ZIERIKZEESCHE NIEUWSBODE. Zaterdag 11 Joni 1904. (Z ierikzeesche Cour an t). Eerste Elad. B E BIC H T. Tweede Grafdelver. KENNISGEVING. DE STATENVERKIEZING. Mr. J. C. VAN DER LEK DE CLERCQ, Mr. A. J. F. FOKKER, en B. GILJAM. Mr. J. C. van der Lek de Clercq, Mr. A. i. F. Fokker, «n B. Giljam. Mr. J. C. van dsr Lek de Clercq, Mr. A. J. F. Fokker, en B. Giljam. J. van Gorsel, en i i. N. Elenbaas. NIEUWSTIJDINGEN. Versohijnt DINSDAG, DONDERDAG en ZATERDAG. De pry's per 3 maanden is f 1,30, franco per post f 1,60. Noord-AmerikaTransyaal, Indië enz. Terzending eens per week, f 10,per jaar. 60ste JAARGANG. No. 8012. Dlreoteur ar. DE looze. A. FRANKEL. Redacteuren: J. WAALE, alleen voor het binnen- en bnitenl. nieuws. AdvertentiênTan 13 regela 30 Cta. meerders regela 10 Cta., kunnen uiterlijk tot dea Maandags, Woensdags en Vrijdags middags 2 ore bezorgd worden. Groote létter wordt naar plaatsruimte berekend. Alle betalingen moeten uitsluitend geschieden ten kantore van A. J. de Looze, Hoek Schuithaven, Zierikzee. Ingezonden stukken en berichten van correspondenten te adresseeren aan A. FRaNKEL, Meelstraat 386, Zierikzee. 1 Dit nummer bestaat uit .wee bladen. Zij, die zich met 1 Juli a 8. op leze Courant abonneerenonl anden de tot dien datum ver- cliijnende nummers gratis. A. J. DG LOOZE, Directeur. Zij, die voor de betrekking van Tweede Graf delver op de Algemeene Begraafplaats der gemeente Zierikzee in aanmeikiDg willen komen, kunnen zich schriftelijk aanmelden bij den Burgemeester vóór 15 Juni 1904. De BURGEMEESTER van Zierikzee brengt ter kennis [jvan de Ingezetenen, dat er op Maandag deu ,13 Juni lc., des namiddags te 2 uur, op het Raadhuis, eene openbare Vergadering van den Gemeente raad zal gehouden worden, waarin de volgende zaken ter tafel zullen worden gebracht: 1. Resumtie notulen. 2. Brief van Ged. Staten, houdende terugzending van het door hen goedgekeurde primitief kohier van den hoofdelijken omslag voor 1904. 3. Brief van Ged. Staten, houdende goedkeuring van het Raadsbesluit tot aankoop van een perceeltje grond. 4. Brief van Ged Staten, houdende terugzending van een exemplaar van het door hen goedgekeurde Raadsbesluit tot wijziging der Geraeentebegrooting voor 1904. 5. Brief van Ged. Staten, houdende goedkeuring van het Raadsbesluit tot het voeren van een rechtsgeding. 6. Brief van Ged. Staten, houdende goedkeuring van het Raadsbesluit tot af- en overschrijving van - en op posten der Gemeentebegrooting voor 1903. 7. Brieven van de heeren J. Snellen, P. D. de Vos, Ch. W. Vermeys, mr. D. van der Vliet, mr. H. C. Moolenburgh en N. Kooijman, dat zij hunne be noeming tot ambtenaren van den Burgerlijken Stand aannemen. 8. Rekening van de Bewaarschool voor minvermogenden over 1903. 9. Voorstel van Burgem. en Weth. tot het verleenen van afschrijving van hoofdelijken omslag. 10. Brief van het Burgerlek Armbestuur, houdende toezending eener gewijzigde begrooting zijner ad ministratie voor 1904. 11. Verslag der Commissie, benoemd tot onderzoek der rekening van het Pensioen- en Weduwenfonds en het Pensioenfonds der gemeente-ambtenaren over 1903. 12. Adres van den heer L. Koola Wz., houdende verzoek om eervol ontslag te bekomen uit z\jne betrekking van Gemeentebouwmeester, met voorstel van Burgem. en Weth. 13. Voorstel van Burgem. en Weth. tot het aanschaffen van een brandkast ten Raadhuize. 14. Verzoek van het Bestuur der Fairbank-Vereeniging •Ons Belang" alhier, om het aan die VereenigiDg by Raadsbesluit van 23 Maart 1903, no. 17, toe gestaan gebruik van gemeentegrond voor eene üirbank op de Nieuwe Haven 31 December 1904 te doen eindigen, met voorstel van Burgem. en Weth. 15. Verzoek van de wed. A. Anker Wz. alhier, om het terrein der gemeente achter de Kleine Kerk, na expiratie van de loopende pacht, onderhands en tot wederopzeggens toe, te mogen pachten voor f 50 per jaar, met voorstel van Burgem. en Weth. 16. Behandeling van het aangehouden voorstel van Burgem. en Weth. tot verbetering der havendijken. 17. Onderzoek der geloofsbrieven van het verkozen Raadslid, den heer H. C. van den Ende. 18. Benoeming van een vierde lid in elk der stem- bureaux bij de a.s. stemming voor drie leden der Provinciale Staten. Enz. Zierikzee, den 9 Juni 1904. De Burgemeester, CH. W. VERMEIJS. Wij hebben in ons vorig nummer kortelijk de politieke boteekenis dezer Statenverkiezing voor ons land geschetst. Aangetoond werd door ons, dat de Hooger Onderwijswet en de Tariefwet, waarvan de ééne in strijd is met de geestelijke, en de andere in strijd is met de geldelijke belangen van een groot deel van het Nederlandsche volk, een ware ramp voor het vaderland zouden zijn, wanneer zij in het Staatsblad mochten verschijnen. Die ramp kan voorkomen worden, wanneer de kiezers, die in 1901 door onze staat kundige tegenstanders leelijk bij den neus zijn genomen, nu voor misleiding oppassen. Toen werd hun, dag in dag uit als het ware, hetzelfde eentonige liedje voorgezongen, dat de Leerplichtwet, door die verdoemde liberalen tot stand gebracht, in flagranten strijd was met de ordonnantiën Gods. Maar de heeren anti-revolutionairen wisten wel beter. Yan hetgeen zij destijds den volke zoo handig op de mouw wisten te spelden, meenden zij geen sikkepit. Gebruik makend van de tijdelijke impopulari teit der nieuwe wet was het hun er aitsluitend om te doen de liberalen by de groote menigte in een zoo hatelijk mogelijk daglicht te plaatsen, met het kennelijk doel hen bij de stembus te verslaan, uit het regeeringszadel te lichten, om zelve dan de tengels van het bewind in handen te nemen. Hun listige toeleg is maar al te wel gelukt. De liberalen leden de nederlaag, en de kerkelijke partyen, lachend in haar vuistje, verdeelden onderling den politieken bnit. Dr. Abraham Euyper, de vader der christelijke coalitie, kreeg het leeuwendeel. Hy toch werd met de hoofdleiding in de ministeriëele keuken beloond. Nu zou men mogen verwachten, al ware het alleen maar om den schijn te redden, dat één der eerste regeeringsdaden van het god vruchtige Euyperiaansche bewind zou zijn de Leerplichtwetdie een o zoo schandelijke inbreuk op de ordonnantiën Gods heette te zijn, hetzij op te heffen, hetzij ten minste zoodanig te wijzigen, dat zij althans haar beweerd goddeloos karakter verloor. Maar noch het een noch het ander ge- sohiedde. Zelfs zyn reeds bijkans drie volle jaren verstreken, sedert dr. Euyper den minister zetel heeft ingenomen, en nog altijd bestaat die Leerplichtwet. Men raakte haar zelfs niet aan. Hebben wij nu op grond der stilzwijgende bestendiging van die wet geen gelijk, wanneer wij beweren, dat de verontwaardiging der anti-revolutionairen in 4901 over genoemde wet niet gemeend, maar slechts geveinsd was, en uitsluitend ten doel had de kiezers tegen de liberalen op te hitsen? Als de kiezers nu goed begrijpen, op wat wijze de kerkelijke partijen in 1901 de Tweede Earner hebben om gekregen, als zij, denkend slechts aan de Hooger Onderwijswet en de Tariefwet, nu duidelijk inzien, wat hun boven het hoofd hangt, wanneer het gelukken mocht ook de Eerste Earner om te krijgen, dan twijfelen wij niet, of zy zullen thans voor het grootste deel hnn stemmen op de liberale eandidaten uitbrengen, die, voor standers van de vrije wetenschap en den vrijen handel, de algemeene belangen hooger stellen dan die van een bepaalde kerkelijke richting of van enkele industriëelen en groot handelaren. En deze eandidaten zijn: Ziet hier kiezers! den algemeenen grond, waarop wy deze mannen, de eandidaten der Centrale Liberale Eiesvereeniging en der Vrijzionig-Demokratische Eiesvereeniging, u aanbevelen. Naast dien algemeenen grond bestaan er nog bizondere redenen, waarom wij aan bovengenoemde eandidaten voor de waar neming onzer belangen in de Statenvergadering van Zeeland boven anderen thans de voorkeur geven. Alvorens die redenen uiteen te zetten, wensohen wij met een enkel woord van die andere eandidaten gewag te maken. Door een groep liberalen werd onze stad genoot, de heer mr. H. C. Moolenburgh, candidaat gesteld. Deze candidatnnr behoeven wij eigenlijk niet te bespreken, omdat ge noemde heer, vermoedelijk met het oog op de heerschende traditie betrekkelijk Dniveland in de vergadering der Centrale Liberale Eiesvereeniging heeft doen verklaren, dat hij ditmaal voor het lidmaatschap der Provinoiale Staten niet in aanmerking wenscht te komen. Nn de heer mr. H. C. Moolenburgh des ondanks toch oandidaat werd gesteld, heeft hy sioh gedrongen gevoeld in ons blad die verklaring te herbalen. De heer mr. Moolen burgh, dien wy bij een eventueeie "acatnre zeer gaarne een zetel in de vergadering der Provinciale Staten zagen innemen, heeft be grepen, wat het belang der liberale party op dit oogenblik vordert, en heeft dienovereen komstig gehandeld. Wij hopen, dat zijn lofwaardig voorbeeld hen, die hem gesteld hebben, moge aansporen in deze hnn persoonlijke gevoelens aan de belaDgen der party, waartoe zij behooren, ten offer te brengen, opdat de eenheid niet tot voordeel van onze politieke tegenstanders verbroken worde, maar wy allen eensgezind den 17en Juni naar het Btembnreau opgaan om onze stemmen uit te brengen op de heeren De oandidaat der anti-revolutionaire party, de heer C. HAGE van Bruinisse, kan door ons niet gesteand worden, omdat hij tot een richting behoort, die wij, met het oog op de reeds door ons genoemde grondenin de Staten van onze provincie wel numeriek ver zwakt, maar zeker niet versterkt zouden willen zien. Hy kan derhalve in geen geval onze man zyn, al ware het ook, dat de vraag, of hij overigens wel de eigenschappen bezit, die hem voor het lidmaatsohap der Staten niet ongeschikt zouden maken, door ons bevestigend beantwoord kon worden. En wat den heer J. BOUMAN, den burge meester van Nieuwerkerk, betreft, die door de ingezetenen van zyn gemeente gesteld is, wij weten waarlijk niet, wat tot verdediging van zyn candidatnnr kan aangevoerd worden. En daar wij dit beslist niet weten, en er bovendien drie eandidaten zyn, die in hooge mate aan de eischen beantwoorden, welke aan een goed Statenlid geBteld mogen worden, zoo kunnen wij dezen plaatselyken candidaat aan de kiezers van dit district niet aanbevelen. Thans overgaande de door de vooruit strevende partijen van dit eiland gestelde eandidaten, de heeren Mr. J. C. VAN DER LEE DE CLERCQ, Mr. A. J. P. FOEEER en B. GILJAM te bespreken, znllen wij de bizondere gronden aangeven, die ons nopen de kiezers aan te raden hun stemmen op hen uit te brengen. De vraag, wie de heer ülr. J. C. van der liek de Clercq is, behoeft niet gesteld te worden. Wie toch in 8chouwen Duiveland kent hem niet? Afstammeling van een aanzienlijke familie, die reeds een reeks van jaren van geslaoht tot geslacht in deze streek woont, verheugt hij zioh als notaris in een zeer drukke praktijk, die hem met meoschen van allerlei stand en uiteenloopende inzichten in aanraking braoht. Hij leerde zoo doende de wensohen en behoeften van velen kennen, inzonderheid van hen, die tot de landbouwende bevolking behooren. Humaan in den waren zin des woords, zoodat de linkerhand vaak niet wist, wat de reohter gaf, niet zelden zelfs aanzienlijke sommen op het altaar der weldadigheid edelmoedig offerend, heeft hij voor de lijdende menschheid veel gedaan, en doet hy daarvoor nog veel. On bevangen en eerlijk in zijn oordeel, door en door dit distriot kennend, waarin hij geboren en opgevoed is, waarin hij leeft en werkt, is hy de man, dien wy den 17en Jnni opnieuw naar de Staten moeten afvaardigen. Want gedurende de veertien jaren, dat hij reeds voor dit district zitting heeft, heeft hij door zyn grooten ijver, waarmede hij ons aller belangen behartigd heeft, getoond het door de kiezers in hem gesteld vertrouwen ten volle waardig te zijn. Brengt dus, kiezers, wederom uw stem op Mr. J. C. YAN DER LEE DE CLERCQ uit, en gij zult ia hem, zooals trouwens de ervaring leert, een Hinken, degelijken ver tegenwoordiger hebben. De tweede door de liberalen en vrijzinnigen voor de Prov. Staten aanbevolen candidaat is Iflr. A. J. F. Fokker, Voorzitter van het Waterschap Schouwen, en President der Yissoherijen op de Schelde en Zeeuwsche Stroomen. Wij behoeven hem aan onze kiezers niet voor te stellen, daar hy reeds van 1896 af een wakkere afgevaardigde in de Staten is. Toen zy hem indertijd kozen, wieten zij wel, dat zij in hem een onver- moeiden en on versaagden strijder voor hun belangen zonden hebben, die, begaafd met welsprekendheid, en handig in het debat, voor hen een voorman zou wezen, in staat een zelfs verloren geachte zaak door zyn bezielend woord en pittige bewijsvoering tot overwinning te voeren. Wie herinnert zioh niet zyn gehalt- volle in de Provinciale Staten nitgesprokene, ook in ons blad afgedrukte redevoeringen, ten behoeve van de door 't tram-comité aangevraag de provinciale subsidie voor de lijn Brouwers havenBurghslnis? Had hy toen niet met zooveel talent en beleid die subsidie-aanvrage verdedigd, het verzoek van het tram-comité ware overeenkomstig het advies van Gedep. Staten beslist van de hand geweien. Maar hy wist zóó overtuigend te spreken, dat hij zelfs Statenleden, die anders aan de zijde van Gedep. stonden, wist over te halen, zoodat na hevigen strijd met negentien stemmen vóór en achttien stemmen tegen, zyn voorstel, een subsidie voor genoemde lijn toe te staan, werd aangenomen. Zoo iemand moet natuurlijk weer naar de Staten worden afgevaardigd. Een zoodanigen woordvoeder kunnen wy in de Staten niet missen. Yelerlei belangen, o. a. die van waterstaat, scheepvaart en visecherij vorderen in de aller eerste plaats zyn tegenwoordigheid aldaar. Daarom kiezers, hernieuwt io uw belang den 17en dezer het mandaat van Mr. A. J. F. FOEEER. En nu krijgen wij ten slotte nog te be spreken den heer B- Giljam, Dijkgraaf van den polder »De Yier Bannen", voorheen Yoorzitter der Afdeeling Zierikzee van de Maatschappij van Landbouw en Yeeteelt in Zeeland. Candidaat gesteld door liberalen en vrijz.- demooraten, ter vervanging van den heer B. G. van der Have, die 34 jaren lang dit district in de Staten op eerlijke en eervolle wijze heeft vertegenwoordigd, maar nu niet meer in aanmerking wenschte te komen, zal hij, indien de kiezers hem naar de Staten mochten afvaardigen, toonen het vertrouwen te verdienen, dat velen in hem stellen. Yan een vurig temperament, treedt hij in den regel met veel warmte voor de zaak op, die hij dient. Wie hem, zooals wij, heeft gade geslagen, toen hij nog in het nHuis van Nassan" de vergaderingen van Landbouw en Veeteelt leidde, weet, dat hy is een man van groote kraoht en veel beleid. Is hij ook al op politiek gebied geavanceerd, waar wij allen tegenover de reactie staan, moeten wij ver geten, wat ons verdeelt, en slechts denken aan hetgeen ons vereenigt. Laten wij daarom eendraohtig optrekken tegen den vijand, die de geheele Nederlandsche natie wil brengen onder het dwangjuk der kerkelijke partijeo, eu een aanval doet op onze nationale welvaart. Brengt dus kiezers! aanstaanden Vrijdag uw stem uit op Voor Tliolen raden wy de kiezers aan hun stemmen uit te brengen op de heeren BelgiS. Te Gent heeft de politie honden in gebruik, en dat deze goede diensten kunnen bewijzen, bloek dezer dagen nog. Eenige politie-agenten konden een lawaaierigen maar zeer sterken dronkaard niet mee krijgen. Maar een hond, Mozart geheeten, bracht holp. Hij greep het been van den dronkaard tusschen zyn voorpooten en deed hem vallen, waarna de agenten den man baas werden. Toen deze overeind wsb gebracht en niet meer vooruit wilde, wist Mozart er spoedig raad mede. Hij sprong met zyn voorpooten op den rug van den dronkaard en met zijn kop gaf hij hem gedurig stooten. Toen de man aan 't marcheeren was, liep Mozart voort durend om hem heen, en dit zonder het minste geblaf te Inten bonren. De dronkaard zelf was verstomd over het vernuft van den viervoetigen politieagent. Wy lezen in het Hbl. v. Antwerpen: Een vreeselyk drama gebeurde Maandag avond te Sint-Martens-Laethem, in een boscbje, op nauwelijks 100 meters afstand van den steenweg naar Deinze. Er waren in die gemeente gedurende den nacht van Zondag op Maandag kiekens gestolen ten nadeele van een inwoner, Yyncke genaamd. Die kiekens waren gedood en ver borgen in een boschke, toehoorende aan Yan Rieeeghem, schepen der gemeente. Deze, door het bosoh komend, vond daar het gedoode gevogelte en, van den diefstal vernomen hebbend, ging hij den eigenaar der kiekens, Yyncke, verwittigen. Daar men met reeht vermoedde, dat de dieven hun buit bij de eerste gelegenheid zonden komen halen, werden twee gendarmen uit Gent ontboden en die legden zich 's avonds op loer, om de dieven af te wachten. Maar alsof dit niet voldoende was, kwam eene andere groep zich ook in hinderlaag plaatsen. Deze bestond uit den veldwachter Moerman, zyn zoon een werkman, Van Wassenhoven geheeten, en nog andere personen, die zich by de groep hadden aangesloten. Hoe is men nu zoo in dwaling geraakt, dat beide groepen de andere voor de dieven aanzag 't Is onbegrijpelijkAlthans is het zeker, dat beide groepen tegen 10 ure des avonds in botsing geraakten, schoten losten, vochten, met messen staken, enz., zóódanig, dat heel het dorp, door het geruoht opgewekt, ter plaatse snelde. Niet minder dan tien sohoten werden er gelost. Yan Wassenhoven, vader van vijf kinderen, werd gedood. Een zelfde lot onder ging Aloïes Moerman, die een kogel in het hoofd en een in de borst kreeg. Sohepen Yan Rieseghem werd door een messteek en een kogel getroffen. De wonden zijn doodelijk. Wat er nu eigenlijk tot die betreurens waardige dwaling aanleiding heeft gegeven, moet het gereoht onderzoeken. Antwerpen, 8 Juni. De Norddeutsche Lloyd HamburgAmerika lijn en de Canadian Pacifio hebben een verdrag gesloteD, waarbij zij zioh verbinden de nieuwe Belgische haven Heyst als passagiershaven en Antwerpen als koopvaardijhaven te gebruiken. Te Antwerpen heeft Woensdag een brand gewoed, waarbij meer dan twintig groote houtloodsen verwoest werden en verder 40.000 M3. hout, dat daarbuiten opgestapeld was. De loodsen moesten met behulp van soldaten omvergehaald worden om het vuur te stuiten. Yele brandweermannen en nieuws gierigen zyn gewond. De schade wordt begroot op ruim 1 millioen francs. Men vermoedt brandstichting. Nederland. Amsterdam, 8 Juni. De bewoners van een bovenwoning in de Groote Witten burger straat alhier misten in den laatsten tijd des naohts geld uit een portemonnaie, die geborgen was in een vrouwenzak die by de kleederen op een stoel lag. Toen men er niet in slaagde den geheimzinnigen dader(es) te ontdekken, paste de man des huizes een probaat middel toe. Hij maakte n.l. in den zak een strik, verbond dien aan een lijn, wier uiteinde weder werd verbonden aan een in de bedstede aan- gebraohte bel. Des naohts werd het echtpaar wakker door het bellen en zag men een buurvrouw met de hand in den strik vast. De politie werd met het geval in kennis gesteld.

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Nieuwsbode | 1904 | | pagina 1