ZIERIKZEESCHE NIEUWSBODE.
l\o. 5566
31steJaars:.
Donderdag 15 Julij 1875.
OPROEPING.
Verschjjnt DINGSDAG, DONDERDAG en ZATURDAG. De prjjs per 3 maanden ia 1,30Iranco per post 1,60.
ADVERTENTIËN 10 Cta. per regel, kunnen niterlpk tot des MaandagB, Woensdags en Vrijdags voormiddags 10 ure bezorgd worden.
VROEDVROUW.
De BURGEMEESTER en WETHOUDERS vau Zie-
riiczee roepen by deze opallen die in aanmerking
wenschen te komen- voor de betrekking van v roed-
vrouwwaaraan eene jaarwedde uit de gemeente
kas is verbonden van twee lioudertl guidon,
(benevens eene toelage van SOzoolang de vroed
vrouw P. Kou wen hare betrekking nog blijijt uitoefenen),
om zich met overlegging van stukken bij gezegelde
portvrij in te zenden adressen ten spoedigste te wenden
tot het Gemeentebestuur van Zierikzee.
Zierikzee, den 14 July 1875.
De Burgemeester en Wethouders
v. CITTERS.
De Secretaris
J. P. N. ERMERINS.
Kennisgeving.
Veiling van Tiende-Vruchten.
De BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Zie
rikzee brengen ter kennis van belanghebbenden: dat
de openbare Veiling der Tiende-Vruchten
aankomende deze Gemeente, voor den jare en oogst
van 1875 zal plaats hebben op I>o»i<ler<lujy den
JÜS3 JfuUj e. It. des voormiddags te 10 uur, op
het Raadhuis dezer Gemeente.
Zierikzee, den 8 July 1875.
De Burgemeester en Wethouders
v. CITTERS.
De Secretaris
J. P. N. ERMERINS.
Het negen-en-twintigste
ÜMUISUOIMODIG CONGRES.
Onze hoofdbedenkingen tegen het jongste landhuis-
houdkundig congres waren dezedat het door het
drukkende overwigt der Friezen een al te sterk ge
prononceerde locale kleur haden dat het door de
overweldigende persoonlijkheid van den Minister van
Binnenlandsche Zaken in zyn vryen en natuurlyken
loop werd gestuit.
Maar de voornaamste vraag bljjft natuurlyk deze
hoe was het met de practische werkzaamheid van het
congres? Heeft dit congres vruchten gedragen voor
den landbouw of belooft het zulke vruchten te dragen.
Wanneer men die vragen beantwoordmoet men
zorgen geene te hooge eischen te stellen. Het zyn
niet alle deskundigendie deze congressen bezoeken
enzoo zjj al deskundigen zijnzjj zyn het niet op
ieder gebied van landbouw, tuinbouw en veeteelt. De
vetweider is niet volkomen bevoegd te oordeelen over
de beste snoei-metbode van vruchtboomenen de ho-
venier zal wel niet volmaakt vertrouwd zyn met de
wet op de besmettelijke veeziekten. Van daar dat het
eene goede gewoonte isdat op dergelyke congressen
zooveel mogelyk van gedachten worde gewisseld, maar
liefst in het geheel niet wordt gestemd. Om over
eene zaak zyne stem uit te brengen moet men zich
grondig voor die zaak hebben voorbereid. Anders mist
zoodanige stemming geheel hare waarde.
Welnu wat op ae acht en twintig vorige congressen
nog nooit was gebeurddat zag men op het Heeren-
veensche congres. Over de meest belangrijke zaak
die zich dó&r voordeedgreep eene stemming plaats
de vraag namelykwat de voorkeur verdiendeafma
king of inenting van door longziekte besmet vee. Voor
den veestapel van Friesland eene levensvraag. Over die
vraag word langdurig en ernstig gedebatteerd; 't was
de éénige grondige discussie van 't gansche congres.
Daarover moest gestemd wordenzeide zekere heer
van Looneen beperkt afmakerdaarover moet een
besluit worden genomen wat helpt praten zeide zekere
heer van Panhuijs, een burgemeester van Tietjerksfce-
radeelofindien het niet Tietjerksteradeel is dan
van een ander gedeeltetje van Friesland. De Voorzitter
waarschuwde horhaaldeljjk. Andere leden waarschuw
den ook. Maar de Friezen zyn ook in vergaderingen
hoofdig van aard. Er werd gestemd. Met welk gevolg
Dat het voorstel van den heer van Loon met 32 tegen
30 stemmen werd aangenomen. Wat de dagbladen
echter niet vermeldden was dat 35 it 30 leden niet
aan de stemming hebben deelgenomen ofschoon zy
op de presentie-lijst hadden ge teekend. Enkelen be
zochten de tentoonstellingrjjk aan melkvee de mees
ten verzochten buiten stemming te blijven. Welke
waarde heeft nu zoodanig besluitmet de meerderheid
van ééne stem genomen en terwyl zóóvelen afwezig
waren Stemmingen zijn noodzakelijke elementen in
permanente vergaderingen in toevallige vergaderingen
behooren zij achterwege te bljjven.
Deze eind-stemming bedierf de discussiedie zich
zooals wij reeds zeidendoor bondigheid en grondig
heid kenmerkte. »Wat is het beste middel om de
longziekte onder het rundvee te beteugelen Die
vraag was vóór het congres eene open vraag en zij is,
als wy wel zien nadat het congres is afgeloopen, eene
opene vraag gebleven.
Aan de spits van de voorstanders der inenting stond
de heer Idzerda, het lid der Tweede Kamer, dezelfde,
die in die Vergadering steeds de vaan der inenting
omhoog heeft geheven. De heer Idzerda erkende dat
afmaking wenschelyk is in één gevalonmiddellijk
nadat de ziekte zich heeft vertoond dan is afmaking
het middel om verspreiding der ziekte te keer te gaan.
Maarals de ziekte zich eenmaal heeft verspreid, dan
moet men alles overlaten aan inenting ter bekwamer
tjjdemet goede stof. Veetyphus en longziekte zijn
ziekten die niet met elkander moeten worden verward.
Het broei- of incubatie-tijdvak bij den veetyphus duurt
ééne weekbij de longziekte daarèntegen drie tot vijf
maanden, zooaat, wanneer men afmaaktgeene zeker
heid bestaat dat vele runderen die niet afgemaakt
werdenniet de kiem der ziekte in zich bevatten.
Inenting had tweeërlei doel en nuttigheid. Vooreerst,
dat do runderendie gezond zijndaardoor tegen
longziekte gevrijwaard worden. Ten anderendat bij
runderendie de ziekte onder de leden hebbende
ziekte wordt opgewekt en daardoor het doorzieken
bespoedigt. Alleen inenting had de provincie Noord-
Holland van de longziekte bevrijd. Alle vroegere pro
vinciale maatregelen hadden het nut der inenting
erkend. En wanneer nu tegenstanders der inenting
wezen op de aantasting van ingeente runderen, (welk
feit niet zelden in Friesland voorkomt)dan was dr.
Idzerda natuurlyk gereeddit te wijten aan inenting
met slechte stof of wel aan den maatregeldoor de
Regering verordenddat, zoodra op een stal de long
ziekte zich vertoont, het aangetaste vee wordt afge
maakt en het overige ingeënt (dat reeds met het
aangetaste in aanraking is geweest.)
Krachtig werd de heer Idzerda vooral bestreden door
den heer van Beijma, Voorzitter van de Friesche Maat
schappij van Landbouw en door een voornaam grond
eigenaar, den heer van Loon, besliste voorstander der
afmaking. De heer van Bejjmavroeger voorstander
der alléén zaligmakende inenting, was er nu een
tegenstander van geworden. Zy wilden volstrekt niet
afmaking van iederen stal bij 'teerste geval; (slechts
enkelen, die dit wilden) maar zy wilden, even als bij
de veepest, de kringen van afsluiting zooveel mogelijk
beperken, en krachtige afzonderings-maatregelen nemen.
In dien geest was ook bet voorstel van den beer van j
Loon gesteld, met erkenning van de noodzakelijkheid
van afmaking van sporadische gevallen. Ook zij berie- i
pen zich op ondervinding. In 1842 was de longziekte het
eerst in Friesland gekomen. Men besloot tot afmaking,
en het middel baatte dadelijk. Het middel hielp ook
later, telkens wanneer longziek vee uit Holland werd
ingevoerd. By de invoering der bestaande wet was
Friesland gedurende vier maanden door afmaking van
de plaag verlost, maar het duurde niet lang, of
Friesland was, na de invoering der tegenwoordige wet,
weêr in een benarden toestand gekomen. Alleen afma
king kon redding aanbrengen. De Minister, die den
veetyphus had bedwongen, moest ook door een krach-
tigoo maatregel do longziekte fnuiken.
Zóó scherp stonden de gevoelens tegen elkander over
en al heeft deze discussie niet tot eene proctische uit
komst, waaraan waarde gehecht kan worden, geleid
het was goeddat het vóór en tegen zich kruiste
dat de lang bezwaarde gemoederen de gelegenheid
aangrepen zich te ontlasten. Het eind-oordeel bljjve
aan de deskundigen. Niets voorzeker voor den veestapel
noodlottigerdan dat de longziekte in Nederland
inbeemsch werd.
WaDneer wij deze discussie hebben herinnerddan
hebben wjj ook het voornaamste van het congres mede
gedeeld. Zonderen wy de fraai gestyleerde en boeiende
openingsrede van den uitnemenden Voorzitter, baron
van Harinxma, uitdan mogen wy gerust de eerste
zitting van het congres geheel mislukt noemen. De
commissie tot onderzoek der Oeorge Fil/e-meststof was
even ver nu als in 't vorige jaar en leed aan inuerlyke
zwakheid. Nieuw bloed werd haar ingetapt. De com
missie voor de proefstations zag haar 't werk uit de
handen nemen door prof. Salverdawiens keurig en
pittig stuk in 't Maart-n°. van de Economist ieder
verder rapport overtollig maakte, zoodat de commissie
zich zeer juist, tot een Jan fare, ter eere van dit opstel,
bepaalde en met 648 certificaten van adhaesie de groote
trom sloeg. Nu bleef er, op deD eersten dag, nog over
de plaats van 't dertigste congres to bepalen, maar de
telegrafische handelingen waren toen nog niet ten einde.
De groote mannon, die op den tweeden dag worden
verwacht, schitterden door hunne afwezigheid. By de
behandeling van de droogmaking der Zuiderzee zou de
heer Stieltjes present zyn; de heer veearts Kielstra zou
zyne ervaringen mededeolen omtrent de longziektenog
andere groote mannen waren verwacht, maar niet ieder
schikt eene reis naar Heerenveen, en vele groote man
nen waren afwezig Toch werd er over veel en velerlei
gekeuveld: tonnestelsolFriesche boter eerste qualiteit;
net onderscheid tusschen insecten-etende vogels en
zoogenaamde graanpikkersvogelbescherming; de niet
met visch bevolkte meeren in Frieslandde vervalsching
der veevoedingde inrichting der landbouwinaat«chap-
pjjen. Maar omtrent geen dier punten eene fiksche
gedachten-wisselingzoo wat gekeuvel zonder conclusicn
en met conclusion, maar geene diepgaande redenering.
Omtrent het proefstation (te Wagoningen of te Zierik
zee?) beeft net congres eene resolutie genomen van
adhaesiemaar de heer Heemskerk schynt (vergelyk
opstel Salverda) die resolutie niet te behoeven om aan
een sedert lang door den landbouw gekoesterden wenscb
oindelyk voldoening te verschaffen. En, wat de kamers
van landbouw betreft, of deze zaak door de aanbeveling
van den voorloopigen Raad van Landbouw (nit onzekere
personen zamongesteldl op dit congres wel één stap
vorder is gekomen (hoe breed daarover op den dndtn dag
werd geredekaveld), mag hoogelyk worden betwyfcld.
Van alles beeft dit ons bet meest leed gednandat
de questie van den veldarbeid met eene buitengemeene
oppervlakkigheid werd behandeld. Juist op dit onder
werp was de aandacht van het publiek het meest ge
vestigd. Omtrent dit onderwerp haddon wy verwacht,
dat landbouwers uit verschillende streken van ons
vaderland, ook uit Zeeland, met feiten en vooral met
cijfers voor don dag gekomen waren. De groote vraag:
of de veldarbeid van kinderen beneden zekeren leeftijd
verboden of beperkt moet worden, had op de openbare
vergadering duchtig moeten zjjn aangegrepenopdat
men niet door losse praatjes maar door vergelijking
van cijferstot de waarheid meer genaderd zou zjjn.
Het ligt juist op den weg der landbouw-maatschap-
pjjen hieromtrent licht te ontvangen en licht te ver
schaffen. Wat wy vernamen wasdat het wieden en
poten in kruipende houding van aardappelen voor
kinderen beneden de twaalf jaren een drukkende last
isschadelijk zoowel voor de openbare gezondheid,
als voor de zedelijkheid. Maar dat hadden ons do
Friesche kamer-leden reeds lang geleden verhaald. Dit
is gpene vraag meer. De vraag is kan de landbonw
in Friesland deze jeugdige krachten missen? Is het te
voorzien, dat, wanneer de landjeugd zich aan den veld
arbeid onttrekt, de landbouw niet van veld-arbeiders
verstoken zal zijn En dan deze vraagis iedere
veld-arbeid voor de jeugd nadeelig?
Welke aanlokkelijke onderwerpen voor een landbouw-
congresWy betwijfelen zeer of de lezing van algemeen-
of sectie-verslag de lezers bevredigen zal.
Wij herhalenwij wenschen niets te kort te
doen aan de feestelijke stemming der congres-leden en
aan de heusche ontvangst, die de congres-leden te
Heerenveen hebben geuoten. Maar de waarheid wordt
niet bevorderd door pluimstrijkerijen. Hijdie de
landbouw-congressen wil behouden moet ook op de
schaduwzijde dier bijeenkomsten wjjzen. Vleeschnat
versterkt, watersoep niet. En, mogten misschien deze
opstellen onder de oogen komen van een volgend
congres-bestuur, misschien kan het er zijn voordeel
mede doen. Alleen liefde voor den landbouw gaf deze
nabetrachting in.
Nieuwstijdingen.
Jïinetüfta.
Op 19 Junjj 11. heeft te Grand-Rapids een ontzet
tende brand gewoed, die in den tijd van naauweljjbs
een paar uren het bloeijendste gedeelte aan de West
zijde der rivier verwoestte. De brand begon op den
hoek van Bridge- en Mt. Vernonstraataangewakkerd
door den hevigen wind, stond in oen oogenblik bet
gansche blok huizen in lichte laaije vlam. De kracht
en de snelheid van het woedende element was zoo
sterk, dat in den tijd van twee uren 62 gebouwen
in den asch werden gelegd.
Door dit onheil zyn wederom velen tot armoede
gebragt, daar slechts de kleinste helft van het ver
brande was verzekerd.
slaagden er negen personen in zich vast te klampen
aan een boom en er op te klimmen. Onder die personen
bevond zich eene vrouw met bare oude moeder. Voor
hare moeder had zy den sterksten tak uitgezocht
het water steeg echter voortdurend en de ongelukkigen
vielen een voor een naar beneden en verdwenen in
den bruischenden stroom. De arme vrouw hield hare
moeder aan hare borst gedrukt, maar hare krachten
begonnen allengs af te nemen en haar kostbare last
ging aan hare armen ontsnappen. Weldra houdt zy
hare moeder nog slechts krampachtig by de kleederen
vast; de koude neemt evenwel voortdurend toe, hare
spieren geraken uitgeput, de handen openen zich en
toen in hare wanhoop greep zy de haren harer
moeder met de tanden, en hield haar aldu6 zwevende
boven den afgrondHoelang zy in dien toestand
bleef, weet zij nieteindelyk was zij in zwyin gevallen
en later gered geworden, doch de woedende stroom
bad de oude moeder weggesleept. Terwyl de ongelukkige
vrouw dit verhaal deed, schreide zy bitter, en zwoer,
>dat zjj alles gedaan had wat zy kon, om hare arme
moeder te redden
De Courrier de l' Aude bevat het volgende berigt
uit Clermont sur Louquet, gedagteekend 30 Junij.
Onder de merkwaardige verschynselen door de stort
regens der laatste dagen te weeg gebragt, is er mis
schien geen zoo zeldzaam als dat, hetwelk door weinige
menscben van ons dorpje werd waargenomen. Eene
gansche berghelling is ingestort, onder inderdaad dra
matische omstandigheden.
In den morgen van den 25sten hoorde een schaap
herder de wortels der hoornen kraken op het terrein
waar hij zich met zjjne kudde bevond en hy achtte
het voorzigtig naar elders te gaan. Tegen zes uur in
den avond geraakte eene oppervlakte van ongeveer vijf
hektaren in bewegingvan zeven tot negen ure rezen
allerwegen groote rotsendie onmiddeljjk bleven stil
liggen want de helling was niet meer dan 20 centi
meters per meter. Men zou zeggen dat een duizendtal
reusachtige mollen hier een boom daar een rots met
eeuwen-oud mos bedekt optilden. Ginder werd een weg
op vyftien a twintig meters afstand verlegd. Aan den
voet van den berg rolden de rotsblokken, die uit den
grond rezen, een eind voort tot aan een beekjedat
eerst de grens der beweging scheen, maar weldra
plaatste de onzigtbare zyn voet ook aan de andere
zjjde en brak als riethalmen de boomen langs den
oever.
De toeschouwersdie met ontzetting het schouw
spel gade sloegen, bleven op de tegenoverliggende
berghoogten, daar zjj zich niet digter bjj durfden wagen.
Maar wat zjj zagen boezemde hun nog minder schrik
in dan wat zjj hoorden. Onder het terreindat op
deze wjizo dooreen geschokt weidhoorde men, boven
het kraken der boomen en het botsen der rotsblokken,
onophoudelijk een zwaar gebons alsof stuk voor 6tuk
de bogen eenor omneteljjke kathedraal ineenstortten,
zoodatzeggen zü ondanks de ontzaggelijke graniet
massa waarop de bergen rusten waar wjj ons bevinden,
ook wjj misschien vóór ons een gewelf hebbendat
elk oogenblik ncêr kan ploffen in den afgrond dien het
bedekt. Bovendien de duisternis begint te vallen en
niemand acht zyn gehoor een voldoende waarborg,
dat hy bjj tjjds het gevaar zal kunnen ontsnappen. Daar
om verwyderen zich allen.
Den anderen morgen had alle zigtbare beweging op-
gchoudcumaar wjj konden de merkwaardige ver
anderingen gadeslaan, die gedurende den nacht hadden
plaats gehad. Zoo was eene schaapskooitegen de
helling gebouwd, veertig meters verder geplaatsteen
schaap en een lamdie men vergeten had, waren on
gedeerd en breede spleten waren hersteld.
Do volgende officiëele gegevens over de verliezen in
het departement Tarn et Garonne, zjjn ontleend aan
een rapport van den profeet aan den algemeonon Raad
Overstroomende gemeenten 31; aantal dooden 116;
ingestorte of zwaar beschadigde huizen 1605 runderen
van allerlei soort door den vloed meégesleent en ver
dronken 1196; huisgezinnen, die schade geleden hebben
door de overstrooming 4000hectaren grond overstroomd
25,000.
De te loor gegane oogst vertegenwoordigt een som
van 9 millioen, de vernielde of beschadigde huizen
een kapitaal van 3 millioen 750,000 fr. de verliezen
van roerende goederen, landbouwwerktuigen en vee,
900,000 fr.
Hierbij is niet opgenomen de schade, door het water
veroorzaakt aan de groote wegen, buurtwegen, bruggen
en openbare gebouwen. De cjjfers, hierboven vermeld,
hebben ook slechts betrekking op één departement.
Stotlscrttittïr.
JFranftrtjft.
V Echo de la Province bevat in verband met de over
strooming in Zuidelijk Frankrijk de volgende hart
verscheurende episode. Door het water medegeslecpt
veld te Stockhom (Belgie)op 3 uren afstand van
Sittardgevonden.
Nadere bijzonderheden ontbreken. Alleen zegt men,
dat de vrouw door slagen met een stok of geweer
Oenbve en omstreken zijn in den nacht van Woens
dag op Donderdag door een vrecseljjken orkaan geteis
terd. De stad zelve leed eene aanmerkelijke schade
maar de omstreken bovenal werden zwaar getroffen.
In een omtrek van 10 tot 12 kilometers bleef er niets
over vau den rijken oogstdie zooveel beloofdede
hagelsteenen hebben alles verwoest wat nog door de
late vorsten van het vooijaar was gespaard gebleven.
De tuinen der groenteboeren gelyken op een slagveld.
In sommige akkers vindt men diepe voren als had
de ploeg die daarin getrokken. Tarwe en gerst liggen
tegen den grond als door een reusachtigen dorscbvle-
gel ter neer geslagen. Eeuwenoude notenboomen zjjn
ontworteld of gebroken. De kleinste hagelsteenen
waren ter grootte van kastanjesmaar men vond ook
enkele die 3 Nederl. ons wogen. Te middernacht
ongeveer brak de storm los. De avond was kalm ge
weest maar drukkend warmtegen 10 uur brak een
schrikkeljjk onweder uiten te middernacht kwam de
hagelstorm. Binnen enkele minuten was alles verwoest.
Oogenbljkkeljjk doofden te Genève de gaslantaarns uit.
Tn bijna alle huizen zyn de vensterglazen verbrijzeld.
In het museum Rath werden een aantal kostbare schil-
derjjen zwaar beschadigd. In de omstreken der stad
zjjn enkele bouwvallige huizen door den storm bezwe
ken waarbjj eenige personen het leven verloren.
üefrctlitnfc.
Url<, 12 July. De ansjovisvisschery is geëindigd
de drukte, die op ons eiland heerschteis voorbjj, en
de duizenden guldens zyn verdiend zonder buitengewone
ongelukken. Wij kunnen thans met eenige zekerheid
melden hoeveel ansjovis door onze visschers van 10
Mei tot eergisteren zjjn gevangen. Gemiddeld zijn 140
onzer visschcr3 met die visscherij bezig geweest en
hebben deze te zamén gevangen 34 millioen ansjovis,
waarvan alhier p. tn. 14 millioen zyn ingezouten en
20 milloen naar EnkhuizenLemmer en Vollenhoven
zijn vervoerd. De prijzen bleven zeer vast en zyn
gemiddeld 5,50 por duizend geweestzoodat er door
140 schuiten verdiend is f 187,000derhalve 1300
per schuit in 9 weken.
Sittard12 Juljj. Heden morgen heeft alhier
een moord plaats gehad op eene vrouwmoeder van
drie nog jeugdige kinderen. Als vermoedelijken dader
noemt men den man van de vermoorde, Martin Meijers,
spoorwegbeambte en herbergier, oud 55 jaar. De man
is na het bedry ven van den moord op de vlugt gegaan,
doch dank zij den üver van den wachtmeester der
maréchausséeterstond opgespoord en in een rogge
Vlissiugen12 Julij. Gisteren morgen ten 3
ure arriveerde alhier onder hevig stormweder het stoom
schip de Valkaan boord waarvan zich bevondt H. M.
de Koningin komende van Engeland. Omstreeks 7
ure begaven zich aan boord de Commissaris des Konings
in deze provincieburg. en weth. dezer gemeente en
verdere autoriteiten.
Toen de Koningin aan wal gekomen waswendde
zij zich tot den burgemeester, de verzekering gevende
dat het haar hoogst aangenaam was Vlissingen te
bezoeken. Vervolgens begaven H. M. met gevolg en
de genoemde autoriteiten zich in de gereed staande
rjjtuigen, en, na eenige straten rondgereden te hebben,
naar de Groote Kerk.
Nadat de in zeer grooten getale opgekomen gemeente
het lete en 4de vers van Psalm 95 en' Gezang 94 ge
zongen hadheette de predikant Ds. J. J. Richard
H. M. van harte welkom onder verzekering dat het
der gemeente en hem zeiven een onuitsprekelijk voor-
regt was Haar in hun midden te mogen zien, al was het
maar een enkele ure. Daarna hield de spreker eene
korte rede, naar aanleiding van Eph. 2 14, Hij is
onze vrede." Na het uitspreken van den zegenzong
de gemeente staande Psalm 121 4.
Na het einde der godsdienstoefening begaf H. M.
met gevolg zich in de consistoriekamerwaar op ver
zoek Harer Majesteit de predikant Richard haar werd
voorgesteldtot wien H. M. eenige vleyende woorden
rigtte. Daarna begaf H. M. zich met gevolg naai- de
wachtkamer van het station alwaar H. M. zich met
den Comm. des Konings en den Burgemeester over den
i toestand en de verwachtingen van Vlissingen onderhield.
Ten 11 u. 40 min. vertrokken de hooge gasten per
I gewone spoortrein naar Rosendaal om van daar de
j reis naar Duitschland voort te zetten.
Goes, 12 Juljj. Wjj hebben hier met veel belang-
I stelling de discussiën in de vergadering der Prov. Stat.
i gevolgdten aanzien van het lnndbouw-onderwijs.
Daaruit toch is ons gebleken, dat er nog niet veel
i kans is op de opening der landbouwschool, die al zoo
J lang in de maak is. Toen ons voor een paar jaren de
kaart uit de handen werd gespeeld hoopten wy dat
anderen spoediger dan wy het zouden kunneneene
goede zaak tot stand zouden brengen, maar die hoog
I schynt niet verwezenlijkt te kunnen worden. Dat er
moeilijkheden aan de zaak verhonden zijnzal wel
niemand ontkennen, maar wat is er, dat niet met be
zwaren gepaard gaatdat njeuw moet worden inge
voerd van omvang is en geld kost. Doch indien
het waar is, dat landbouwscholen behoefte zyn, zooals
vaak en naar ons inzien terecht, wordt beweerd, dan
J meenen wjj dat bet uiterste moest worden gedaan ten
einde in die behoefte te voorzien. Wy hebben nu wel
geboord dat Zierikzee de voorkeur verdiende om daar
de school op te richtenmaar wat levert het opals
de school uitbljjft? En voor zoover het bezwaar bestaat
in de vrees, dat onze landbouwende stand nog niet
genoeg doordrongen is van de noodzakelijkheid dier
inrichtingenmeenen wjjdat dit wel nooit zal over-
I wonnen worden, als er geen begin wordt gemaakt en
do proef genomen wordt tot vestiging eener betere
overtuiging.
By bevelschrift der arrondissemente-regtbank te
Goes is naar den proc. gen. by het prov. ger. in Zee
land verwezen H. J. M., zoon van Hendrik Joseph, oud
17 jaren, vroeger volontair bjj de maatschappij tot
exploitatie van staatsspoorwegen te Goes, thans wonende
te Middelburgter zake dat bjj, zjjnde volontair bjj
de maatschappij tot exploitatie van staatsspoorwegen.
genietende van die maatschappij eene jaarlykeche be
zoldiging, en al6 zoodanig werkzaam in het station
der staatsspoorwegen te Goes, aldaar in den nacht
van den 9 op den 10 Maart 11. tusschen half elf en
i een ure, terwyl hjj alleen in het bureau van den
stationchef werkzaam was, van uit bet goederen-bu
reau, welke beide bureaux met het door den sta
tionchef bewoond bovengedeelte van het station in
hetzelfde gebouw zyn gelegen, heeft tot zich
genomen een in graauw papier gewikkeld en met touw
en lakken behoorlijk gesloten pakje, geadresseerd aan
de firma »van Gend cn Loob," bestemd voor A. Comelis,
winkelier te Goes, en afgezonden uit Leeuwarden door
F. den Hertog, van daar tot Goes door genoemde
spoorwegmaatschappij vervoerd en na aankomst van
den laatsten trein te Goes, den 9 Maart 11., waarmede
dat pakje was aangebragt, in voornoemd goederen
bureau gedeponeerd, en uit dat pakje op het bureau
van den stationchef ten nadeele van den,afzender of
der firma vau Gend en Loos, na het papier tot
omslag dienende te hebben gescheurd en touw en
lakken verbroken, arglistig beeft weggenomen en
zich toegeoigend een porceleinen kommetje, eene boe
veelheid stalen pennen, een potlood en vier stukken
drop.
Aan den heer D. van de Linde, gewezen brieven
gaarder te Wolfaartsdyk, is een jaarl. pensioen verleend
van 72 gulden.
Stavenisse 14 Julij. Zondag jl. des namiddags
omstreeks vier ure verkeerde een vaartuig, genaamd
een Botter, Visscherman, te huis behoorende te Bastroo
in België op de zoogenaamde Zeehondenplaat bjj Sta-
veniBse in den hoogsten nood, door gedurig opkomende
onweersbuien, vergezeld van hevigen wind.
Schipper en knecht zaten in de mast, overmits het
vaartuig spoedig rol water was, en daarna op zjjde viel.
De knecht sloeg over boorddie gelukkig een stuk
van eene roeiboot vast greepkedwelk zich aan boord
had bevonden en reeds van het vaartuig verwjjderd
waswaaraan hij zich vastklemde en telkens door de
hooge zee onzigtbaar wa9.
De schipper S Veryje zat op het zwaard van het
vaartuig en was drijvende in de openbare zee.
De veerschipper M. Boomsluiter, het gevaar verne
mende heeft daarop met zyne bemanningbestaande
nit de personen van J. Plansoen, J. de Rijke en J.
Heyboer niet geaarzeldom aan de drenkelingen
krachtdadige hulp aan te bieden.
Zij hebben dan ook het voorregt gehad, schipper
en knecht ten zes ure behouden aan wal te brengen,
terwyl het vaartuig den volgenden dag op het drooge
werd gehaald.
Eere aan den wakkeren veerschipper en zyne beman
ning voor hunne menschlievende handelwijze, om twee
personen van een gewissen dood te redden.
Voor deze daad van zelfopoffering moge gewis geene
belooning achterblijven 1
Ztoviltzee» 14 Juljj. Ter verbetering van het
in ons vorig No. voorkomend berigt betreffende het
zenden vaD een adres aan de Zeeuwsche Maatschappy
van Landbouw en Veeteelt, tor verkrijging van een
rondgaande leeraar in de landbouwkundeberigten
wij thans dat bedoeld adres is uitgegaan van de
landbouw-societeiten te Noordwelle, Noordgouwe en
Dreischor en is geteekend door de in dat berigt ge
noemde heeren als voorzitters dier vereenigingen.
In de gisteren gehouden vergadering van Hoofd
ingelanden van het "Waterschap Schouwen is ingekomen
een schry ven van Jhr. J. L. de Jongewaarbjj deze