ZIERIKZEESCHE MEI USB Oil E. Zaterdag 9 Januari 1904. i e r i li. z e e s c h. e Courant). Eerste Blad. Algemeen Overzicht. NIEUWSTIJDINGEN. Uit Stad «li Provincie. Verschijnt DINSDAG, DONDERDAG en ZATERDAG. De prijs per 3 maanden is f 1,30, franco per post f 1,60. Noord-AmerikaTransvaal, Indië enz. verzending eens per week, f 10,per jaar. 60ste JAARGAN6. No. 7948. Dlreotoura j. DB LOOZB. A. FRANKEL. Redactearen J. WAALE, alleen voor het binnen- en buitenl. nienws. AdvertentiënT*n 13 regelt 30 Oti. meerdere regels 10 Cts.kannen uiterlijk tot des Maandags, Woensdags en Vrijdags middags 2 are bezorgd worden. Groote letter wordt naar plaateruimte berekend. Alle betalingen moeten uitsluitend geschieden ten kantore van A. J. de Looze, Hoek Schuithaven, Zieiikzee. Ingezonden stukken en berichten van correspondenten te adresseeren aan A. FnaNKEL, Meelstraat 386, Zierikzee. Dit nummer bestaat uit twee bladen. lederen dag schier verwacht men een be- I richt van Reuter of van een auder nieuws- bureau, dat de oorlog in het Oosten van Azië i tusschen Rusland en Japan is uitgebarsten. Maar dat berioht laat nog altijd op zich wachten, niet omdat het oorlogsgevaar ver minderd of geweken is, maar omdat Rusland met opzet de onderhandelingen met Japan sleepende wii houden, met het oogmerk tijd te winnen, teneinde zijn vloot en manschappen te kunnen dirigeeren naar het terrein, waarop de strijd zal gevoerd worden, en teneinde zich te voorzien van de krijgsbenoodigdheden en mondbehoeften. Wel heeft Rusland nu een antwoord aan Japan op zijn jongste nota doen toekomen, maar naar hetgeen er van verluidt, zou ook dit antwoord de strekking hebben de onderhandelingen te rekken, natuurlijk om de hierboven reeds te kennen gegeven reden. De Japansche regeeriog zal dat diplomatisch spelletje wel doorgronden, en zal zich dan ook wel niet in slaap laten wiegen. Zij zal, evengoed als wij in Europa het weten, wel begrijpen, dat het bij de Russen een vast beginsel is een eens iDgenomen standpunt niet te ontruimen, en dat, wat de ijsbeer eenmaal in zijn klauwen heeft, hij niet meer loslaat. Zij neemt dan ook haar oorlogsmaatregelen. Een Japansch eskader, onder bevel van den admiraal Karminaeri, is op weg naar Massampbio, een haven, die, aan de zuidkust van Korea lig gend, groote strategische waarde bezit. Ter uitbreiding van haar vloot heeft zij te Genua twee Argeniijosche oorlogsschepen aangekocht, en deze met beproefde Engelsche mariniers en zee-officieren bemand. De Russische pers tracht inmiddels Frankrijk te bewegen Rus- land's zijde te kiezen. Zij beweert, dat bij een eventuëelen oorlog van Rusland met Japan, waarin China vermoedelijk aan de zijdo van Japan zal staan, Formosa, dat, zooals men weet, aan Frankrijk toebehoort, door Japan zal bezet worden. De Fransche regeering, die ondervonden heeft, wat zij aan het bond genootschap van Rusland heeft, zal wel zoo verstandig wezen, zich niet te mengen in het twistgeding tusschen Rusland en Japan, maar dit door partijen kalmpjes laten uitveohten. Om een oorlog tusschen de twee rijken te voorkomen heeft het Permanent Vredesbureau te Bern tot de Mogendheden, op grond van de Haagsche conferentie, het verzoek gericht aan Rusland en Japan bemiddeling aan te bieden. Of één der Mogendheden dat aanbod zal doen, betwijfelen wij. Keizer Wilhelm heeft op Nieuwjaarsdag een speech afgestoken. Een deputatie der officieren van het Berlijnsche garnizoen kwam aan Zijn Majesteit de Nieuwjaarswenschen van het garnizoen der residentie aanbieden. Bij die gelegenheid hield de Keizer den officieren ernstig voor oogen, dat een waardig levensgedrag hun betaamde, en dat het met de soldatenmishandeliDgen thans uit moest wezen. Het is te hopen, dat de heeren met hun sleepende en rinkelende sabels zioh de keizer lijke les ten nutte zullen maken. Minister Millerand heeft in de Fransche Kamer tegen het voorstel-Hubbard gestemd. Hubbard wilde namelijk, dat de Fransche regeering aan de Mogendheden een voorstel tot ontwapening zou doen. Het ministerie was daartegen, en Millerand, lid van het Kabinet, stemde, vermoedelijk om homogeen met zijn ambtgenooten te blijven, als Kamer lid, daartegen. Daarover sohijnen zjjn partij- genooten, de socialisten, woedend te zijn. Althans de Fédération Socialist© de la Seine heeft hem uit haar midden verbannen. Arme Millerand 1 Een socialistisch Kamerlid heeft het plan aan de Kamer het voorstel te doen tot af- sohafflng van het ambt van kamervoorzitter, met dien verstande, dat beurtelings elk lid der Kamer het voorzittersgestoelte zal innemen. Dat voorstel zal wel den kelder ingaan. De verschillende groepen der Kamer hebben in middels, zonder dat voorstel af te wachten, Henri Brisson tot kamervoorzittergecandideerd. Onze Minister Kuyper is te Brussel bij den Koning van België op visite geweest. Een redaoteur van de Etoile Beige heeft be proefd den vroeger nog al toesohietelijken Minister, die eens zelf een maohtig persridder was, te intervieuwen, maar het lukte niet. Zijn Excellentie was potdicht. Nederland. Haarlem, 6 Jan. In de gisteren in het gereohtsgebouw gehouden vergadering in zake het faillissement der kassiersfirma Laane v. Bemmel alhier, werd het aangeboden accoord van tenminste 35 pCt. met groote meerderheid van stemmen niet goedgekeurd. Dat de verliezen voor Haarlem en omstreken door dit ééne faillissement van groote beteekenis zijn, blijkt uit het groote aantal personen of stichtingen (230), welke getroffen worden. Van Haarlemsche ingezetenen beloopt het bedrag f 412.603 en uit den omtrek en van elders f 336.851. Vele kleine luijden woonden deze ver gadering bij. Zij worden het gevoeligst getroffen, wijl het verlorene hun geheele vermogen of bedrijfskapitaal vormde. 's-Gravenhage, 6 Jan. Het werkloozen- comité alhier, dat benoemd is door 23 neutrale vakvereenigiDgen, heeft een verzoek gericht tot bnrgem. eu weth. dezer gemeente, om eene collecte te mogen houden voor de werkloozen. De Minister van Oorlog heeft bepaald, dat bg het wapen der infanterie, dit jaar, voor herhalingsoefeningen, onder de wapenen zullen komen: de lichting 1898 voor 26 dagen en de lichting 1899 voor 28 dagen. Rotterdam, 6 Jan. Op Zondag 3 Januari is het aantal schepen in de gemeente geteld de uitslag is als volgt 119 Zeeschepen, 1017 Rijnschepen, 1497 tjalken en andere binnenvaart, 274 rivier- stoombooten, hiervan lagen in de Maashaven: 11 zeeschepen, 532 Rijnschepen, 234 tjalken en andere vaartuigen, 10 rivier-stoombooten, 1 droogdok, 3 zwemscholen, 30 stuks bagger- materieel, waarmede de Maashaven overvol is, zoodat er geen Rijnschip meer in kan worden geborgen. Hetzelfde is het geval met Delftshaven, Schiehaven en Parkhaven. Het gevolg hiervan is, dat de RynschepeD, die in Spoor-, Binnen- of Rynhaven gereed komen, aldaar voorloopig moeten blijven ten nadeele van losplaatsen voor zeeschepen. Op de boeien liggen 13 zeestoomschepen in afwachting van een losplaats in een haven. Bergen op-Zoom, 6 Jan. Ten kantore van den rijks-ontvanger alhier zijn thans 8000 kilogram suiker opgestapeld, die door ambtenaren in beslag genomen zijn. Zierikzee, 8 Jan. Door de Centrale Anti-Revolutionaire Kiesvereeniging werd Woensdagavond in de Concertzaal alhier een openbare vergadering uitgeschreven. De voor zitter van voornoemde Vereeniging, de heer D. Mulder, opende overeenkomstig het gebruik der anti-revolutionairen de vergadering met gebed, en heette de talrijk opgekomenen welkom. In deze opkomst zag hy een bewijs van belangstelling in het publieke leven. Na te hebben gewezen op de belangwekkende gebeurtenissen, die in het verstreken jaar hebben plaats gegrepen, en die zelfs over de grenzen de aandacht getrokken hebben, stelt hy in het licht, dat elke party propaganda tracht te maken voor die beginselen, waar van zij heil voor het vaderland verwacht. Door die beweegredenen geleid, had het Centraal Bestuur den heer H. de Wilde van 's-Gravenhage uitgenoodigd hier ter stede de beginselen der anti-revolutionaire party te ontvouwen. Die uitnoodiging had de heer De Wilde, die hierop door hem aan de ver gadering werd voorgesteld, aanvaard. Na de pauze zou overeenkomstig den uitdrukkelijken wensch van den spreker voor dezen avond gelegenheid tot debat gegeven worden. De heer De Wilde begon zijn staatkundige rede met de opmerking, dat wij leven in dagen van strijd, en dat er overal verdeeld heid heerschte over 't uitgangspunt, de middelen en het doel. Zij openbaart zich zoowel op politiek als op kerkelijk terrein. Op staatkundig gebied heeft zy het aanzien gegeven aan verschillende partijen en de daaruit voortvloeiende richtingen. Op ziohzelve beschouwd is die verdeeldheid te betreuren. Hoe schoon ware het, wanneer allen als zonen van één vaderland hetzelfde wilden, hetzelfde bedoelden, één in streven, één in doel waren. Niet echter met onze vurigste wenechen, maar met de nuchtero werkelijkheid hebben wij te rekenen. En leze is, dat er veel en echerp verschil van inzicht bestaat. Elke party, zoowel de anti-revolutionaire, als de liberale, zoowel de vrijzinnig-demo- kratische als de sociaal-demokratische, beweert, dat zy het goede voor land en volk beoogt, en dat juist het goede de inzet van haar stryd is. Met het bestaan der partyen moet men dus vrede nemen. Elke party zal strijden voor hetgeen zy meent, dat in het belaDg van het vaderland moet gedaan worden. Eenheid van inzicht kan moeilijk verkregen worden. De geschiedenis is in deze de beste leermeesteres. De poging, vijftig A zestig jaar geleden aangewend, één kerk, één school te stichten, is mislukt. Op kerkelyk gebied wierp men in 1834 Brummelkamp en zyn medestrijders in de gevangenis, omdat zy niet in een kerk wilden blyven, waarin zy niet vrij voor hun gevoelen konden uitkomen. Trots de gevangenis hielden zy vol. En zy herkregen ten slotte hun vryheid. Daarmede ging een stuk van de kerkelijke eenheid te loor. Op schoolgebied had men aanvankelijk voor heel de natie één school. Maar de Joodsche ouders van kinderen hadden het godsdienstige bezwaar, dat er op de school van den Christus geleerd werd, en de Roomsche ouders der leerlingen kwamen er tegen op, dat op de school uit den Bijbel gelezen werd. Toen nu aan de grieven der Joden en Katholieken tegemoet gekomen werd, kwamen er andere spelbrekers, die meenden, dat de opvoeding in de sobool zich moest aansluiten aan die in het huisgezin, met andere woorden, dat bybel en gebed van de school niet mochten geweerd worden. De regeering maakte aan deze gemoedsbezwaren een einde, door by de Grondwetsherziening van 1848 de vryheid van onderwijs te decreteeren, waardoor de vryheid verkregen werd bizondere scholen te stichten. Hierdoor werd met het stelsel gebroken, dat het Nederlandsche volk één was in de school. Thorbecke droomde ter goeder tronw van één party. Maar zyn persoonlijke vriend, Groen van Prineterer, zag het anders in. De één beleed de beginselen der Fransche revolutie, terwyl de andere vasthield aan de denkbeelden der voorvaderen, waarvoor deze goed en bloed hadden veil gehad, 't Is een illusie te gelooven aan de geestelijke eenheid van het Nederlandsche volk. Eén in de kerk, één in de school, één in den staat, is een omogelyk- heid gebleken. Wy moeten allen partymannen zyn, wel één in liefde voor het vaderland en het stamhuis, en verdraagzaam jegens elkander. Ook Thorbecke was een partyman, want hy trad tegen hen op, die in die dagen de con servatieve party vormden. Groen van Prinsterer, de stichter van de anti-revolutionaire party, is de grondlegger van de verdeeliog der partyen in de Tweede Kamer, namelijk van de rechter- en linkerzijde. Behoorend tot de party der rechterzyde, betoogt spreker, dat de stryd uitsluitend over beginselen loopt. Wanneer de socialise, mevrouw Roland Holst zegt, dat deugd en ondeugd stuivertjes wisselen, als mr. Cort van der Linden beweert, dat er niet één zedelijkheid bestaat, maar dat deze verschillen kan, dan stellen de anti-revolutionairen daartegenover beginselen, die vaststaan. Komend op de rangschikking der partyen in twee hoofdgroepen, zegt spreker, dat de rechterzijde de souvereiniteit Gods huldigt, terwyl de linkerzijde de volke- souvereiniteit voorstaat. Gene neemt de Goddelijke Openbaring tot grondslag van baar beginselen, deze de MenBchelyke Rede. Onjuist is het eohter te denken, dat zy, die tot de linkerzijde behooren, voor God goen eerbied koesteren. Aan de revolutie iu 1795 deden hier te lande zelfs rechtzinnige Protes tanten mcó. Professor Van der Vlugt en jhr. J. A. Röell, beide godsdienstige mannen, die iederen Zondag naar de kerk gaan, behooren tot de liberale party. Ook onder de anti revolutionairen zijn er geweest, dio het stand punt innamen, dat de naam Gods te hoog staat om dien in het staatkundig strijdgewoel te sleuren. Maar spreker toont uit de Schrift aan, dat ook in het leven van volk en over heid de banier van God geplant moet worden. Zoo onze voorvaderen hierover anders gedacht hadden, zy zouden zich nooit van Spaoje's dwangjuk hobben vrijgevochten. De souve reiniteit Gods kent geen grenzen; Gods gezag moet heerschen in de kerk en in de school, in de kabinetten der Ministers en in de raadszalen der volksvertegenwoordigers. De anti-revolutionairen zyn geroepen te stryden tegen allen, die daarmede niet instemmen. Ook de katholieken, hetzelfde standpunt innemend, vormen met de anti revolutionairen de rechterzyde, en staan met hen vereenigd tegenover de linkerzyde, die de volkssouvereiniteit huldigt. In ons land is het Koningschap opgedragen aan het Huis Oraoje. Spreker noemt dit een bestel Gods. Inbreuk hierop te maken ware in stryd met de ordonnantiën Gods. Yoert men nu aan, dat in de Zuid-Afrikaansche republiek de president door het volk werd aangewezen, wat eveneens het geval is in Noord-Amerika, dan wete men, dat in de Schrift op geen enkele plaats een regeeringsvorm wordt aan gewezen, zoodat een land monarchaal of republikeinsch geregeerd kan worden. By de belijdenis van Gods souvereiniteit bnigt het volk voor zyn overheid. En hierin ligt de beteekenis van de souvereiniteit Gods. Prof. Van der Ylugt betwist de stelling, dat de socialisten geesteskinderen van de linkerzyde zyn. Ook Prof. Drucker komt tegen die stelling op. Spreker haalt aan, wat Groen van Prinsterer van de liberalen en radicalen zeide, namelyk dat er tusschen hen principiëel geen verschil bestaat, maar gradueel wel. Troeistra beweerde, dat de Calvinisten in Frankrijk het eerst de volkssouvereiniteit hebben verkondigd, en dat daarom dr. Kuyper zyn grootpapa is. Die conclusie is valsch. Als de Calvinisten propaganda maken voor de republiek, dan handelen zy nog niet in stryd met de Schrift. De souvereiniteit ligt niet in den mensch. Al het gezag, ook dat der Koningin, komt van God, die onze hoogste Wetgever is. Naar Zyn heiligen wil moet het eerst gevraagd worden. Daarin ligt het ken merkend verschil tusschen rechter- en linker zyde. De anti-revolutionairen en katholieken hebben dezen grondslag gemeen, maar bewaren tooh hun zelfstandigheid. Daarentegen is by de linkerzyde een verruiming van grenzen waar te nemen. Om verschillende door spreker opgenoemde redenen zal het in het belaDg van het Nederlandsche volk zyn, dat de rechterzyde bij de verkiezingen van het volgend jaar meerderheid, en het Ministerie aan het bewind blijft. Gewiohtige wetsont werpen, die nu wegens de langzame wijze, waarop de Tweede Kamer tengevolge van het vele praten, inzonderheid van de socialisten, werkt, niet kunnen afgedaan worden, zullen dan door het Ministerie tot een goed einde kunnen gebraoht worden. Komt echter de linkerzyde in de meerderheid, wat zal zij er dan mee kunnen doen. Heeft zij een leuze, waaronder zij vereenigd kan worden. Wij hebben de leuze: ïtegen de Revolutie en vóór het Evangelie". Met de leuze: stegen de clericalen", die Goeman Borgesiue in de Liberale Unie heeft aangeheven, is niet veel aan te vaDgen. De tijden immers zyn ver anderd. De vijandschap is over en weer niet meer zoo groot. Van weerskanten is er meer waardeeriDg gekomen. Laten wij die leuze, die van Franschen oorsprong is, aan de Franschen over. Zal men dan de meer pakkende leuze: stegen de bescherming" kiezen. Het wetsontwerp tot herziening der invoerreohten zal weldra bij de Kamer worden ingediend. Mocht nu de linkerzyde meerder heid worden, dan zal zij dit wetsontwerp intrekkenen tot dekking der uitgaven benoodigd voor de uitvoering der wetten betrekkelijk de ouderdoms- en ziekteverzekering verhoogiug van belastingen moeten voorstellen. Spreker eindigde zijn met groote belang stelling gevolgde rede met een citaat uit een rede van dr. Kuyper, waarin deze zeide, dat aan de Christelijke beginselen twee geboden ten grondslag liggen. Het ééne gebod is: xGij zult den Heer, uw God, beminnen met geheel uw hart, geheel uw verstand en geheel uw kracht". En het tweede gebod luidt»Gij zult uw naaste lief hebben, gelijk u zeiven". Na de pauze werd door den voorzitter gelegenheid tot debat gegeven, waarvan in de allereerste plaats door den heer Croiset gebruik werd gemaakt, die, voorstander van de souvereiniteit Gods, verklaarde het met den spreker volkomen eens te zijn, waar deze aan het slot van zijn rede de twee even- genoemde geboden aanhaalde, maar met hem op andere punten van gevoelen verschilde, zooals door hem in een breedvoerig betoog werd aangetoond. De quintessens van dit betoog was, dat opponent één school voor allen voor zeer wel mogelijk hield. In zijn schooljaren namelyk kwam. de catechiseer meester op de school om aan de leerlingen godsdienstonderricht te geven. Tegen de door den spreker met den naam van misdadige woelingen bestempelde werkstaking protes teerde hij, omdat het verzet der werklieden ter voorkoming van wetten niet als misdaad kan aangemerkt worden. In tegenstelling met den spreker, die den stryd voorstond, predikte hy liefde en vrede. En wat de ver hooging der belastingen betreft, waarvan de spreker by een eventueel© overwinning van de linkerzyde gewag maakte, het maakt geen verschil, of men door de kat of den kater gebeten wordt, met andere woorden of de belasting direct of indirect verhoogd werd. De heer A. Geluk stelde, na den spreker voor zyn rede te hebben dank gezegd, dezen eenige vragen. Zonder tusschen de souvereiniteit Gods en de volkssouvereiniteit te willen partij kiezen, vroeg hij den spreker, die den tachtigjarigen oorlog hemelhoog verheven had, of deze worstelstrijd te verdedigen was, waar Philips H, Koning van Spanje, bekleed was met macht van God. Ten tweede wees hij er op, dat eenige jaren geleden van anti revolutionaire zijde betoogd werd, dat de vaccinewet niet mocht blyven bestaan. Dr. Kuyper nu heeft een »inperkinkje" op die wet ingediend. Sedert heeft men er niets meer van gehoord. Ten derde was het voor hem onverklaarbaar, dat in 1888 de anti-revo lutionairen den anarchist Domela Nieuwenhuis in de Kamer hebben helpen brengen. Opponent erkende, dat aan de linkerzyde geen eenheid bestond, maar toonde aaD, dat die ook niet aan den kant der party van den spreker aan wezig was. Over de doodstraf namelyk dachten Lohman en Heemskerk verschillend. Wat de daden van het Ministerie betreft, niet één belangrijke wet is door dit Ministerie ingediend. Ten slotte werden door dezen opponent de partybenoemingen ter sprake gebracht, en door hem instemming betuigd met hetgeen door den vorigen opponent ten aanzien der verboogiDg van de belastingen was in het midden gebracht. De heer J. A. de Bruyne kwam tegen de tegenstelling van de souvereiniteit Gods en de volkssouvereiniteit in verzet. Het ging niet aan om God tegenover het volk te plaatsen. De spreker van dezen avond sprak van de Schrift. Maar sedert Luther gesproken heeft, wordt de Schrift onderzooht, zoodat daarover zelfs onder de anti-revolutionairen groot verschil is gerezen. Lohman leest over de eedskwestie iets anders in de Schrift dan Kuyper. Ook ten aanzien van het huismans kiesrecht is er geen eenstemmigheid. Alleen by de katholieken bestaat ten aanzien van de Schrift eenheid van meening, daar de Kerk zelve deze uitlegt. Wat de daden van dit Ministerie betreft, deze zijn weinig in aantal. De arbeidspensioneering is nog niet bij de Kamer ingekomen. Wel werd de uit gave van zeven millioen voor het snelvuur- geschut met groote kracht doorgezet, 't Is waar, ons land moet verdedigd worden, maar de belaDgen van de kleine luydeD, »di© geen dag en geen nacht kunnen wachten", wegen zeker niet minder zwaar. Spreker heeft gevraagd, wat zal de leuze zijn by de aan staande verkiezingen. Anti-clericalisme of protectie I Neen. De vryzinnig-demokraten zullen uit een hooger beginsel vragen Grond wetsherziening om te komen tot algemeen stemrecht. De heer Frankel zon, daar het Neder landsche volk onderscheidene gezindten en godsdienstige richtingen telt, die omtrent de ordonnantiën GoJs verschillende opvattingen hebben, van spreker gaarne willen weten, wat deze onder de ordonnantiën Gods verstaat. De voorzitter merkt op, dat door zyn partygenooten indertijd tegen de Leerplicht wet fel te velde was getrokken. En ^nu voegt men ons toe, gy hebt de kiezers wijs gemaakt, dat, als er een Christelijk Ministerie komt, het volk van de leerplichtwet zal ver lost worden. En nu vraagt bij spreker, of deze soms ook eenige inlichting betrekkelijk deze wet kan geven, of zy zal ingetrokken, of gewijzigd worden. De heer De Wilde, repliceerend, merkt op, dat de heer Croiset, waar deze als een Tolstoïaan den vrede predikt, en zich af- keerig toont van strijd, deze een vrede na jaagt, die overeenkomt met de stilte van het graf. Wat de openbare school betreft, heeft opponent een redeneeriog gegeven uit de

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Nieuwsbode | 1904 | | pagina 1