ZIERIKZEESCHE NIEUWSBODE.
No. 5495.
5IsteJaarg\
XaUirdag 25 Jammrij 1875.
Verschjjnt DINGSDAG, DONDERDAG en ZATURDAG. De prjjs per 3 maanden is ƒ1,30, iranco per Dost 1,60.
ADVERTENTIËN 10 Ots. per regel, kunnen uiterlgk tot des Maandags, Woensdags en Vrijdags voormiddags 10 nre bezorgd worden.
Kiezerslijsten.
De VOORZITTER van den GEMEENTERAAD te
Zierikzee noodigt de inwoners der gemeente uit, om,
zoo zjj elders in de directe belastingen zijn aange
slagen, daarvan vóór den 15n February a. h.
ter Gemeente-Secretarie te doen blijken, overeenkomstig
het 2de lid van art. 7 der Kieswet.
Zierikzee, den 20 January 1875.
v. CITTERS.
Bekendmaking.
KADASTER
De BURGEMEESTER van Zierikzee maakt bekend,
dat de landmeter van het Kadaster op den Isten en
Sden February a. ts. en zoo noodig daarop
volgende dagen, zijne eerste rondreis voor de kadas
trale opmetingen in deze gemeente zal doen.
Zierikzee, den 20 January 1875.
v. CITTERS.
Bekendmaking.
NATIONALE MILITIE.
De BURGEMEESTER en WETHOUDERS der ge
meente Zierikzee
Gelet op art. 26 der wet van den 19 Augustus 1861
(Staatsblad no. 72)
Brengen by deze ter kennis van belanghebbenden
dat het register van de in het vorige jaar voor de
nationale militie ingeschrevenen, benevens de daaruit
opgemaakte alphabetische ljjstvoor elk op de Secre
tarie ter lezing zullen nederleggen van den 22 January
tot den 30 Jannarjj 1875
dat tegen register en lystbinnen den tjjd der
nederleggingbezwaren kunnen worden ingebragt by
den Commissaris des Koning9 in de provinciedoor
middel van een door de noodige bewijsstukken gestaafd
verzoekschrift op ongezegeld papieronderteekend door
hemdie ze inbrengtwelk verzoekschrift zal moeten
worden overgebragt bjj den Burgemeester tegen bewjjs
van ontvang.
Zierikzee, den 22 January 1875.
De Burgemeester en Wethouders voornoemd
v. CITTERS.
De Secretaris,
J. P. N. ERMERINS.
Kennisgeving.
De BURGEMEESTER van Zierikzee brengt ter ken
nis van de Ingezetenendat er op Maandag den 25
Jannarij e. k.des namiddags te één uurop het
Raadhuis alhier, eene openbare Vergadering van den
Gemeente-Raad zal gehouden worden.
Zierikzee, den 21 January 1875.
De Burgemeester,
v. CITTERS.
Zaken tor* tafel te brengen
Ingekomen brieven. Verzoekschrift P. Lakf.man
om ontslag als hulponderwijzer aan de Armenschool.
Advies van Burgemeester en Wethouders op het adres
van den heer J. Brobrsma, Commissaris van politie,
om verhooging zjjner iaarwedde. Benoeming leden
stembureau voor de verkiezing van 2 Raadsleden, op
2 February e. k., enz.
De zaken te Atjeh.
Terwjjl de zaken te Atjeh nog altjjd niet geheel in
het reine zjjn, ia het niet alleen het conservatieve
Haagsche Dagblad, dat zjjue oppositie tegen den oorlog
en vooral tegen de uitkomsten van den oorlog voortzet,
maar de Amhemsche Courant mag wel genoemd worden
het éénige orgaan der liberale party, aat voortdurend
hand aan hand met het Haagsche blad medegaat. Voor
de Amhemsche Courant zijn al de overwinningen, die
wjj behaald hebben, nederlagen geweest. Terwyl bui-
tenlandsche dagbladen en tijdschriften generaal van
Smeten hulde toebrengendat bjj een beschaafden
oorlog beeft gevoerd en de kampongs van den vjjand
niet stelselmatig in brand heeft gesticht, maakt de
Amhemsche Courant, ook in haar nummer van 11 Dec.
jl., er den generaal van Sioieten een verwijt van »dat
hij den strjjd moede was."
En, nadat de Amhemsche Courant eene reeks van
regeringstelegrammen uit de Staats-Courant heeft over
gedrukt (een dergelijke overdruk van telegrammen
vereischt zeker niet al te groote inspanning) eindigt
zjj liaar opstel aldus:
»Dit officiële overzigt leert ons, dat sedert do generaal
van Swieten Alsjin (tegenwoordig is het de mode Atjeh
te schrijven) verliet, omdat de expeditie geëindigd was,
kolonel Pel dadelijk het zwaard weder uit de schede
liet trekken en, in afwachting van de onderwerping,
hem door generaal van Swieten aangekondigdnegen
belangrijke gevechten leverdedie ons zeventien ge
sneuvelden en 167 gewonden kostten:
»dat er twee algemeene aanvallen op onze posten
plaats hadden
>dat er gemiddeld 90 man per maand te Atsjin
Bterven
»dat er gemiddeld 180 man per maand ala onher
stelbaar geëvacueerd worden
>dat er gemiddeld 400 man per dag onder genees
kundige behandeling zyn;
»dat wij ons eenig bevriend Atsjineesch hoofd ver
loren
»en eindelyk, dat er nog bijna dagelijks kogels ge
wisseld wordendie onze soldaten binnen Kotta Radja
(kraton) treffen.
»De toepassing van het bovenstaande meenen wy
aan het oordeel onzer lezers te mogen overlaten."
Treurige schetszou men meenen. Waarom, zou
men haast vragen generaal van Swieten niet voor een
krygsraad ter verantwoording geroepen? Heeft gene
raal Knoop niet reeds gezegdde tweede expeditie
is half gelukt. De Amhemsche maakt het erger. Vol
gens haar is de expeditie geheel mislukt. Wij hebben
niets dan nederlagen geleden. De kraton was
ledigt Gelukkig, dat onze schatkist niet ledig is om
de verdere kosten te dragendie yoor eene onderwer
ping der Atjinezen noodig zijn!
Maar voor de Amhemsche Courant ia een onverwachte
steun opgedaagd en zjj verzuimt niet weinige dagen
later dien stean in bare kolommen te vermelden
generaal Verspijck heeft in antwoord op een adres van
hulde, dat hij van de Vereen/ging tot beoefening der
krijgswetenschappen ontving, verklaard »dat hjj niet in
alle opzigten met het beleid van generaal van Swieten
zou hebben ingestemd." Als onder-bevelhebber was hij
echter tot gehoorzaamheid verplicht.
Geen verwerpelijke steun voorzeker 1 Generaal Ver
spijck die aan de expeditie zulk een yverig, krachtig
aeel heeft genomen die op het krijgsbeleid van gene
raal van Swieten het scherpste toezigt had, hij is hetdie
niet volkomen tevreden is met dat krijgsbeleid. En
toch zal do generaal Verspijck ons vergunnendat
wij verklarendathoe hoog nij ook wegens zyn moed
kunde en bekwaamheid bij ons staat aangeschreven
wy hem in deze zaak als volkomen onpartijdig getuige
moeten wraken. Generaal Verspijck is door de benoe
ming van generaal van Swieten ontstemd geworden
hy heeft zich gekrenkt geachthij heeft niet geschroomd,
onmiddelyk na afloop der tweede expeditienadat hij
als soldaat zyn pligt had gedaan, zyn ontslag te vragen.
Hy heeft gedurende de gansche tweede expeditie in
een wreveligen gemoedstoestand verkeerd. Kan men
nu hem volkomen vertrouwenwanneer hij zich niet
volkomen vereenigt met het beleid van den veldheer,
die in ieder geval aan de hem gedane opdragt ten
volle heeft voldaan?
Maar wij hebben nog een ander bezwaar tegen de
woorden van generaal Verspijck, in antwoord op het
adres van de Vereeniging tot beoefening der krijgs
wetenschap geuit. Dit antwoord is ons te apodictisch.
Het is in het geheel niet gemotiveerd. Geen enkele
reden is ons door den generaal medegedeeld, waarom
hy dit beleid niet in alle deelen goedkeurde? Levert
dergelijke apodictische beschuldiging niet het bewijs
opdat hier meer de hartstogl spreekt dan het kalm
verstand
Was het misschien die kritiek van generaal Ver-
spijckwaarop de opperbevelhebber zinspeeldetoen
hy in zyn bekenden brief aan generaal Knoop het
volgende schreef:
»Ik voeg er bjj, dat ook dan, wanneer men ze
beter kent" (de wapenfeitendie zoo pas zyn voor
gevallen), *de kritiek nog gewaagd en niet altjjd juist
is. Want daarvoor is ook de' kennis noodig van vele
bijzonderheden van militairen en staatkundigen aard
die dikwerf, zelfs voor de deelgenouteneen geheim zjjn
geblevenmaar natuurlyk van grooten invloed zyn
geweest op hetgeen gedaan of nagelaten is."
Hoe zal nu eene kritiek zelfs van generaal Verspijk
over het krijgsbeleid der tweede expeditie doeltreffend
zjjn, waar dat beleid zelfs voor hem, deelgenoot een
geheim is gebleven?
En zouden niet juist onder die omstandigheden
krijgsmansrondheid en eerbied voor den roem van een
ouder wapenbroeder gevorderd hebben, dat de generaal
Verspijk zyne kritiek hadde gemotiveerd? Of zal deze
daarmede misschien zoo lang wachten, tot dat de gryze
van Swieten niet meer in staat zal zjjn zich te verde
digen Ook bet krijgsbeleid eener expeditie, (en hierin
verschillen wy eenigzins van hetgeen verder in den
brief volgt) mag aan de openbare kritiek niet ontsnap
pen. Wie is dnartoo meer bevoegd dan juist generaal
Verspijkf Waarom spreekt hjj halve woorden?
Zeer heeft het ons verwonderd dat de groote pers
niet krachtiger tegen ongevraagd, ongemotiveerd, on
hoffelijk protest van generaal Verspijck is opgekomen.
Maar ziet het er nu (dit bljjft de hoofdvraag) wer-
keljjk zoo donker in Atjeh uit, als men dit wil doen
voorkomen?
Reeds do oppervlakkige lezing van hot resume' dor
Amhemsche Courant stelt de paitjjdigheid van dat
overzigt in het helderste licht. Er sterven bjj do ver
schillende kloine schermutselingen, die sedert Mei 1874
geleverd werden, manschappen. Maar zou men dan
schermutselingen verlangen, waarbjj geen enkele kogol
doel trof? Er sterven velen, zeer velon ten gevolge van
ziekten. Maar is het de schuld der Regering dat do
gezondheidstoestand in Atjeh, vooral in den mousson-
tjjd, niet gunstig is? Wie beweerde ooit, dat de Atjo-
Dezen reeds onderworpen zyn? Naar onderwerping
wordt gestreefd. Dit kost dooden en gekwetsten. Zon
derling! De Amhemsche Courant beklaagt zich over
die weinige dooden, die sedert Mei zjjn gevallen en
verwjjt den generaal van Swieten het allermeest dit,
dat bjj in het voorjaar van 1874 zjjne manschappen te
zeer heeft gespaard!
Maar de Amhemsche Courant hecht aan officieele
tijdingen
Welnn! Het nieuwste nieuws omtrent Atjeh is zoo
officieel mogeljjk.
De Minister van Koloniën schreef in zyn Antwoord
op het Verslag der Eerste Kamer over zjjno begrooting
Hoewel de oorlogstoestand in Atjeh steeds een
onderwerp van ernstige zorg voor de Regering is
valt niet te ontkennen, dat ae berigten van do laatste
maanden, voor zoover de krygsoperatien betreft, gun
stig waren. Ondanks het ongunstig saizoen zjjn door
onze wapenen meerdere voordeden behaald cn werd
onze vesting hoe langer zoo meer tegen vjjandige aan
vallen verzekerd. Ten gevolge der aanhoudende regen9
liet de gezondheidstoestand daarentegen zeer veel te
wenschen over."
De Minister van Koloniën, die met iedere mail alle
rapporten ontvangt, leest, overweegt, noemt den staat
van zaken to Atjeh gunstig. Hij pat ait officieele
bronnende meest officieeledie men zich kan voor
atellen.
De Amhemsche put ook uit officieele bronnen en
noemt den staat van zakenmet al de conservatieve
bladen en blaadjes, ongunstig.
Wie lost dit raadsel op?
Zou de sleutel van het raadsel misschien hierin ge
legen zjjndat zichwaar hét Atjeh betreft, de
Minister van Koloniën op een onpartijdig standpunt
plaatst
Nieuwstijdingen.
3tȆe.
Rome, 19 Jan. De rector van het Belgische col
lege, heeft gisteren den Paus 110,000 fr. overhandigd,
welke te Luik zjjn bijeengebragt.
JFtttitferijfe.
Men vindt brutale grappenmakers in de wereld.
Een bewijs daarvan is alweder geleverd te Parijs. Op
de brug de la Concorde vond een politieagent een stuk
ineengefrommeld papierwaarop het volgende was ge
schreven: »Ik verdrink mjj omdat ik mjjn vader en
mijn moeder, de heer en mejuffrouw Maton, fruithan
delaars, rue du Cloitre St. Honoréheb gedood;" de
mededeeling was geteekendHippolyte. De agent vliegt
naar de aangeduide plaats en met de haren te berge
gerezenbuiten ademkomt hij in het huis vati de
familie Maton. De juffrouw zit hoogst bedaard in bet
kantoortje te schrijvenmeneer maakt een pompoen
schoon. De agent bekomt van den schrik en vraagt
naar den zoon der echtelieden. Het antwoord luidt:
*we hebben geen zoon." Deze leelijke grapwaarvan
de bedrijver wel nooit zal worden gevondenis een
staaltje van de gemeen» brutaliteit die sommige men-
schen aanwenden om quasi-aardig te zijn.
Wtflie, 18 Jan. Als een bewys, dat er veel ge
bruik van paardenvleesch gemaakt wordt, kan dienen,
dat hier in zeer kotten tyd ongeveer honderd paarden
geslacht zyn. Voor het grootste gedeelte wordt het
vleesch naar Holland verzonden.
Elburg, 20 Jan. Terwyl heden middag de kost
leerlingen op 't instituut van den heer W. alhier op
de plaats aan 't spelen waren, had één hunner een
geladen pistool, waarmede üy een zijner makkers bij
ongeluk zóó ernstig aan het hoofd heeft getroffen, dat
men voor 't leven van den jongeling vreest.
AmsterdHin20 Jan. Eenige dagen geleden
heeft in een der hotels van de hoofdstad een daar ver
toevend student zich de volgende snaaksche grap
veroorloofdwelke wij evenwel niet ter navolging
mogen aanbevelen. De grappenmaker was regt tjjdig
opgestaanvoorzag zich van zeep en scheerkwast en
tiktedaarmede gewapendaan de eerste kamer de
beste aan. Op de vraag: *Wie daar?" luidde het
antwoord; »De barbier," waarna onze man toegelaten
werd. Juist toen hy den tijdelijken bewoner behoorlyk
ingezeept hadherinnerde hjj zich dat hjj zjjn mes
had achtergelaten, en ging dit daarop halen met de
belofte er spoedig mede terug te komen. Na deze eerste
gelukkig geslaagde poging meldde de student zich aan
een andere kamer aan en verrigtte daar denzelfden
toer, welken hjj tot viermalen herhaaldeom ten
slotte zoo spoedig mogeljjk de plaat to poetsen.
^Misschien wachten de ingezeepten nog!
Zaturdagavond ongeveer ten 8 ure had alhier
een tragisch-comische scène plaats. Drie zwaar ge
bouwde mannen, ware giganten, die na volbragt dag
werk, allerwaarschijnlijkst in het zweet huns aanschijns,
huiswaarts keerden, en onderweg de duidelijkste bljjken
gaven dat zjj al meer dan hun goed was, van het
weekgeld aan het Schiedammer nat hadden ten offer
gebragt, kregen kwestie, die spoedig zoo hoog liep, dat
Piet zjjn confrater Gerrit met een kruik zoodanig op
het hoofd sloeg, dat de kruik brak en een groote wonde
aan dien grooten Gerrit toebragt. De derde greep
hierop een der scherven van den grond en bragt daar
mede geduchte slagen aan Piet toe, waarop een vierde
kwam aanloopen, die daar de drie vechtersbazen bij
den walkant aan het worstelen waren, hen allen in
den Singel wierp. De man met de wonde aan het
boofd in verkeerde rigtiog den Singel ingedreven,
kwam, geoefend zwemmer als hy wa9, spoedig on het
drooge. Pieter echter, die onmiddeljjk aan den walkant
te water was geraakt, moest het nog meer bezuren,
want do man die zjjn vrienden deze koude badkuur
bezorgde, stootte, in plaats van hulp te bieden hem
terug, waardoor hjj duikelen ging. Opgcdooken riep
hjj met vervaarde stem: »0 duivel, Hendrik! dat zal
ik jou betaald zetten." Uit bet water getogen zagen
de drie vrienden elkander bedremmeld aan. Zjj waren
nuchteron geworden en keerden druipend van bet
water naar eigen woning.
Oude Toner»*» 18 Jan. Heden herdacht de heer
S. Anemaet, burgemeester der gemeenten Oude- en
Nieuwe Tonge, zjjn 25jarige ambtsvervulling. Onder
scheiden geschenken en bewjjzen van genegenheid en
eelukwensching gewerden hem, zoowel van gemeente-
naren als van de besturen.
VllNHln<;4<tM, 18 Jan. Zjjn wji sedert eenigen tjjd
verlost van de alhier geheersent hebbende epidemische
ziekte, die menig kind ten grave sleepte, thans wordt
ons plaatje, nnar men zegt, opnieuw bezocht door een
andere kwaal, meer bekend onder den naam van >bof."
Vooral was bet slagtoffer dezer ziekte de beer Esser,
postdirecteur alhier, die weinige dagen geleden zjjn
echtgenoote met twee kinderen naar den doodenakker
voerdeen wien thans wederom die treurige plegtig-
iïaid te wachten staat, nu gisteren een derde Kind
daaraan bezweek.
Kff'lilelhurg, 21 Jan. De behandeling der zaak
betreffende de 34 beschuldigden van St. Philipsland,
die heden voor het Provinciaal Geregtshof in Zeeland
zou behandeld worden, is wegens ongesteldheid van
een der beschuldigden uitgesteld.
De advocaat der beschuldigdenMr. E. Fokker
pleitte op grond van onderscheidene artikelen en
arresten tot voortgang; het O. M., waargenomen door
den Adv.-Gen. Mr. N. Nes van Mecikeik, eischtc
uitstel. Na re- en dupliek begaf het Hof zich in raad
kamer en bepaalde aat volgens art. 277 van 'tWetb.
van Strafvordering de behandeling der zaak zou worden
uitgesteld en wel tot Donderdag 11 Maart a. s. des
voormiddags ten 10 ure.
De Vereeniging Uit het Volk Voor het Volk
alhier, gaf Dingsdag jl. des avonds ten 7 ure haar
vierde bijeenkomst gedurende dit wintersaizoen in de
groote zaal van 't Schuttershof. Als wjj zeggen dat de
zaal eivol was. zoo maken wjj ons niet schuldig aan
overdrjjving. Het programma bood de noodige ver
scheidenheid-, wy tronen er op aan: een verbaal uit
het Volksleven, een solo voor de fluit, twee voordragten
in poësie, twee solo zangnommers en een bljjspel. Wij
kunnen genist zeggen dat de Middelburgers de pogingen,
die door zoovelen en niet bet minst door den Voor
zitter Mr. G. A'. de Stoppelaar worden aangewend, op
boogen prij9 stellen. De opkomst bewijst dit. Velen
zagen zich zeer teleurgesteld, aangezien zjj genoodzaakt
waren te vertrekken bjj gemis aan plaats. Zoo zou
die groote zaal nog te klein worden!
Kfllniicl, 20 Jan. Als eene bijzonderheid kan van
hier gemeld worden, dat bjj eene bevolking van 950
inwoners in het afgeloopen jaar slechts 5 sterfgevallen
plaats hadden, terwyl 52 geboorten werden ingeschreven.
Brouwershaven, 20 Jan. Heden zijn alhier
aangekomen vjjf schipbreukelingen van de Engelsche
vischsmak Afghan, schipper Leigh, van Dartmonth
zoet visch naar Ostende bestemd, welk schip Maandag
nacht op do Westpunt van Noordland is gestrand. De
equipage is gisteren namiddag afgehaald door schipper
M. v. d. Klooster, van Burghsluis, en aldaar behouden
aaugebragt.
Ziei*il*5Eee, 22 Jan. Bij Kon. besluit van 20 dezer
No. 3is met ingang van 1 Februarjj aanstaande o. a.
benoemd tot adjunct-jjker der matengewigten en
weegwerbtuigen de heer H. Koremans van Zienkzee.
Als een bewijs welke moeilykheden de tegenwoor
dige wet op den jjk der maten en gewigten oplevert
deelen wjj bet volgende uittreksel mede uit een brief
van een fabrikant van maten aan een bandelaar te
dezer stede>Tot ons leedwezen moeten wij a berigten
»dat wij het fabriceren van maten hebben moeten
»sfcaken door de vele moeijeljjkhedenwelke ons door
»het jjkwezen iu den weg worden gelegd. Met den
besten wil der wereld is het niet mogelijk de heeren
»jjkmeesters te voldoenen daarom hebben wjj ons
genoodzaakt gezien met dit fabricaat op te houden
»tot dat andere voorschriften komen van den Minister
»van Binnenlandsche Zaken."
Het hoofdcomité voor het Thorbecke-monument
heeft te 's Hage eene vergadering gehoudenwaarin
besloten is, dat op 6 February te Amsterdam eenè
algemeene bjjeenkomst zal worden belegd van de ver
schillende sub-Commissiën. Deze bjjeenkomst zal hebben
te beslissen over de plaatswaar het standbeeld zal
worden opgerigt.
Als waarschuwing voor velen deelt de Pr. Gr. Ct.
het volgende feit mede. Eene jeugdige dienstmeid bjj
geachte burgerlieden te Groningen moest in de vorige
week als naar gewoonte de wasch beredderen en maakte
hierbjj o. a. gebruik van blaauwselwaarvan een wei
nig in eene kleine open wonde aan een harer banden
kwam. Dienzelfden dag nog begon de hand en ook de
arm dik op te loopen, en reeds een paar dagen later
moest het meisje zich ter verpleging naar hare familie
begeven. Er ontstond koorts. Geneeskundige hulp werd
ingeroepen, maar deze rnogt niet meer baten. Donder
dag-avond reeds bezweek zjj aan de gevolgen.
ZieriUzee, 22 Jan. Het van hier opgezonden
adres in zake het Thorbecke-monument is voorzien
van 211 handteekeningen.
Geniengcle berigten.
Past op Katriengjj begeeft u wederom in een ver
keerd vaarwater, en zoo voortgaande zoude het nog
wel ten tweedenmale op stranding kunnen uitloopen
Zeer rep bjj het woord, dat u minder nog past,
Weet gjj veel van anderen te vertellen
Leert zwijgen vooral, zorgt dat ge niemand belast
Tracht alzoo eigen feilen te herBtelleD.
Een notabel te Oude wordt aangeraden zoo niet
in den donker te loopen op eene meiddaar hy toch
veel te oud is om van Kaatje voor den gek gehouden
te worden. Te Wolphaartsdjjk heeft een timmer
mansknecht 1L Zondag weer een blaauwtje geloopen
hjj meende zyne oude duif weer thuis te brengen
maar dat is hem tegengevallendaar het duifje .niets
van hom wilde weten. De vrouw van een rentenier
en de vrouw van een kerkmeester te W.worden
aangeradenzooveel kwaad niet te spreken van andere
menschen, daar zjj zelf zoo vol gebreken zjjn. Als zjj
dat eens goed inzagendan zouaen zij niet op straat
durven komen. Iemand te Yerseke moest zoo geen
partij trekken voor een kastelein en zoo laat niet op
de biljart spelenwant dat past niet voor een man
die driemaal op een dag naar de kleine kerk gaat.
Een erg winderig meisje te Yerseke moest zooveel
snaps niet hebben van iemand waar niets van te zeg
gen valtdaar zjj dat later wel eens zal kunnen be
klagen. Eenige boeren te Eversdjjk worden verzocht
hunne plannen in te trekken daar zjj hun doel toch
niet zuilen bereiken. Te St.-Maartensdjjk worden
twee straatloopers aangeradengeen vrjjsters te komen
zoeken in de vlaskoojjendaar zjj op rugsmeersel zullen
onthaald wordenterwjjl schoppen troef zyn zal.
Een dametje te Kamperland wordt aangeradenzoo
verliefd niet te zjjn op iemand die niets doet dan
meisjes bedriegenen nu zingt men
Meisje, goed gekeken,
Naar zyn valsche streken
Want met zjjn misbaar,
Is het spoedig klaar.
Ingezonden stukken.
Haagsche Brieven.
19 Januarjj '75.
De Eerste Kamer der Staten-Generaal is Dingsdag 11*
met de discussiën over de Staatsbegrooting begon
nen en bad die na aanneming van alle begrootingen
Zaturdag geëindigd.
Het belangrijkste bij deze discussie waren de mede-
deelingen van den Minister van Goltstein nopens het
ontslag van den Gouverneur-generaal Loudon. Een en
ander daaromtrent is reeds door U medegedeeld en
daaruit zal ieder gebleken zjjn dat het de handelwijze
van den Minister van Goltstein miustens zonderling te
noemen is; eerst den heer Loudon verzoeken om in
's lauds belang zyn verzoek om ontslag in te trekken
en daarop een telegram te zenden, waarop noodzakelijk
volgen moest het herhaald verzoek om ontslag door
genoemden heer. Wjj meenen dat hierin de noodige
voorzigtigbeid en het doorzigt ten oenenmale ontbreekt.
Bjj de discussion in de Eerste Kamer heeft de Re
geering steeds ontweken, om inlichtingen te geven
nopens hare plannen tot verhooging der belastingen,
den aanleg van spoorwegen, de wjjziging der wet op
het lager onderwys, enz. Het schijnt dat de Regeering
speculeert op de verkiezingen in Junjj a. s., doch eerst
eenige kiesdistricten wil veranderen.
In het belang van Vlissingen werd aangedrongen
op verlaging der havengelden en van de huur van
loodsen tot berging van goederen, do verbetering van
het drooge dok, de gemeenschap met den spoorweg,
enz.niets mogt baten, daar de Minister Heemskerk
slechts ontwijkende antwoorden gaf.
Ten vorigen jare schreef ik U, boe voor vele milli-
oenen (ik meen zeven) de Hagenaars, met den Oud-
Minister van Bosse aan het hoofd, van een Amerikaan,
Mozes Anker, de zilvermjjn Caribon gekocht hadden
en daartoe de mijn-compagnie Nederland oprigtten,
met den heer van Bossc aan het hoofd. Het bleek
spoedig, dat men gefopt was en de mijn zoo weinig
opbragt, dat zelfs de exploitatiekosten niet gedekt
werden. Er moest dus op nieuw geld komen, temeer
nu den aandeelhouders dezer dagen in eene vergadering
door den heer van Bosse werd medegedeeld, dat een
Amerikaansch bankier, die ruim een ton gouds in
voorschot wa9, zijn geld terug eischte; hjj stelde
daarom voor dat de aandeelhouders dat bedrag zouden
bjjeenbrengen. Deze hebben dit echter geweigerd
zoodat zich nu onwillekeurig de vraag voordoet: wat
zal het gevolg daarvan zjjn? Zal de myn-compagnie
zich fail!iet verklaren? De heer van Bosse liet zich zeer
ongunstig uit over genoemden Anker; deze heeft thans
een gedrukten brief aan den beer van Bosse gezonden,
waarin hy o. a. schryft: »Ik betreur bet, dat U zulk
eene beschuldiging tegen mjj hebt kunnen inbrengen,
daar ik U als de hoofdoorzaak beschouw, die ons in
staat gesteld heeft, de Caribon-mjjn aan de Haagsche
heeren te verkoopen aan niemand anders dan aan U
persoonijjk erken ik verpligting te hebben wegens de
dienstenbjj den verkoop en de reorganisatie der
mijn-compagnie Nederland bewezenIk ben
besloten alle krachten in te spannen voor bet wel
slagen der Compagniewaarvan wjj beiden om zoo
te zeggen de peetvaders zjjn."
Mjj aunkt het is om dol te worden, wanneer men
eerst door iemand voor eenige millioenen is beet ge
nomen en men wordt dan nog voor den gek gehouden.
Zooals ik verwacht had, geeft do wet tot herziening
der gebouwde eigendommen veel stof tot ontevreden
heid. Het is vooral de belasting op de schuren en
boerenwoningen, die aanstoot geeft. Vroeger werd
daarvoor geen belasting betaaldtoen het wetsontwerp
werd behandeld, waarbjj voorgesteld werd om die ge
bouwen te belasten, stelden de heeren van Kerkwijk
en van Kuijk in de zitting der Tweede Kamer van 3
July 1873 voor, om de vrjjstelling voor den landbouw
te behouden, doch dat voorstel werd verworpen. De
heer von Kerkwijk wees er toen op, dat men in vroegere
jaren door den slechten toestand der wegen niet in
staat was om den oogst en de andere vruchten naar
het dorp te vervoeren, maar die op het land of in de
schuur, stal of wagenhuis moest bergen. Aan het
oprigten van die gebouwen waren kosten verbonden,
en dit geldeljik bezwaar drukt op de landen die tot
de hofstede behooren. Volgens de bestaande wet wordt
reeds voor het land, waarop die gebouwen zün opge
rigt, betaald als ware bet bouwland van ae eerste
klasse, du9 meer dan er anders van betaald zou worden,
terwyl het zeer dikwijls gebeurd dat die gebouwen
juist op zeer slecht land gebouwd zyn. Het is daarom
onjuist te beweren, dat men geen belasting van de