ZIERIKZEESCHE NIEUWSBODE.
]\o. 2862. Dingsdag 15 December 1876. 27ste Jaai'g*.
Bekendmakin
Nieuwslij dingen.
- i 1
Patenten.
De BURGEMEESTER van Zierikzee maakt bekend
dat de PATENTEN van het 2de kwartaal-
kohier, dienst 1810/7Idezer gemeente, ter Secretarie
door belanghebbenden kunnen worden afgehaald van
heden af, gedurende acht dagen, waarna de onafge
haalde PATENTBLADEN door den Deur
waarder der Directe Belastingen zullen worden tehuis
bezorgd, tegen betaling van 10 Cent voor elk Patent
blad ingevolge de wet.
Zierikzee, den 12 December 1870.
De Burgemeester,
B. C. CAU.
De BURGEMEESTER en WETHOUDERS" van Zie
rikzee. maken bekend:
dat liet clocxlen en branden van var
kens, van lieden af niet meer mag
plaats hebben aan liet einde van liet
Vrije b\j liet Janneweklcenzijnde die
plaatsvroeger daartoe aangewezen thans niet meer
daarvoor bestemd.
Zierikzee den 5 December 1870.
De Burgemeester en Wethouders
B. C. CAU.
De Secretaris
J. P. N. ERMERINS.
De noodzakelijkheid van scheiding van
kerk en staat op nieuw bewezen..
Wij hebben in n.° 2856 hulde gebragt aan het Ko
ninklijk besluit van 29 October jl., waarbij de scheiding
van kerk en staat eene voldongen zaak is geworden.
Wij hebben aangetoond dat zoowel het belang van
den staat als dat van de kerk dringend vordertdat
de geestelijke magt zich niet bemoeije met de zaken
der wereldlijke, en zoo ook omgekeerd de wereldlijke
zich niet inlate met het inwendig bestuur der kerk.
Onverschilligof men de kerk beschouwe als eene
gewone zedelijke vereenigingdan wel als eene ver-
eeniging van hooger orde: in die vraag behoeveniwij
niet door te dringen. Hierop komt het alleen aan, aat
de kerk zich niet menge in de aangelegenheden van
den staat of de gemeente. Wij hebben voorspelddat
een deel der natie dat de minderheid uitmaaktzich
met dezen maatregel niet zou vereenigendaarover
alarmkreeten slaken, ja zelfs bij de verkiezingen voor
de Tweede Kamer in het volgend jaar deze zaak als
strijdros bezigen om de vrijzinnige kandidaten tegen te
werken. Wij hebben reeds bij tij cis gewaarschuwd tegen
meer en meer ontwakenden clericalen overmoed die
niets ontziet en, door brandstof uit Belgie gevoed, het
gansche Nederlandsche volk zou willen beheerscben.
Wij hebben in het aangehaalde nummer de noodza
kelijkheid echter alleen uit een theoretisch oogpunt
beschouwd.
Wil men een practisch voorbeeld leeren kennen van
de noodzakelijkheid van de scheiding van kerk en staat,
men bestelle bij zijn boekhandelaar eene kleine, maar
hoogst merkwaardige brochure„Schets over den Po-
litieken toestand der gemeente Schinveld (Limburg)
18491869 door A. Scherpenselllid van het R. K.
kerkbestuur en gewezen wathouder van het gemeente
bestuur aldaar," Luik 1870 bij Vaillant-Carmanne Comp.
De Schinveldsche questie zal vermoedelijk eerlang in
de Staten-Generaal besproken worden en te eerder,
omdat zij ééne van die veelvuldige questien is, welke
haar aanzijn verschuldigd is aan verloochening van
het beginsel van scheiding van kerk en staat en al de
moeijelijkheden en onaangenaamheden, die in de laatste
tien jaren in de gemeente Schinveld zijn voorgekomen,
juist uit de verzaking van dit éénig juiste en gezonde
beginsel zijn voortgevloeid.
Laten wij in korte woorden den inhoud der brochure
mededeelen zij is met veel talent geschreven en verdient
ten volle algemeene bekendheid. Ook al bevatte zij op
onderscheidene plaatsen onjuiste of overdreven voor
stellingen, ook al droeg zij het stempel van eenzijdigheid
(hetgeen wij niet kunnen beoordeelen), dan nog is deze
brochure een merkwaardig teeken des tijds, eene aller
belangrijkste ont^luijering van een door verkeerde in
vloeden bedorven gemeente-leven. Ai was slechts een
honderdste gedeelte waar van hetgeen in deze brochure
voorkomt, dan nog zouden wij het pleit voor de scheiding
van kerk en staat gewonnen achten.
Schinveld was van 1849 tot 1857 eene der welvarendste
gemeenten van Limburg onder het bestuur van den
burgemeester J. P. Buijserseen verlicht en verstandig
man, die het welzijn der gemeente op alle wijze bevor
derde en die op den besten voet leefde met pastoor
van Haeffwiens verdraagzaamheid en weldadigheid
voorbeeldig mogten genoemd worden. Er heerschte de
grootste eensgezindheid tusschen het geestelijke en
wereldlijke gezag. De burgemeester, op zijn gebied
werkzaam even als de pastoor op het kerkelijke, waren
boezemvrienden. Men vond in 1857 te Schinveld geen
enkelen bedelaar, terwijl de naburige dorpen Brunsum
en ïïoensbroek er van krioelden. Maar die liefelijke
stemmingwelke voor de bevolking een prikkel was
tot vrede en nijverheid, werd onaangenaam verstoord,
toen eensklaps de pastoor van Haeff (thans pastoor
deken van Venray) de gemeente verliet. In zijne plaats
werd de heer Emmanuel Joors, kapel laan te Hulsberg,
benoemd. „Op dien dag" zegt de brochure „blies
een sbherpe noordewind door Schinvelds vlakte." Deze
pastoor was, wanneer men althans deze brochure mag
vertrouwenjuist het tegen-beeld van den vroegeren.
Reeds iu een van zijne eerste voordragten verklaarde
dé nieuwe pastoor plegtig„dat een goed herder in
eene parochie, alles moet durven zijn: pastoor, burge
meester, politie te zameu." Dat durven is der gemeente
Schinveld duur te staan gekomen! Wij wenschen niet
de tallooze feiten op te noemen, die van des pastoors
beerschzuckt en fanatisme getuigenmaar wel kunnen
wij beseffen, hoe onder deze leiding in de laatste tien
jaren de stoffelijke, sanitaire en zedelijke toestand van
de gemeente Schinveld is achteruitgegaan. Wel vond de
burgemeester J. P. Buijsersdie op het einde van 1861
overleed, in zijn zoon Karei een waardigen opvolger, die
slechts het gemeente-belang zocht te behartigen, maar
iedet.e maatregel, groot of klein, vond tegenwerking bij
dengis too r, die door allerlei middelen (het doel heiligt de
middelen) zijn invloed zocht uit ce breiden, allengs eene
meerderheid wist te erlangen in den gemeenteraad en het
den burgemeester zoo moegelijk maaktedat hij na
negen jaren loffelijk zijne taak te hebben vervuld, zich
genoopt zag zijn ontslag te vragen, hetwelk hem eervol
werd verleend. Een blind werktuig van den pastoor is
hem thans opgevolgdeen persoon omtrent wien de
brochure zich aldus uitlaat„De benoeming van Jan
Beckersals burgemeester van Schinveld moge „pro
forma" plaats vinden, maar inderdaad zal die man het
nimmer zijn te Schinveld bij den vrijzinnigen en rechtge-
aarden inwoner, al moge zelfs de Courrier de la Meuse
(een zeer clericaal blad) geïnspireerd door Schinvelds
grooteu sclioolvoogd, reeds nu den lof uitbazuinen van
dien nieuw gebakken burgemeester, en dezen als Schin
velds hoop en Schinvelds heil afschilderenwij hebben
de verzekering dat Jan Beclcers dat nooit zal worden,
zoo lang Schinveld Schinveld blijft."
Men zegge nietmen heeft hier te doen met een
libelmet een naamloos schotschriftwaarin eerbied
waardige personen worden aangerand. Het tegendeel
is juist. Wij hebben hier te doen meteen kritiek van
de publieke zaakdoor een gewezen wethouderdie
zijn naam verbindt aan al de feiten die hij noemt en
die de documenten waarop zijn- onderzoek steunt, 6f
in zijn bezit heeftöf het bezit daarvan kan aanwijzen.
Wij zien den pastoor Joors alle mogelijke fuuctien
uitoefenendie hij niet mag uitoefenendie van opper
burgemeester gemeente-secretarisambtenaar van den
burgerlijken stand, vroed- en heelmeester, burgerlijke
regter (over zijne eigene zaak)bedienaar der begra
fenissen maar de éénige functie die hij wel behoort
uit te oefenen die vau zachtzinnigchristelijk leeraar
kent hij niet. Zijn taal is even als zijn inborstvan
laag allooi. Rodin in de Ju if Errant van Sue is ook
een Jezuietmaar hij spreidt althans vernuft in het
booze ten toon deze pastoor Joors is grof en bekrom
pen in al wat hij doet en offert de kern der godsdienst
aan vormen op. Bovendien verwaarloost deze pas
toor in de zorg voor de gemeente-belangen zijne
eigene niet. Hij is een groot vriend van extra-drink
geld (bladzijde 17)en maakt het doopen daarvan
afhankelijk; hij bewijst zijn eigendomsregt over het
pastoorsbosch met eene geinproviseerde acte die de
gemeenteraad „tegen het daglicht" houdtomdat de
woorden„drie bunders" in de acte eeuige verdenking
doen ontstaan (bl. 26)maar wat beteekenen deze
handelingen tegenover des pastoors inmenging in de
gemeentelijke zorg voor het begraven die zóóver gaat
om gschennis goed te keuren, tegenover zijne
herhaalde bemoeijingen met het kiesregtdie zóóver
gaan om de onkreukbaarheid der stemming te bedreigeu
tegenover zijn volslagen gemis van vaderlandsliefde,
dat tot tweemaal toe Oranje's vlag van den Sohin-
veldschen toren laat hijschen tegenover zijne
bemoeijingen vooral met de school, ten gevolge waarvan
het onderwijs in deze gemeente tot eene bespotting is
geworden.
In één woord deze brochure is vau 't hoogste belang.
Naar den hier geschetsten pastoor mag zeker niet de
Roorasche geestelijkheid worden beoordeeld. Wij willen
dit gaarne toegeven. Onder de schoonste kudden kan
een ziekelijk schaap worden gevonden. Maar hetzij deze
pastoor een beminnelijker en zachtzinniger man zij dan
hij hier wordt geschilderd, hetzij dit niet het geval zij
de vermenging van kerk en staat moet door deze bro
chure als hoogst noodlottig worden veroordeeld en ge
brandmerkt.
Huw m* ill sa.
Nabij Verdie, een halt van den Central-Pacific railway,
had een rooverbende, die zich op den trein bevond, zich
meester gemaakt vau den goederenwagen benevens de
locomotief. Zij haakten dezen van den trein af, na nog
eerst 41,600 dollars uit het ambulante postkantoor te
hebben geligt, en spoorden daarna met hun roof heen.
Dezelfde trein werd later nabij Toans bij de Nevada
door roover8 aangetast, die de ijzeren geldkist in den
postwagen forceerden en een bedrag van ruim een l/a
millioen er uit roofden. Een ander brutale aanval van
vijf bandieten had plaats in de nabijheid van Pequos.
Men was hen reeds op 'tspoor; zij schenen deserteurs
uit het fort Hallich te zijn. Volgens de laatste berigten
uit San-Francisco en Stalt-Lake-City waren de roovers
door de Mormonen in hechtenis genomen; er bestond
lioop, dat de ontvreemde gelden nog zouden teregtkomen.
Londen, 10 Dec. De Daily Neivs behelst een
telegram uit Berlijnwaarin verzekerd wordt dat den
6den ïn den krijgsraad besloten is tot het bombarde
ment van Parijs.
Hetzelfde blad heeft reden te gelooven dat de heer
Gambetta een wapenstilstand heeft verzocht benevens
de vergunuig voor den heer Favre om Parijs te ver
laten.
Te Landore bij Swansea is iu eene ijzergieterij
het volgende ongeluk gebeurd: Eene rood-gloeijende
ijzeren staaf viel op een oud man van 74 jaar en bleef
op zijn hoofd en hals liggen. Met moeite slaagde men
er in het stuk ijzer te verwijderen, waaraan heele stuk
ken vleesch en vlokken haar bleven vastkleven. Nog
een half uur had hij de vreesselijkste smarten door te
staanvóór dat de dood hem uit zijn lijden kwam ver
lossen.
De correspondent van de Daily News schrijft uit
Parijs dd. 27 Nov. 11. dat hoewel die stad toen reeds
72 dagen ingesloten was er voor het eerst gezouten
in plaats van versch vleesch uit de magazijnen is ge
haald. Vóór vijf dagen waren er nog 4217 melkkoeijen
en 1720 slagtkoeijen.
Houden katten en ratten helpen ook den voorraad
verlengen. De correspondent verklaart dat de geest
drift vooral thans groot is terwijl de stad het zeer
goed tot Februari) kan uithouden.
^De Pall Mall Gazette wijst op het besluit van
het gouvernement te Tourswaarbij den uitvoer
van boter, eijeren en zout uit Frankrijk verboden wordt.
Dit besluit zal grooten invloed uitoefenen in Engeland,
daar jaarlijks voor 24 millioen gulden aan boter en
meer dan een millioen eijeren daags van Frankrijk naar
Engeland vttvoerd worden.
JFtuttwftirtjfli.
Tours8 Dec. Een brief uit Parijs dd. 5 dezer
spreekt het gerucht tegeu als zoude generaal Ducrot
gesneuveld zijn. Beide generaals, Trochu en Ducrot zijn
nog altijd buiterT'P&rijs gelegerden een nieuwe aanval
wordt verwacht. Duc«)t heeft eene proclamatie uitge
vaardigdwaarbij hij^zijne soldaten tot den nieuwen
uitval voorbereid. Sedert den 4den dezer mag niemand
Parijs verlaten.
Gisteren werd door ons leger eene groote over
winning behaald op de korpsen van prins Frederik
Karei en den hertog van Mecklenburg bij Meung.
De vijand werd teruggeslagen tot la Grand Chatre; de
krijgsgevangenen verklaren dat door ons vuur groote
verliezen aan den vijand zijn toegebragt. De slag werd
voortgezet tot na het vallen van den nacht en rustten
wij toen uit iu onze stellingen. Heden wordt het ge
vecht voortgezet. Een Duitsch korps bedreigt Blois en
Tours en een ander rukt op naar Bourges.
Vergelijk het Duitsche berigt over hetzelfde gevecht,
onder Berlijn.)
Tours, 10 Dec. De zetel der regering zal van
Tours naar Bordeaux verplaatst worden.
Rouaan, een der grootste fabrieksteden van Frank
rijk, met 95,000 inwoners, heeft zich op den 6den dezer
aan de Pruissen overgegeven. Daar het eene opene stad
waszoo konden de bewoners zich niet verdedigen.
Vóór de overgave had men de geldswaarde uit de Bank
naar Havre overgebragt. De Pruissen eischten na de
overgave eene oorlogschatting van 17,000 francs.
Van Rouaan rukten de vijanden op naar Havre. Dit
is evenwel eene vesting, en daar de ingezetenen besloten
hebben zich te verdedigen, zal deze stad zich niet zoo
spoedig overgeven. De Duitschers zullen evenwel trach
ten deze zeehaven te bemagtigen, ten einde alsdan van
Engeland via Havre hunne troepen van levensmiddelen
te voorzien, hetgeen thans groote moeite kost.
De Minister van Oorlog heeft van een officier der
genie een uitvoerig rapport ontvangen, waaraan de vol
gende treurige bijzonderheden ontleend zijn over het
lijden der Fransche krijgsgevangenen, die na de kapitu-
latie van Metz naar Duitschland vervoerd werden:
Het 4de legerkorps werd in den avond van den 29sten
October naar Saint-Privat geleid, en aldaar in pelotons
van 100 man ingedeeld, om achtereenvolgens eenig
voedsel le ontvangen: daar het echter reeds laat was,
moesten twee derden der gevangenen zich met niets
behfclpen. Daar het terrein, waarop men den nacht moest
doorbrengen, te moerassig was om zich neder te leggen,
bragten de soldaten, tot over de enkels in het slijk, den
nacht staande door; zij die, door vermoeijenis uitgeput,
nederzegen, vonden meest allen den dood, en de berigt-
gever schat het aantal devgenen, die aldus omkwamen,
op 400. Den volgenden dag moesten de gevangenen
op dezelfde plaats doorbrengen, en mogten zij zelfs de
gelederen geen oogenblik verlaten om water te halen,
zoodat zij het slijkerige water, waarin zij stonden, moesten
drinken. Door hun getrappel vermeerderde het slijk,
en steeg weldra tot aan hunne knieën; eeuigen beproef
den op het linnen der tenten uit te rusten, maar het
doorzijpelende water deed hen spoedig opstaan. Wederom
moesten de gevangenen den nacht in deuzelfden pijn
lijken toestand doorbrengen, een vreeselijke buikloop
brak uit, en het aantal dooden was nog aanzienlijker,
dan den vorigen nacht. Eindelijk tegen den middag
kregen zij bevel om verder te marcheren zonder eenig
voedsel genuttigd te hebben. Steunende op elkander
en veelal hunne schoenen in het slijk verliezende
verlieten zij die treurige plaats en kwamen ten 9 ure
te Mézières aanwaar hun eenige levensmiddelen werden
uitgereikt; maar hun honger was zoo groot, dat zeer
velen door het haastige eten stikten. Twee dagen en
twee nachten bragten zij nu wedèr op gelijke wijze
als de vorige voor Mézières dooren bereikten eerst
op den 7den November het stadje Boulay, op 15 kilo
meters van Metz verwijderd. Steeds marcheerden zij
door de velden waar de Pruissen vroeger gelegerd
waren %n moesten zelfs eenmaal een beek doorwaden,
waarbij-"zij tot aan den gordel door het water gingen.
Valen bezweken op dezen moeijeljjken togtwaarbij
zij iederen dag een nieuw detachement tot geleide
hadden. Eerst den 9den kwamen zij te Saarlouis aan,
waar het den berigtgever gelukte te ontsnappen. Hij
schat het geheele getal dergenen die gedurende deze
tien dagen aan vermoeijenis of ziekte bezweken op
3000zonder diegenen mede te rekenen die later aan
de gevolgen overleden zijn en kpait ten slotte tot
de vraag, of welligt niet minder manschappen gesneuveld
zouden zijn, zoo Bazaiue, alvorens de vesting over te
geven, eene laatste en vreesselijke poging tot ontsnap
ping had gewaagd.
In een ballon-brief van den 30sten November uit Parijs
leest men het navolgende
Gisteren, omstreeks acht ure, liepen er geruchten dat de
Fransche wapenen groote voordeelen hadden behaald. En ziet,
langzamerhand zag then in de winkels van de handelaars in
levensmiddelen, artikelen uitgestald, die men sedert weken in
Parijs niet meer zag: boter, sardines, cervelaatvvorstenz.
In een winkel in de rue Neuve des Capucines werd zelfs ham
aangeboden tot denspotprijs van 5 francs het halve kilo. Een
paar uren later lqjtiden de berigten minder gunstig en het
gevolg daarvan was, "dat de gezegde artikelen langzamerhand
weder verdwenen. Des avonds zwoeren de winkeliers op hun
eerewoord dat zij sedert het begin van het beleg zulke kost
bare zaken niet meer voorhanden hadden gehad.
Uit Kopenhagen ontvangt men thans uitvoerige berigten
omtrent de avontuurlijke reis van de heeren Rolier en Desehamps,
die, den 24sten November in een luchtbal met eene brieven
maal uit Parijs naar Tours vertrokken zijnde, den volgenden
dag bij Lifjeld, onder de gemeente Silgjord, in Noorwegen,
te land zijn gekomen, na in vijftien uren tijds eenen afstand
van ruim driehonderd uren te hebben afgelegd. Zij werden
door den wind over de zee met duizelingwekkende snelheid
naar de Noordpool gevoerd zonder het te weten; gelukkig kwam
de gedachte bij de luchtreizigers op, een vau de brievenzakken
uit het schuitje te werpen, daarop rees de ballon en kwam
iu eene oostelijke luchtstrooming, toen zij weder laud beneden
zich zagen, daalden zij neder door het uitlaten van gas. Na
een etmaal omzwervens, zonder te weten waar ter wereld zij
zich bevondeu, ontdekten zij dat zij in Noorwegen warenzij
werden door de inwoners mcnschlievend behandeld en naar
Drammen gebragt, alwaar alles wat zij in het ballonschuitje
achter gelaten haddenhun terug bezorgd werd. De ballon is
door hen aan de hoogescliool van Christiauia geschonkenen
zou er aan het publiek te zien gegeven wordentegen betaling
van eene kleine som ten voordeelc der Fransche gekwetsten.
Berlijn, 9 Dec. In de zitting van den rijksdag,
die heden plaats had deed de presidentdr. Simson
mededeeling van een brief van den bondskanselier,
volgens welken de bondsraad besloten beeftin over
eenstemming met de regeringen dor zuidduitsche staten
in de constitutie de woorden „Duitsche bond" in
„Duitsch rijk" te veranderen. Het bondspresidium be
rust bij den koning van Pruissendie den titel „Duitsch
keizer" voert. Deze mededeeliug werd met levendigen
bijval begroet.
Telegrammen uit bet hoofdkwartier te Versailles
van gisteren maken melding van verschillende gevechten
als: bij Meung, waar de 17de divisie slaags geraakte
met een versch vijandelijk korps, na een hardnekkig
gevecht werd de vijand verdreven met een verlies van
260 gevangenen. Het verlies der Mecklenburgers is niet
onbeduidend. Dienzelfden dag werden gelukkige ge
vechten geleverd bij Nevoy met de achterhoede van
het terugtrekkende Fransche leger.
De Kölnische Zeitung bevat twee brieven van haren
bekwamen correspondent Wachenhausendd. 28 Nov.
en 1 Dec. waaraan wij het volgende ontleenen
„Sedert gisteren bevind i"k mij te Chateaudnn dat
zich door zijne heldhaftige verdediging tegen de Pruis
sen een schrikkelijke straf op den hals gehaald heeft.
Een geheele wijk der vroeger zoo bekoorlijke stad, twee
honderd en in do dertig huizen werden in de asch ge
legd en aau plundering prijs gegeven.
„Een akeligen aanblik geven die afgebrande straten,
die rijen van zwarte puinhoopenaan beide zijden heeft
men een voetpad gemaakt, waarop men zeer moeijeljjk
gaan kan.
„Als eene bittere spotternij ziet men nog hier en daar
uithangborden aan de huizen. Hier hangt nog het wa
pen eener verzekeringsmaatschappij tegen brandgevaar,
daar naast leest men nog op een geheel zwart berook-
ten muur Huis te 'huurverder ziet meu plakaten
welke verandering van woonplaats aanduiden, enz.
„En, even als te Bazailles, (welk contrast) bloeijen
ook hier in enkele tuinen de rozen nog terwijl men
in den volgenden tuin alleen het naakte gzerwerk eener
vogelkooi ziet hangen, waarin de arme vogel gebraden
ligt. Het is een afgrijselijk schouwspel te zien, hoe de
arme geheel geruïneerde bewonersdie thans in eene
naburige gemeente een onderkomen hebben moeten
zoeken met tranen in de oogen op dit alles staren
terwijl uit hun oog een woedenden blik straaltals
hen een Pruis passeert.
„En wanneer zal hieraan een einde komen
„Bij mij staat de overtuiging vast dat de oorlog
thans op een punt gekomen is, dat beide partijen naar
den vrede verlangen. Geheele departementen lijden
gebrek aan voedingsmiddelen; gansche steden waaron
der vroeger zeer welvarende, zien hunne bevolking tot
den bedelstaf gebragten zóó verarmd dat men niet
weet waai: men morgen een stuk brood halen zal. De
lagere klassen staan uitgehongerd op de hoeken dei-
straten, en zien somber op de groepen soldatenwan
neer deze hun ration ontvangen terwijl zij zelve niet
eens een stuk droog brood aan hunne kinderen kunnen
geven.
„De burgerlijke arbeid in de steden ligt geheel stil;
niemand werkt nog. Men kan niet eens zijne schoenen
laten lappen.
„Ons leger heeft geen nood, want het weet zich altijd
te helpen; maar dit neemt niet weg dat ieder Duitsch
soldaat zeer naar den vrede verlangt. Ook voor ons
zijn de barre dagen gekomen. In den laatsten tijd
reeds waren de wegen onbegaaubaarde velden en
weiden doornat van regen en mist. Sedert gisteren is
alles met eene ijskorst bedekt en is ieder in zijnen man
tel gewikkeld. Maar ieder weet dat hij zijn pligt moet
vervullen en zou niet naar huis terug willen keeren
vóór dat voor al de gedane offers deu vollen prijs was
betaald."
Het feit dat op nieuw 150,000 mannen der land
weer aan hunne familien ontrukt en naar het oorlogs
toon eel gezonden worden, maakt den oorlog hoe langer
hoe minder populair iu Duitschland. Dit is de laatste
bau der landweer. Het begint er dus te spannen.
In Berlijn genieten thans 11153 vrouwen, echtgenooten
van landweermannen, thans in actieven dienst, en 14000 kin
deren onderstand uit de gemeentekas. Elke vrouw ontvangt
per week 1 thl., en elk kind 15 sgr., zoodat de uitgaven
per maand de aanzienlijke som van 72.012 thl. beloopen. Aan
gezien nu ook de laatste ban der landweer is opgeroepen zal
het aantal hulpbehoevende vrouwen nog aanzienlijk vermeerderen.
Drie Fransche soldatengeïnterneerd in een der
forten van Antwerpen, hebben dezer dagen een zonder
ling middel geprobeerd om hunne biezen te pakken.
Naar men weet maken de gevangenen vrij algemeen
zeiven hun etöh klaar. Wekelijks kwam een boer uit
den omtrek van Antwerpen de aardappel-schillen van
het fort halen, die de Fransche soldaten in groote zakken
voor hem bewaarden. De laatste keer, dat die expeditie
door ons boertje volbragt werd, was hij ijverig bezig
die zakken op zijn wagen te laden, toen hij tot zijn
verbazing bespeurde, dat een paar van die zakken een
wel driemaal zwaarderen last inhielden. Hij vertelde
het. zoo ter loops aan den sergeant, die er meer van
wilde weten en de zakken opende. En ja wel, daar
kwamen drie Fransohen te voorschijn, die zich, om den
vorm van hun ligchaam te verbergen, van boven tot
onder met schillen omwonden hadden, op gevaar af van te
stikken.
XJtreelitj 8 Dec. De Duitschers koopen te Buren