ZÏERIKZEESCIIE NIEIJWSB6IIE.
No. 2846
27s" Jaarg.
Xutwrdag 5 November 1870.
Nieuw,stijd ingen.
JFrwnttrijlll.
ÜJ]1«4) erlang.
J51j «lit No. behoort oon lïijAro«k}>sol.
De PACHTERS van de Eigendommen en
Regten dezer gemeente, die de verschuldigde
Onkosten, bedragende 71/» te» honderd van de jaarlij ksche
pachtsomter Gemeente-Secretarie nog niet hebben
voldaan, worden herinnerd aan artikel G der voorwaav-
deri van de verpachting.
Een Ministeriële crisis.
Plotseling is in het begin dezer week een ministeriële
crisis uitgebarsten. Het gerucht heeft zich bevestigd
dat vier Ministers, de hoeren de Waal, lioest, van
lllaar en van Molken hun ontslag aan den Koning
hebben ingediend, en do hoeren van Basse en Fork
belast zijii' geworden met de zamenstelling van een
»iemv kabinet. Ofschoon wij niet behooron tot de on
voorwaardelijk o voorstanders van dit Ministerie, dat in
vele opzigten zelfs gematigde verwachtingen niet heeft
bevredigd vervult, dit berigt ons met leedwezen. Wij
vu een endat onder de tegenwoordige tijdsomstandig
heden ieder staatkundig geschil in ons [and had moeten
zijn voorkomen, liet is thans het oogenblik, om bo
venal door binnenlandsche eensgezindheid en door kalme
ontwikkeling onzer "constitutionele instellingen aan alle
schokken van buiten het hoofd te kunnen bieden.
Zijn er inden boezem van het kabinet geschillen opge
rezen, dan hadden deze tot iederen prijs moeten worden
gesust, en dan had de eminente zamensteller van dit
Ministerie als een beschermengel moeten komen op
dagen, en aan de afvallige leden de verzoenende band
moeten toereiken. Wij achten het. weinig staatkundig,
ja onverantwoordelijkop dit oogenblik een geheele
ministeriële: crisis te doen ontstaan.
Wij erkennen, dat de tekortkomingen van dit Mi
nisterie talloos zijn; wij willen toegeven, dat de be
ginselen van vrijheid en openbaarheid op ieder gebied
door dit Ministerie'niet zoo krachtig werden toegepast
als wij dit zouden hebben verlangd; dat dit Ministerie
over het algemeen eene neiging vertoonde tot half
heid, tot. aarzeling en tot. weifeling, en dat vooral de
finantiële en de koloniale politiek van dit Ministerie
daarvan de doorsiaaude blijken opleverden. Maar men
moet billijk zijn. Vergelen wij nietdat dit Ministerie
hoe zwak' ook van politiek gestelboe aarzelend ook
yoorttredende op de baan der oeconomische en staat
kundige hervorming, vele belangrijke wetsontwerpen
heeft tot stand gebragt; vergeten wij vooral niet, dat
dit Ministerie in den ai'geloopen zomer, bij liet uit
breken van den oorlog, eene voortvarendheid heeft a;tn
den dag gelegd, welke allezins gestrekt heeft om de
bestaande ongerustheid hij de natie te verminderen en
de algemeene tevredenheid heeft opgewekt.
Maar wat baat deze beschouwing? De' teerling is
geworpen; het Ministerie verliest'V/er wij netf Ministers.
Wij erkennen dat wij ons liet door de heeren Roest
van IJ laar en van Muiken gevraagd ontslag niet ge
redelijk kunnen verklaren. Ia 't een reden tot. lieon-
gnan dat hunne begrootingen in de afdeelingeu der
kamer zoo scherp zjjn afgekeurd? Neen dat is wel
een reden om zich krachtig te verdedigen maar niet
om, vóór den strijd, den aftogt te blazen. Het zich
onttrekken aan eene verdediging tegen onregfcmatige
aanvallen getuigt, veeleer van zwakheid dan van moed.
Indien de heeren Roest en van Lilaar meeneudat de
vertegenwoordiging in hunne staatkunde geen vertrou
wen stelt, waarom hebben zij hun ontslag dan niet ge
vraagd toen hunne' voorstellen op den onwil der kamer
schipbreuk ledenwaarom zijn zij halstarrig blijven
zitten, toen hunne wetsontwerpen werden verminkt
of afgemaakt, en waarom haasten zij zich thans hun
ontsla,<r te vragen alleen wegens den ongunstigen in
bond wan de begrootings-verslagen Wat den heer
Roest betreft, hij heeft in zijne memorie van beant
woording de bezwaren die in het kamer-verslag voor
komen zoo krachtig en zoo flink beantwoorddat wij
geenszins als zeker zonden willen stellendat zijne
begrooting door de kamer zou zijn verworpen. Ook
de bezwaren, tégen bet beleid van den heer van Lilaar
in het verslag aangevoerd waren niet overwegend.
De Arnltemsclie Courant verkeerde in dwalingtoen
zij beweerde dat de heer van Lilaar werd gedreven
door een ongunstig verslag der kamer over zjjne tiend-
wet; dat verslag is nog niet verschenen, want de
tiendwet is iri de afdeelingen niet onderzocht. Het be
hoorde geenszins tot de onmogelijkheden, dat ook deze
begrooting' door de Tweede Kamer ware aangenomen.
De hoeren de Waal en van Muiken zouden het meeste
gevaar hebben gcloopen; eerstgenoemde wegens zijn
toenemend gemis van constitutionele!) zin, 'blijkbaar
vooral bij de behandeling der jongste Indische begroo
ting en de heer van Molkenwegens zijne ongezindheid
tot krachtige hervormingen op militair gebied. Hon
aanvrage om ontslag had echter nog niet noodwendig
dat van andere ministers behoeven uit te lokken. Maar
men weet, niets is aanstekelijker dan liet kwade voor-
beeld.
Is nu de reconstructie van dit Ministerie mogelijk?
Zullen vier nieuwe ministers het wagen zitting te nemen
naast den lieer Foc/c, een voortvarend maar geen geniaal
minister en naast den heer van Bassewiens inkomsten
belasting reeds gewogenmaar te ligt bevonden is
Wij twijfelen aan de mogelijkheid 0111 dit Ministerie,
dat reeds t.ot zijne oude dagen is gekomenop te
pleisteren. Eene aftreding van het geheele Ministerie
en vorming van een nieuw krachtig vrijzinnig kabinet
zou thans zeker liet meest zijn in het publiek belang,
dóch niets wat meer do tegenpartij in de hand werkt
dan onderlinge verdeeldheid der liberale partij.
Volgens de Daily News zou de uitvoering van hot
avontuurlijke plan van JBazaine om zijn leger te gebruiken
om de tegenwoordige regering omver te werpen en tot
herstelling van hot keizerlijk huis, waarhij hij in de eerste
plaats eigen grootheid op het oog had, afgestuit zijn
°P de hardnekkige weigering van do keizerin, die zeer
wel begreep, dat een pretendent naar den Franschen
troon zijne zaak geheel zou bederven, wauneer bij aan
een vrede deel nam, die door liet grootste deel des volks
met verontwaardiging wordt van de hand gewezen. Dit
besluit is door de keizerin gehandhaafd, niettegenstaande
vele vrienden van het keizerrijk en daaronder ook haar
neef, prins Napoleon, haar rieden het voorstel aan te
nemen. Zij zou zelfs deze gelegenheid, zoo meldt de.
Daily News, aangegrepen hebben, om den prins eenigd
harde waarheden te zeggen. Sprekende van de verschil
lende ministeriën van hel tweede keizerrijk, was de prins
zoo vrij om op te merken, dat een der laatste kabinetten
een ministerie van idioten geweest was. Daarop had
hem de ex-keizerin toegevoegd: „Ik weef. niet, raonsigneur,
wat gij met de woorden »i\iinistet'ie van indioten" bedoelt,
maar ik weet wel, dat de keizer tot op het laatste oogenblik
toe door oprechte en trouwe vrienden is gediend. Maar
achttien jaren achtereen hebt gij het keizerrijk bestreden.
Gij en de mannen uw'er omgeving hebt nooit opgebonden
liet te ondermijnen, en zelfs nu de keizer is gevallen
vervolgt gij hem nog. Zoo gij den 4 September te Parijs
waart geweest, had gjj ons goeden raad kunnen geven,
maar gij waart afwezig, zoo als dit zöo dikwijls gebeurd
is in oogen blikken van gevaar; zeker lot uw grooten
spijt, na,ar ik niet twijfel." Bij die woorden wilde do
prins niets meer weten, bij nam zijn hoed, en ging.
Parijs, 28 Oct. De geest blijft hier zeer voor
treffelijk het aanwerven van krijgsvolk word ijverig
voortgezet, met de openbare inschrijving ten behoeve
van den aankoop van geschut gaat het, zeer goed. Reeds
zijn 1000 kanonnen aangekocht. Het uitduiden van
rantsoenen versch vleesch zal naar geschat wordt,
tot 15 December en van gezouten vleesch tot 15 January
kunnen voortgezet worden. Brood zal vóór 1 Jannarij
niet bij bepaalde hoeveelheden worden verstrekt. De
raeergegoeden beperken zich tot het rantsoen der an
dere ingezetenen. Groote werken worden met kracht
aangelegd aan den kant van Canchan en Bagneux
niettegenstaande de pogingen der. Pruissen om dit te
beletten. Een red'an wordt gebouwd, dat groote diensten
zal doen. De Pruissen leggen sterke batterijen aan in
de nabijheid van Rézon voor Courbevoio. Men verze
kert ook dat zij beneden Meudon eene sterke artillerie
hebben te Clioisy-le-roi.
Talrijk zijn de onheilen, welke aan de Dnitscbers reeds
toegebragt. zijn door de Fransche vrijschutters. Op allerlei
wijzen trachten deze den vijand afbreuk te doen; zoo
ook door het belemmeren der spoortreinen, het schieten
op de zich daarin bevindende personen enz. Om dit
zooveel mogelijk t.e voorkomen, heeft de Duitsche mili
taire overheid in de overwonnen departementen een
besluit genomen, waarbij wordt bevolen dat, eenige der
notabelste burgers in elke streek van station op station
op den locomotief plaats moeten nemen, ten einde alzoo
den vrijschutters te bewegen, uit vrees van op hunne
eigene burgers te zullen schieten, de treinen ongestoord
te laten passeren. Verschillende gemeenteraden hebben
geweigerd een ljjst van notabelen op te maken, ten einde
daaruit dagelijks eene keuzo te doen. In dit geval worden
evenwel de notabelen eenvoudig met gendarmes uit
hunne woning gehaald en op de locomotief geplaatst.
Dat die maatregel nog voortdurend noodig is, blijkt
uit het volgende schrijven:
„Des morgens ten 7 ure waren wij met de veldcom-
pagnie van het Sleeswijksch-Holsteinsch bataillon pon
tonniers no. 9 met daartoe beh'oorende paarden, eeuige
wagons liefde giften enz. uit Rbeims naar Boulzicourt
vertrokken. Tot nabij Lannois was alles goed gegaan.
Bij het binnenrijden van een tunnel ontdekten wij dat
er eene mijn was aangelegd, om ons in de lucht te doen
springen; deze mijn werd spoedig weg geruimd. Voorbij
het dorp loopt de spoorweg langs een afgrond. Niets
kvyaads vermoedende, vernamen wij eensklaps het nood
signaal en bemerkten wij dat onze wagon uit het spoor
was geraakt en omkantelde, terwijl zich weldra een ver
schrikkelijk gekraak deed hooren. Naauwelijks een voet
breedte van de.n afgrond bleef onze wagon stilstaan.
Wij sprongen er uit en bevonden dat 14 wagons omver
lagen. Gelukkig waren dit juist de middelste, waarin
geen militairen waren. Het achterste gedeelte van den
trein, vol soldateu en paarden, was bij den schok losgeraakt
en stil blijven staan. Eer wij nog iets konden onder
zoeken werden wij door een lievig geweervuur der
vrijschutters uit eeu hindevlaag begroot. Dit werd dadelijk
beantwoord. Of uu de aanvallers verbluft stonden over
bet groot aantal soldaten dan of zij andere redenen
hadden, weet ik niet; maar zooveel is zeker dat zij
dadelijk regts omkeer maakten, twee dooden, een ge
wonde en zeven gevangenen achterlatende. Uit de
medeeling dor gevangenen bleek, dat zij kort te voren
een trein met proviand hadden bemagtigd en daarna
de rails hadden losgemaakt om ook een volgenden trein
te benThgtigen of in den afgrond te doen storten.
Nadat alles weder in orde gebragt was, sukkelden
wij zoo goed mogelijk voort met een beschadigde lo
comotief en gebroken wagons."
De Indépendant dp. la Moselleflit: Ie Metz uitgegeven
wordt, meldt dal, door een officier op 12 Oct. II. het volgende
aan Bazaine geschreven is
„Waarom hebt ge niet den 2C)9fcn Augustus, toen gij uw
geheele leger langs een enkelen weg voor Saint .Tulien gebragt
luidt, geen 9lag geleverd? Gij hebt voorgewend dat hot weer
slecht was. Maar was de regen dan niet evenzeer in het na
deel der Pruissen als in ons nadeel? Gij wist zeker want
het feil kon u niet. onbekend zijn dat het leger van Mac-
Mahon van de noordelijke zijde naderde, en ik geloof dat gij
hem toen de hand zoildt gereikt hebben: De vijand had dien
dag zijne verschrikkelijke batterijen nog niet in posilie, welke
ons eenige dagen later den weg afsloten.
„Waarom hebt ge den Bisten Augustus, zelfs gedurende den
nacht, de voordeden niet vervolgd, die ons leger behaald had
en waarom licht ge de position niet behouden, die liet ten
koste, van zijn bloed had veroverd?
„Waarom hebt ge sedert dien lijd al uwe artillerie, al uwe
strijdkrachten niet op een bepaald punt vereenigdom n dooi
den vijand heen te slaan? Indien gc gedaan had als de stier
die, in de "engte gedreven, de horens omlaag houdt en zich
nlzoo np den vijand werpt, gij zoudt er gekomen zijn?
„Waarom hebt ge Maxes, dat. gc genomen hadt, niet bezet,
totdat de onnoemelijk groote voorraad levensmiddelendie zich
daar bevond, binnen Metz gebragt was? In p I a u 19 van dit te
doen, zijl gij teruggetrokken, nadat ge eenige zakken graan
en eenige hossen 9troo voor don staf hadt medegenomen. De
Pruissen zijn toen '9 nachts teruggekeerd en hebben dien on
metelijke» brand gesticht, dien wij allen gezien hebben. Geen
huis i9 gespaard gebleven.
„Kil thans waarschuwt men ons stoutweg eiken dag, dal er
geen leeflogt meer is, dal zelfs het voeder voor de paarden
geheel en al ontbreekt, Is dat gebrek aan voorzorg of is het
iets anders? Na de paarden is het de beurt van de mensehen.
En gij 'vacht nog altijd,
„Wat is generaal Bourbaki gaan doen Waar is hij heen
gegaan Wat i9 er van hem geworden
„Ik heb nog niet geëindigd. Neen, ik heb u nog meer vra
gen te doen.
„Waarom hebt ge den 7 October in de vlakte van Thion-
ville een groot gevecht geleverd Wat was uw pin 11 hiermede
U van levensmiddelen voorzien, zegt men. Maar gij hebl als
altijd, den strijd gevoerd met eene krijgsmagt, veel minder in
getal dan die des vijands; gij hebt slechts weinig kanonnen
legen de InlJooze batterijen des vijands overgestehl Evenwel
zoudt gij ontwijfelbaar hel, vijandelijk geschut tot zwijgen hebben
gebragt, indien gij uwe artillerie naar liet aangevallen punt had
doen brengen, zon als de Pruissen liet 11 hebben kunnen lec-
rcn. In plaats van regimenten in 't vuur te brengen, had gij
een legercorps, zoo noodig twee armeeeorpsen tegen den vijand
moi-I'Mi oycrstclleu. In weerwil hiervan inogl hel de soldaten,
dank zij hunne dapperheid, gelukken, zich van de Grandes
Tnppes meester le maken, waar welvoorziene graanzolders waren.
Maar het succes wildet ge. niet. Men moet liet althans wel
gelooven; want nadat hel, ten koste van een duizendtal uwer
soldaten, behaald was, werd de aftocht bevolen. Ik zelf ben
er getuige van geweest, eu verklaar dat het eerloos is.
„Wat. beteeken 1. dat houden van krijgsraad met ilc konnnan-
da 11 ten van legercorpsen en de generaals? Men zegt dat in
een dier krijgsraden de capitulatie een punt van beraadslaging
is geweest. Is het waar? Men moet het wel gelooven. Im
mers, iemand, die tot uwe omgeving behoort, heeft.toen een
officier der mobiele garde in het Café Parisien verklaarde dat
tot de caputilntie met meerderheid van stemmen is besloten
geantwoord: gij vergist u, Mijnheer! slechts een derde heeft
voor de capitulatie gestemd.
„Ziehier, ten slotte, de gewigtigsle vraag: waRrom hebt gij
het vijandelijk leger niet eiken dag, elk uur, door uitvallen met
eene aanzienlijke stiijdmagt afgemat? Dit was gemakkelijk,
want daar gij het middenpunt van den kring, rondom weikeu
de Pruissen gelegerd waren, had bezet, kondet gij eiken dag,
elk uur, zoo al niet beslissende overwinningen behalen, dan
toch verliezen toebrengen aan den vijand, en deze zouden hem
allengsfiiilgepiif, gedemoraliseerd hebben. E11 in elk geval zoudt
gij daardoor ten koste des vijands de vesting van levensmid
delen hebben voorzien.
„Gij hebt nict9 gedaan en binnen kort zal u geen enkel
middel meer overblijven om te veebten.
„Reken, in weerwil hiervan, niet op ons; gij zult ons niet.
verknopen als een kudde schapen. Gij en' uwe slaafsche die
naren zult te eeniger lijd geoordeeld worden. God ge^e, dat
gij 11 zult kunnen verdedigen!"
Omtrent den toestand van Metz op liet tijdstip
der overgave, wordt het volgende gemeld
Toen liet volk de tijding van de overgave vernam, was
het woedend. De nationale garde weigerde de wapenen
neder te leggen. Op den 29sten des namiddags verscheen
een kapitein der dragonders aan het hoofd van eenige
troepen, die zwoeren dat zij liever wilden sterven dan
Zich overgeven. Albert Collignan, de redacteur van een
ultra-democratisch blad, getiteld Journal de Metzreed
rond op een wit paard en zijn pistool afvurende, zette
hij de troepen aan om een uitval te doen en te sterven
of te overwinnen, ten einde de schande van eene kapt-
tulatie te ontgaan. Hij werd gevolgd door eene dame
die de Marseillaise zong, hetgeen een onbeschrijfelijken
indruk maakte. De deuren van de kathedraal werden
ópengestonnd en den ganschen nacht door luidde de
doodsklok. Toen generaal Coffinières verscheen, ten einde
die onrustigen tot bedaren te brengen werd er driemalen
op hem gevuurd. Ten laatste slaagde hij er in niet
behulp van twee linieregementen de menigte uiteen te
doen gaan. Den ganschen nacht door hoorde men het
volk zijn verontwaardiging, smart en schrik op luide
wijze uitdrukken.
Dames uit den fatsoenlijken stand liepen door de
straten, zich het haar uit het hoofd rukkende, hare
kanten mutsen onder de voeten vertredende en uitroe
pende: „wat zal met onze kinderen gebeuren
De soldaten zoo dronken als nuchteren liepen in
verwarring door elkander, blootshoofds, niet gebroken
sabels en als kinderen weenende en snikkende: „Och
arm Metz!" riepen zij uit, ^eenmaal de fierste aller ste
den Welk een ramp! welk een ellende! Wij zijn
verraden en verkocht, geworden Alles is verloren 'tIs
gedaan niet Frankrijk
De landweer-troepen, die deel uitgemaakt hebben
van het belegeringscorps voor Metz, zijn naar hunne
haardsteden teruggezonden.
De thyphus en de pokken heerschen nog voort
durend te Metz.
Dagelijks worden groote hoeveelheden levensmiddelen
aangevoerd.
Tours, 1 Nov. In eene proclamatie aan het leger
zegt Gambetta:
„Soldatengij werdt verraden maar niet onteerd.
Gij zijt thans van ïuve onwaardigo chefs bevrijdt.
Strijdt voor het heil van het vaderland, voor mve haard
stellen, uwe familie, voor Frankrijk, voor u zelf. Wreekt
uwe eer, die Frankrijks eer is. Uwe broeders van het
Rij 11 leger hebben tegen de lafhartige overgave gepro
testeerd de kapituiatie vervloekt en haar niet willen
erkennen. Het lot van het vaderland is in uwe handen."
Yer»allles2 Nov. Gisteren middag heeft de
heer Thiers met graaf Bismarck een onderhoud gehad,
hetwelk drie uren heeft geduurd.
Heden morgen vroeg heeft hij den Koniug eene mili
taire conferentie plaats gehad, waarbij graaf Bismarck
tegenwoordig was. J
Des namiddags ten twee ure heeft graaf von Bismarck
eene tweede conferentie met den heer Thiers gehad.
De Wurtembevgsche Staats-Anzeiger beeft dezer
dagen erkend dat de toestand der in Frankrijk staande
Pruissisclie troepen alles behalve bevredigend is. Dege
lijks toch worden tusschen de 600 en 1,000 ljjders ann
dysenterie of typhus naar Duitschland "Vervoerd. Zeer
klaagt 'tbl'ad over de middelen tot vervoer der zieken
en gewonden.
Te Keulen is de eerste bezending Franschen uit
Metz aangekomen.
Alleen over genoemde stad zullen 60,000 gevangenen
naar de Duitsche vesting worden gevoerd.
In de Duitsche bladen w'ordt geannonceerd dat te
Minden waar zich een kamp van 2 a 3000 Fransche
krijgsgevangenen bevindt, die ongel 11 kltiggen tegen een
entree van 21/., silbergr. kunnen bezigtigd worden.
O, beschaving, o, inenschelijkheidhoe zeer zijt gij
verbasterd
Zondag avond omstreeks 9 11 reheeft te Brussel
een ijsselijk drama plaats gehad in de woning der
modiste mevr. Gilsoul
Voor ongeveer drie weken had deze de tweede ver
dieping barer woning verhuurd aan eene Hongaarsche
gravin,.mevr. de M. Drie dagen geledon, was de mar
kies X. uit Spa aangekomen en had zich bij deze
begeven. Zondag avond ten 5 ure gingen de markies
en mevr. de M. te zamen uit, ten einde te gaan dineren.
Omstreeks negen ure kwamen bevelen in de woning
van de gravin terug, doch naauwnlijks waren zij eeni-
gen tijd aldaar of men hoorde pistoolschoten. De mar
kies en de gravin werden badende in hun bloed ge
vonden.
De policie onniiddelijk verwittigd zijnde deden de
genees heeren onderzoek en ontdekte men dat de gravin
een revolverschot in de borst ontvangen had; de kogel
was evenwel niet doorgedrongen en had slechts het
vleesch op eenige plaatsen gekwetst. De markies was
door zes revolverschoten in de rigting van het hart
doodelijk getroffen.
Uit het geregtelijk onderzoek bleek, dat de markies,
in eene vlaag van jaloersheid getracht heeft de gravin
te dooden en daarna zich zelve van het leven heeft
willen berooven.
De markies is Maandagmiddag aan de bekomen won
den overleden. De gravin is de weduwe van een Hon-
gaarschen graaf, slechts 35 jaren ond en van eene
zeldzame schoonheid. Haar toestand is zeer voldoende.
Tinssel 2 Nov. De Hessische Morgenzeitung be
vestigt liet bericht dat keizerin Eugenie te Wilhemshöhe
is aangekomen. Gisteren avond was zij nog daar, zij
bewaart liet strenste incognito. Bazaine is met ne»en
officieren waaronder kolonel Villette, eergisteren avond
gearriveerd, en in het hotel Nord afgestapt, waar 90
kamers voor Fransche officieren zijn besproken. Prins
M11 rat is hier aangekomen, 78 officieren zijn hier door
getrokken zonder zich op te houden. Canroberten Lebocuf
zijn heden morgen gearriveerd.
Grravonlmjsfo, 2 Nov. De houding van den
minister van koloniën, de heer 'de Waalin de zaak
der wijziging van het Preanger-sjelsel wordt ten strengste
afgekeurd. Uit de Javq&che Courant toch blijkt, dat
deze zaak reeds in Indie was beslist, terwijl er hierin
de Staten-Geueraal oyer werd beraadslaagd. De be-
slniten v*an den Gouverneur-Generaal zijn gedagteekend
van den 10 September, terwijl eerst op 22 October de
Tweede Kamer deze wijziging met eene meerderheid
van slechts drie stemmen goedkeurde en de Eerste Ka-
haar votum nog moet uitbrengen.
De Kamers discusseerden dus en zullen nog discus-
seeren over eene wijziging, welke reeds is uitgevoerd!
Middel I'mi*<>-2 Nov. Gisteren avond is de
najaars-vergadering der provinciale staten door den
commissaris dos kouings geopend 33 leden waren tegen
woordig. Na goedkeuring der ingekomen geloofsbrieven,
hebben de nieuw gekozen leden Mr. F. J. Brevet en'
B. G. van der Have de vereischte eeden afgelegd en
zitting genomen.
Nadat mededeeling der ingekomen stukken was ge
daan en de vergadering in afdeelingen was gesplitst,
is de eerst volgende openbare zitting bepaald op Vrij
dag a. s.
Zierikaiee, 4 Nov. Naar men verneemt, is de
heer J. H. van Dale, hoofdonderwijzer aan de openbare
school te Sluis, andermaal uitgenoodigd mederedacteur
te worden van het Ned. Woordenboek.
Als een buiteugewoon geval van lioogen ouderdom
deelen wij mede dat er in het dorp Westergeest een
huisgezin woont, bestaande uit vader uiet twee zoons
en twee dochters, waarvan de vader 93 '/.2de zoons
en dochters respectivelijk 70'/2, 6B"l/o68'/2 en 55 jaren
oud zijn, dus te zamen 351 tellende. De oude vader
was tot op 82jarigeu leeftijd hoofdonderwijzer aldaar
eu is, hoewel hij natuurlijk met de gebreken der ouder-
doins heeft te kampen naar ligchaam en geest nog vrij
hecht.
De ultramontaansche Noord-Holland er meldt het
volgend staaltje van volksontwikkeling:
„In een dorp van Noord-Holland had Dingsdag 11.,
bij gelegenheid van het prachtig noorderlichthet
volgende plaats;
„Ettelijke bewoners van dat dorp kwamen ongeveer
ten 7 lire naar buiten, wijl zij meenden, dat er ergens
in den omtrek brand was. Zij merkten evenwel spoedig
op, dat dit het geval niet was. Algemeen was nu liet
gevoelen, dat „Parijs in de lucht sprong" en dat dit dien
vurigen gloed verspreidde. Een meisje echter, dat uiet
in de politiek was ingewijd, begon ijlings te kermen: „0
God, de wereld vergaat!" Dit had een aanstekenden
invloed op geheel het gezin, waartoe zij behoorde. De
kinderen, die reeds te bed lagen, sprongen op, uitroe
pende: „De wereld vergaat!" Zij, die op dat heldere
denkbeeld was gekomen, was uiet van haar voornemen
af te brengen om het eind der wereld in de kerk af te
wachten en ijlde derwaarts. De man des huizes beproefde
te vergeefs zijn gezin, vooral de vrouwelijke leden, tot
bedaren te brengen. „H011 je bek!'1 zei hij tot zijne vrouw,
die niet de noodige stilzwijgendheid in acht nam.
„Ik wil mijn b.. nog niet houden antwoordde zijne
wederhelft„straks als de wereld vergaatmoet ik
't wel voor altijd doen
„Eindelijk wist een verstandig buurman het opgewon
den gezin tot bedaren te brengen, en liet te overtuigen,
dat de wereld niet verging. Evenwel bleef bij velen de
vaste meening bestaan, dat toch minstens" „Parijs in de
lucht gesprongen was." Eetie zorgvuldige moeder nam
zelfs haar kind, dat te midden van al dit gerucht, even
als anderen, naar buiten was gekomen, mede in huis,
uit vrees dat soms een steen van Parijs, dat in de lucht
sprong, haar kind zou kwetsen."