werkzaamheden te verrigtenhad hij er geen bezwaar in en
nu gaat het na al dien tijd niet best op, om hem daarvoor
eene toelage te geven. Hij heeft ook minder op dien grond
verhooging van jaarwedde gevraagd, maar wel hoofdzakelijk
op grond zijner mindere verdiensten. Die opgave is gebleken
onjuist te zijn en daarom is spreker tegen het voorstel.
Bij stemming wordt het voorstel van Burgemeester en
Wethouders aangenomen met 7 stemmen tegen 5. Tegen
stemden de HH. Koole, Mr. Moens, Ochtman, Mr. Bolle
en van der Grijp.
De Voorzitter deelt mede, dat de Plaatselijke School
commissie is gehoord omtrent het verzoek van den hulpon
derwijzer aan de Armenschool, J. K. Kesteloo, om uit die
betrekking ontslagen te worden en dat zij voorstelt het
gevraagde ontslag eervol te verleenen.
Burgemeester en Wethouders stellen voor dienovereenkomstig
te besluiten en het ontslag te doen ingaan op heden.
Mr. Bolle vraagt, of met de behandeling dezer zaak niet
kan worden gewacht totdat het volgende voorstel dat aan
de orde is zal zijn behandeld, omdat hij vroeger van Mr.
Schneiders heeft gehoord, dat de heer Kesteloo zijn verzoek
wel zou willen intrekken indien zijne jaarwedde werd verhoogd.
Nadat de Voorzitter en Mr. Schneiders hadden verklaard
dat de verzoeker hun had medegedeeld dat hij zijn verzoek
niet kon intrekken omdat hij eene andere betrekking aange
nomen had, wordt besloten het gevraagde ontslag eervol te
verleenen.
De Voorzitter brengt ter tafel, het advies van de Plaatselijke
Schoolcommissie omtrent het in de vorige vergadering gedaan
voorstel door den heer Mr. Schneiders, om de jaarwedden
der hulponderwijzers die in het bezit zijn eener hoofdonder
wijzers-acte, te bepalen op ƒ700.
De Schoolcommissie meent, dat het niet mogelijk zal zijn
de nu reeds opene en eerlang openkomende hulponderwijzers
plaatsen vervuld te krijgen als de jaarwedden niet aanmerkelijk
verhoogd worden. Het komt haar evenwel minder wenschelijk
voor daartoe een besluit te nemen, zooals door Mr. Schneiders
is voorgesteld, maar zij acht het beter, dat de Raad zal bepalen
dat zoowel aan de Openbare school voor onvermogenden
(Armenschool) als aan die voor minvermogenden (Tusschen-
school) eene hulponderwijzersplaats zal zijn waaraan eene
jaarwedde van ƒ600 is verbonden en verder, dat de jaarwedde
verbonden aan de hulponderwijzersplaats op de Armenschool,
opengevallen door het verleend eervol ontslag aan den hulp
onderwijzer Lakeman, zal worden gebragt op 500omdat
zich nog niemand voor die betrekking heeft aangemeld.
De Voorzitter deelt mede, dat Burgemeester en Wethouders
zich met dit advies vereenigen en voorstellen dienovereen
komstig te besluiten. Hij merkt voorts op dat steeds van
kracht blijft het vroegere raadsbesluit waarbij is bepaald dat
de hulponderwijzers met hoofdonderwijzers-acte, eene meerdere
belooning zullen genieten van ƒ100 'sjaars.
Mr. Schneiders ontwikkelt nog de redenen die hem hebben
genoopt het voorstel te doen en herhaalt hetgeen hij in de
vorige vergadering daaromtrent heeft gezegd. Hij voegt er
nog bij dat bij het bediscussiëeren der zaak in de vergade
ring der Schoolcommissie door een lid der Schoolcommissie
is opgemerkt, dat de nu voorgestelde regeling beter was,
omdat men dan niet gebonden is voor de vacature door het
vertrek van Kesteloo ontstaaneen hulponderwijzer in het
bezit der hoofdonderwijzersacte te nemen. Komt er nu een
hulponderwijzer met zoodanige acte, dan heeft deze toch
ƒ700, ornaat hij voor het bezit dier acte 100 meer krijgt.
Spreker kan zich daarmede vereenigen en hoopt dat het
voorstel een gunstig onthaal zal vinden. Hij zou ook gaarne
zien dat als er nu een hulponderwijzer met hoofdonderwijzers-
acte komt, dat deze den rang kreeg van eersten hulponder
wijzer, en bij ontstentenis van den hoofdonderwijzer, de
directie der school op zich zou nemenomdat er anders
dikwijls moeijelijkheden ontstaan.
De Voorzitter en de HH. Mr. Fokker en Jhr. de Jonge
wijzen er op, dat dit nog al bezwaarlijk is, omdat er hier
aan die twee scholen eerste hulponderwijzers zijn, die geen
hoofdonderwijzersacte bezitten.
Mr. Schneiders wijst verder nog op de regeling van den
dienst der hulponderwijzers die te Amsterdam in werking is
alwaar zij worden verdeeld in drie klassenwaar tusschen
nog progressive verhooging is en doet het voorstel om het
tot stand brengen eener dergelijke klassificatie in overweging
te nemen,
Jhr. de Jonge zou het regelmatiger viuden indien de heer
Schneiders als Schoolopziener dergelijke voorstellen deed aan
de Schoolcommissie of aan Burgemeester en Wethouders. Hii
erkent wel de moeijelijkheid om zich strikt op het gebied
van elke betrekking te houden als men er twee te gelijk
bekleedt, doch meent dat dit voorstel door den heer Schnei
ders in zijne hoedanigheid als Schoolopziener dient te worden
gedaan, maar hij dit niet terstond bij den Raad ter tafel
moet brengen.
Mr. Schneiders verklaart dat hij het voorstel doet als
Raadslid. Al bekleedde hij de betrekking van Schoolopziener
niet, dan zou hij dit voorstel toch hebben gedaan.
Jhr. de Jonge zal dit niet betwisten, doch blijft bij zijn gevoe
len. De heer Schneiders zal het toch stellig doenop grond van
de ervaringen die hij ata' Schoolopziener heeft en die hij
anders niet hebben zou.
Na nog eene korte discussie tusschen genoemde heeren en
de HH. van der Grijp, Zuurdeeg en Houwer, wordt eindelijk
op voorstel van Mr. Fokker met algemeene stemmen be
sloten, aan Burgemeester en Wethouders op te dragen, om
in overleg met de Schoolcommissie middelen te beramen tot
eene reorganisatie van den dienst en de betrekkingen der
hulponderwijzers aan de lagere scholen en daarna nader aan
den Raad voorstellen te doen.
Het voorstel van Burgemeester en Wethouders was vooraf
met algemeene stemmen aangenomen.
Op voorstel van Burgemeester en Wethouders wordt be
sloten
1.° af te schrijven van Hoofdstuk IX (Onvoorziene Uit
gaven) begrooting 1875 en over te schrijven op a Hoofdstuk
3, afd. 2, art. 4. (voor het effenen van uitgegraven zeike
terrein) ƒ1100.
b. Hoofdstuk 4, afd. 2, art. 1 (Grondbelasting van ge
meente-eigendommen) 13,93.
c. Hoofdstuk 6, art. 1(kosten bijhouden dubbelen leggers
en plans van het kadaster) 0,14.
2.° te beschikken over den post voor Onvoorziene Uit
gaven, begrooting 1875, tot een bedrag van 75, tot uitbe
taling van de aan de onderlinge Waarborgvereeniging voor
arbeiders en werklieden onlangs toegekende toelage.
3.® aan den bediende der Hoogere Burgerschool toe te
kennen eene jaarlijksche toelage van 50te rekenen van
1* Jan. 1875, voor het verleenen van hulp bij de teeken-
lessen aan de Burgeravondschool.
De Voorzitter brengt namens Burgemeester en Wethouders
ter tafel, een voorstel om de door de pachters van het
ophalen der straatmest, asch en vuilnis te maken beerputten
na het einde van den pachttijd door de gemeente over te
nemen, voor de waarde die zij alsdan hebben voor het gebruik
waartoe zij bestemd waren.
Zij achten het in overleg met de pachters, wenschelijk
alsnog die bepaling aan het contract toe te voegen, omdat
wel aan de pachters als verpligting is opgelegd om voor
hunne rekening de noodige bewaarplaaten voor den beer aan
te leggen, maar omdat niet is bepaald wat daarmede na het
einde van den pachttijd zal moeten plaats hebben.
De heer Koole stelt voor, aan net voorstel nog toe te
voegendat de waarde der putten bij gebreke van minnelijke
schikking door deskundigen zal worden bepaald.
Mr. Fokker vindt die toevoeging eigenlijk onnoodig.
Het voorstel wordt echter met deze wijziging aangenomen
met 11 stemmen tegen 1, die van Mr. Moens.
Op voorstel van Burgemeester en Wethouders besluit de
Raaa af te schrijven van den post voor Onvoorziene Uitgaven
begrooting 1874 en over te schrijven op Hoofdstuk 2, afd. 2,
art. 9, (voor verschillende kleine uitgaven en verschotten)
eene som van ƒ6,90, zijnde het bedrag te betalen voor de
advertentiën in den Nieuwsbode van de openbare verpachting
der straatmest enz.
De Voorzitter stelt namens Burgemeester en Wethouders
voor dat de Raad aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal
een adres van adhaesie zal indienen aan het voorstel van wet
van den heer Kappeijne van de Coppello c. s., betreffende
het aanleggen van Spoorwegen voor rekening van den Staat
en wel in het bijzonder met betrekking tot den spoorweg
van Zevenbergen langs Steenbergen naar Bergen-op-Zoom en
dien van Steenbergen naar het Zijpe en van het Zijpe langs
Zierikzee naar Brouwershaven.
Bij acclamatie wordt besloten het adres overeenkomstig het
door Burgemeester en Wethouders overgelegde concept in te
dienen, het te doen drukken en rond te deelen aan de Leden
der Kamer
Bij monde van Jhr. de Jonge brengt de Commissie, be
noemd tot onderzoek der rekening van het pensioen- en
weduwenfonds der gemeente-beambten voor 1874 verslag uit
over die rekening, strekkende tot hare goedkeuring en vast
stelling in ontvang (waaronder eene bijdrage uit de gemeente
kas van 220,29s) op660,686
in uitgaaf op- 660,68s
Saldo nihil.
Dienovereenkomstig wordt besloten.
Namens de daartoe benoemde Commissie brengt de heer
Zuurdeeg verslag uit omtrent het in hare handen gestelde
voorstel tot wijziging van het reglement voor de openbare
gezondheidscommissie, nl. om art. 2 hetwelk luidt: //Deze
Commissie is zamengesteld uit drie geneeskundigen, één
natuurkundige, één scheikundige, één regtsgeleerdeéén
bouwkundige en één veearts, te lezen als volgt:
Deze Commissie is zoo veel moqelijk zamengesteld uit
drie geneeskundigen enz.
De Commissie kan zich met de voorgestelde wijziging niet
vereenigenop grond dat eene gezondheidscommissie geacht
behoort te worden niet te kunnen bestaan zonder een vol
doend en bepaald aantal geneeskundigen. Zij adviseert mitsdien
het voorstel niet aan te nemen.
Wordt besloten de behandeling hiervan aan te houden tot
eene volgende vergadering.
De heer van der Grijp verlaat de vergadering.
De Voorzitter deelt mede dat nog is ingekomen
1°. van de Kamer van Koophandel en Fabrieken de mede-
deeling, dat zij heeft herbenoemd tot Voorzitter de heer
H. G. Mulock Houwer en tot plaatsvervangend Voorzitter
de heerC. van der Vliet, Dz.; voor kennisgeving aangenomen;
2°. de rekening dier Kamer over 1874. Tot onderzoeken
verslag gesteld in handen van de HH. Koole, Jhr. Mr. Macaré
en Ocntman;
3°. het verslag van de Commissie van administratie der
Gasfabriek te Sneek over 1874. Ter inzage van de leden gelegd.
Wegens het ver gevorderde uur wordt de Vergadering na
omvraag door den Voorzitter gesloten.
Dit Adres is in syn geheel opgenomen in den Nieuwsbodewaarnaar
wjj vcrwyaen.
Uitgevers: DE LOOZE WAALE.
Gedrukt by OCHTMAN, PIETERSE van DISHOECK.