ZIERIKZEESCHE
MEI USB Oil E.
Zaterdag 9 Januari 1904.
i e r i li. z e e s c h. e
Courant).
Eerste Blad.
Algemeen Overzicht.
NIEUWSTIJDINGEN.
Uit Stad «li Provincie.
Verschijnt DINSDAG, DONDERDAG en
ZATERDAG.
De prijs per 3 maanden is f 1,30, franco per post
f 1,60.
Noord-AmerikaTransvaal, Indië enz. verzending
eens per week, f 10,per jaar.
60ste JAARGAN6.
No. 7948.
Dlreotoura j. DB LOOZB.
A. FRANKEL.
Redactearen
J. WAALE, alleen voor het binnen- en buitenl. nienws.
AdvertentiënT*n 13 regelt 30 Oti.
meerdere regels 10 Cts.kannen uiterlijk tot des
Maandags, Woensdags en Vrijdags middags
2 are bezorgd worden.
Groote letter wordt naar plaateruimte berekend.
Alle betalingen moeten uitsluitend geschieden ten kantore van A. J. de Looze, Hoek Schuithaven, Zieiikzee.
Ingezonden stukken en berichten van correspondenten te adresseeren aan A. FnaNKEL, Meelstraat 386, Zierikzee.
Dit nummer bestaat uit
twee bladen.
lederen dag schier verwacht men een be- I
richt van Reuter of van een auder nieuws-
bureau, dat de oorlog in het Oosten van Azië i
tusschen Rusland en Japan is uitgebarsten.
Maar dat berioht laat nog altijd op zich
wachten, niet omdat het oorlogsgevaar ver
minderd of geweken is, maar omdat Rusland
met opzet de onderhandelingen met Japan
sleepende wii houden, met het oogmerk tijd
te winnen, teneinde zijn vloot en manschappen
te kunnen dirigeeren naar het terrein, waarop
de strijd zal gevoerd worden, en teneinde
zich te voorzien van de krijgsbenoodigdheden
en mondbehoeften. Wel heeft Rusland nu een
antwoord aan Japan op zijn jongste nota
doen toekomen, maar naar hetgeen er van
verluidt, zou ook dit antwoord de strekking
hebben de onderhandelingen te rekken,
natuurlijk om de hierboven reeds te kennen
gegeven reden. De Japansche regeeriog zal
dat diplomatisch spelletje wel doorgronden,
en zal zich dan ook wel niet in slaap laten
wiegen. Zij zal, evengoed als wij in
Europa het weten, wel begrijpen, dat het bij
de Russen een vast beginsel is een eens
iDgenomen standpunt niet te ontruimen, en
dat, wat de ijsbeer eenmaal in zijn klauwen
heeft, hij niet meer loslaat. Zij neemt dan
ook haar oorlogsmaatregelen. Een Japansch
eskader, onder bevel van den admiraal
Karminaeri, is op weg naar Massampbio, een
haven, die, aan de zuidkust van Korea lig
gend, groote strategische waarde bezit. Ter
uitbreiding van haar vloot heeft zij te Genua
twee Argeniijosche oorlogsschepen aangekocht,
en deze met beproefde Engelsche mariniers
en zee-officieren bemand. De Russische pers
tracht inmiddels Frankrijk te bewegen Rus-
land's zijde te kiezen. Zij beweert, dat bij
een eventuëelen oorlog van Rusland met Japan,
waarin China vermoedelijk aan de zijdo van
Japan zal staan, Formosa, dat, zooals men
weet, aan Frankrijk toebehoort, door Japan
zal bezet worden. De Fransche regeering,
die ondervonden heeft, wat zij aan het bond
genootschap van Rusland heeft, zal wel zoo
verstandig wezen, zich niet te mengen in het
twistgeding tusschen Rusland en Japan, maar
dit door partijen kalmpjes laten uitveohten.
Om een oorlog tusschen de twee rijken te
voorkomen heeft het Permanent Vredesbureau
te Bern tot de Mogendheden, op grond van
de Haagsche conferentie, het verzoek gericht
aan Rusland en Japan bemiddeling aan te
bieden. Of één der Mogendheden dat aanbod
zal doen, betwijfelen wij.
Keizer Wilhelm heeft op Nieuwjaarsdag
een speech afgestoken. Een deputatie der
officieren van het Berlijnsche garnizoen kwam
aan Zijn Majesteit de Nieuwjaarswenschen
van het garnizoen der residentie aanbieden.
Bij die gelegenheid hield de Keizer den
officieren ernstig voor oogen, dat een waardig
levensgedrag hun betaamde, en dat het met de
soldatenmishandeliDgen thans uit moest wezen.
Het is te hopen, dat de heeren met hun
sleepende en rinkelende sabels zioh de keizer
lijke les ten nutte zullen maken.
Minister Millerand heeft in de Fransche
Kamer tegen het voorstel-Hubbard gestemd.
Hubbard wilde namelijk, dat de Fransche
regeering aan de Mogendheden een voorstel
tot ontwapening zou doen. Het ministerie
was daartegen, en Millerand, lid van het
Kabinet, stemde, vermoedelijk om homogeen
met zijn ambtgenooten te blijven, als Kamer
lid, daartegen. Daarover sohijnen zjjn partij-
genooten, de socialisten, woedend te zijn.
Althans de Fédération Socialist© de la
Seine heeft hem uit haar midden verbannen.
Arme Millerand 1
Een socialistisch Kamerlid heeft het plan
aan de Kamer het voorstel te doen tot af-
sohafflng van het ambt van kamervoorzitter,
met dien verstande, dat beurtelings elk lid
der Kamer het voorzittersgestoelte zal innemen.
Dat voorstel zal wel den kelder ingaan. De
verschillende groepen der Kamer hebben in
middels, zonder dat voorstel af te wachten,
Henri Brisson tot kamervoorzittergecandideerd.
Onze Minister Kuyper is te Brussel bij
den Koning van België op visite geweest.
Een redaoteur van de Etoile Beige heeft be
proefd den vroeger nog al toesohietelijken
Minister, die eens zelf een maohtig persridder
was, te intervieuwen, maar het lukte niet.
Zijn Excellentie was potdicht.
Nederland.
Haarlem, 6 Jan. In de gisteren in het
gereohtsgebouw gehouden vergadering in zake
het faillissement der kassiersfirma Laane
v. Bemmel alhier, werd het aangeboden
accoord van tenminste 35 pCt. met groote
meerderheid van stemmen niet goedgekeurd.
Dat de verliezen voor Haarlem en omstreken
door dit ééne faillissement van groote
beteekenis zijn, blijkt uit het groote aantal
personen of stichtingen (230), welke getroffen
worden.
Van Haarlemsche ingezetenen beloopt het
bedrag f 412.603 en uit den omtrek en van
elders f 336.851.
Vele kleine luijden woonden deze ver
gadering bij. Zij worden het gevoeligst
getroffen, wijl het verlorene hun geheele
vermogen of bedrijfskapitaal vormde.
's-Gravenhage, 6 Jan. Het werkloozen-
comité alhier, dat benoemd is door 23
neutrale vakvereenigiDgen, heeft een verzoek
gericht tot bnrgem. eu weth. dezer gemeente,
om eene collecte te mogen houden voor de
werkloozen.
De Minister van Oorlog heeft bepaald,
dat bg het wapen der infanterie, dit jaar,
voor herhalingsoefeningen, onder de wapenen
zullen komen: de lichting 1898 voor 26
dagen en de lichting 1899 voor 28 dagen.
Rotterdam, 6 Jan. Op Zondag 3 Januari
is het aantal schepen in de gemeente geteld
de uitslag is als volgt
119 Zeeschepen, 1017 Rijnschepen, 1497
tjalken en andere binnenvaart, 274 rivier-
stoombooten, hiervan lagen in de Maashaven:
11 zeeschepen, 532 Rijnschepen, 234 tjalken
en andere vaartuigen, 10 rivier-stoombooten,
1 droogdok, 3 zwemscholen, 30 stuks bagger-
materieel, waarmede de Maashaven overvol
is, zoodat er geen Rijnschip meer in kan worden
geborgen.
Hetzelfde is het geval met Delftshaven,
Schiehaven en Parkhaven.
Het gevolg hiervan is, dat de RynschepeD,
die in Spoor-, Binnen- of Rynhaven gereed
komen, aldaar voorloopig moeten blijven ten
nadeele van losplaatsen voor zeeschepen.
Op de boeien liggen 13 zeestoomschepen
in afwachting van een losplaats in een haven.
Bergen op-Zoom, 6 Jan. Ten kantore
van den rijks-ontvanger alhier zijn thans
8000 kilogram suiker opgestapeld, die door
ambtenaren in beslag genomen zijn.
Zierikzee, 8 Jan. Door de Centrale
Anti-Revolutionaire Kiesvereeniging werd
Woensdagavond in de Concertzaal alhier een
openbare vergadering uitgeschreven. De voor
zitter van voornoemde Vereeniging, de heer
D. Mulder, opende overeenkomstig het gebruik
der anti-revolutionairen de vergadering met
gebed, en heette de talrijk opgekomenen
welkom. In deze opkomst zag hy een bewijs
van belangstelling in het publieke leven. Na
te hebben gewezen op de belangwekkende
gebeurtenissen, die in het verstreken jaar
hebben plaats gegrepen, en die zelfs over de
grenzen de aandacht getrokken hebben, stelt
hy in het licht, dat elke party propaganda
tracht te maken voor die beginselen, waar
van zij heil voor het vaderland verwacht.
Door die beweegredenen geleid, had het
Centraal Bestuur den heer H. de Wilde van
's-Gravenhage uitgenoodigd hier ter stede de
beginselen der anti-revolutionaire party te
ontvouwen. Die uitnoodiging had de heer
De Wilde, die hierop door hem aan de ver
gadering werd voorgesteld, aanvaard. Na de
pauze zou overeenkomstig den uitdrukkelijken
wensch van den spreker voor dezen avond
gelegenheid tot debat gegeven worden.
De heer De Wilde begon zijn staatkundige
rede met de opmerking, dat wij leven in
dagen van strijd, en dat er overal verdeeld
heid heerschte over 't uitgangspunt, de
middelen en het doel. Zij openbaart zich
zoowel op politiek als op kerkelijk terrein.
Op staatkundig gebied heeft zy het aanzien
gegeven aan verschillende partijen en de
daaruit voortvloeiende richtingen. Op ziohzelve
beschouwd is die verdeeldheid te betreuren.
Hoe schoon ware het, wanneer allen als
zonen van één vaderland hetzelfde wilden,
hetzelfde bedoelden, één in streven, één in
doel waren. Niet echter met onze vurigste
wenechen, maar met de nuchtero werkelijkheid
hebben wij te rekenen. En leze is, dat er
veel en echerp verschil van inzicht bestaat.
Elke party, zoowel de anti-revolutionaire,
als de liberale, zoowel de vrijzinnig-demo-
kratische als de sociaal-demokratische, beweert,
dat zy het goede voor land en volk beoogt,
en dat juist het goede de inzet van haar
stryd is. Met het bestaan der partyen moet
men dus vrede nemen. Elke party zal strijden
voor hetgeen zy meent, dat in het belaDg
van het vaderland moet gedaan worden.
Eenheid van inzicht kan moeilijk verkregen
worden. De geschiedenis is in deze de beste
leermeesteres. De poging, vijftig A zestig
jaar geleden aangewend, één kerk, één school
te stichten, is mislukt. Op kerkelyk gebied
wierp men in 1834 Brummelkamp en zyn
medestrijders in de gevangenis, omdat zy niet
in een kerk wilden blyven, waarin zy niet
vrij voor hun gevoelen konden uitkomen.
Trots de gevangenis hielden zy vol. En zy
herkregen ten slotte hun vryheid. Daarmede
ging een stuk van de kerkelijke eenheid te
loor. Op schoolgebied had men aanvankelijk
voor heel de natie één school. Maar de
Joodsche ouders van kinderen hadden het
godsdienstige bezwaar, dat er op de school
van den Christus geleerd werd, en de
Roomsche ouders der leerlingen kwamen er
tegen op, dat op de school uit den Bijbel
gelezen werd. Toen nu aan de grieven der
Joden en Katholieken tegemoet gekomen
werd, kwamen er andere spelbrekers, die
meenden, dat de opvoeding in de sobool zich
moest aansluiten aan die in het huisgezin,
met andere woorden, dat bybel en gebed van
de school niet mochten geweerd worden. De
regeering maakte aan deze gemoedsbezwaren
een einde, door by de Grondwetsherziening
van 1848 de vryheid van onderwijs te
decreteeren, waardoor de vryheid verkregen
werd bizondere scholen te stichten. Hierdoor
werd met het stelsel gebroken, dat het
Nederlandsche volk één was in de school.
Thorbecke droomde ter goeder tronw van
één party. Maar zyn persoonlijke vriend,
Groen van Prineterer, zag het anders in. De
één beleed de beginselen der Fransche revolutie,
terwyl de andere vasthield aan de denkbeelden
der voorvaderen, waarvoor deze goed en
bloed hadden veil gehad, 't Is een illusie te
gelooven aan de geestelijke eenheid van het
Nederlandsche volk. Eén in de kerk, één in
de school, één in den staat, is een omogelyk-
heid gebleken. Wy moeten allen partymannen
zyn, wel één in liefde voor het vaderland en
het stamhuis, en verdraagzaam jegens elkander.
Ook Thorbecke was een partyman, want hy
trad tegen hen op, die in die dagen de con
servatieve party vormden. Groen van Prinsterer,
de stichter van de anti-revolutionaire party,
is de grondlegger van de verdeeliog der
partyen in de Tweede Kamer, namelijk van
de rechter- en linkerzijde. Behoorend tot de
party der rechterzyde, betoogt spreker, dat
de stryd uitsluitend over beginselen loopt.
Wanneer de socialise, mevrouw Roland
Holst zegt, dat deugd en ondeugd stuivertjes
wisselen, als mr. Cort van der Linden
beweert, dat er niet één zedelijkheid bestaat,
maar dat deze verschillen kan, dan stellen
de anti-revolutionairen daartegenover beginselen,
die vaststaan. Komend op de rangschikking
der partyen in twee hoofdgroepen, zegt
spreker, dat de rechterzijde de souvereiniteit
Gods huldigt, terwyl de linkerzijde de volke-
souvereiniteit voorstaat. Gene neemt de
Goddelijke Openbaring tot grondslag van
baar beginselen, deze de MenBchelyke Rede.
Onjuist is het eohter te denken, dat zy, die
tot de linkerzijde behooren, voor God goen
eerbied koesteren. Aan de revolutie iu 1795
deden hier te lande zelfs rechtzinnige Protes
tanten mcó. Professor Van der Vlugt en jhr.
J. A. Röell, beide godsdienstige mannen, die
iederen Zondag naar de kerk gaan, behooren
tot de liberale party. Ook onder de anti
revolutionairen zijn er geweest, dio het stand
punt innamen, dat de naam Gods te hoog
staat om dien in het staatkundig strijdgewoel
te sleuren. Maar spreker toont uit de Schrift
aan, dat ook in het leven van volk en over
heid de banier van God geplant moet worden.
Zoo onze voorvaderen hierover anders gedacht
hadden, zy zouden zich nooit van Spaoje's
dwangjuk hobben vrijgevochten. De souve
reiniteit Gods kent geen grenzen; Gods
gezag moet heerschen in de kerk en in de
school, in de kabinetten der Ministers en in
de raadszalen der volksvertegenwoordigers.
De anti-revolutionairen zyn geroepen te
stryden tegen allen, die daarmede niet
instemmen. Ook de katholieken, hetzelfde
standpunt innemend, vormen met de anti
revolutionairen de rechterzyde, en staan met
hen vereenigd tegenover de linkerzyde, die
de volkssouvereiniteit huldigt. In ons land is
het Koningschap opgedragen aan het Huis
Oraoje. Spreker noemt dit een bestel Gods.
Inbreuk hierop te maken ware in stryd met
de ordonnantiën Gods. Yoert men nu aan,
dat in de Zuid-Afrikaansche republiek de
president door het volk werd aangewezen,
wat eveneens het geval is in Noord-Amerika,
dan wete men, dat in de Schrift op geen
enkele plaats een regeeringsvorm wordt aan
gewezen, zoodat een land monarchaal of
republikeinsch geregeerd kan worden. By de
belijdenis van Gods souvereiniteit bnigt het
volk voor zyn overheid. En hierin ligt de
beteekenis van de souvereiniteit Gods. Prof.
Van der Ylugt betwist de stelling, dat de
socialisten geesteskinderen van de linkerzyde
zyn. Ook Prof. Drucker komt tegen die
stelling op. Spreker haalt aan, wat Groen
van Prinsterer van de liberalen en radicalen
zeide, namelyk dat er tusschen hen principiëel
geen verschil bestaat, maar gradueel wel.
Troeistra beweerde, dat de Calvinisten in
Frankrijk het eerst de volkssouvereiniteit
hebben verkondigd, en dat daarom dr. Kuyper
zyn grootpapa is. Die conclusie is valsch.
Als de Calvinisten propaganda maken voor
de republiek, dan handelen zy nog niet in
stryd met de Schrift. De souvereiniteit ligt
niet in den mensch. Al het gezag, ook dat
der Koningin, komt van God, die onze hoogste
Wetgever is. Naar Zyn heiligen wil moet het
eerst gevraagd worden. Daarin ligt het ken
merkend verschil tusschen rechter- en linker
zyde. De anti-revolutionairen en katholieken
hebben dezen grondslag gemeen, maar bewaren
tooh hun zelfstandigheid. Daarentegen is by
de linkerzyde een verruiming van grenzen
waar te nemen. Om verschillende door spreker
opgenoemde redenen zal het in het belaDg
van het Nederlandsche volk zyn, dat de
rechterzyde bij de verkiezingen van het
volgend jaar meerderheid, en het Ministerie
aan het bewind blijft. Gewiohtige wetsont
werpen, die nu wegens de langzame wijze,
waarop de Tweede Kamer tengevolge van
het vele praten, inzonderheid van de socialisten,
werkt, niet kunnen afgedaan worden, zullen
dan door het Ministerie tot een goed einde
kunnen gebraoht worden. Komt echter de
linkerzyde in de meerderheid, wat zal zij er
dan mee kunnen doen. Heeft zij een leuze,
waaronder zij vereenigd kan worden. Wij
hebben de leuze: ïtegen de Revolutie en vóór
het Evangelie". Met de leuze: stegen de
clericalen", die Goeman Borgesiue in de
Liberale Unie heeft aangeheven, is niet veel
aan te vaDgen. De tijden immers zyn ver
anderd. De vijandschap is over en weer niet
meer zoo groot. Van weerskanten is er meer
waardeeriDg gekomen. Laten wij die leuze,
die van Franschen oorsprong is, aan de
Franschen over. Zal men dan de meer
pakkende leuze: stegen de bescherming"
kiezen. Het wetsontwerp tot herziening der
invoerreohten zal weldra bij de Kamer worden
ingediend. Mocht nu de linkerzyde meerder
heid worden, dan zal zij dit wetsontwerp
intrekkenen tot dekking der uitgaven
benoodigd voor de uitvoering der wetten
betrekkelijk de ouderdoms- en ziekteverzekering
verhoogiug van belastingen moeten voorstellen.
Spreker eindigde zijn met groote belang
stelling gevolgde rede met een citaat uit een
rede van dr. Kuyper, waarin deze zeide, dat
aan de Christelijke beginselen twee geboden
ten grondslag liggen. Het ééne gebod is:
xGij zult den Heer, uw God, beminnen met
geheel uw hart, geheel uw verstand en geheel
uw kracht". En het tweede gebod luidt»Gij
zult uw naaste lief hebben, gelijk u zeiven".
Na de pauze werd door den voorzitter
gelegenheid tot debat gegeven, waarvan in
de allereerste plaats door den heer Croiset
gebruik werd gemaakt, die, voorstander van
de souvereiniteit Gods, verklaarde het met
den spreker volkomen eens te zijn, waar deze
aan het slot van zijn rede de twee even-
genoemde geboden aanhaalde, maar met hem
op andere punten van gevoelen verschilde,
zooals door hem in een breedvoerig betoog
werd aangetoond. De quintessens van dit
betoog was, dat opponent één school voor
allen voor zeer wel mogelijk hield. In zijn
schooljaren namelyk kwam. de catechiseer
meester op de school om aan de leerlingen
godsdienstonderricht te geven. Tegen de door
den spreker met den naam van misdadige
woelingen bestempelde werkstaking protes
teerde hij, omdat het verzet der werklieden
ter voorkoming van wetten niet als misdaad
kan aangemerkt worden. In tegenstelling
met den spreker, die den stryd voorstond,
predikte hy liefde en vrede. En wat de ver
hooging der belastingen betreft, waarvan de
spreker by een eventueel© overwinning van
de linkerzyde gewag maakte, het maakt geen
verschil, of men door de kat of den kater
gebeten wordt, met andere woorden of de
belasting direct of indirect verhoogd werd.
De heer A. Geluk stelde, na den spreker
voor zyn rede te hebben dank gezegd, dezen
eenige vragen. Zonder tusschen de souvereiniteit
Gods en de volkssouvereiniteit te willen
partij kiezen, vroeg hij den spreker, die den
tachtigjarigen oorlog hemelhoog verheven
had, of deze worstelstrijd te verdedigen was,
waar Philips H, Koning van Spanje, bekleed
was met macht van God. Ten tweede wees
hij er op, dat eenige jaren geleden van anti
revolutionaire zijde betoogd werd, dat de
vaccinewet niet mocht blyven bestaan. Dr.
Kuyper nu heeft een »inperkinkje" op die
wet ingediend. Sedert heeft men er niets
meer van gehoord. Ten derde was het voor
hem onverklaarbaar, dat in 1888 de anti-revo
lutionairen den anarchist Domela Nieuwenhuis
in de Kamer hebben helpen brengen. Opponent
erkende, dat aan de linkerzyde geen eenheid
bestond, maar toonde aaD, dat die ook niet
aan den kant der party van den spreker aan
wezig was. Over de doodstraf namelyk
dachten Lohman en Heemskerk verschillend.
Wat de daden van het Ministerie betreft,
niet één belangrijke wet is door dit Ministerie
ingediend. Ten slotte werden door dezen
opponent de partybenoemingen ter sprake
gebracht, en door hem instemming betuigd
met hetgeen door den vorigen opponent ten
aanzien der verboogiDg van de belastingen
was in het midden gebracht.
De heer J. A. de Bruyne kwam tegen de
tegenstelling van de souvereiniteit Gods en
de volkssouvereiniteit in verzet. Het ging
niet aan om God tegenover het volk te
plaatsen. De spreker van dezen avond sprak
van de Schrift. Maar sedert Luther gesproken
heeft, wordt de Schrift onderzooht, zoodat
daarover zelfs onder de anti-revolutionairen
groot verschil is gerezen. Lohman leest over
de eedskwestie iets anders in de Schrift dan
Kuyper. Ook ten aanzien van het huismans
kiesrecht is er geen eenstemmigheid. Alleen
by de katholieken bestaat ten aanzien van
de Schrift eenheid van meening, daar de
Kerk zelve deze uitlegt. Wat de daden van
dit Ministerie betreft, deze zijn weinig in
aantal. De arbeidspensioneering is nog niet
bij de Kamer ingekomen. Wel werd de uit
gave van zeven millioen voor het snelvuur-
geschut met groote kracht doorgezet, 't Is
waar, ons land moet verdedigd worden, maar
de belaDgen van de kleine luydeD, »di© geen
dag en geen nacht kunnen wachten", wegen
zeker niet minder zwaar. Spreker heeft
gevraagd, wat zal de leuze zijn by de aan
staande verkiezingen. Anti-clericalisme of
protectie I Neen. De vryzinnig-demokraten
zullen uit een hooger beginsel vragen Grond
wetsherziening om te komen tot algemeen
stemrecht.
De heer Frankel zon, daar het Neder
landsche volk onderscheidene gezindten en
godsdienstige richtingen telt, die omtrent de
ordonnantiën GoJs verschillende opvattingen
hebben, van spreker gaarne willen weten,
wat deze onder de ordonnantiën Gods verstaat.
De voorzitter merkt op, dat door zyn
partygenooten indertijd tegen de Leerplicht
wet fel te velde was getrokken. En ^nu
voegt men ons toe, gy hebt de kiezers wijs
gemaakt, dat, als er een Christelijk Ministerie
komt, het volk van de leerplichtwet zal ver
lost worden. En nu vraagt bij spreker, of
deze soms ook eenige inlichting betrekkelijk
deze wet kan geven, of zy zal ingetrokken,
of gewijzigd worden.
De heer De Wilde, repliceerend, merkt op,
dat de heer Croiset, waar deze als een
Tolstoïaan den vrede predikt, en zich af-
keerig toont van strijd, deze een vrede na
jaagt, die overeenkomt met de stilte van het
graf. Wat de openbare school betreft, heeft
opponent een redeneeriog gegeven uit de