ZIERIKZEESCHE IV1EIWSB0M.
IVo. 2864.
27sle Jaarg.
Zaturdag 17 December 1870.
Nieuwstijdingen.
Bekendmaking.
De BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Zie-
rikzee brengen ter kennis van belanghebbenden dat
Heeren Commissarissen over de Armenschool in deze
gemeente, eene zitting zullen houden in de Regenten
kamer van het Hervormd Diaconie Armen-Gesticht
op Zaterdag den 17 dezer maanddes avonds te half
acht uur, tot het ontvangen en beoordeelen der aan
zoeken om plaatsing van kinderen op die schoolen
worden ouders of voogden die hunne kinderen daar
wenschen geplaatst te zien, opgeroepen om zich daartoe
aan te meldenaangezien tusschentijds geene kinderen
op de school kunnen worden toegelaten.
Ziekikzee, den 7 December 1870.
De Burgemeester
B. C. CAU.
De Secretaris
J. P. N. ERMERINS.
Onze politieke toestand.
Eindelijk is dan op Dingsdag jl. de Tweede Kamer
der Staten-Generaal wederom bijeengekomen om de
wets-ontwerpen vast te stellen welke noodig zijn tot
voorloopige voorziening in de dienst voor 1871. Terwijl
in andere jaren omstreeks dezen tijd de Staatsbegrooting
bijkans geheel is behandeld, moet daarmede thans nog
een begin worden gemaakt. De tegenwoordige ministe
riëele crisis is eigenlijk reeds den 22sten of 24-sten
October aangevangen, toen de heer Roest van Limburg
als minister van buitenlandsche zaken zijn ontslag ver
zocht. Bijkans zijn sedert dat tijdstip twee maanden
verloopen en nog verkeeren wij in volle ministeriëele
crisis.
Waaraan is dit ongewone verschijnsel toe te schrijven?
Waaraan moet het geweten worden, dat het zieltogend
Ministerie niet sterven kan en het ontkiemend Minis
terie niet kan geboren worden? Waarom is de poging
van de heeren Foch en Brocx mislukt, en heeft de heer
Brocx in de zitting van Dingsdag reeds dadelijk getui
genis hunner onmagt moeten aan den dag leggen?
Ontbreekt het dan aan bekwame mannen in Nederland?
Onderscheidene dagbladen hebben liet ten onrechte be
weerd. Er zijn in de verschillende Wetgevende Verga
deringen van land provincie en gemeente bekwame
eerlijke, vrijzinnige mannen genoeg te vinden. Waarom
hadden de heeren Fock en Brocx dan zooveel moeite
om een Minister van finantiën naar hunne gading magtig
te worden Waarom hebben tien a elf meer of min
uitstekende regtsgeleerden laatstelijk nog de heeren
A. A. de Pinto en Coninck Liefsting, geweigerd de por
tefeuille van justitie te aanvaarden, terwijl de Juristen-
vereeniging in het begin van September overtuigend
aa.nwp.fis. dat Nederland op voortreffelijke en welspre
kende regtsgeleerden mag bogen
De waarheid is door den heer Thorbecke uitgesproken.
De liberale partij is ziek. Geen noodlottiger dag kunnen
onze parlementaire jaarboeken sedert 1848 aanwijzen
dan de dag, waarop de veete tusscben de heeren Thor
becke en Fransen van de Putte in eene scheuring overging.
Van dat oogenblik dagteekent onze parlementaire, onze
politieke verzwakking. Al onze staatkundige teleurstel
lingen der laatste jaren vinden daarin baren oorsprong
en hare verklaring. Betreurenswaardig was het dat deze
verdeeldheid tusscben twee mannen van veelzijdige, doch
geheel verschillende gaven tot eene uitbarsting geraakte,
welke het tweede Ministerie Thorbecke ten grave deed
dalen onvergeefelijk was het, dat die personele veete
tusschen twee uitstekende staatslieden de liberale partij
zelve mopst verdeelen en verzwakken.
Dit had niet mogen en niet moeten gebeuren. De
liberale partij telt krachtige en talentvolle mannen ge
noeg om hare leiding in handen te stellen van een
nieuw legerhoofd. Kon noch Thorbeckenoch Fransen
van de Putte vertrouwen vinden bij de gansche liberale
partij althans bij hare overgroote meerderheid dan
moest zij een ander tot haren leidsman hebben verkozen.
De heer Buijs heeft in het November-nummer van de
Gids gezegd: »Het was Thorbecke1 s verdiensten, dat hij
eens al de osperatien der liberale partij in al hare
schakeringen in zijn persoon vereenigde en zich als haar
levend orgaan heeft opgeworpen." Het was Thorbecke's
verdienstedaar wringt de schoen. De oud-liberale partij
is verdeeld; zelfs de Arnhemsche Courant kan niet meer
ontkennen wat helderder is dan de dag: er is een libe
rale partij en nogmaals een liberale partij. Van de
radicale partij kunnen wij zwijgenzij bestaat in de
Tweede Kamer alleen uit den heer van Houtenwiens
invloed luttel is.
De liberale partij is ziekomdat de heer Thorbecke
politiek ziek is, omdat de partij van alle leiding is be
roofd. Er zijn er, die dit goedkeuren. Zij beweren, dat
partijen in den constitutionelen staat noodlottig zijn
omdat zij de hartstogten der burgers tegen elkander
opwekken, omdat zij de eensgezindheid tusschen de bur
gers verbreken en de vaderlandsche spreukeendragt
maakt magt miskennen. De zoodanigen zijn zwakhoofdig
en zwaarmoedig tevens. Hun ouderwetsch geloof spruit
voort öf uit onverstand, öf uit eene ziekelijke aandoe
ning van het gemoed. Of wie zal meenen, dat groote
zaken door geïsoleerde kracht worden verkregen? Ver-
eeniging is de groote hefboom van onzen tijdvereeni-
ging van kapitaal roept de grootste industriëele zaken
te voorschijn: vereeniging van denkwijze alleen kan de
wetgevende kracht eener parlementaire vergadering
voortstuwen. Die twijfelaars aan het nut van partijen
in den constitutionelen staat behoeven, om van hunne
dwaling bekeerd te worden, slechts de geschiedenis dei-
tegenwoordige ministeriëele crisis te raadplegen. Bestond
er in de Tweede Kamer, buiten de Tweede Kamer eene
krachtige, eensgezinde liberale partyde ministeriëele
crisis had geene week behoeven te duren. In minder
dan veertien dagen kwam in Januarij 1862 het tweede
Ministerie Thorbeeke tot stand. Maar toen was de liberale
partij eensgezind en krachtig en toen waren de hoofden
der .oppositieals Thorbecke Olivier, Betz en van de
Puttereeds in waarheid ministers, en vormden zij in
de Kamer op de banken der oppositie een eendragtigen
en krachtigen ministerraad. En wie zegt hoe lang deze
ministeriëele crisis nu nog duren kan?
De dagbladpers is mild in raadgevingen. Ieder dag
blad komt met een ander recept om de ziekte te genezen.
A zegt: aan een conservatief kabmet-Heemskerk kan nu
in geen geval gedacht worden. B meent, dat de tijd voor
den heer Thorbecke gekomen is om een nieuw, krachtig
liberaal Ministerie zamen te stellen. C geeft in aanbe
veling un cabinet inodoredat is een Ministerie van
zakenmaar »vanniet veel zaaks." D wil een Ministerie
Thorbecke zonder Thorbecke en E welligt een liberaal
Ministerie zonder liberaliteit. Al die huismiddeltjes zullen
de ziekte niet wegnemen. Het kan zijn, dat er zeven
mannen kunnen worden bijeengebragt om naast elkander
plaats te nemen, maar zeven bergen zijn nog geene stad,
en zeven mannen nog geen Ministerie. Wat baat het
of men de pijn al weet te stillen door een Thorbecki-
aansche pleister op de wond te leggen, wanneer men
niet don wortel der ziekte uitroeit? En die wortel is de
bestaande verdeeldheid der liberale partij. Is Thorbecke
bij het klimmen zijner jaren te behoudend geworden
om nog als het levend orgaan der liberale partij te kun
nen gelden, dan zal zjjne optreding den duurzamen steun
der liberale partij niet kunnen wegdrageu. Is Fransen
van de Putte geen kalm en beredeneerd staatsman ge
noeg, om toongever der liberale partij te zijn, dan zal
zijne vernieuwde optreding even kortstondig zijn als in
1866, en zal hij, hoe handig ook, wederom voor zijne
taak bezwijken. Wat de liberale partij dus bovenal
noodig heeft, is een nieuwe leider, die de nieuwe denk
beelden der natie in zich opneemt en verwerkt en een
nieuwen stoot geeft aan den vooruitgang, een man, om
wien de liberale partij in en buiten de Kamer zich met
vertrouwen schaart, zonder hem in alles blindelings aan
te hangen. En nu redenere men niet: Zal Thorbecke
zal van de Putte gedoogen, dat zij door een ander worden
voorbijgestreefd? Het belang eener party, vooral op dit
oogenblik, gaat boven dat van eerzuchtige staatslieden.
De groote liberale bladen mogen den moed niet hebben
aan de natie de waarheid te zeggen. De Nieuwe Rot-
terdamsche moge zwijgen, Arnhemmer en Vaderland
een Ministerie uit de minderheid aanbevelen, hetwelk
dan door de liberale partij eeudragtig kan worden ge-
slagt. Wij zijn niet van die meening. Wy kennen de
liberale partij een verhevener taak en een schooner
roeping toe dan van tijdverbeuzelen en minister-slagting.
Wij wenschen, dat zij zal arbeiden aan den vooruitgang
der natie aan de ontwikkeling onzer individuele eu
staatsburgerlijke vrijheden, aan den triomf der bescha
ving. De tijd is te kostbaar, om dien met politieke
harewarrerij te verkwisten.
©wgjelttitfc
DLioncten, 18 Dec. Uit Havre zijn per telegram
de volgende tijdingen ontvangen: De Pruissen zijn met
eene aanzienlijke krijgsmagt te Beuzeville, op 16 mijlen
van Havre. Laatstgenoemde plaats wordt verdedigd
door eene sterke Eransche krijgsmagt en 350 kanonnen,
die door mariniers bediend worden. Men is te Havre
besloten de stad tot bet uiterste te verdedigen. Den
lOden dezer rukten 10,000 Eranschen uit, om deT)uit-
schers tegemoet te trekken. De Fransche kavallerie
heeft een korps Uhlanen op de vlugt geslagen.
De correspondent te Versailles van de Standard
meldt, dat de verliezen der Saksers en Wurtembergers
bij den uitval uit Parijs op 30 Nov. en 2 Dec. ouge-
veer 6000 man bedragen.
14 Dec. De Times zegt, dat indien de groothertog
van Luxemburg een beroep doet op de mogendheden,
die het tractaat van 1867 onderteekend hebben, ernstige
kwestiën zullen opgeworpen worden.
Engeland is niet voornemens alleen de verdediging
van dit tractaat op zich te nemenmaar zal te
rade gaan met de andere mogendheden, alvorens te
bepalen welke staatkunde het in dezen zal volgen.
De Standard zegt, dat de schennis van Luxemburgs
onzijdigheid eene beleediging voor Engeland is; het
blad noemt deze laatste handeling van Pruissen de
vergoding van dierlijk geweld.
In welonderrigte kringen verzekert men kier
dat de groothertog van Luxemburg door zijne diplo
matieke vertegenwoordigers de verklaring heeft doen
afleggeu dat hij nimmer zal toestemmen in den afstand
van het groothertogdom aan Duitschland.
Gelijk reeds kortelyk is gemeld, heeft te Witton,
nabij Birmingham in de patronenfabriek der heeren
Ludlow, een noodlottige ontploffing plaats gehad. Het
tooneel der ramp was een veld, waarop een rij van 19
loodsen gebouwd iswaarin ongeveer 500 personen
meest vrouwen en meisjes, arbeidden, wier taak tijdens
het ongeval was Enfield-patronen voor de Fransche
regering te maken. Drie der loodsen zijn geheel ver
nield en daarbij zijn 17 personen omgekomen; 53 zijn
zoo ernstig gekwetst, dat zij naar een hospitaal moesten
vervoerd worden, alwaar er sedert dien tijd verscheidene
gestorven zijn, en allen, die zich in loodsen bevonden,
hebben min of meer door de ontploffing geleden. De
ramp schijnt veroorzaakt te zijn doordien in een dei-
loodsen het kleed eener vrouw, die zich warmde, vlam
vlatte, waarop terstond een ontploffing volgde, welks
vuur zich onmiddellijk aan de twee, op 15 meter ver
wijderde loodsen, mededeelde.
De nieuwe koning zal, naar men verneemt, den lsten Jan.
1871 zijn intogt houden te Madrid. De commissie, die met
de aanbieding der kroon was belast, is reeds weder op haar
terugrei».
Zoodra de koning zal beèedigd zijn, zullen de cortes ont-
bondeu worden. Het wordt tegengesproken, dat de nieuwe
minister van financiën, Moret, voorgesteld zou hebben de ren
tebetaling voor korter of lauger tijd te schorsen.
JFrüswftrtjfe.
l?jtï*ïjs, 12 Dec. OfficieelDe schatkist is in
staat om op 1 Januarij alle schuldvorderingen te vol
doen. Het vertrouwen en de moed der bevolking zijn
nog altijd groot.
Het weder moet de belegeraars om Parijs zeer veel doen
lijden, want zij zijn genoodzaakt sterke detachementen zeer
digt bij de Fransche voorposten te houden welke detachementen
in de open lucht moeten verblijven. Maar ook de hoofdlegers
der Duitschers zijn grootendeels zonder tenten want zoodra
zij deze opzetten, zeuden de Franschen er bommen en gra
naten heen die ze weder vernielen. Althans dit is geschied
met die der Beijersehe troepen. Daarbij komt nog dat de sol
daten, tengevolge van het onophoudelijk vuren der forten niet
slapen kunnen.
Bordeaux, 13jDec. Het laatse belangrijke ge
vocht van het legercorps van generaal Chanzy bad
plaats den 10 December en heeft geduurd van 's mor
gens 8 ure tot 's avonds 5l/2 ure. Wij namen 400
Duitschers gevangen en hebben Origny hernomen. De
gevangenen verklaren dat het verlies der Duitschers
aanzienlijk is. Ook onze verliezen zijn groot.
Bordeaux15 Dec. Eene officiële depêche uit
Havre van gisteren meldtdat de Pruissen in alle
rigtingeu haastig aftrekken.
Uit eeu voorloopig rapport van de Fransche Regering
blijkt, dat het Fransche leger gedurende de drie dagen, dat
de laatste gevechten onder de muren van Parijs plaats hadden,
verloren heeft aan dooden: 72 officieren en 936 manschappen;
aan gekwetsten 342 officieren en 4680 manschappen. Voor
een derde zijn de menschappen ligt gewond.
De Gazette de Gambrai schat het aantal troepen,
die de Duitschers thans in Frankrijk hebben op 830,000
man. Ziehier hoe het blad die verdeeld:
Voor Parijs 350,000 manvoor de belegerde vestingen
100,000; in het Noorden 80,000; in het Oosten 50,000 in
het centrum (leger onder prins Frederik Karei) 200,000;
verspreide troepen, tot het onderhouden der communi-
catiën, 50,000.
De Républicain de VAllier bericht, dat den 4den
dezer te Nevers een Pruissische spion is gefusilleerd.
Tot op het laatste oogenblik behield hij zijne koel
bloedigheid; hij bad de soldaten, die met de executie
belast waren, hem niet in 't gezicht te treffen, opdat
hij na zijn dood behoorlijk gefotografeerd zou kunnen
worden.
De spion was, naar men zeide/een handelaar te Berlijn.
Hij kocht in Frankrijk levensmiddelen en fourrages op,
gaf hier en daar zelfs een voorschot, om aan zijue han
delingen een schijn van oprechtheid te geven, en gaf
vervolgens aan de Pruissen zijne transactiën op, die,
wetende waar zy het noodige vinden konden, daarnaar
huune requisitien regelden.
Men beweert dat deze spion 300,000 frs. voor zijne
vrijheid zou geboden hebben.
Niet slechts te Parijs en in de door de Duitschers be
zette departementen is de bevolking van Frankrijk tegen den
vijand opgestaan ook in de departementen ten zuiden van
de Loire verheft zich het volk om Frankrijk's vrijheid en on
afhankelijkheid ten koste van wat het ook zij te handhaveu.
De stad Bordeaux onderscheidt zich daarin vooral. Vijf ba-
taillons van de mobile garde, één van vrijschutters en een
eskadron verkenners, uitgerust en gewapend, zijn reeds van
daar vertrokken. Bordeaux heeft eene dadelijk volteekende
leening; van vijf millioen vijfmaal honderd duizend franks voor
uc' verdédiging uitgeschreven. De stad bezit nog 5733 chasse-
pot-geweren, 6000 Snider-geweren of karabijnen, 2500 Pea-
body-geweren (kaliber als Remington) en 3526 Remingtons,
te zamen 17,764 geweren, waarmede zes legioenen van het
departement de la Giroude zouden kunnen worden gewapend.
Boveudieu zijn vier batterijen geschut, 8 ponders, gereed
gemaakt en voor elk stuk 200 projectielen. Drie veldbatterijen
met getrokken geschut worden nog aangemaakt, met de affuiten,
wagens en kaissons, die de zuider-fabrieken leveren zullen, be
nevens 9600 kardoezen.
Een zwaargewonde deelt, in een particulier schrijven
aan een zijner vrienden, do volgende bijzonderheid mede:
Ik werd bij Vionville door twee granaatsplinters aan de
regterzijde in den schouder en de heup getroffen, toen
een chassepot-lcogel in den enkel van mijn linker voet
teregt kwamwaarop bijna onmiddelijk een tweede
volgde, die het scheenbeen van mijn regter voet trof.
Het daaruit voortspruitende sterke bloedverlies veroor
zaakte eene bijna volkomen uitputting van krachten;
ik voelde, dat ik in onmagt zou vallen en zonk werkelijk
naast een dood paard neder, terwijl ik weldra alle be
wustzijn verloor. Eerst bij het aanbreken van den
volgenden dag ontwaakte ik uit dezen slaperigen en
bewusteloozen toestandwaarbij ik gewaar werd dat
ik mij nog op dezelfde plaats bevond, naast het dood
geschoten paard.
Naauwelyks had ik eenige minuten in dezen toestand
doorgebragt; en vurig naar eenige sluimering gewenscht,
om mijne smarten te doen ophouden, toen ik bij het
toenemend daglicht een groep menschen zag naderen
uit mannen en vrouwen bestaande, waarvan ik hoopte,
dat zij mij spoedig uit mijn lijden verlossen zouden.
Slechts al te spoedig werd ik evenwel mijne dwaling
gewaar, daar ik tot mijn ontzettenden schrik ontdekte,
dat geene hulp aan gewondenmaar plundering van
dooden en stervenden, het doel van hunne nachtelijke
omzwerving was. In het bivouac had ik reeds ontzet
tende tooneelen hooren ophangen van de handelingen
dezer jakhalzen en hyena^s der slagvelden, van de wijze,
waarop zij de hulpelooze gewonden mishandelen en
verminken, waarom mij te regt een onbeschrijfelijk gevoel
van angst bekroop voor deze roovers, die hun afschuwelijk
handwerk in mijne onmiddellijke nabijheid uitoefenden.
Dat ook ik, aan de begeerige handen van dit verachtelijk
gespuis niet ontkomen zou, scheen mij te zekerder, daar
ik op eene open vlakte lag, en geen enkel voorwerp
mij aan hun begeerig oog onttrok. Behalve den angst
voor mijn zwak leven, vreesde ik ook voor het verlies
van mijn gouden ^ïorologe, dat ik als aandenken aan
mijn overledene moeder immer bij mij droeg.
Iloe kon ik dit dierbaar kleinood op de veiligste
wijze verbergen Terwijl ik bezig was eene oplossing
voor deze vraag te vinden, hadden de roovers reeds den
weg naar mijne ligplaats ingeslagen. Toch scheen het
alsof een meer ter zijde liggend voorwerp hunne aandacht
nog sterker trof, daar de geheele stoet eenige oogen-
blikken stilstand en aanvankelijk eenigzins links afhield.
In die oogenblikken was ik zoo gelukkig, een berg
plaats voor mijn horloge te vinden. Zoo ras het mijne
uitgeputte krachten veroorloofden, greep ik in mijn zak,
en stopte, net dierbaar souvenir in het oor van het doode
paard, dat mij tot dusverre voor hoofdkussen gediend
had. De uitgestane angst, en de inspanning mijner zwakke
krachten deden mij weder in ournagt vallen, voordat
nog de rooverbende in mijne onmiddellijke nabijheid ge
komen was. Toen ik weder bijkwam, was de zon reeds over
het met bloed doortrokken slagveld opgegaan. Behalve
mijn beurs, die ongeveer acht daalders inhield, miste
ik bovendien mijn veldflescb, die halfvol cognac geweest
was. Naast mij stonden mijn laarzen, die de roovers mij
hadden uitgetrokken, in de veronderstelling dat daarin
voorwerpen van waarde verborgen waren. Mijn horloge
haalde ik ongedeerd uit het oor van het doode paard.
Eerst tegen den middag sloeg voor mij het Yïur dei-
redding, daar ik toen bij het opzoeken der gewonden
ontdekt en door medelijdende menschenvrienden van
het slagveld werd weggedragen.
Berlijn, 14 Dec. Versailles, 13 Dec. Blois is
door onze troepen bezet. Volgens een berigt uit Straats
burg zyn te Pfalzburg 52 officieren en 1839 man ge
vangen genomen en 65 stukken geschut buit gemaakt.
Twee godsdienstleeraars hebben het IJzeren Kruis
ontvangen, ter belooning van betoonde dapperheid. De
een is de katholieke priester Letochadie gedurende
den slag by Noissvillewelke 36 uren aanhield te
midden van den digtsten kogelregen, de landweerman
nen aanvuurde tot moedige volharding. De andere is
de predikant Moldenbauerdie in den slag bij-Grave-
lotte 18 uren aaneen te paard zat, en bij den storm van de
lste inf-brig. zich in de eerste rijen bevondom den
soldaten door woord en daad moed en vertrouwen te
geven,
Marguerite Bellanger, een der steunpilaren der
demi-monde te Parijs, is dezer dagen te Kassei aan de
pokken overleden. Men herinnert zich hare betrekkingen
met Napoleon, waaromtrent de in de Tuillerien gevonden
brieven veel licht hebben verspreid. Zij was de dochter
eener waschvrouw te Parijs. Op zekeren morgen aan den
vijver van het Bosch van Boulogne aan het spoelen
bezig, trok zij de opmerkzaamheid van twee officieren,
waarvan de een haar op brusque manier zijne bewon
dering toonde; dit was niemand anders dan de Keizer
zelf. Het kind uit de volksklasse werd overmoedig
en zag niet tegen schandalen op. Toen op zekeren dag
de Keizer in hare woning door een toeval getroffen
werd liet zy hem in een gewoon huurrijtuig naar de
Tuileriën brengen. De Keizerin liet haar daarop ver
zoeken Parijs te verlaten doch zij weigerde. Later
beleedigde zij zelfs do Keizerin in het publiek. Dit
kon niet ongestraft blijven en op bevel der politie
vertrok zij naar Belgie, waar zij een jaar bleef. Toen
keerde zij naar Parijs doch het gelukte haar niet de
oude betrekkingen met den Keizer op nieuw aan te
knoopen.
Haar overlijden te Kassei, nabij Wilhelmshöhe, doet
ons veronderstellen dat zij Napoleon daarheen gevolgd is.
Zij laat haar zoon een aanzienlijk vermogen na.
Berlynj 15 Dec. De vesting Montmédy heeft
gecapituleerd. Niets nieuws voor Parijs.
De Staats-Anzeiger zegt, dat de Franschen, bij het
jongste gevecht binnen de insluitingslinie, zich in den
grootsten haast terugtrokken. Nogtans hadden zij do
voorzichtigheid de beste stukken van de artilleriepaarden,
die door de Duitsche granaten waren gedood, mede te
nemen om als voedsel te worden gebezigd. In de ransels
der gedoode Franschen werd slechts weinig versch vleesch
gevonden, maar daarentegen een groote hoeveelheid ge
zouten vleesch en spek. Men verzekert dat de vleesch-
voorraad, die bij de gesneuvelde soldaten gevonden werd,
toereikend was voor zeven dagen, waaruit men de ge
volgtrekking maakt, dat het met den voorraad proviand
binnen Parijs onmogelijk zoo slecht gesteld kan wezen
als men beweert.
Almelo, 13 Dec. Gedurig ziet men in deze stre
ken van de uit Duitschland ontvlugte Fransche krijgs
gevangenen allen komende van de kant van Lingen.
Zaturdagmoigen kwamen er hier weer vijf aan onder
geleide van een landbouwer uit Altbergen, alwaar zij
dien nacht hadden doorgebragtom met den eersten
trein van hier verder te vertrekken.
's Gravenliage, 14 Dec. Bij do opening dei-
zitting van de Tweede Kamer der Staten-Generaal op
gisteren, werd eene Koninklijke boodschap ontvangen,
waarbij aan de Kamer kennis gegeven werd van het
overlijden van prinses Frederik. Daarna nam de Mi
nister van Marine het woordter mededeeling dat de
Ministers van Marine en Binnenlandsche Zaken niet
geslaagd waren in de hen opgedragen taak, namelijk
de aanvulling van het kabinet, waarna de nog aange
bleven Ministers gemeend hebben maatregelen te moeten
nemen om in den geregelden gang van den dienst te
voorzien. Hierop vroeg en verkreeg de heer Jonclcbloet
het woord welke betoogde dat de ministeriële crisis
niet ontstaan was door eene politieke nederlaag der
Ministers, doch alleen om persoonlijke redenen; hij be
treurde het dat hierdoor Nederland thans nagenoeg
zonder bewind is, en dat wel op een tijdstip dat elk
departement een hoofd moest hebben. Men denke niet
alleen aan den gang van zaken in Indie, maar ook
aan den toestand van ons werelddeeluit het Oosten
dagen nieuwe moeijelijkheden op, terwijl wij van de
zijde van Luxemburg onheilspellende teekenen zien.
De spreker drong aan op eene spoedige beslissing,
opdat w.eldra een krachtig kabinet optrede, dat deze
vraagstukken tot eene goede oplossing kan brengen.
15 Dec. In fle heden gehouden ziliing van de Tweede
Kamer der Staten-Generaal heeft de heer Kerstens verlof ge
vraagd en verkregen om de regerintr op een nader te bepalen
tijd te interpelleeren omtrent het gevolg dat gegeven is aan
het petitionnement van een aantal Katholieken, betreffende de
inbezitneming van Rome door den koning van Italië.
üirltslaud, 14 Dec. Ten opzigte van de wer
king der afdeeling van het Schoolverbond in deze
gemeente, kunnen wij het volgende mededeelen: ,t getal
kinderen van 514 jaren bedraagt 437ultimo October
waren 113 kinderen van de school afwezig. De leden
van het bestuur der afdeeling bezochten al de huisge
zinnen, waartoe die kinderen behoorden, 't Bleek toen,
dat 24 kinderen de school niet meer bezoeken door
T leeren van een vak of van vrouwelijke handwerken.
Er bleven dus nog 89 over, waarvan 40 met November
ter school zijn gekomen. "Van de overige 49 hebben
22 bereids aanvraag gedaan om met December de school
te bezoeken, 7 kinderen zijn door ziekte of minder goede
ligchaamsontwikkeling niet in staat ter school te gaan,
en bij de overblijvende 20 zullen op nieuw door 'tbe-