ZIERIRZEEsiiMü hm nMMUiió. ]Vo. 2850. Dingsdag 15 November 1870. 27sleJaarg\ Nieuwstijdingen. De verwerping der Indische begroo ting door de Eerste Kamer. De Eerste Kamer der Staten-Generaal heeft Donder dak jl. met de meerderheid van ééne stem eene beslissing genomen, die, uit welk oogpunt wij haar beschouwen, ous onverklaarbaar voorkomt. Het feit der verwerping eener Indische begrooting op zich zelve is reeds eene noodlottige gebeurtenis. Voor de eerste maal moet die gebeurtenis worden vermeld. Voor de eerste maal ook was eene Indische begrooting door den Minister van Koloniën zóó tijdig ingediend, dat men bare in werking treding reeds met het begin van het dienstjaar, waarvoor zij moest geldenkon verwachten. Deze begroeting bovenal draagt de onmis kenbare blijken van de groote zorg en bijzondere naauwkeurigheid, waarmede zij door den Minister van Koloniën en den Gouverneur-Generaal in onderling overleg was ontworpen. De Tweede Kamer heeft even eens buitengewonen ijver aan den dag gelegd om deze begrooting te onderzoeken de Tweede Kamer heeft wat zij tot dusver nooit deed, zich daarmede onmiddelijk bij den aanvang van dit zitting-jaar in de afdeelingen bezm gehouden. Zij heeft de vier wets-ontwerpen, waaruit de Indische begrooting bestaat, met groote meerderheid aangenomen, omdat zij zeer te recht begreep, dat de beoordeeling van het beleid van den Minister van Ko loniën meer eigenaardig behoort bij de behandeling van bet budget van Koloniën der Nederlandsche staatsbe groting dan bij die van het Indische budget. Eu nu komt de begrooting bij de Eerste Kamer. Iu plaats van ook van hare zijde blijk te geven van ijverige behartiging van het landsbelang, verwerpt zij de helft der Indische be<n-ooting. En wat geeft bij die verwerping den door slag? Een nieuw incident. Dit namelijk, dat de Minister van Koloniën, de heer de Waalblykens de mededeeling van den Minister van Finantien in het begin der vorige week aan de beide Kamers gedaan, op het punt staat van af te treden, en de nieuwe Minister van Koloniën, die geroepen zal worden den bekenden maatregel der Preanger-reorganisatie uit te voereneen geheel zuiver oordeel daarover moet behouden. Het feit der verwerping is in hooge mate te betreuren. Wèl heeft natuurlijk de Indische comptabiliteitswet daarin voorzien. Wèl is, met het oog op het laatste lid van art. 8 dier wet, zelfs de indiening eener credietwet niet noodzakelijk, gelijk de heer van der Lek de Clercq in zijne onbekendheid met die wet, die hij heeft helpen vaststellen, scheen te meeuen. Maar het ligt in den aard der zaak, dat verwerping der begrooting, terwijl men. zich in In die reeds heeft voorbereid op vele veranderin gen en hervormingen welke het gevolg der nieuwe begrooting zullen zijn, tot groote stagnatie en tot veel administratieven omhaal zal aanleiding geven, en men zal wederom aan de gebreken der comptabiliteitswet toeschrijven wat niets anders is dan het gevolg van de onbedachtzaamheid of liever van de al te groote be dachtzaamheid van de Eerste Kamer der Staten-Generaal. Zoo het feit der verwerping alzoo onze bevreemding opwekt, verbaasd zijn wij over de reden, welke de Eerste Kamer tot dit besluit heeft geleid. In den regel zijn cle stemmingen, waardoor onze Kamers wets-ontwerpen afstemmen niet geheel zuiver, maar zelden is onzui verder beslissing genomen dan in de zitting der Eerste Kamer van jl. Donderdag. Er waren enkelen, die de begrooting wenschten te verwerpen, op grond van het aandeel, hetwelk de heer de Waal naar hunne beschou wing zou hebben gehad in de voorbarige afkondiging van de Preanger-besluiteu op 10 September jl., terwijl de Tweede Kamer eerst veertien dagen geleden daar omtrent eene beslissing nam. Er waren anderen, {zij waren op hun standpunt het meest in hun recht) die de begrooting wegens haren inhoud en wegens het be ginsel van voortdurende uitzetting der Indische uitgaven, waarop zij rustte, verwierpen. Wederom anderen konden zich niet met den maatregel der Preanger-reorganisatie vereenigen. Indien nu gebleken was, dat de verwerping liet gevolg was van ééne van deze beschouwingen, dan had» men de zuivere beslissing der meerderheid gekend en men had haar tevens geëerbiedigd. Het stond zeker der Eerste Kamer vrij het beleid van den Ministor van Koloniën, zoowel in het algemeen, als ten aanzien van ket Preanger-incident af te keuren het stond haar, indien het haar goeddacht, nog verder vrij de begrooting te verwerpen, om redenen, in die begrooting gelegen. Zoodanige beslissing had de administratie in Indie in verwarring kunnen brengen, maar zij ware gerecht vaardigd geweest. Maar icaarom heeft zij de Indische begïooting verworpen? Alleen op dezen grond, dat de nieuwe Minister van Koloniën, die den Preanger-maat- regel moet uitvoeren ongepraejudicieerd moet blijven in zijn oordeel. Inderdaad getuigt dit motief voor grooten eerbied voor het standpunt van den nieuwen Minister van Koloniën. Maar het motief is geheel valsch. Yoapeerst, zou dit motief, logisch volgehouden, moeten leidén tot verwerping van iedere begrooting, want met de uitvoering daarvan kan worden belast een ander Minister dan hij, die haar hielp vaststellen. In de tweede plaats, ziet deze overweging voorbij, dat de aanneming der begvooting aan den nieuwen Minister geen den fiifrsten dwang oplegt om de reorganisatie der Preanger- regentschappon uit te voeren, want de nieuwe Minister zal, zich niet met dien maatregel vereenigende dien kunnen schorsen. In de derde plaats, behoeft het ontstaan van verwarring in den lande door een uitgebroken mi nisteriële crisis geen reden te zijn om die verwarring nog w fenneerdeven door verwerping van het voornaamste deel der Indische begrooting. In de vierde plaats was het voor de Eerste Kamer niet de vraag, hoe de nieuwe Minister dacht over de Preanger-reorganisatie, maar kon en mocht het alleen de vraag zijn, hoe zij er over dacht; want zij was geroepen er.een oordeel over uit te sprekeu, en niet ieder lid der Eerste Kamer zal zich in de ramp zalige positie hebben bevonden van den heer van der Lek de Clercqdie verklaarde over de Preanger-zaak geen oerdeel te kunnen uitspreken, omdat hij zich niet op de hoogte daarvan had gesteld. Alsof dat voor een lid der Vertegenwoordiging eene verontschuldiging raag zijn! In de vijfde plaats was dit motief allerzonderlingst in den mond van hen, die verklaarden zich wel met de Pré'atqger-reorgauisatie te kunnen vereeuigen, en hare uitvoering dus liever hadden moeten bespoedigen dan op nieuw onzeker maken. Op alle deze gronden stond het de Eerste Kamer niet vrij de begrooting te ver werpen ter zake van dat argumenthetwelk die ver- werping besliste. Wij gelooven hier dan veeleer aan een voorwendsel te moeten denken ter elfder ure gezocht om zich èn aan een oordeel over de Preanger-zaak èn J aan een oordeel over het Preanger-incident te kunnen onttrekken. Maar is dat in waarheid het gevaldan heeft de Eerste Kamer geen oprecht besluit genomen dan heeft zij zich geheimzinnig en geniepig achter eene exceptie van niet-ontvankelijkheid verborgen eu det\ moed harer overtuiging gemist. Ter wille van de hand having harer waardigheid heeft zij verwarring gebragt in de Indische staatshuishouding, de bestaande verwar ring in Nederland vermeerderd en wat het zwaarste weegt, de Javaansche bevolking op nieuw teleurgesteld. 11. Nov. De Daily Telegraph vermeld een gerucht uit Bern vernomen, volgens hetwelk Gari baldi zich zou hebben overgegeven. Er zijn echter geene bijzonderheden bijgevoegd. De Standaard zegtdat de verantwoordelijkheid voor het bloed en de menschen- slagting naar de meening van Europa op koning Wilhelm en Bismarck zal vallen. De correspondent van den Times schrijft uit Metz: De man, in wiens vaders huis Leboeuf verblijf hield, heeft mij ten stelligste verzekerd dat die maarschalk, even als Bazaine en de overige hoofdofficieren, tot de laatste oogenblikken zich in weelde baadden. Zij betaalden buitensporig hooge prijzen voor de lekkernijen, die hun werden voorgezet. Een geloofwaardig burger deelde mij verontwaardigd mede, dat Bazaine, één week vóór de capitulatie500 francs betaalde voor een pclté de foie gras. Het totale bedrag der uitgaven ten behoeve van het leger binnen de vesting gedaan, wordt begroot op honderd twintig millioen francs. Het volk sprak schande over de spilzucht, de buitensporigheid en de onzedelijkheid der officieren. Zij hielden zich liever in de cafés en met dames du demi-monde op, dan dat zij hunne pligten vervulden op de wallen. Tot het laatste moment hebben zij zich geene genieting, die voor geld te verkrijgen was, ontzegd. Deze demoralisatie bepaalde zich geenszins tot de hoofdofficieren. Ontegenzeggelijk gaven zij Aet voorbeeld, dat maar al te veel navolging vond bij de inferieuren. Het is mogelijk dat men Bazaine terecht beschuldigt dat hij een verrader is, maar het komt mij waarschijnlijk voor dat hij en al zijne officieren, toen de voorraad truffels begon te dunnen en de dames het beleg wat vervelend begonnen te vinden, besloten er een einde aan te maken. Men kan onmogelijk aan nemen, dat het leger niet in staat was zich door de Pruissische armee heen te slaan. JFtrattfettjjft. Parijs, 7 Nov. Talrijke aanrandingen van par ticulier eigendom heeft hier plaats. In het 19de arron dissement heeft eene bende dieven zich meester gemaakt van de levensmiddelen, die voor de gekwetsten bestemd waren en van een aantal uniformen. De prijs der brand stoffen is tot eene enorme hoogte geklommen. Tours;, 10 Nov. Verschillende bladeu, die te Tours het licht zienmaken melding van belangrijke botsingen die gisteren ten westen en ten oosten van Orleans plaats hadden, en ten gevolge waarvan de Pruissen Orleans zouden ontruimd hebben. De strijd wordt heden voortgezet. 12 Nov. Eene dépêche aan het ministerie van het leger der Loire onder bevel van generaal d'Aurelles de Palladine meldt dat Orleans na een strijd van twee dagen is heroverd. De verliezen aan dooden en gewonden bedragen geen 2000, die van den vijand zijn aanzienlijk. Wij hebben meer dan een duizendtal gevangen gemaakt. Dit getal is nog vermeerderd door de vervolging. Wij hebben twee kanonnen van Pruissisch model genomen en meer dan 20 bespande gevulde ammunitiewagens eene groote hoeveelheid fourgons en proviandwagens. Het voornaamste gevecht had in de omstreken vau Coulomiers op 9 dezer plaats. De moed onzer troepen was, niettegenstaande het slechte wedermerkwaardig. Toen de heer Thiers aldus verhaalt de France zich van Parijs naar Versailles begaf, om met den heer von Bisrttorck over het voorstel betreffende de wapenschorsing te on derhandelen en in het dorp Bas-Sèvres was gekomen, dat is voorbij het uiterste punt van de Fransche voorpostenwerd hij op de pijnlijkste wijze getroffen. Immers genoemd dorp, voor korten tijd nog zoo vrolijk cn thans ten halve vernield ge leek een doodenstad. Nooit had Thiers iets dergelijks gezien. Geen levende ziel was er te vinden. Ter voltooïjing van dit akelige tafereel zag men overal de sporen van eene overhaaste vlucht. De huizen stonden meerendeels open; al het huisraad was in den steek gelaten. Een ieder dacht, enkel aan de ber ging van lijf bij het naderen van de verschrikkelijke catastrophe. In een wijnhuis, waar men de klink van de deur slechts be hoefde op te' ligten, om er binnen te komen, vond Thiers op de toonbank glazen staan, die nog half met wijn waren gevuld. De bezoekers van de herberg hadden zich zelfs den tijd niet gegund, om hunne glazen leeg te drinken. Op eene andere plek vond hij een gedekte tafel 'met het overschot van een middagmaal. De aanblik van dit alles deed Thiers denken aan. Herculanum en Pompeji. Een meer treffende gelijkenis kon hij niet vinden. Een treurig beeld van den toestand van Schlettatadt tijdens dè belegering hangt do Induslrjel Alsacien op. „Den 26 October, des avonds om 6 uur, werd de vesting door. de vijandelijke batterijen in 't geheel ongeveer 40 vuurmonden op 1500 meters afstand op gesteld, beschoten. Deze kanonnen openden op de stad een zoo naauwkeurig en sifel vuur dat des avonds van cle 50 kanonnen, die op de bastions waren geplaatst, nog slechts 7 a S in staat waven vuur te gevenalle anderen waren stuk geschoten de affuiten vernield cle schietgaten verwijd en de kanonnen blootgelegd, Ook in den nacht nam het vuur des vijands niet af, cle verdedigers deden bovenmenschelijke pogingen om eenigfe' Ihinonnen van de nog niet aangevallen bastions naar de meest geteisterde deeleu der vesting over te brengeneene operatie die onder het onophoudelijk vuur des vijands uiterst moeijelijk en gevaarlijk was. Het waren vergeefsche pogingen Des morgens vond men ,mefc uitzondering van twee of drie" alle kanonnen gedemonteerd. Een geheele wijk was afgebrandin cle Colmatsche poort was een bres geschoten de op haalbrug ging uit hare voegen en cle kettingen waren stuk geschoten. De gemeenteraad drong met nadruk aan op staking van het vuur en de kommandaut die inzag dat eene verdediging niet langer kon worden gevoerddat een storm ze onmogelijk zou maken besloot om 10 uur de witte vlag op te steken en een parlementair af te zenden^ Om 11 uur was deze terug en bragt de voorwaarden waarop de vesting mogt kapituleeren." "Vei'cliiïi ,11 Nov. Bij de kapitulatie van Verdun zijn 2 generaals, 11 staf-officieren, 150 officieren en circa 4000 man gevangen genomen. 136 kanonnen van verschillend kaliber zijn buit gemaakt, daarenboven nog 23,000 infanteriegeweren en aanzienlijke hoeveel heden oorlogsmaterieel. "Versailles12 Nov. Prins Frederik Karei is benoemd tot Russisch veldmaarschalk. De bezetting van Parijs houdt zich stil. Dagelijks worJou groote exercitiën gehouden op de vlakte voor den Mont-Valerieu. Men verwacht eerstdaags een uit val op groote schaal. Het weder is koud maar droog. In het noorden van Frankrijk is veel sneeuw ge vallen. In Parijs zijn verscheidene .winkels geopendwaar katten- en rattenvleesch te koop gestekt is. Berlijn, 11 Nov. Officieel. Versailles 11 Nov. Telegram aan koningin Augusta te Homburg. Eergisteren is generaal von der Tarra tegen eene overmacht vech tende van Orleans naar Toury teruggetrokken waar hij zich gisteren met generaal Wittich en prins Albrecht (den vader) die van Chartres kwamen vereenigd heeft. Heden komt hij in aanraking met den groothertog van Mecklenburg. Wilhelm. Berlijn, 12 Nov. Nadat de heer Favre voor de Fransche agenten in het buitenland de weigering van een wapenstilstand had geregtva'ardigd, heeft graaf von Bismarck zich gehaast dat voorbeeld te volgen door in eeue circulaire aan de gezanten van den Noord- Duitschen Bond de redenen te ontvouwen, die den koning in zijne betrekking als bonds-veldheer hebben genoopt cle onderhandelingen1 af te breken. Het betoog van graaf von Bismarck doet zien, dat cle kwestie der pro viandering van Parijs de groote klip is geweest, waarop cle zamensprekingen zijn gestrand en de onpartijdige beoordeelaar moet erkennen dat die voorwaarde ook inderdaad van dien aard wasdat Frankrijk daaraan even standvastig moest vasthouden als het Pruissisch hoofdkwartier haar onwrikbaar moest weigeren. Favre toch beweert met regtdat een wapenstilstand van betrekkelijk zoo'n langen duur, zonder de vrijheid om voor dien duur de belegerde stadvan leeftogt te voor zien, gelijk stond met eene overgave op vasten termijn, toYwvjl de bon.dskanaeli.eY vaot niet ginder regt betoogt, dat de inwilliging van dien eiseh Duitschland bloot stelt aan het gevaar,'ora na afloop der wapenschorsing van voren aan te moeten beginnen, daar hij den vijand zou hebben in staat gesteld den strijd met nieuwen moed te hervatten. Hieruit blijkt, dat beide partijen gevoelden, dat een wapenstilstand hoegenaamd niets zou geven voor den vrede. Van weerskanten is men overtuigd, dat na het eindigen van de wapenschorsing dezelfde onoverkome lijke bezwaren zich zullen voordoendie thans het treffen van een vergelijk in den weg staant. w. van Duitschlands zijde een onverbiddelijk vasthouden aan eenmaal voorgenomen eischenen van Frankrijks kant een even onbuigzaam besluit om die eischen te ver werpen. Daarom trachtten ze beiden van den wapen stilstand een middel te maken, om militaire voordeelen te behalen, doch daar dit oogmerk te zeer voor cle hand lag, om door een der beide partijen te worden bereikt, schoot er wel niets anders over, chin het masker af te werpen, en de onderhandelingen af te breken. Alhier heeft een vreeselijke ontploffing plaats gehad. Een kruitfabriek is in de lucht gesprongen. Een ooggetuige beschrijft het ongeluk als volgt: „Reeds op verscheidene honderd passen afstands lagen brokken hout en steen wild verspreid. Het fabrieksge bouw zelf, op een zandheuvel gelegen, was tot het fun dament toe verwoest, het was als een klein door mijnen verwoest bastion. Gelukkig waren tijdens het ongeluk slechts drie werklieden in de fabriek aan het werk. Deze zijn vermorseld. In den geheelen omtrek vond men stukjes vleesch eu been. Een stuk van den rug- gegraat was het eenige groote been dat werd gevonden. Het ongeluk moet ontstaan zijn door het overkoken van de met salpeterzuur behandelde massa. Onder de Fransche krijgsgevangen te Lingcn is een soldaat bevallen van tweelingen. Bij die gelegen- is uitgekomen dat deze zich reeds, geruimen tjjd voor man bad uitgegeven. Het aantal stukken geschut iu het open veld en door do overgaaf van Metz en Sedan buit gemaakt en werlfalijk'in onze handen gekomen, bedraagt thans 1008 kan'onnen en 155 mitrailleuses; hierbij moeten nog worden gevoegd 2510 stukken vesting- en belegerings geschut, hetwelk door de overgaaf van verschillende vestingen en forten is bemagtigdruim 500,000 chasse- pots, om van de andere wapenen niet te spreken. De waarde van het opgenoemde wapentuig mag veilig op 80 a 100 millioen franken worden geschat. Julius von Wick^le, de bekende oorlogscorrespon dent »iin de Kölnische Zeitungis in levensgevaar geweest in do Vogezen. Vóór zijn aanstaand vertrek naar Duitsch land wilde hij een bezoek brengen aan het 14de armee- korps onder von Werderen was daartoe met 5 regementen op weg van Epinal naar Yesoulin het dorp Agrigoucourt namen zij huu intrek in de herberg, waar cle paarden werden gevoederd en zij eten ver zochten. De vrouw des huizesvau welke von Wickede veel goeds vertelt, weigerde aanvankelijk eten te geven, doch was niet ongevoelig voor eenige vleijencle woor- d<|n der reizigers, en eindigde met hun eeu kip te bróden, en „compot" en omeletten voor te zetten. Bij hun aankomst was de bevolking van het dorp bijeen gekomenen "htidden zij reeds onheilspellende blikken gezien; thans deelde de waardin hun mede, dat er een komplot tegen hen was beraamd. Bijkans op hetzelfde oogenblik kwam een 30 40tal mannen in blouses, met hooivorken, geweren eu revolvers op het huis aan. Goede raad was duur eu aau verdedi ging viel op dit oogenblik niet te denken. Von Wickede nam toen het besluit, om op de bende in te gaan; hij werd door de waardin op den voet gevolgd. Op zijne vraag, wat zij verlangden, werd hij met vloekeu en scheldwoorden ontvangen, en een kleine kromme dorps bewoner dien hij voor den barbier aanzag, legde een lang jagtroer op hem aan en eisclite dat hij in naam der republiek zou worden doodgeschoten. De correspondent verloor zijne bedaardheid niet; hij deelde aan de boeren mede, dat zij zes man sterk warenen zich niet zouden verdedigeb; z.ij waren dus in do magt hunner aanvallers, doch hij meende hen te moeten waar schuwen voor de gevolgen die konden voortvloeijon uit een op hen gepleegd geweld. De koning van Pruissen, zeide hij, heeft vele soldaten, en deze zes meer of minder zullen tot den uitslag van den oorlog niet veel bij brengen; doch morgen kwam eene sterke kolonne Duit- sche troepen om hen te zoeken, en dan zouden cle gevolgen niet achterbil)ven. Met Aprigoncouvt zou het gaan gelijk met Baccarat en andere plaatsen; voor eiken man, die gevangen werd gehouden, zouden drie huizen van het dorp in brand worden gestoken, en als de ge vangenen gedood waren, zouden zeker ook verschillende inwoners der plaats worden gefusilleerd. Deze toespraak miste hare uitwerking niet; er ontstond verdeeldheid onder de aanvallers; de dorpsbarbier werd overstemd en de zaak ter beslissing gegeven_ aan den dorpspastoor. Aan dezen herhaalde Wickede zijne argu mentatie, en de pastoor beval, cle reizigers te laten trekken. Het bevel werd opgevolgd, Wickede kuste de waardin, volgens zijn beweren, en reisde ongestoord verder. In een der Duitsche bladen vindt men het volgende middel tegen cle rheumatiek. Vele lezers weten waar schijnlijk niet, dat de steek van een bij zulk een gene zende werking op de rheumatiek uitoefent. Aan schrijver dezes is bekend, dat een man door zware rheumatiek in den regterarm werd geplaagd, zoo zelfs dat hij de hand naauwelijks aan het hoofd kon brengen. Hij moest echter iets aan een bijenkorf verrigten wat niet uitgesteld kon worden, hij kreeg daarbij een zeer pijnlijken steek onder den duim van den zieken arm. Spoedig zwol de vinger op en breidde cle opzwelling zich over de hand en zelfs over den arm uit, doch naar mate zij verder ging, ja, zelfs nog spoediger verdween alle rheumatisehe pijn uit den armbinnen een half uur was deze er ge heel van bevrijd. Na verloop van eenige maanden, toen de man zeer nat was geworden, leed de arm weder aan rheumatiek en liet hij zich met opzet op de bovenhand steken, wederom met hetzelfde gevolg: binnen een kwar tier had opzwelling alle rheumatisehe pijn doen verdwij nen. De redacteur van de Eichstadter Bienenzeitung zegt eveneens dat hij door een paar geweldige steken eener bij van een hardnekkig rheumatiek bevrijd is." Snoeit, 9 Nov. Heden namiddag had alhier een droevig ongeluk plaats. Onze geachte en van alle ge zindten beminde pastoor en deken, de wel-eerw. heer H. Kamps was tegenwoordig bij het plaatsen van een grooten steen voor het hoofdaltaar iu de aanbouw zijnde It. K. kerk, toen op eens een zwaar stuk hout viel en den priester zoo ongelukkig trof, dat hij op verscheiden plaatsen erg gewond in een open kuil of put neder- stortteop den rand waarvan hij het werk had toegezien onmiddellijk werd de ongelukkige daaruit gehaald doch hij was reeds dood. Veel, zeer veel wordt aan den waardigen man verloren. Zijn mededeelzaamheid en verdraagzaam karakter waren als het ware spreek woordelijk. 's Gravenhage, 12 Nov. Volgens het onder zoek in de afdeelingen der Tweede Kamer over het ontwerp op de inkomstenbelasting, aan welk onderzoek 60 leden deelnamenwerd cle noodzakelijkheid van algeuieene herziening van het zamenstel der belastingen zeer op den voorgrond gesteldmaar over de vraag of dan het doel der herziening moest zijn de verhooging door invoering van een geheele nieuwe belasting, waren cle gevoelens zeer verdeeld en wogen tegen elkander op. Nog werd partieele wijziging, zonder algemeen plan van hervorming, door verscheiden leden afgekeurd; wel vond de patentwet bijna geene verdedigers, maar de vraag werd gedaan of zij niet voor verbetering zou vatbaar zijn Ook zou de algemeene afschaffing en vervanging door een inkomstenbelasting een geheele omkeering brengen in cle kiesbevoegdheid: over de waarde der inkomstenbelasting op zich zelf bestond mede groot verschilvelen echter verdedigden die be lasting als regtvaardig in beginsel; tegen de toepassing en uitvoering rezen evenwel groote bezwaren. Middelburg*14 Nov. Verleden week ontvlugtte hier uit het huis van arrest twee misdadigersbeschul digd van diefstal en vooralsnog priventief gevangen zittende. Zij waren, na een gat in den steenen muur der kamer waar zij zaten gemaakt te hebbenop eene binnenplaats teregt gekomen, zijn toen over den nog al vrij hoogen muur op de een of andere wijze geklom men en hebben zich daarna laten afzakken naar den buitenkant van het gebouw, waar zij in eene modder schuit die daar in de stads binnenvest toevallig aanwezig was, afdaalden en naar den kant gevaren. Vermoedelijk heeft door het onstuimige weder cle daar aanwezige schildwacht niets hiervan bespeurd. Men denkt algemeen dat hiermede in verband staat de gepleegde diefstal van Vrijdag op Zaturdag nacht 11., gepleegd in de gemeente-apotheek, naast het nieuw gebouwde gasthuis alhier; na vruchteloos gepoogd te hebben een lessenaar daar aanwezig en waarin eenig geld bewaard werd open te breken is een klok van den wand en een ijzeren mortier door de dieven mede genomen. Te meer is dit vermoeden gewettigd daar een der ontvlugtte dieven vroeger bediende in het ge sticht geweest is en dus daar goed bekend was. Al vorens de apotheek te verlaten hebben zij iets achter gelaten, dat meer reuk verspreid dan Asafoetida (duivelsdrek) en het bewijs leverde dat zij volstrekt geen haast hadden. Men hoopt dat de pas in dienst getreden commissaris van politie en de nieuwe agenten hunne sporen ver dienen zullen, met die twee brutale gasten spoedig in hun door een verkeerden uitgang verlaten verblijf terug te bezorgen. Een later berigt meldt ons dat een der beide ont- vlugte personen zich reeds in handen der politie bevindt.

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Nieuwsbode | 1870 | | pagina 1