een dam gelegd worden Ingevolge de concessiein der tjjd aau de heer A. van Haaf ten verleend, ia deze verpligt dien dam te leggen; genoemde heer is over deze concessie in proces met net Ministerie van Fi- nantien. Wat ook de beslissing in deze zaak zij, hetzjj de heer van Haaf ten, hetzjj het domeinbestuur dien dam legge, steeds zal zulks ten gevolge hebben, dat veel land zal aanslibben en spoedig kan ingedijkt worden; want nu reeds zjjn die slikken ver boven laagwater gelegen. De kosten van den dam zullen door die landaanwinning ruim gedekt worden. Volgens eene mededeeling van den Minister van Finantienin de zitting 1871-1872 gedaan, beloopen de kosten van aanleg van den dam slechts 158,000. Aan het Zjjpe kan men met een stoomboot of stoom- vlot volstaanzoo als thani gebruikt worden bjj voor beeld op den spoorweg tusschen Jutland en Kopenhagen. Er zijn dan niets anders dan twee weinig kostbare aanlegplaatsen noodig. De gemeenschap op het Zjjpe is nooit door jjs gestremd. Van het Zijpe naar Brouwershaven zijn geen noe menswaardige kunstwerken. Te Brouwershaven kan door den natuurljjken toestand aldaar met' weinig kosten eene voldoende gelegenheid gemaakt worden om de goederen van de schepen op den spoorweg te lossen In het rapport over de verbetering van den waterweg van Rotterdam naar zeeuitgebragt door een raad van den waterstaat, ingesteld bjj besluit van den Minister van Binnenlandache Zaken van 5 November 1857te 'sGravenhage bjj van Weelden en Mingelen in 1858 uitgegeven, is reeds gewezen op het groote belang van een vlugthaven voor grooto schepen te Brouwers haven. In dat rapport komt eon uitgewerkt plan voor van een grooto vlugthaven met kaden schutsluizen enz.alles op een ruime schaal aangelegd ontworpen door wjjlen den hoofdingenieur van don waterstaat iu ZeelandBeijerinck. De kosten bedragen slechts in het geheel een millioen gulden. Doordien sinds het uit brengen van dat rapport de haven van Brouwershaven ia verbeterdzjjn vooreerst aldaar weinig of geen werken noodig. De schepen liggen veilig in do on- middeljjke nabjjheid der haven op de reeoc of aan do ducd'alves, en de ligters kunnen de goodoren uit de schepen naar de haven en don spoorweg vervoeren. Voorloopig kan men hiermede volstaan en, als het verkeer toeneemt, tot het stichten van een vlugt haven overgaan. Als een oewjjs van het belang van de scheepvaart van Brouwershaven herinnerde men, dat in het jaar 1878 waren ingekomen en naar zoo gevaren 007 schepen, nameljjk 509 zeilschepen en 188 stoomschepen, met eonen inhoud van -137,047 ton, en in 1874 572 schepen, namelijk 423 zeilschepen en 149 stoomschepen, met oenen inhoud van 395,025 ton. In 1873 zjjn te Zierikzee in- en uitgeklaard 148 schepen, te zamon metende 49,290 ton, en in 187-1 94 schopen, metende te zamen 32,150 ton. Te Bruinisso lossen en ladon jaarlijks ongeveer 340 vaartuigen. Er zjjn ongeveer 100 visschersvaartuigen. Jaarljjks worden gemiddeld uitgevoord 4,000,000 stuks oesters, 200,000 hektoliters mosselen220,000 kilo grammen garnalen behalve nog eene aanmerkelijke hoeveelheid alikruiken en visch. Ingoxondcii Htulckeii. Haagsche Brieven. 's* Gi-nvenluige, 29 Maait. Eindeljjk heeft het Voorloopig Verslag van de com missie van rapporteurs uit de Tweede Kamer over het wetsontwerp tot herziening van do tabelbedoeld in art. 99 der wet van 4 Jul ij 1850 (Staatsblad no. 37) het licht gezien. Dat de inconsequontiën van don Minister van Bin nenlandache zaken in do afdcelingen der kamer niet onopgemerkt zouden bljjven was te verwachten. In de census-cjuestie begaat de heer Heemskerk de eene inconsecpientie na de andere. Wie is vergetendat bij de behandeling der vorige wet tot herziening der kiestabel het oppositie-lidde heer Heemskerk, aandrong op eene ingrnpende herzie ning van den census eene doortastende verlaging En ziede heer Heemskerk wordt minister en bjj bp- paaltzich tt>t eene eenvoudige verschikking der kiestabel. Zonderling, dat slechts «enkelen" hunne bevreemding uitdrukten dat de Minister van Binncnlandsche Zaken thans het stilzwjjgen bewaarde over den grooten maat regel Of waren de meeste leden in de afdcelingen slechts daarom niet bevreemdomdat zij begrepen dat de Minister de aanstaande verkiezingen wilde afwach ten alvorens eene ingrijpende hervorming voor te stellen Of zou misschien de nict-indiening eener censuswet hieraan moeten worden toegeschrevendat de heer Heemskerk niet meer zulk een warm voorstan der is van eensus-verlagingals hjj zich vroeger betoonde Eene tweede inconsequentie. Toen do heer Heemskerk lid der oppositie was, vroeg hjj aan de toenmalige Regeering overlegging van de adviezen van Gedepu teerde Statendie over de wjjziging der kiestabel zjjn gehoord. Nu diende hjj als minister een ontwerp in zonder dat hjj die adviezen overlegde, En nog zon derlinger hjj blijft ze weigeren nu die adviezen in de afdeelingen met aandrang zijn gevraagd. Maar hoe dacht men in de afdeelingen over het fond der zaak? Lang niet gunstig. Vrij algemeen werd aangemerkt, dat de voordragt »niet genoegzaam was toegelicht. Nergens bleek van een algemeenen regel van een leidend beginsel, dat daaraan ten grondslag ligt." Naar aanleiding van al deze overwegingen (waarbjj men natuurljjkais naar gewoontezich verdiepte in de vraag der grootekleinere en kleine kiesdistricten) eindigde de commissie van Rapporteurs met een overleg met den Minister te openen over de volgende drie punten 1°. Maakt de Regering bezwaar om de adviezen van Gedeputeerde Statendie over de wjjziging der kiestabel zjjn gehoord, ter inzage van de leden der kamer over te leggen? 2°. Is de Regering in staat de opgaven van de cijfers der bevolking op 31 December 1874 voor geheel het Rjjk aan de kamer mede te deelen 3°. Is de Regering, na kennis genomen te hebben van de bezwaren tegen het herscheppen van Amster dam in een zevenvoudig district geopperd bereid aan die bezwaren te geinoet te komen Zoo jaop welke wjjze? of volhardt zjj in haar oorspronkelijk voornemen, en welke afdoende gronden zjjn daarvoor aan te voeren De Minister van Binuenlandsche Zaken weigerde de overlegging der gevraagde adviezendeelde mede dat de bevolking des Rjjks op ultimo December jl. 8,768,322 zielen bedroegzoodat het getal leden der kamer met drie moet worden vermeerderd en maakte van dio noodzakelijke vermeerdering gebruik om aan de bezwa ren tegen de uitbreiding van het kiesdistrict Amster dam «voor een zeer groot deel" te gemoet te komen. Er zal nu vermoedelijk een afzonderljjk kiesdistrict Bteukelen volgen. Voor weinige maanden moest Amsterdam met do omstreken worden verecnigdkiezers, die den loagsten en kiezers die don hoogston census betaalden, moosten worden dooreengemengd, om het meer en ineeropden voorgrond tredende liberale element in de hoofdstad to fnuikenthans behoudt Amsterdam zjjne vijf afgevaardigden en zal een nieuw district van omliggende gemeenten worden geschapen. Is dit ook inconsequent? Volstrekt niet! Immers do Minister is niet van opinie veranderd, maar do bevolking is toegenomen. Do Memorie van Beantwoording der Regering en oen ge- wjjzigd Wetsontwerp zullen nu wel spoedig volgen. Wie weet, welke omwerking de kiestabel nu nog zal ondergaan Steeds bljjft men strjjd voeren over de vraag: wat beter is, groote of kleine kiesdistricten? Groote hebben dit voor, dat do gokozeno do beginselen uitdrukt van oen breeder deel des volksmaar kleinere bieden wederom dit voordeel aan, dat provinciale eu locale belangen niet geheel door de algemeone worden ver zwolgen. Doch cigenljjk komt het er niet op aan, of een Kiesdistrict groot of klein is, maar slechts hierop, of aau icdore eigenaardige volksgroep eene uiting in het Parlement is verzekerd Zooveel mogeljjk behooren streken, die met elkander verwant zjjn. bjjeengevoogd te wordendan heeft men zekerheid, dat men ook aan do minderheden regt late wedervaren. Niets is meer nudeelig voor de vorming van een goede Kamer van Afgevaardigden dan dat bjj een kiestabel natuur- ljjke deelon van een geheel vaneen worden gescheiden om links en regts te worden aangehaakt, zoodat wat anders meerderheid zou zjjn, zich in eene minderheid oplost. De grootste mocyolykhcid vau het tegenwoordig Ministerie is nu echter niet een nieuwe kiestabel, maar een nieuwen Minister van Oorlog te vinden. Anno Minister van OorlogWat is hjj geharceleerdMen weet wat er met hem gebeurd is. In het eerste ontwerp had hjj ocne reeks werken opgenomendie zonden strekken tot het in ordo brengen vau een gedeelte der bjj de vestingwet in algemeene trekken aangowezen voorzieningen. Do Minister kreeg de wet mcê naar huis, om na de Kerstvacantie met een nieuw ontwerp voor den dag tc komen. Maar het nieuw ontwerp geleek op bet oudo als twee droppelen water. Het ééoigc verschil was dat de betwiste posten voor memorie waren uitgetrokken. Daarmede was de strijd niet uit, maar slechts het brandpunt van den stryd verplaatst. De Minister werd gedwongen de memorie-posten uit zijne begrooting te ligton en de eerste vesting-be- grooting was voor den Minister eene dubbele nederlaag. Tot driemalen toe waarschuwde de heer Heemskerk geen motie van wantrouwen voor te stellen en geen ministeriëele crisis uit te lokken. De heer Heemskerk. was uiterst beleefd en voorkomend in zijn sprekeu, maar hjj, die tusschcu de regelen doorlas, kon de geur eener Kamer-ontbinding proeven. De Kamer was tevreden, omdat de Miuistcr Weitzel een veelbeteckeucnd gebaar maakte, toen de heer van de Putte hem den raad gaf afstand te doen van zjjne portefeuille. Zijne arabtgenooteu hebben hem dat gebaar niet weinig euvel opgenomen. De heer Heemskerk zou zich, onder gelijke omstandigheden, van gesticulation, althans van toestemmendezeker onthouden hebben. Een Minister, die gesticuleert, geeft aanleiding dat zjjne mimiek in verschillendeu zin wordt opgevat. Hjj kau even goed bedoelen: »wat spreekt gjj fraai!"dan «ik zal uw raad volgen," Doch hot zonderlingste van het goval, is dat de Minister niet opgekomen is tegen het gezegde van den heer Stieltjes, dat zjjne mimiek als toestemming werd opgevat. Zjjne begrooting werd dus echter aangenomen, onder voorwaarde dat bjj heenga. In het jeugdige Ministerie is de eerste bres geschoten door de onervarenheid vau den Minister zei ven. Wie zal nu Minister van Oorlog worden? De heer de Roo van Alderwerelt zal zeker door den heer Heemskerk worden geadviseerd om een Minister aan te wjjzen. Maar dat i9 toch niet de zoetste taak, die de geachte afgevaardigde uit Leeuwarden 9chjjnt te be- geeren. Wat men ook den heer de Roo ten laste heeft gelegd, hjj deserteert niet uit zijn kamp. Dat er geen Minister van Oorlog meer te verkrijgen zou zjjn, is niet aan te nemen, maar moejjelijker schjjnt het een goeden te bekomeneendie niet alleen wetsont werpen onderteekent, maar ze verdedigen kan; die vaste iozigten heeft omtrent de landsverdediging en de energie om deze in korten tjjd te vorwezenljjkeu. Nuvan de politiek afstappendenog eene kleine mededeeling over eene zaak, die in de laatste dagen alhier zeer besproken is: een klein schandaal, waarvan de Hagenaar niet afkeerig is en dat hot noblesse oblige ook nog van eene andere zijde doet kennen dan waarin men die woordenbjj plegtigo gelegenheden wel eens pleegt op te vatten. De Gazette des Tribunaux van Goeden Vrjjdag is in ieders handenzjj bevat het verhaal van eene strafzaak, op Witten Donderdag voor het Hof van Assises de la Seine behandeld. Ter zake. In den Haag woonde op de Veerkade op de Amsterdamsche Veerkade, eene fatsoculjjke bur- erweduwc met twee dochters, dio leefde van eene leiue rente en de huur van een gedeelte van haar huis. Den len Mei 1873 kwamen bij haar inwonen twee fransehenmonsieur et madame Littée. Littée was voor weinige jaren een gevierde tenor dor opéra comique in de fransche comedie in den Haag. lljj had eene aangename en welluidende stem. In 1866 verliet hjj echter hot tooneel, om zich in den handel te begeven en in 1873 huwde hjj Irma Desborde, met wie hjj sedert jaren had geloefdeene vrouw die aan ieder voorwenddedat zij van hooge afkomst wasofschoon haar rader een kleedermaker was to Boulogne die arm maar eerljjk in 1857 was overleden. Irma Desborde bad geene gunstige antecedenten. Al wiet zjj het hart vau onzen opera-zanger te verstrikken, had zjj toch reeds keuuis gemaakt met do justitie en wus in 1850 door do Regtbank te Boulogne wegens diefstal tot vier maanden gevangenisstraf veroordeeld, en sedert had zjj zich door een ongebonden leefwyze gekenmerkt en vooral omgang gezocht met eene ma dame Jeuer eene Parjjscbe schoonoin de demi-monde aldaar bekend onder den wcidschcu naam van gravin do Terregause., Eerst wilden monsieur et madame Littée doze madame .Ziener in den Ilaog exploiteren en leven van hare ongebondenheid daar zjj haar in kennis brachten met zekeren mynheer Schönstedtdie in dezen roman eene groote rol vervult. Werkeljjk werd dit gezin voor een deel door den heer Schönstedt onderhoudendoch het echtpaar Littée geraakte met madame Jener in onmin, dio naar Parjjs vertrok. Hoe zou het echtpaar Littée nu verder op do gemakkeljjkste wijze in zijn onder houd voorzien Nieuwe hulpbronnen waren noodig nu de oudo waren opgedroogd. De negentienjarige dochter Catharina Munnikhuizen eene ran dc frissehe en aanvallige dochters der weduwe, werd nu door het echtpaar Littée aangehaald en gelokt, en aan mjjnheer Schönstedt, on later aan een mijnbeer Slolte gekoppeld, en uit hot getuigenverhoor is gebleken, dat zjj ook nog andere relation heeft gehad en ook de eer heeft gehad brieven te schrjjven aan aanzicnljjke ersonen in de hofstad. Door het schrjjven van die rieven, op aandrang van het genoemde echtpaar, ge raakte het argeloos meisje geheel in de magt van de gewetcnlooze lieden, die haar dreigden met hare ver houdingen aan hare moeder mede te deelen, indien zjj zich niet geheel aan hen overgaf en slaafsch hun zin volgde. Aanzienljike sommen werden door de patri cische jonkers uitbetaald, soms wel van ƒ700, om de zedclooze praktyken van het echtpaar te bclooncn dat het meisje telkens meer in den strik lokte en eindeljjk, onder valsche voorgevens, naar Parjjs weg voerde om haar dadr tot een voorwerp hunner industrie te maken. Doch de zaak lekto uit en de móéder, van het gebeurde onderrigt (die moeder moet al eene zeer onnoozele vrouw zjjn geweest, dat zjj van al deze zaken niets bemerkt heeft)diende eene klagt in bjj de politie. Monseur et madame Littée werden gearresteerd en dooi de jury vcroordoeld, hij tot vjjf, zij tot zeven jaren opsluitingde heer Schönstedtdie tot do patricische geslachten behoort, is inmiddels naar Indie getogcu en net meisje is naar don Haag bij hare moeder teruggeleid. Deze zaak heeft veel sensatie gemaakt te Parjjs, en in de Paaschdagen hoorde men in de sociëteiten in den Haag van niets anders spreken dan van dit ongelukkig geval. De wereld geniet altjjd volop zulke schandalen, maar zjj zou beter doen daaruit leering tc trekken. Leering is in dit verhaal voor weduwen dieal zjjn zjj ook van fatsoenljjken huize, op hare dochters scherp behooren toe te zien, en in de deugd haver kinderen geen al te onbeperkt vertrouwen moeten stellen, en die wèl zullen doen hare kinderen slechts met fatsoenljjke lieden en het allerminst met Fransche tooueelhelden en toonoelheldinnen (ook de Nederlandsche zjjn ver docht) te doen omgaan. Leering ook voor allen die zoo innig gehecht zjju aan het: noblesse oblige! Als de adel in onzen tjjd boven andere standen nog meent tc moeten schitteren (ofschoon er geene standen meer zijn), laat het dan in de eerste plaats zjjn in zede lijkheid en burgerdeugd! Prjjzen dor üotcr oii Ejjercn. Zierikzee, 1 April 1875. Boter laagste koers f 0.575 en hoogste koers ƒ0,65 per 5 hectogammen. Kip-Ejjeren laagste koers ƒ0,625 en hoogste koers ƒ0,85 per 25 stuks. Uitgevers: DELOOZE Ac WAALE. Snelpersdrukkerjj van OCHTMAN, PIETERS E VAN DISHOECK, Meclstraat, B, 65.

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Nieuwsbode | 1875 | | pagina 4