ZIERIKZEESCHE NIEUWSBODE. No. 5495. 5IsteJaarg\ XaUirdag 25 Jammrij 1875. Verschjjnt DINGSDAG, DONDERDAG en ZATURDAG. De prjjs per 3 maanden is ƒ1,30, iranco per Dost 1,60. ADVERTENTIËN 10 Ots. per regel, kunnen uiterlgk tot des Maandags, Woensdags en Vrijdags voormiddags 10 nre bezorgd worden. Kiezerslijsten. De VOORZITTER van den GEMEENTERAAD te Zierikzee noodigt de inwoners der gemeente uit, om, zoo zjj elders in de directe belastingen zijn aange slagen, daarvan vóór den 15n February a. h. ter Gemeente-Secretarie te doen blijken, overeenkomstig het 2de lid van art. 7 der Kieswet. Zierikzee, den 20 January 1875. v. CITTERS. Bekendmaking. KADASTER De BURGEMEESTER van Zierikzee maakt bekend, dat de landmeter van het Kadaster op den Isten en Sden February a. ts. en zoo noodig daarop volgende dagen, zijne eerste rondreis voor de kadas trale opmetingen in deze gemeente zal doen. Zierikzee, den 20 January 1875. v. CITTERS. Bekendmaking. NATIONALE MILITIE. De BURGEMEESTER en WETHOUDERS der ge meente Zierikzee Gelet op art. 26 der wet van den 19 Augustus 1861 (Staatsblad no. 72) Brengen by deze ter kennis van belanghebbenden dat het register van de in het vorige jaar voor de nationale militie ingeschrevenen, benevens de daaruit opgemaakte alphabetische ljjstvoor elk op de Secre tarie ter lezing zullen nederleggen van den 22 January tot den 30 Jannarjj 1875 dat tegen register en lystbinnen den tjjd der nederleggingbezwaren kunnen worden ingebragt by den Commissaris des Koning9 in de provinciedoor middel van een door de noodige bewijsstukken gestaafd verzoekschrift op ongezegeld papieronderteekend door hemdie ze inbrengtwelk verzoekschrift zal moeten worden overgebragt bjj den Burgemeester tegen bewjjs van ontvang. Zierikzee, den 22 January 1875. De Burgemeester en Wethouders voornoemd v. CITTERS. De Secretaris, J. P. N. ERMERINS. Kennisgeving. De BURGEMEESTER van Zierikzee brengt ter ken nis van de Ingezetenendat er op Maandag den 25 Jannarij e. k.des namiddags te één uurop het Raadhuis alhier, eene openbare Vergadering van den Gemeente-Raad zal gehouden worden. Zierikzee, den 21 January 1875. De Burgemeester, v. CITTERS. Zaken tor* tafel te brengen Ingekomen brieven. Verzoekschrift P. Lakf.man om ontslag als hulponderwijzer aan de Armenschool. Advies van Burgemeester en Wethouders op het adres van den heer J. Brobrsma, Commissaris van politie, om verhooging zjjner iaarwedde. Benoeming leden stembureau voor de verkiezing van 2 Raadsleden, op 2 February e. k., enz. De zaken te Atjeh. Terwjjl de zaken te Atjeh nog altjjd niet geheel in het reine zjjn, ia het niet alleen het conservatieve Haagsche Dagblad, dat zjjue oppositie tegen den oorlog en vooral tegen de uitkomsten van den oorlog voortzet, maar de Amhemsche Courant mag wel genoemd worden het éénige orgaan der liberale party, aat voortdurend hand aan hand met het Haagsche blad medegaat. Voor de Amhemsche Courant zijn al de overwinningen, die wjj behaald hebben, nederlagen geweest. Terwyl bui- tenlandsche dagbladen en tijdschriften generaal van Smeten hulde toebrengendat bjj een beschaafden oorlog beeft gevoerd en de kampongs van den vjjand niet stelselmatig in brand heeft gesticht, maakt de Amhemsche Courant, ook in haar nummer van 11 Dec. jl., er den generaal van Sioieten een verwijt van »dat hij den strjjd moede was." En, nadat de Amhemsche Courant eene reeks van regeringstelegrammen uit de Staats-Courant heeft over gedrukt (een dergelijke overdruk van telegrammen vereischt zeker niet al te groote inspanning) eindigt zjj liaar opstel aldus: »Dit officiële overzigt leert ons, dat sedert do generaal van Swieten Alsjin (tegenwoordig is het de mode Atjeh te schrijven) verliet, omdat de expeditie geëindigd was, kolonel Pel dadelijk het zwaard weder uit de schede liet trekken en, in afwachting van de onderwerping, hem door generaal van Swieten aangekondigdnegen belangrijke gevechten leverdedie ons zeventien ge sneuvelden en 167 gewonden kostten: »dat er twee algemeene aanvallen op onze posten plaats hadden >dat er gemiddeld 90 man per maand te Atsjin Bterven »dat er gemiddeld 180 man per maand ala onher stelbaar geëvacueerd worden >dat er gemiddeld 400 man per dag onder genees kundige behandeling zyn; »dat wij ons eenig bevriend Atsjineesch hoofd ver loren »en eindelyk, dat er nog bijna dagelijks kogels ge wisseld wordendie onze soldaten binnen Kotta Radja (kraton) treffen. »De toepassing van het bovenstaande meenen wy aan het oordeel onzer lezers te mogen overlaten." Treurige schetszou men meenen. Waarom, zou men haast vragen generaal van Swieten niet voor een krygsraad ter verantwoording geroepen? Heeft gene raal Knoop niet reeds gezegdde tweede expeditie is half gelukt. De Amhemsche maakt het erger. Vol gens haar is de expeditie geheel mislukt. Wij hebben niets dan nederlagen geleden. De kraton was ledigt Gelukkig, dat onze schatkist niet ledig is om de verdere kosten te dragendie yoor eene onderwer ping der Atjinezen noodig zijn! Maar voor de Amhemsche Courant ia een onverwachte steun opgedaagd en zjj verzuimt niet weinige dagen later dien stean in bare kolommen te vermelden generaal Verspijck heeft in antwoord op een adres van hulde, dat hij van de Vereen/ging tot beoefening der krijgswetenschappen ontving, verklaard »dat hjj niet in alle opzigten met het beleid van generaal van Swieten zou hebben ingestemd." Als onder-bevelhebber was hij echter tot gehoorzaamheid verplicht. Geen verwerpelijke steun voorzeker 1 Generaal Ver spijck die aan de expeditie zulk een yverig, krachtig aeel heeft genomen die op het krijgsbeleid van gene raal van Swieten het scherpste toezigt had, hij is hetdie niet volkomen tevreden is met dat krijgsbeleid. En toch zal do generaal Verspijck ons vergunnendat wij verklarendathoe hoog nij ook wegens zyn moed kunde en bekwaamheid bij ons staat aangeschreven wy hem in deze zaak als volkomen onpartijdig getuige moeten wraken. Generaal Verspijck is door de benoe ming van generaal van Swieten ontstemd geworden hy heeft zich gekrenkt geachthij heeft niet geschroomd, onmiddelyk na afloop der tweede expeditienadat hij als soldaat zyn pligt had gedaan, zyn ontslag te vragen. Hy heeft gedurende de gansche tweede expeditie in een wreveligen gemoedstoestand verkeerd. Kan men nu hem volkomen vertrouwenwanneer hij zich niet volkomen vereenigt met het beleid van den veldheer, die in ieder geval aan de hem gedane opdragt ten volle heeft voldaan? Maar wij hebben nog een ander bezwaar tegen de woorden van generaal Verspijck, in antwoord op het adres van de Vereeniging tot beoefening der krijgs wetenschap geuit. Dit antwoord is ons te apodictisch. Het is in het geheel niet gemotiveerd. Geen enkele reden is ons door den generaal medegedeeld, waarom hy dit beleid niet in alle deelen goedkeurde? Levert dergelijke apodictische beschuldiging niet het bewijs opdat hier meer de hartstogl spreekt dan het kalm verstand Was het misschien die kritiek van generaal Ver- spijckwaarop de opperbevelhebber zinspeeldetoen hy in zyn bekenden brief aan generaal Knoop het volgende schreef: »Ik voeg er bjj, dat ook dan, wanneer men ze beter kent" (de wapenfeitendie zoo pas zyn voor gevallen), *de kritiek nog gewaagd en niet altjjd juist is. Want daarvoor is ook de' kennis noodig van vele bijzonderheden van militairen en staatkundigen aard die dikwerf, zelfs voor de deelgenouteneen geheim zjjn geblevenmaar natuurlyk van grooten invloed zyn geweest op hetgeen gedaan of nagelaten is." Hoe zal nu eene kritiek zelfs van generaal Verspijk over het krijgsbeleid der tweede expeditie doeltreffend zjjn, waar dat beleid zelfs voor hem, deelgenoot een geheim is gebleven? En zouden niet juist onder die omstandigheden krijgsmansrondheid en eerbied voor den roem van een ouder wapenbroeder gevorderd hebben, dat de generaal Verspijk zyne kritiek hadde gemotiveerd? Of zal deze daarmede misschien zoo lang wachten, tot dat de gryze van Swieten niet meer in staat zal zjjn zich te verde digen Ook bet krijgsbeleid eener expeditie, (en hierin verschillen wy eenigzins van hetgeen verder in den brief volgt) mag aan de openbare kritiek niet ontsnap pen. Wie is dnartoo meer bevoegd dan juist generaal Verspijkf Waarom spreekt hjj halve woorden? Zeer heeft het ons verwonderd dat de groote pers niet krachtiger tegen ongevraagd, ongemotiveerd, on hoffelijk protest van generaal Verspijck is opgekomen. Maar ziet het er nu (dit bljjft de hoofdvraag) wer- keljjk zoo donker in Atjeh uit, als men dit wil doen voorkomen? Reeds do oppervlakkige lezing van hot resume' dor Amhemsche Courant stelt de paitjjdigheid van dat overzigt in het helderste licht. Er sterven bjj do ver schillende kloine schermutselingen, die sedert Mei 1874 geleverd werden, manschappen. Maar zou men dan schermutselingen verlangen, waarbjj geen enkele kogol doel trof? Er sterven velen, zeer velon ten gevolge van ziekten. Maar is het de schuld der Regering dat do gezondheidstoestand in Atjeh, vooral in den mousson- tjjd, niet gunstig is? Wie beweerde ooit, dat de Atjo- Dezen reeds onderworpen zyn? Naar onderwerping wordt gestreefd. Dit kost dooden en gekwetsten. Zon derling! De Amhemsche Courant beklaagt zich over die weinige dooden, die sedert Mei zjjn gevallen en verwjjt den generaal van Swieten het allermeest dit, dat bjj in het voorjaar van 1874 zjjne manschappen te zeer heeft gespaard! Maar de Amhemsche Courant hecht aan officieele tijdingen Welnn! Het nieuwste nieuws omtrent Atjeh is zoo officieel mogeljjk. De Minister van Koloniën schreef in zyn Antwoord op het Verslag der Eerste Kamer over zjjno begrooting Hoewel de oorlogstoestand in Atjeh steeds een onderwerp van ernstige zorg voor de Regering is valt niet te ontkennen, dat ae berigten van do laatste maanden, voor zoover de krygsoperatien betreft, gun stig waren. Ondanks het ongunstig saizoen zjjn door onze wapenen meerdere voordeden behaald cn werd onze vesting hoe langer zoo meer tegen vjjandige aan vallen verzekerd. Ten gevolge der aanhoudende regen9 liet de gezondheidstoestand daarentegen zeer veel te wenschen over." De Minister van Koloniën, die met iedere mail alle rapporten ontvangt, leest, overweegt, noemt den staat van zaken to Atjeh gunstig. Hij pat ait officieele bronnende meest officieeledie men zich kan voor atellen. De Amhemsche put ook uit officieele bronnen en noemt den staat van zakenmet al de conservatieve bladen en blaadjes, ongunstig. Wie lost dit raadsel op? Zou de sleutel van het raadsel misschien hierin ge legen zjjndat zichwaar hét Atjeh betreft, de Minister van Koloniën op een onpartijdig standpunt plaatst Nieuwstijdingen. 3t»Üe. Rome, 19 Jan. De rector van het Belgische col lege, heeft gisteren den Paus 110,000 fr. overhandigd, welke te Luik zjjn bijeengebragt. JFtttitferijfe. Men vindt brutale grappenmakers in de wereld. Een bewijs daarvan is alweder geleverd te Parijs. Op de brug de la Concorde vond een politieagent een stuk ineengefrommeld papierwaarop het volgende was ge schreven: »Ik verdrink mjj omdat ik mjjn vader en mijn moeder, de heer en mejuffrouw Maton, fruithan delaars, rue du Cloitre St. Honoréheb gedood;" de mededeeling was geteekendHippolyte. De agent vliegt naar de aangeduide plaats en met de haren te berge gerezenbuiten ademkomt hij in het huis vati de familie Maton. De juffrouw zit hoogst bedaard in bet kantoortje te schrijvenmeneer maakt een pompoen schoon. De agent bekomt van den schrik en vraagt naar den zoon der echtelieden. Het antwoord luidt: *we hebben geen zoon." Deze leelijke grapwaarvan de bedrijver wel nooit zal worden gevondenis een staaltje van de gemeen» brutaliteit die sommige men- schen aanwenden om quasi-aardig te zijn. Wtflie, 18 Jan. Als een bewys, dat er veel ge bruik van paardenvleesch gemaakt wordt, kan dienen, dat hier in zeer kotten tyd ongeveer honderd paarden geslacht zyn. Voor het grootste gedeelte wordt het vleesch naar Holland verzonden. Elburg, 20 Jan. Terwyl heden middag de kost leerlingen op 't instituut van den heer W. alhier op de plaats aan 't spelen waren, had één hunner een geladen pistool, waarmede üy een zijner makkers bij ongeluk zóó ernstig aan het hoofd heeft getroffen, dat men voor 't leven van den jongeling vreest. AmsterdHin20 Jan. Eenige dagen geleden heeft in een der hotels van de hoofdstad een daar ver toevend student zich de volgende snaaksche grap veroorloofdwelke wij evenwel niet ter navolging mogen aanbevelen. De grappenmaker was regt tjjdig opgestaanvoorzag zich van zeep en scheerkwast en tiktedaarmede gewapendaan de eerste kamer de beste aan. Op de vraag: *Wie daar?" luidde het antwoord; »De barbier," waarna onze man toegelaten werd. Juist toen hy den tijdelijken bewoner behoorlyk ingezeept hadherinnerde hjj zich dat hjj zjjn mes had achtergelaten, en ging dit daarop halen met de belofte er spoedig mede terug te komen. Na deze eerste gelukkig geslaagde poging meldde de student zich aan een andere kamer aan en verrigtte daar denzelfden toer, welken hjj tot viermalen herhaaldeom ten slotte zoo spoedig mogeljjk de plaat to poetsen. ^Misschien wachten de ingezeepten nog! Zaturdagavond ongeveer ten 8 ure had alhier een tragisch-comische scène plaats. Drie zwaar ge bouwde mannen, ware giganten, die na volbragt dag werk, allerwaarschijnlijkst in het zweet huns aanschijns, huiswaarts keerden, en onderweg de duidelijkste bljjken gaven dat zjj al meer dan hun goed was, van het weekgeld aan het Schiedammer nat hadden ten offer gebragt, kregen kwestie, die spoedig zoo hoog liep, dat Piet zjjn confrater Gerrit met een kruik zoodanig op het hoofd sloeg, dat de kruik brak en een groote wonde aan dien grooten Gerrit toebragt. De derde greep hierop een der scherven van den grond en bragt daar mede geduchte slagen aan Piet toe, waarop een vierde kwam aanloopen, die daar de drie vechtersbazen bij den walkant aan het worstelen waren, hen allen in den Singel wierp. De man met de wonde aan het boofd in verkeerde rigtiog den Singel ingedreven, kwam, geoefend zwemmer als hy wa9, spoedig on het drooge. Pieter echter, die onmiddeljjk aan den walkant te water was geraakt, moest het nog meer bezuren, want do man die zjjn vrienden deze koude badkuur bezorgde, stootte, in plaats van hulp te bieden hem terug, waardoor hjj duikelen ging. Opgcdooken riep hjj met vervaarde stem: »0 duivel, Hendrik! dat zal ik jou betaald zetten." Uit bet water getogen zagen de drie vrienden elkander bedremmeld aan. Zjj waren nuchteron geworden en keerden druipend van bet water naar eigen woning. Oude Toner»*» 18 Jan. Heden herdacht de heer S. Anemaet, burgemeester der gemeenten Oude- en Nieuwe Tonge, zjjn 25jarige ambtsvervulling. Onder scheiden geschenken en bewjjzen van genegenheid en eelukwensching gewerden hem, zoowel van gemeente- naren als van de besturen. VllNHln<;4<tM, 18 Jan. Zjjn wji sedert eenigen tjjd verlost van de alhier geheersent hebbende epidemische ziekte, die menig kind ten grave sleepte, thans wordt ons plaatje, nnar men zegt, opnieuw bezocht door een andere kwaal, meer bekend onder den naam van >bof." Vooral was bet slagtoffer dezer ziekte de beer Esser, postdirecteur alhier, die weinige dagen geleden zjjn echtgenoote met twee kinderen naar den doodenakker voerdeen wien thans wederom die treurige plegtig- iïaid te wachten staat, nu gisteren een derde Kind daaraan bezweek. Kff'lilelhurg, 21 Jan. De behandeling der zaak betreffende de 34 beschuldigden van St. Philipsland, die heden voor het Provinciaal Geregtshof in Zeeland zou behandeld worden, is wegens ongesteldheid van een der beschuldigden uitgesteld. De advocaat der beschuldigdenMr. E. Fokker pleitte op grond van onderscheidene artikelen en arresten tot voortgang; het O. M., waargenomen door den Adv.-Gen. Mr. N. Nes van Mecikeik, eischtc uitstel. Na re- en dupliek begaf het Hof zich in raad kamer en bepaalde aat volgens art. 277 van 'tWetb. van Strafvordering de behandeling der zaak zou worden uitgesteld en wel tot Donderdag 11 Maart a. s. des voormiddags ten 10 ure. De Vereeniging Uit het Volk Voor het Volk alhier, gaf Dingsdag jl. des avonds ten 7 ure haar vierde bijeenkomst gedurende dit wintersaizoen in de groote zaal van 't Schuttershof. Als wjj zeggen dat de zaal eivol was. zoo maken wjj ons niet schuldig aan overdrjjving. Het programma bood de noodige ver scheidenheid-, wy tronen er op aan: een verbaal uit het Volksleven, een solo voor de fluit, twee voordragten in poësie, twee solo zangnommers en een bljjspel. Wij kunnen genist zeggen dat de Middelburgers de pogingen, die door zoovelen en niet bet minst door den Voor zitter Mr. G. A'. de Stoppelaar worden aangewend, op boogen prij9 stellen. De opkomst bewijst dit. Velen zagen zich zeer teleurgesteld, aangezien zjj genoodzaakt waren te vertrekken bjj gemis aan plaats. Zoo zou die groote zaal nog te klein worden! Kfllniicl, 20 Jan. Als eene bijzonderheid kan van hier gemeld worden, dat bjj eene bevolking van 950 inwoners in het afgeloopen jaar slechts 5 sterfgevallen plaats hadden, terwyl 52 geboorten werden ingeschreven. Brouwershaven, 20 Jan. Heden zijn alhier aangekomen vjjf schipbreukelingen van de Engelsche vischsmak Afghan, schipper Leigh, van Dartmonth zoet visch naar Ostende bestemd, welk schip Maandag nacht op do Westpunt van Noordland is gestrand. De equipage is gisteren namiddag afgehaald door schipper M. v. d. Klooster, van Burghsluis, en aldaar behouden aaugebragt. Ziei*il*5Eee, 22 Jan. Bij Kon. besluit van 20 dezer No. 3is met ingang van 1 Februarjj aanstaande o. a. benoemd tot adjunct-jjker der matengewigten en weegwerbtuigen de heer H. Koremans van Zienkzee. Als een bewijs welke moeilykheden de tegenwoor dige wet op den jjk der maten en gewigten oplevert deelen wjj bet volgende uittreksel mede uit een brief van een fabrikant van maten aan een bandelaar te dezer stede>Tot ons leedwezen moeten wij a berigten »dat wij het fabriceren van maten hebben moeten »sfcaken door de vele moeijeljjkhedenwelke ons door »het jjkwezen iu den weg worden gelegd. Met den besten wil der wereld is het niet mogelijk de heeren »jjkmeesters te voldoenen daarom hebben wjj ons genoodzaakt gezien met dit fabricaat op te houden »tot dat andere voorschriften komen van den Minister »van Binnenlandsche Zaken." Het hoofdcomité voor het Thorbecke-monument heeft te 's Hage eene vergadering gehoudenwaarin besloten is, dat op 6 February te Amsterdam eenè algemeene bjjeenkomst zal worden belegd van de ver schillende sub-Commissiën. Deze bjjeenkomst zal hebben te beslissen over de plaatswaar het standbeeld zal worden opgerigt. Als waarschuwing voor velen deelt de Pr. Gr. Ct. het volgende feit mede. Eene jeugdige dienstmeid bjj geachte burgerlieden te Groningen moest in de vorige week als naar gewoonte de wasch beredderen en maakte hierbjj o. a. gebruik van blaauwselwaarvan een wei nig in eene kleine open wonde aan een harer banden kwam. Dienzelfden dag nog begon de hand en ook de arm dik op te loopen, en reeds een paar dagen later moest het meisje zich ter verpleging naar hare familie begeven. Er ontstond koorts. Geneeskundige hulp werd ingeroepen, maar deze rnogt niet meer baten. Donder dag-avond reeds bezweek zjj aan de gevolgen. ZieriUzee, 22 Jan. Het van hier opgezonden adres in zake het Thorbecke-monument is voorzien van 211 handteekeningen. Geniengcle berigten. Past op Katriengjj begeeft u wederom in een ver keerd vaarwater, en zoo voortgaande zoude het nog wel ten tweedenmale op stranding kunnen uitloopen Zeer rep bjj het woord, dat u minder nog past, Weet gjj veel van anderen te vertellen Leert zwijgen vooral, zorgt dat ge niemand belast Tracht alzoo eigen feilen te herBtelleD. Een notabel te Oude wordt aangeraden zoo niet in den donker te loopen op eene meiddaar hy toch veel te oud is om van Kaatje voor den gek gehouden te worden. Te Wolphaartsdjjk heeft een timmer mansknecht 1L Zondag weer een blaauwtje geloopen hjj meende zyne oude duif weer thuis te brengen maar dat is hem tegengevallendaar het duifje .niets van hom wilde weten. De vrouw van een rentenier en de vrouw van een kerkmeester te W.worden aangeradenzooveel kwaad niet te spreken van andere menschen, daar zjj zelf zoo vol gebreken zjjn. Als zjj dat eens goed inzagendan zouaen zij niet op straat durven komen. Iemand te Yerseke moest zoo geen partij trekken voor een kastelein en zoo laat niet op de biljart spelenwant dat past niet voor een man die driemaal op een dag naar de kleine kerk gaat. Een erg winderig meisje te Yerseke moest zooveel snaps niet hebben van iemand waar niets van te zeg gen valtdaar zjj dat later wel eens zal kunnen be klagen. Eenige boeren te Eversdjjk worden verzocht hunne plannen in te trekken daar zjj hun doel toch niet zuilen bereiken. Te St.-Maartensdjjk worden twee straatloopers aangeradengeen vrjjsters te komen zoeken in de vlaskoojjendaar zjj op rugsmeersel zullen onthaald wordenterwjjl schoppen troef zyn zal. Een dametje te Kamperland wordt aangeradenzoo verliefd niet te zjjn op iemand die niets doet dan meisjes bedriegenen nu zingt men Meisje, goed gekeken, Naar zyn valsche streken Want met zjjn misbaar, Is het spoedig klaar. Ingezonden stukken. Haagsche Brieven. 19 Januarjj '75. De Eerste Kamer der Staten-Generaal is Dingsdag 11* met de discussiën over de Staatsbegrooting begon nen en bad die na aanneming van alle begrootingen Zaturdag geëindigd. Het belangrijkste bij deze discussie waren de mede- deelingen van den Minister van Goltstein nopens het ontslag van den Gouverneur-generaal Loudon. Een en ander daaromtrent is reeds door U medegedeeld en daaruit zal ieder gebleken zjjn dat het de handelwijze van den Minister van Goltstein miustens zonderling te noemen is; eerst den heer Loudon verzoeken om in 's lauds belang zyn verzoek om ontslag in te trekken en daarop een telegram te zenden, waarop noodzakelijk volgen moest het herhaald verzoek om ontslag door genoemden heer. Wjj meenen dat hierin de noodige voorzigtigbeid en het doorzigt ten oenenmale ontbreekt. Bjj de discussion in de Eerste Kamer heeft de Re geering steeds ontweken, om inlichtingen te geven nopens hare plannen tot verhooging der belastingen, den aanleg van spoorwegen, de wjjziging der wet op het lager onderwys, enz. Het schijnt dat de Regeering speculeert op de verkiezingen in Junjj a. s., doch eerst eenige kiesdistricten wil veranderen. In het belang van Vlissingen werd aangedrongen op verlaging der havengelden en van de huur van loodsen tot berging van goederen, do verbetering van het drooge dok, de gemeenschap met den spoorweg, enz.niets mogt baten, daar de Minister Heemskerk slechts ontwijkende antwoorden gaf. Ten vorigen jare schreef ik U, boe voor vele milli- oenen (ik meen zeven) de Hagenaars, met den Oud- Minister van Bosse aan het hoofd, van een Amerikaan, Mozes Anker, de zilvermjjn Caribon gekocht hadden en daartoe de mijn-compagnie Nederland oprigtten, met den heer van Bossc aan het hoofd. Het bleek spoedig, dat men gefopt was en de mijn zoo weinig opbragt, dat zelfs de exploitatiekosten niet gedekt werden. Er moest dus op nieuw geld komen, temeer nu den aandeelhouders dezer dagen in eene vergadering door den heer van Bosse werd medegedeeld, dat een Amerikaansch bankier, die ruim een ton gouds in voorschot wa9, zijn geld terug eischte; hjj stelde daarom voor dat de aandeelhouders dat bedrag zouden bjjeenbrengen. Deze hebben dit echter geweigerd zoodat zich nu onwillekeurig de vraag voordoet: wat zal het gevolg daarvan zjjn? Zal de myn-compagnie zich fail!iet verklaren? De heer van Bosse liet zich zeer ongunstig uit over genoemden Anker; deze heeft thans een gedrukten brief aan den beer van Bosse gezonden, waarin hy o. a. schryft: »Ik betreur bet, dat U zulk eene beschuldiging tegen mjj hebt kunnen inbrengen, daar ik U als de hoofdoorzaak beschouw, die ons in staat gesteld heeft, de Caribon-mjjn aan de Haagsche heeren te verkoopen aan niemand anders dan aan U persoonijjk erken ik verpligting te hebben wegens de dienstenbjj den verkoop en de reorganisatie der mijn-compagnie Nederland bewezenIk ben besloten alle krachten in te spannen voor bet wel slagen der Compagniewaarvan wjj beiden om zoo te zeggen de peetvaders zjjn." Mjj aunkt het is om dol te worden, wanneer men eerst door iemand voor eenige millioenen is beet ge nomen en men wordt dan nog voor den gek gehouden. Zooals ik verwacht had, geeft do wet tot herziening der gebouwde eigendommen veel stof tot ontevreden heid. Het is vooral de belasting op de schuren en boerenwoningen, die aanstoot geeft. Vroeger werd daarvoor geen belasting betaaldtoen het wetsontwerp werd behandeld, waarbjj voorgesteld werd om die ge bouwen te belasten, stelden de heeren van Kerkwijk en van Kuijk in de zitting der Tweede Kamer van 3 July 1873 voor, om de vrjjstelling voor den landbouw te behouden, doch dat voorstel werd verworpen. De heer von Kerkwijk wees er toen op, dat men in vroegere jaren door den slechten toestand der wegen niet in staat was om den oogst en de andere vruchten naar het dorp te vervoeren, maar die op het land of in de schuur, stal of wagenhuis moest bergen. Aan het oprigten van die gebouwen waren kosten verbonden, en dit geldeljik bezwaar drukt op de landen die tot de hofstede behooren. Volgens de bestaande wet wordt reeds voor het land, waarop die gebouwen zün opge rigt, betaald als ware bet bouwland van ae eerste klasse, du9 meer dan er anders van betaald zou worden, terwyl het zeer dikwijls gebeurd dat die gebouwen juist op zeer slecht land gebouwd zyn. Het is daarom onjuist te beweren, dat men geen belasting van de

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Nieuwsbode | 1875 | | pagina 1