aan dien persoon geen andere operatiën toe te staan dan het leden zetten, wat dan nog in tegenwoordigheid van een of meer chirurgijns moest verricht worden. In 1673 wenschten ze eenige verandering in het scheerloon te maken. Het scheren in hun winkels tegen jaarloon wilden ze ver vangen zien door betaling per keer, n.l. 2 stuivers, „wel meer, maar niet minder", terwijl ze voor het aan huis gaan scheren eens per week 6,30 per jaar vroegen en voor tweemaal per week 4 rijksdaal ders. De Raad weigerde zulks echter toe te staan. Nog op het eind der 18e eeuw was het verbod van het scheren op Zon- en feest dagen van kracht. Alleen kregen de chi rurgijns in 1776 vergunning om vreemde lingen en reizigers eenige gelegenheid te geven om geschoren te worden. Eenige bijzonderheden, het gilde betref fende, volgen hier nog. In 1700 ontving de gildekas van zekere Prospero voor het staan met een theater en het venten zijner waren gedurende 9 weken f22,50. In 1710 werd een zekeren „doctor Borave" aangezegd zijn doctorale bul te vertoonen en de verschuldigde bijdrage aan het gilde te betalen en toen daaraan blijkbaar geen gevolg gegeven was, werd hij gearresteerd. De naam van dezen doctor lijkt wel wat op dien van den beroemden Boerhave, maar kan ook door den reizenden genees kundige opgegeven zijn om reclame te maken, In 1731 werd aan zekeren Frederik Meijer toegestaan, zonder boete aan het gilde te betalen, eene vrouw van kanker in de borst te behandelen. Bij den gïldemaaltijd in 1716 was er ruzie, waarbij de chirurgijn Jacobus Smeur zijn collega Johan de Vos zulk een slag in het gezicht gaf, dat neus en mond bloedden. De dader werd van tafel ver wijderd, voor een jaar en zes weken uit alle vergaderingen geweerd en moest f 15 boete betalen. Van de chirurgijnsfamilie Vis te Haam stede waren bijna allen, die aldaar de praktijk uitgeoefend hebben, te Zierikzee opgeleid en deden hier hun examen. Zoo kwam Pieter Vis in 1681, Lieven Vis in 1686, Daniël Vis in 1725, Pieter Vis in 1729 en Corneüs Vis in 1769 hier in de leer. Laatstgenoemde deed in 1775 zijn examen als chirurgijn. Op 22 Aug. 1799 werd Johan Martin Keiler als vroedmeester te Ooster- land geëxamineerd en op 1 Dec. 1800 Jacob van de Repe, beiden door den be kwamen te Parijs ge vormden chirurgijn en vroedmeester Jacobus van der Baan. Voor zulk een examen was dan f 12 ver schuldigd. In 1798 met de andere gilden opgehe ven, werd het chirurgijns- en ook het apothekersgiide in 1799, krachtens besluit van het Departementaal Bestuur van Zee land, 'weer hersteld op den ouden voet en 'werden de hun toébehoorende goede ren teruggegeven. In 1804 Werd het gilde eervol ontslagen en de meeste leden toen opgenomen in het bestuur van de in dat jaar opgerichte Commissie van Genees kundig Toevoorzicht, die nog tot 1865 hier bestaan heeft. Ten stadhuize Wordt nog bewaard een glazen 'bokaal, ter inhoudsgrootte van een flesch, waarop men gegraveerd ziet het afzetten van een arm en het opschrift „Het Cosmus en Damianusgilde werd dit geschonken door Mr. Daniël van der Haer". Deze was n.l. overdeken van 1782—1787. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Nieuwsbode | 1923 | | pagina 1