ZIERIKZEESCHE NIEUWSBODE. ]\o. 2862. Dingsdag 15 December 1876. 27ste Jaai'g*. Bekendmakin Nieuwslij dingen. - i 1 Patenten. De BURGEMEESTER van Zierikzee maakt bekend dat de PATENTEN van het 2de kwartaal- kohier, dienst 1810/7Idezer gemeente, ter Secretarie door belanghebbenden kunnen worden afgehaald van heden af, gedurende acht dagen, waarna de onafge haalde PATENTBLADEN door den Deur waarder der Directe Belastingen zullen worden tehuis bezorgd, tegen betaling van 10 Cent voor elk Patent blad ingevolge de wet. Zierikzee, den 12 December 1870. De Burgemeester, B. C. CAU. De BURGEMEESTER en WETHOUDERS" van Zie rikzee. maken bekend: dat liet clocxlen en branden van var kens, van lieden af niet meer mag plaats hebben aan liet einde van liet Vrije b\j liet Janneweklcenzijnde die plaatsvroeger daartoe aangewezen thans niet meer daarvoor bestemd. Zierikzee den 5 December 1870. De Burgemeester en Wethouders B. C. CAU. De Secretaris J. P. N. ERMERINS. De noodzakelijkheid van scheiding van kerk en staat op nieuw bewezen.. Wij hebben in n.° 2856 hulde gebragt aan het Ko ninklijk besluit van 29 October jl., waarbij de scheiding van kerk en staat eene voldongen zaak is geworden. Wij hebben aangetoond dat zoowel het belang van den staat als dat van de kerk dringend vordertdat de geestelijke magt zich niet bemoeije met de zaken der wereldlijke, en zoo ook omgekeerd de wereldlijke zich niet inlate met het inwendig bestuur der kerk. Onverschilligof men de kerk beschouwe als eene gewone zedelijke vereenigingdan wel als eene ver- eeniging van hooger orde: in die vraag behoeveniwij niet door te dringen. Hierop komt het alleen aan, aat de kerk zich niet menge in de aangelegenheden van den staat of de gemeente. Wij hebben voorspelddat een deel der natie dat de minderheid uitmaaktzich met dezen maatregel niet zou vereenigendaarover alarmkreeten slaken, ja zelfs bij de verkiezingen voor de Tweede Kamer in het volgend jaar deze zaak als strijdros bezigen om de vrijzinnige kandidaten tegen te werken. Wij hebben reeds bij tij cis gewaarschuwd tegen meer en meer ontwakenden clericalen overmoed die niets ontziet en, door brandstof uit Belgie gevoed, het gansche Nederlandsche volk zou willen beheerscben. Wij hebben in het aangehaalde nummer de noodza kelijkheid echter alleen uit een theoretisch oogpunt beschouwd. Wil men een practisch voorbeeld leeren kennen van de noodzakelijkheid van de scheiding van kerk en staat, men bestelle bij zijn boekhandelaar eene kleine, maar hoogst merkwaardige brochure„Schets over den Po- litieken toestand der gemeente Schinveld (Limburg) 18491869 door A. Scherpenselllid van het R. K. kerkbestuur en gewezen wathouder van het gemeente bestuur aldaar," Luik 1870 bij Vaillant-Carmanne Comp. De Schinveldsche questie zal vermoedelijk eerlang in de Staten-Generaal besproken worden en te eerder, omdat zij ééne van die veelvuldige questien is, welke haar aanzijn verschuldigd is aan verloochening van het beginsel van scheiding van kerk en staat en al de moeijelijkheden en onaangenaamheden, die in de laatste tien jaren in de gemeente Schinveld zijn voorgekomen, juist uit de verzaking van dit éénig juiste en gezonde beginsel zijn voortgevloeid. Laten wij in korte woorden den inhoud der brochure mededeelen zij is met veel talent geschreven en verdient ten volle algemeene bekendheid. Ook al bevatte zij op onderscheidene plaatsen onjuiste of overdreven voor stellingen, ook al droeg zij het stempel van eenzijdigheid (hetgeen wij niet kunnen beoordeelen), dan nog is deze brochure een merkwaardig teeken des tijds, eene aller belangrijkste ont^luijering van een door verkeerde in vloeden bedorven gemeente-leven. Ai was slechts een honderdste gedeelte waar van hetgeen in deze brochure voorkomt, dan nog zouden wij het pleit voor de scheiding van kerk en staat gewonnen achten. Schinveld was van 1849 tot 1857 eene der welvarendste gemeenten van Limburg onder het bestuur van den burgemeester J. P. Buijserseen verlicht en verstandig man, die het welzijn der gemeente op alle wijze bevor derde en die op den besten voet leefde met pastoor van Haeffwiens verdraagzaamheid en weldadigheid voorbeeldig mogten genoemd worden. Er heerschte de grootste eensgezindheid tusschen het geestelijke en wereldlijke gezag. De burgemeester, op zijn gebied werkzaam even als de pastoor op het kerkelijke, waren boezemvrienden. Men vond in 1857 te Schinveld geen enkelen bedelaar, terwijl de naburige dorpen Brunsum en ïïoensbroek er van krioelden. Maar die liefelijke stemmingwelke voor de bevolking een prikkel was tot vrede en nijverheid, werd onaangenaam verstoord, toen eensklaps de pastoor van Haeff (thans pastoor deken van Venray) de gemeente verliet. In zijne plaats werd de heer Emmanuel Joors, kapel laan te Hulsberg, benoemd. „Op dien dag" zegt de brochure „blies een sbherpe noordewind door Schinvelds vlakte." Deze pastoor was, wanneer men althans deze brochure mag vertrouwenjuist het tegen-beeld van den vroegeren. Reeds iu een van zijne eerste voordragten verklaarde dé nieuwe pastoor plegtig„dat een goed herder in eene parochie, alles moet durven zijn: pastoor, burge meester, politie te zameu." Dat durven is der gemeente Schinveld duur te staan gekomen! Wij wenschen niet de tallooze feiten op te noemen, die van des pastoors beerschzuckt en fanatisme getuigenmaar wel kunnen wij beseffen, hoe onder deze leiding in de laatste tien jaren de stoffelijke, sanitaire en zedelijke toestand van de gemeente Schinveld is achteruitgegaan. Wel vond de burgemeester J. P. Buijsersdie op het einde van 1861 overleed, in zijn zoon Karei een waardigen opvolger, die slechts het gemeente-belang zocht te behartigen, maar iedet.e maatregel, groot of klein, vond tegenwerking bij dengis too r, die door allerlei middelen (het doel heiligt de middelen) zijn invloed zocht uit ce breiden, allengs eene meerderheid wist te erlangen in den gemeenteraad en het den burgemeester zoo moegelijk maaktedat hij na negen jaren loffelijk zijne taak te hebben vervuld, zich genoopt zag zijn ontslag te vragen, hetwelk hem eervol werd verleend. Een blind werktuig van den pastoor is hem thans opgevolgdeen persoon omtrent wien de brochure zich aldus uitlaat„De benoeming van Jan Beckersals burgemeester van Schinveld moge „pro forma" plaats vinden, maar inderdaad zal die man het nimmer zijn te Schinveld bij den vrijzinnigen en rechtge- aarden inwoner, al moge zelfs de Courrier de la Meuse (een zeer clericaal blad) geïnspireerd door Schinvelds grooteu sclioolvoogd, reeds nu den lof uitbazuinen van dien nieuw gebakken burgemeester, en dezen als Schin velds hoop en Schinvelds heil afschilderenwij hebben de verzekering dat Jan Beclcers dat nooit zal worden, zoo lang Schinveld Schinveld blijft." Men zegge nietmen heeft hier te doen met een libelmet een naamloos schotschriftwaarin eerbied waardige personen worden aangerand. Het tegendeel is juist. Wij hebben hier te doen meteen kritiek van de publieke zaakdoor een gewezen wethouderdie zijn naam verbindt aan al de feiten die hij noemt en die de documenten waarop zijn- onderzoek steunt, 6f in zijn bezit heeftöf het bezit daarvan kan aanwijzen. Wij zien den pastoor Joors alle mogelijke fuuctien uitoefenendie hij niet mag uitoefenendie van opper burgemeester gemeente-secretarisambtenaar van den burgerlijken stand, vroed- en heelmeester, burgerlijke regter (over zijne eigene zaak)bedienaar der begra fenissen maar de éénige functie die hij wel behoort uit te oefenen die vau zachtzinnigchristelijk leeraar kent hij niet. Zijn taal is even als zijn inborstvan laag allooi. Rodin in de Ju if Errant van Sue is ook een Jezuietmaar hij spreidt althans vernuft in het booze ten toon deze pastoor Joors is grof en bekrom pen in al wat hij doet en offert de kern der godsdienst aan vormen op. Bovendien verwaarloost deze pas toor in de zorg voor de gemeente-belangen zijne eigene niet. Hij is een groot vriend van extra-drink geld (bladzijde 17)en maakt het doopen daarvan afhankelijk; hij bewijst zijn eigendomsregt over het pastoorsbosch met eene geinproviseerde acte die de gemeenteraad „tegen het daglicht" houdtomdat de woorden„drie bunders" in de acte eeuige verdenking doen ontstaan (bl. 26)maar wat beteekenen deze handelingen tegenover des pastoors inmenging in de gemeentelijke zorg voor het begraven die zóóver gaat om gschennis goed te keuren, tegenover zijne herhaalde bemoeijingen met het kiesregtdie zóóver gaan om de onkreukbaarheid der stemming te bedreigeu tegenover zijn volslagen gemis van vaderlandsliefde, dat tot tweemaal toe Oranje's vlag van den Sohin- veldschen toren laat hijschen tegenover zijne bemoeijingen vooral met de school, ten gevolge waarvan het onderwijs in deze gemeente tot eene bespotting is geworden. In één woord deze brochure is vau 't hoogste belang. Naar den hier geschetsten pastoor mag zeker niet de Roorasche geestelijkheid worden beoordeeld. Wij willen dit gaarne toegeven. Onder de schoonste kudden kan een ziekelijk schaap worden gevonden. Maar hetzij deze pastoor een beminnelijker en zachtzinniger man zij dan hij hier wordt geschilderd, hetzij dit niet het geval zij de vermenging van kerk en staat moet door deze bro chure als hoogst noodlottig worden veroordeeld en ge brandmerkt. Huw m* ill sa. Nabij Verdie, een halt van den Central-Pacific railway, had een rooverbende, die zich op den trein bevond, zich meester gemaakt vau den goederenwagen benevens de locomotief. Zij haakten dezen van den trein af, na nog eerst 41,600 dollars uit het ambulante postkantoor te hebben geligt, en spoorden daarna met hun roof heen. Dezelfde trein werd later nabij Toans bij de Nevada door roover8 aangetast, die de ijzeren geldkist in den postwagen forceerden en een bedrag van ruim een l/a millioen er uit roofden. Een ander brutale aanval van vijf bandieten had plaats in de nabijheid van Pequos. Men was hen reeds op 'tspoor; zij schenen deserteurs uit het fort Hallich te zijn. Volgens de laatste berigten uit San-Francisco en Stalt-Lake-City waren de roovers door de Mormonen in hechtenis genomen; er bestond lioop, dat de ontvreemde gelden nog zouden teregtkomen. Londen, 10 Dec. De Daily Neivs behelst een telegram uit Berlijnwaarin verzekerd wordt dat den 6den ïn den krijgsraad besloten is tot het bombarde ment van Parijs. Hetzelfde blad heeft reden te gelooven dat de heer Gambetta een wapenstilstand heeft verzocht benevens de vergunuig voor den heer Favre om Parijs te ver laten. Te Landore bij Swansea is iu eene ijzergieterij het volgende ongeluk gebeurd: Eene rood-gloeijende ijzeren staaf viel op een oud man van 74 jaar en bleef op zijn hoofd en hals liggen. Met moeite slaagde men er in het stuk ijzer te verwijderen, waaraan heele stuk ken vleesch en vlokken haar bleven vastkleven. Nog een half uur had hij de vreesselijkste smarten door te staanvóór dat de dood hem uit zijn lijden kwam ver lossen. De correspondent van de Daily News schrijft uit Parijs dd. 27 Nov. 11. dat hoewel die stad toen reeds 72 dagen ingesloten was er voor het eerst gezouten in plaats van versch vleesch uit de magazijnen is ge haald. Vóór vijf dagen waren er nog 4217 melkkoeijen en 1720 slagtkoeijen. Houden katten en ratten helpen ook den voorraad verlengen. De correspondent verklaart dat de geest drift vooral thans groot is terwijl de stad het zeer goed tot Februari) kan uithouden. ^De Pall Mall Gazette wijst op het besluit van het gouvernement te Tourswaarbij den uitvoer van boter, eijeren en zout uit Frankrijk verboden wordt. Dit besluit zal grooten invloed uitoefenen in Engeland, daar jaarlijks voor 24 millioen gulden aan boter en meer dan een millioen eijeren daags van Frankrijk naar Engeland vttvoerd worden. JFtuttwftirtjfli. Tours8 Dec. Een brief uit Parijs dd. 5 dezer spreekt het gerucht tegeu als zoude generaal Ducrot gesneuveld zijn. Beide generaals, Trochu en Ducrot zijn nog altijd buiterT'P&rijs gelegerden een nieuwe aanval wordt verwacht. Duc«)t heeft eene proclamatie uitge vaardigdwaarbij hij^zijne soldaten tot den nieuwen uitval voorbereid. Sedert den 4den dezer mag niemand Parijs verlaten. Gisteren werd door ons leger eene groote over winning behaald op de korpsen van prins Frederik Karei en den hertog van Mecklenburg bij Meung. De vijand werd teruggeslagen tot la Grand Chatre; de krijgsgevangenen verklaren dat door ons vuur groote verliezen aan den vijand zijn toegebragt. De slag werd voortgezet tot na het vallen van den nacht en rustten wij toen uit iu onze stellingen. Heden wordt het ge vecht voortgezet. Een Duitsch korps bedreigt Blois en Tours en een ander rukt op naar Bourges. Vergelijk het Duitsche berigt over hetzelfde gevecht, onder Berlijn.) Tours, 10 Dec. De zetel der regering zal van Tours naar Bordeaux verplaatst worden. Rouaan, een der grootste fabrieksteden van Frank rijk, met 95,000 inwoners, heeft zich op den 6den dezer aan de Pruissen overgegeven. Daar het eene opene stad waszoo konden de bewoners zich niet verdedigen. Vóór de overgave had men de geldswaarde uit de Bank naar Havre overgebragt. De Pruissen eischten na de overgave eene oorlogschatting van 17,000 francs. Van Rouaan rukten de vijanden op naar Havre. Dit is evenwel eene vesting, en daar de ingezetenen besloten hebben zich te verdedigen, zal deze stad zich niet zoo spoedig overgeven. De Duitschers zullen evenwel trach ten deze zeehaven te bemagtigen, ten einde alsdan van Engeland via Havre hunne troepen van levensmiddelen te voorzien, hetgeen thans groote moeite kost. De Minister van Oorlog heeft van een officier der genie een uitvoerig rapport ontvangen, waaraan de vol gende treurige bijzonderheden ontleend zijn over het lijden der Fransche krijgsgevangenen, die na de kapitu- latie van Metz naar Duitschland vervoerd werden: Het 4de legerkorps werd in den avond van den 29sten October naar Saint-Privat geleid, en aldaar in pelotons van 100 man ingedeeld, om achtereenvolgens eenig voedsel le ontvangen: daar het echter reeds laat was, moesten twee derden der gevangenen zich met niets behfclpen. Daar het terrein, waarop men den nacht moest doorbrengen, te moerassig was om zich neder te leggen, bragten de soldaten, tot over de enkels in het slijk, den nacht staande door; zij die, door vermoeijenis uitgeput, nederzegen, vonden meest allen den dood, en de berigt- gever schat het aantal devgenen, die aldus omkwamen, op 400. Den volgenden dag moesten de gevangenen op dezelfde plaats doorbrengen, en mogten zij zelfs de gelederen geen oogenblik verlaten om water te halen, zoodat zij het slijkerige water, waarin zij stonden, moesten drinken. Door hun getrappel vermeerderde het slijk, en steeg weldra tot aan hunne knieën; eeuigen beproef den op het linnen der tenten uit te rusten, maar het doorzijpelende water deed hen spoedig opstaan. Wederom moesten de gevangenen den nacht in deuzelfden pijn lijken toestand doorbrengen, een vreeselijke buikloop brak uit, en het aantal dooden was nog aanzienlijker, dan den vorigen nacht. Eindelijk tegen den middag kregen zij bevel om verder te marcheren zonder eenig voedsel genuttigd te hebben. Steunende op elkander en veelal hunne schoenen in het slijk verliezende verlieten zij die treurige plaats en kwamen ten 9 ure te Mézières aanwaar hun eenige levensmiddelen werden uitgereikt; maar hun honger was zoo groot, dat zeer velen door het haastige eten stikten. Twee dagen en twee nachten bragten zij nu wedèr op gelijke wijze als de vorige voor Mézières dooren bereikten eerst op den 7den November het stadje Boulay, op 15 kilo meters van Metz verwijderd. Steeds marcheerden zij door de velden waar de Pruissen vroeger gelegerd waren %n moesten zelfs eenmaal een beek doorwaden, waarbij-"zij tot aan den gordel door het water gingen. Valen bezweken op dezen moeijeljjken togtwaarbij zij iederen dag een nieuw detachement tot geleide hadden. Eerst den 9den kwamen zij te Saarlouis aan, waar het den berigtgever gelukte te ontsnappen. Hij schat het geheele getal dergenen die gedurende deze tien dagen aan vermoeijenis of ziekte bezweken op 3000zonder diegenen mede te rekenen die later aan de gevolgen overleden zijn en kpait ten slotte tot de vraag, of welligt niet minder manschappen gesneuveld zouden zijn, zoo Bazaiue, alvorens de vesting over te geven, eene laatste en vreesselijke poging tot ontsnap ping had gewaagd. In een ballon-brief van den 30sten November uit Parijs leest men het navolgende Gisteren, omstreeks acht ure, liepen er geruchten dat de Fransche wapenen groote voordeelen hadden behaald. En ziet, langzamerhand zag then in de winkels van de handelaars in levensmiddelen, artikelen uitgestald, die men sedert weken in Parijs niet meer zag: boter, sardines, cervelaatvvorstenz. In een winkel in de rue Neuve des Capucines werd zelfs ham aangeboden tot denspotprijs van 5 francs het halve kilo. Een paar uren later lqjtiden de berigten minder gunstig en het gevolg daarvan was, "dat de gezegde artikelen langzamerhand weder verdwenen. Des avonds zwoeren de winkeliers op hun eerewoord dat zij sedert het begin van het beleg zulke kost bare zaken niet meer voorhanden hadden gehad. Uit Kopenhagen ontvangt men thans uitvoerige berigten omtrent de avontuurlijke reis van de heeren Rolier en Desehamps, die, den 24sten November in een luchtbal met eene brieven maal uit Parijs naar Tours vertrokken zijnde, den volgenden dag bij Lifjeld, onder de gemeente Silgjord, in Noorwegen, te land zijn gekomen, na in vijftien uren tijds eenen afstand van ruim driehonderd uren te hebben afgelegd. Zij werden door den wind over de zee met duizelingwekkende snelheid naar de Noordpool gevoerd zonder het te weten; gelukkig kwam de gedachte bij de luchtreizigers op, een vau de brievenzakken uit het schuitje te werpen, daarop rees de ballon en kwam iu eene oostelijke luchtstrooming, toen zij weder laud beneden zich zagen, daalden zij neder door het uitlaten van gas. Na een etmaal omzwervens, zonder te weten waar ter wereld zij zich bevondeu, ontdekten zij dat zij in Noorwegen warenzij werden door de inwoners mcnschlievend behandeld en naar Drammen gebragt, alwaar alles wat zij in het ballonschuitje achter gelaten haddenhun terug bezorgd werd. De ballon is door hen aan de hoogescliool van Christiauia geschonkenen zou er aan het publiek te zien gegeven wordentegen betaling van eene kleine som ten voordeelc der Fransche gekwetsten. Berlijn, 9 Dec. In de zitting van den rijksdag, die heden plaats had deed de presidentdr. Simson mededeeling van een brief van den bondskanselier, volgens welken de bondsraad besloten beeftin over eenstemming met de regeringen dor zuidduitsche staten in de constitutie de woorden „Duitsche bond" in „Duitsch rijk" te veranderen. Het bondspresidium be rust bij den koning van Pruissendie den titel „Duitsch keizer" voert. Deze mededeeliug werd met levendigen bijval begroet. Telegrammen uit bet hoofdkwartier te Versailles van gisteren maken melding van verschillende gevechten als: bij Meung, waar de 17de divisie slaags geraakte met een versch vijandelijk korps, na een hardnekkig gevecht werd de vijand verdreven met een verlies van 260 gevangenen. Het verlies der Mecklenburgers is niet onbeduidend. Dienzelfden dag werden gelukkige ge vechten geleverd bij Nevoy met de achterhoede van het terugtrekkende Fransche leger. De Kölnische Zeitung bevat twee brieven van haren bekwamen correspondent Wachenhausendd. 28 Nov. en 1 Dec. waaraan wij het volgende ontleenen „Sedert gisteren bevind i"k mij te Chateaudnn dat zich door zijne heldhaftige verdediging tegen de Pruis sen een schrikkelijke straf op den hals gehaald heeft. Een geheele wijk der vroeger zoo bekoorlijke stad, twee honderd en in do dertig huizen werden in de asch ge legd en aau plundering prijs gegeven. „Een akeligen aanblik geven die afgebrande straten, die rijen van zwarte puinhoopenaan beide zijden heeft men een voetpad gemaakt, waarop men zeer moeijeljjk gaan kan. „Als eene bittere spotternij ziet men nog hier en daar uithangborden aan de huizen. Hier hangt nog het wa pen eener verzekeringsmaatschappij tegen brandgevaar, daar naast leest men nog op een geheel zwart berook- ten muur Huis te 'huurverder ziet meu plakaten welke verandering van woonplaats aanduiden, enz. „En, even als te Bazailles, (welk contrast) bloeijen ook hier in enkele tuinen de rozen nog terwijl men in den volgenden tuin alleen het naakte gzerwerk eener vogelkooi ziet hangen, waarin de arme vogel gebraden ligt. Het is een afgrijselijk schouwspel te zien, hoe de arme geheel geruïneerde bewonersdie thans in eene naburige gemeente een onderkomen hebben moeten zoeken met tranen in de oogen op dit alles staren terwijl uit hun oog een woedenden blik straaltals hen een Pruis passeert. „En wanneer zal hieraan een einde komen „Bij mij staat de overtuiging vast dat de oorlog thans op een punt gekomen is, dat beide partijen naar den vrede verlangen. Geheele departementen lijden gebrek aan voedingsmiddelen; gansche steden waaron der vroeger zeer welvarende, zien hunne bevolking tot den bedelstaf gebragten zóó verarmd dat men niet weet waai: men morgen een stuk brood halen zal. De lagere klassen staan uitgehongerd op de hoeken dei- straten, en zien somber op de groepen soldatenwan neer deze hun ration ontvangen terwijl zij zelve niet eens een stuk droog brood aan hunne kinderen kunnen geven. „De burgerlijke arbeid in de steden ligt geheel stil; niemand werkt nog. Men kan niet eens zijne schoenen laten lappen. „Ons leger heeft geen nood, want het weet zich altijd te helpen; maar dit neemt niet weg dat ieder Duitsch soldaat zeer naar den vrede verlangt. Ook voor ons zijn de barre dagen gekomen. In den laatsten tijd reeds waren de wegen onbegaaubaarde velden en weiden doornat van regen en mist. Sedert gisteren is alles met eene ijskorst bedekt en is ieder in zijnen man tel gewikkeld. Maar ieder weet dat hij zijn pligt moet vervullen en zou niet naar huis terug willen keeren vóór dat voor al de gedane offers deu vollen prijs was betaald." Het feit dat op nieuw 150,000 mannen der land weer aan hunne familien ontrukt en naar het oorlogs toon eel gezonden worden, maakt den oorlog hoe langer hoe minder populair iu Duitschland. Dit is de laatste bau der landweer. Het begint er dus te spannen. In Berlijn genieten thans 11153 vrouwen, echtgenooten van landweermannen, thans in actieven dienst, en 14000 kin deren onderstand uit de gemeentekas. Elke vrouw ontvangt per week 1 thl., en elk kind 15 sgr., zoodat de uitgaven per maand de aanzienlijke som van 72.012 thl. beloopen. Aan gezien nu ook de laatste ban der landweer is opgeroepen zal het aantal hulpbehoevende vrouwen nog aanzienlijk vermeerderen. Drie Fransche soldatengeïnterneerd in een der forten van Antwerpen, hebben dezer dagen een zonder ling middel geprobeerd om hunne biezen te pakken. Naar men weet maken de gevangenen vrij algemeen zeiven hun etöh klaar. Wekelijks kwam een boer uit den omtrek van Antwerpen de aardappel-schillen van het fort halen, die de Fransche soldaten in groote zakken voor hem bewaarden. De laatste keer, dat die expeditie door ons boertje volbragt werd, was hij ijverig bezig die zakken op zijn wagen te laden, toen hij tot zijn verbazing bespeurde, dat een paar van die zakken een wel driemaal zwaarderen last inhielden. Hij vertelde het. zoo ter loops aan den sergeant, die er meer van wilde weten en de zakken opende. En ja wel, daar kwamen drie Fransohen te voorschijn, die zich, om den vorm van hun ligchaam te verbergen, van boven tot onder met schillen omwonden hadden, op gevaar af van te stikken. XJtreelitj 8 Dec. De Duitschers koopen te Buren

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Nieuwsbode | 1870 | | pagina 1