ZÏERIKZEESCIIE NIEIJWSB6IIE. No. 2846 27s" Jaarg. Xutwrdag 5 November 1870. Nieuw,stijd ingen. JFrwnttrijlll. ÜJ]1«4) erlang. J51j «lit No. behoort oon lïijAro«k}>sol. De PACHTERS van de Eigendommen en Regten dezer gemeente, die de verschuldigde Onkosten, bedragende 71/» te» honderd van de jaarlij ksche pachtsomter Gemeente-Secretarie nog niet hebben voldaan, worden herinnerd aan artikel G der voorwaav- deri van de verpachting. Een Ministeriële crisis. Plotseling is in het begin dezer week een ministeriële crisis uitgebarsten. Het gerucht heeft zich bevestigd dat vier Ministers, de hoeren de Waal, lioest, van lllaar en van Molken hun ontslag aan den Koning hebben ingediend, en do hoeren van Basse en Fork belast zijii' geworden met de zamenstelling van een »iemv kabinet. Ofschoon wij niet behooron tot de on voorwaardelijk o voorstanders van dit Ministerie, dat in vele opzigten zelfs gematigde verwachtingen niet heeft bevredigd vervult, dit berigt ons met leedwezen. Wij vu een endat onder de tegenwoordige tijdsomstandig heden ieder staatkundig geschil in ons [and had moeten zijn voorkomen, liet is thans het oogenblik, om bo venal door binnenlandsche eensgezindheid en door kalme ontwikkeling onzer "constitutionele instellingen aan alle schokken van buiten het hoofd te kunnen bieden. Zijn er inden boezem van het kabinet geschillen opge rezen, dan hadden deze tot iederen prijs moeten worden gesust, en dan had de eminente zamensteller van dit Ministerie als een beschermengel moeten komen op dagen, en aan de afvallige leden de verzoenende band moeten toereiken. Wij achten het. weinig staatkundig, ja onverantwoordelijkop dit oogenblik een geheele ministeriële: crisis te doen ontstaan. Wij erkennen, dat de tekortkomingen van dit Mi nisterie talloos zijn; wij willen toegeven, dat de be ginselen van vrijheid en openbaarheid op ieder gebied door dit Ministerie'niet zoo krachtig werden toegepast als wij dit zouden hebben verlangd; dat dit Ministerie over het algemeen eene neiging vertoonde tot half heid, tot. aarzeling en tot. weifeling, en dat vooral de finantiële en de koloniale politiek van dit Ministerie daarvan de doorsiaaude blijken opleverden. Maar men moet billijk zijn. Vergelen wij nietdat dit Ministerie hoe zwak' ook van politiek gestelboe aarzelend ook yoorttredende op de baan der oeconomische en staat kundige hervorming, vele belangrijke wetsontwerpen heeft tot stand gebragt; vergeten wij vooral niet, dat dit Ministerie in den ai'geloopen zomer, bij liet uit breken van den oorlog, eene voortvarendheid heeft a;tn den dag gelegd, welke allezins gestrekt heeft om de bestaande ongerustheid hij de natie te verminderen en de algemeene tevredenheid heeft opgewekt. Maar wat baat deze beschouwing? De' teerling is geworpen; het Ministerie verliest'V/er wij netf Ministers. Wij erkennen dat wij ons liet door de heeren Roest van IJ laar en van Muiken gevraagd ontslag niet ge redelijk kunnen verklaren. Ia 't een reden tot. lieon- gnan dat hunne begrootingen in de afdeelingeu der kamer zoo scherp zjjn afgekeurd? Neen dat is wel een reden om zich krachtig te verdedigen maar niet om, vóór den strijd, den aftogt te blazen. Het zich onttrekken aan eene verdediging tegen onregfcmatige aanvallen getuigt, veeleer van zwakheid dan van moed. Indien de heeren Roest en van Lilaar meeneudat de vertegenwoordiging in hunne staatkunde geen vertrou wen stelt, waarom hebben zij hun ontslag dan niet ge vraagd toen hunne' voorstellen op den onwil der kamer schipbreuk ledenwaarom zijn zij halstarrig blijven zitten, toen hunne wetsontwerpen werden verminkt of afgemaakt, en waarom haasten zij zich thans hun ontsla,<r te vragen alleen wegens den ongunstigen in bond wan de begrootings-verslagen Wat den heer Roest betreft, hij heeft in zijne memorie van beant woording de bezwaren die in het kamer-verslag voor komen zoo krachtig en zoo flink beantwoorddat wij geenszins als zeker zonden willen stellendat zijne begrooting door de kamer zou zijn verworpen. Ook de bezwaren, tégen bet beleid van den heer van Lilaar in het verslag aangevoerd waren niet overwegend. De Arnltemsclie Courant verkeerde in dwalingtoen zij beweerde dat de heer van Lilaar werd gedreven door een ongunstig verslag der kamer over zjjne tiend- wet; dat verslag is nog niet verschenen, want de tiendwet is iri de afdeelingen niet onderzocht. Het be hoorde geenszins tot de onmogelijkheden, dat ook deze begrooting' door de Tweede Kamer ware aangenomen. De hoeren de Waal en van Muiken zouden het meeste gevaar hebben gcloopen; eerstgenoemde wegens zijn toenemend gemis van constitutionele!) zin, 'blijkbaar vooral bij de behandeling der jongste Indische begroo ting en de heer van Molkenwegens zijne ongezindheid tot krachtige hervormingen op militair gebied. Hon aanvrage om ontslag had echter nog niet noodwendig dat van andere ministers behoeven uit te lokken. Maar men weet, niets is aanstekelijker dan liet kwade voor- beeld. Is nu de reconstructie van dit Ministerie mogelijk? Zullen vier nieuwe ministers het wagen zitting te nemen naast den lieer Foc/c, een voortvarend maar geen geniaal minister en naast den heer van Bassewiens inkomsten belasting reeds gewogenmaar te ligt bevonden is Wij twijfelen aan de mogelijkheid 0111 dit Ministerie, dat reeds t.ot zijne oude dagen is gekomenop te pleisteren. Eene aftreding van het geheele Ministerie en vorming van een nieuw krachtig vrijzinnig kabinet zou thans zeker liet meest zijn in het publiek belang, dóch niets wat meer do tegenpartij in de hand werkt dan onderlinge verdeeldheid der liberale partij. Volgens de Daily News zou de uitvoering van hot avontuurlijke plan van JBazaine om zijn leger te gebruiken om de tegenwoordige regering omver te werpen en tot herstelling van hot keizerlijk huis, waarhij hij in de eerste plaats eigen grootheid op het oog had, afgestuit zijn °P de hardnekkige weigering van do keizerin, die zeer wel begreep, dat een pretendent naar den Franschen troon zijne zaak geheel zou bederven, wauneer bij aan een vrede deel nam, die door liet grootste deel des volks met verontwaardiging wordt van de hand gewezen. Dit besluit is door de keizerin gehandhaafd, niettegenstaande vele vrienden van het keizerrijk en daaronder ook haar neef, prins Napoleon, haar rieden het voorstel aan te nemen. Zij zou zelfs deze gelegenheid, zoo meldt de. Daily News, aangegrepen hebben, om den prins eenigd harde waarheden te zeggen. Sprekende van de verschil lende ministeriën van hel tweede keizerrijk, was de prins zoo vrij om op te merken, dat een der laatste kabinetten een ministerie van idioten geweest was. Daarop had hem de ex-keizerin toegevoegd: „Ik weef. niet, raonsigneur, wat gij met de woorden »i\iinistet'ie van indioten" bedoelt, maar ik weet wel, dat de keizer tot op het laatste oogenblik toe door oprechte en trouwe vrienden is gediend. Maar achttien jaren achtereen hebt gij het keizerrijk bestreden. Gij en de mannen uw'er omgeving hebt nooit opgebonden liet te ondermijnen, en zelfs nu de keizer is gevallen vervolgt gij hem nog. Zoo gij den 4 September te Parijs waart geweest, had gjj ons goeden raad kunnen geven, maar gij waart afwezig, zoo als dit zöo dikwijls gebeurd is in oogen blikken van gevaar; zeker lot uw grooten spijt, na,ar ik niet twijfel." Bij die woorden wilde do prins niets meer weten, bij nam zijn hoed, en ging. Parijs, 28 Oct. De geest blijft hier zeer voor treffelijk het aanwerven van krijgsvolk word ijverig voortgezet, met de openbare inschrijving ten behoeve van den aankoop van geschut gaat het, zeer goed. Reeds zijn 1000 kanonnen aangekocht. Het uitduiden van rantsoenen versch vleesch zal naar geschat wordt, tot 15 December en van gezouten vleesch tot 15 January kunnen voortgezet worden. Brood zal vóór 1 Jannarij niet bij bepaalde hoeveelheden worden verstrekt. De raeergegoeden beperken zich tot het rantsoen der an dere ingezetenen. Groote werken worden met kracht aangelegd aan den kant van Canchan en Bagneux niettegenstaande de pogingen der. Pruissen om dit te beletten. Een red'an wordt gebouwd, dat groote diensten zal doen. De Pruissen leggen sterke batterijen aan in de nabijheid van Rézon voor Courbevoio. Men verze kert ook dat zij beneden Meudon eene sterke artillerie hebben te Clioisy-le-roi. Talrijk zijn de onheilen, welke aan de Dnitscbers reeds toegebragt. zijn door de Fransche vrijschutters. Op allerlei wijzen trachten deze den vijand afbreuk te doen; zoo ook door het belemmeren der spoortreinen, het schieten op de zich daarin bevindende personen enz. Om dit zooveel mogelijk t.e voorkomen, heeft de Duitsche mili taire overheid in de overwonnen departementen een besluit genomen, waarbij wordt bevolen dat, eenige der notabelste burgers in elke streek van station op station op den locomotief plaats moeten nemen, ten einde alzoo den vrijschutters te bewegen, uit vrees van op hunne eigene burgers te zullen schieten, de treinen ongestoord te laten passeren. Verschillende gemeenteraden hebben geweigerd een ljjst van notabelen op te maken, ten einde daaruit dagelijks eene keuzo te doen. In dit geval worden evenwel de notabelen eenvoudig met gendarmes uit hunne woning gehaald en op de locomotief geplaatst. Dat die maatregel nog voortdurend noodig is, blijkt uit het volgende schrijven: „Des morgens ten 7 ure waren wij met de veldcom- pagnie van het Sleeswijksch-Holsteinsch bataillon pon tonniers no. 9 met daartoe beh'oorende paarden, eeuige wagons liefde giften enz. uit Rbeims naar Boulzicourt vertrokken. Tot nabij Lannois was alles goed gegaan. Bij het binnenrijden van een tunnel ontdekten wij dat er eene mijn was aangelegd, om ons in de lucht te doen springen; deze mijn werd spoedig weg geruimd. Voorbij het dorp loopt de spoorweg langs een afgrond. Niets kvyaads vermoedende, vernamen wij eensklaps het nood signaal en bemerkten wij dat onze wagon uit het spoor was geraakt en omkantelde, terwijl zich weldra een ver schrikkelijk gekraak deed hooren. Naauwelijks een voet breedte van de.n afgrond bleef onze wagon stilstaan. Wij sprongen er uit en bevonden dat 14 wagons omver lagen. Gelukkig waren dit juist de middelste, waarin geen militairen waren. Het achterste gedeelte van den trein, vol soldateu en paarden, was bij den schok losgeraakt en stil blijven staan. Eer wij nog iets konden onder zoeken werden wij door een lievig geweervuur der vrijschutters uit eeu hindevlaag begroot. Dit werd dadelijk beantwoord. Of uu de aanvallers verbluft stonden over bet groot aantal soldaten dan of zij andere redenen hadden, weet ik niet; maar zooveel is zeker dat zij dadelijk regts omkeer maakten, twee dooden, een ge wonde en zeven gevangenen achterlatende. Uit de medeeling dor gevangenen bleek, dat zij kort te voren een trein met proviand hadden bemagtigd en daarna de rails hadden losgemaakt om ook een volgenden trein te benThgtigen of in den afgrond te doen storten. Nadat alles weder in orde gebragt was, sukkelden wij zoo goed mogelijk voort met een beschadigde lo comotief en gebroken wagons." De Indépendant dp. la Moselleflit: Ie Metz uitgegeven wordt, meldt dal, door een officier op 12 Oct. II. het volgende aan Bazaine geschreven is „Waarom hebt ge niet den 2C)9fcn Augustus, toen gij uw geheele leger langs een enkelen weg voor Saint .Tulien gebragt luidt, geen 9lag geleverd? Gij hebt voorgewend dat hot weer slecht was. Maar was de regen dan niet evenzeer in het na deel der Pruissen als in ons nadeel? Gij wist zeker want het feil kon u niet. onbekend zijn dat het leger van Mac- Mahon van de noordelijke zijde naderde, en ik geloof dat gij hem toen de hand zoildt gereikt hebben: De vijand had dien dag zijne verschrikkelijke batterijen nog niet in posilie, welke ons eenige dagen later den weg afsloten. „Waarom hebt ge den Bisten Augustus, zelfs gedurende den nacht, de voordeden niet vervolgd, die ons leger behaald had en waarom licht ge de position niet behouden, die liet ten koste, van zijn bloed had veroverd? „Waarom hebt ge sedert dien lijd al uwe artillerie, al uwe strijdkrachten niet op een bepaald punt vereenigdom n dooi den vijand heen te slaan? Indien gc gedaan had als de stier die, in de "engte gedreven, de horens omlaag houdt en zich nlzoo np den vijand werpt, gij zoudt er gekomen zijn? „Waarom hebt ge Maxes, dat. gc genomen hadt, niet bezet, totdat de onnoemelijk groote voorraad levensmiddelendie zich daar bevond, binnen Metz gebragt was? In p I a u 19 van dit te doen, zijl gij teruggetrokken, nadat ge eenige zakken graan en eenige hossen 9troo voor don staf hadt medegenomen. De Pruissen zijn toen '9 nachts teruggekeerd en hebben dien on metelijke» brand gesticht, dien wij allen gezien hebben. Geen huis i9 gespaard gebleven. „Kil thans waarschuwt men ons stoutweg eiken dag, dal er geen leeflogt meer is, dal zelfs het voeder voor de paarden geheel en al ontbreekt, Is dat gebrek aan voorzorg of is het iets anders? Na de paarden is het de beurt van de mensehen. En gij 'vacht nog altijd, „Wat is generaal Bourbaki gaan doen Waar is hij heen gegaan Wat i9 er van hem geworden „Ik heb nog niet geëindigd. Neen, ik heb u nog meer vra gen te doen. „Waarom hebt ge den 7 October in de vlakte van Thion- ville een groot gevecht geleverd Wat was uw pin 11 hiermede U van levensmiddelen voorzien, zegt men. Maar gij hebl als altijd, den strijd gevoerd met eene krijgsmagt, veel minder in getal dan die des vijands; gij hebt slechts weinig kanonnen legen de InlJooze batterijen des vijands overgestehl Evenwel zoudt gij ontwijfelbaar hel, vijandelijk geschut tot zwijgen hebben gebragt, indien gij uwe artillerie naar liet aangevallen punt had doen brengen, zon als de Pruissen liet 11 hebben kunnen lec- rcn. In plaats van regimenten in 't vuur te brengen, had gij een legercorps, zoo noodig twee armeeeorpsen tegen den vijand moi-I'Mi oycrstclleu. In weerwil hiervan inogl hel de soldaten, dank zij hunne dapperheid, gelukken, zich van de Grandes Tnppes meester le maken, waar welvoorziene graanzolders waren. Maar het succes wildet ge. niet. Men moet liet althans wel gelooven; want nadat hel, ten koste van een duizendtal uwer soldaten, behaald was, werd de aftocht bevolen. Ik zelf ben er getuige van geweest, eu verklaar dat het eerloos is. „Wat. beteeken 1. dat houden van krijgsraad met ilc konnnan- da 11 ten van legercorpsen en de generaals? Men zegt dat in een dier krijgsraden de capitulatie een punt van beraadslaging is geweest. Is het waar? Men moet het wel gelooven. Im mers, iemand, die tot uwe omgeving behoort, heeft.toen een officier der mobiele garde in het Café Parisien verklaarde dat tot de caputilntie met meerderheid van stemmen is besloten geantwoord: gij vergist u, Mijnheer! slechts een derde heeft voor de capitulatie gestemd. „Ziehier, ten slotte, de gewigtigsle vraag: waRrom hebt gij het vijandelijk leger niet eiken dag, elk uur, door uitvallen met eene aanzienlijke stiijdmagt afgemat? Dit was gemakkelijk, want daar gij het middenpunt van den kring, rondom weikeu de Pruissen gelegerd waren, had bezet, kondet gij eiken dag, elk uur, zoo al niet beslissende overwinningen behalen, dan toch verliezen toebrengen aan den vijand, en deze zouden hem allengsfiiilgepiif, gedemoraliseerd hebben. E11 in elk geval zoudt gij daardoor ten koste des vijands de vesting van levensmid delen hebben voorzien. „Gij hebt nict9 gedaan en binnen kort zal u geen enkel middel meer overblijven om te veebten. „Reken, in weerwil hiervan, niet op ons; gij zult ons niet. verknopen als een kudde schapen. Gij en' uwe slaafsche die naren zult te eeniger lijd geoordeeld worden. God ge^e, dat gij 11 zult kunnen verdedigen!" Omtrent den toestand van Metz op liet tijdstip der overgave, wordt het volgende gemeld Toen liet volk de tijding van de overgave vernam, was het woedend. De nationale garde weigerde de wapenen neder te leggen. Op den 29sten des namiddags verscheen een kapitein der dragonders aan het hoofd van eenige troepen, die zwoeren dat zij liever wilden sterven dan Zich overgeven. Albert Collignan, de redacteur van een ultra-democratisch blad, getiteld Journal de Metzreed rond op een wit paard en zijn pistool afvurende, zette hij de troepen aan om een uitval te doen en te sterven of te overwinnen, ten einde de schande van eene kapt- tulatie te ontgaan. Hij werd gevolgd door eene dame die de Marseillaise zong, hetgeen een onbeschrijfelijken indruk maakte. De deuren van de kathedraal werden ópengestonnd en den ganschen nacht door luidde de doodsklok. Toen generaal Coffinières verscheen, ten einde die onrustigen tot bedaren te brengen werd er driemalen op hem gevuurd. Ten laatste slaagde hij er in niet behulp van twee linieregementen de menigte uiteen te doen gaan. Den ganschen nacht door hoorde men het volk zijn verontwaardiging, smart en schrik op luide wijze uitdrukken. Dames uit den fatsoenlijken stand liepen door de straten, zich het haar uit het hoofd rukkende, hare kanten mutsen onder de voeten vertredende en uitroe pende: „wat zal met onze kinderen gebeuren De soldaten zoo dronken als nuchteren liepen in verwarring door elkander, blootshoofds, niet gebroken sabels en als kinderen weenende en snikkende: „Och arm Metz!" riepen zij uit, ^eenmaal de fierste aller ste den Welk een ramp! welk een ellende! Wij zijn verraden en verkocht, geworden Alles is verloren 'tIs gedaan niet Frankrijk De landweer-troepen, die deel uitgemaakt hebben van het belegeringscorps voor Metz, zijn naar hunne haardsteden teruggezonden. De thyphus en de pokken heerschen nog voort durend te Metz. Dagelijks worden groote hoeveelheden levensmiddelen aangevoerd. Tours, 1 Nov. In eene proclamatie aan het leger zegt Gambetta: „Soldatengij werdt verraden maar niet onteerd. Gij zijt thans van ïuve onwaardigo chefs bevrijdt. Strijdt voor het heil van het vaderland, voor mve haard stellen, uwe familie, voor Frankrijk, voor u zelf. Wreekt uwe eer, die Frankrijks eer is. Uwe broeders van het Rij 11 leger hebben tegen de lafhartige overgave gepro testeerd de kapituiatie vervloekt en haar niet willen erkennen. Het lot van het vaderland is in uwe handen." Yer»allles2 Nov. Gisteren middag heeft de heer Thiers met graaf Bismarck een onderhoud gehad, hetwelk drie uren heeft geduurd. Heden morgen vroeg heeft hij den Koniug eene mili taire conferentie plaats gehad, waarbij graaf Bismarck tegenwoordig was. J Des namiddags ten twee ure heeft graaf von Bismarck eene tweede conferentie met den heer Thiers gehad. De Wurtembevgsche Staats-Anzeiger beeft dezer dagen erkend dat de toestand der in Frankrijk staande Pruissisclie troepen alles behalve bevredigend is. Dege lijks toch worden tusschen de 600 en 1,000 ljjders ann dysenterie of typhus naar Duitschland "Vervoerd. Zeer klaagt 'tbl'ad over de middelen tot vervoer der zieken en gewonden. Te Keulen is de eerste bezending Franschen uit Metz aangekomen. Alleen over genoemde stad zullen 60,000 gevangenen naar de Duitsche vesting worden gevoerd. In de Duitsche bladen w'ordt geannonceerd dat te Minden waar zich een kamp van 2 a 3000 Fransche krijgsgevangenen bevindt, die ongel 11 kltiggen tegen een entree van 21/., silbergr. kunnen bezigtigd worden. O, beschaving, o, inenschelijkheidhoe zeer zijt gij verbasterd Zondag avond omstreeks 9 11 reheeft te Brussel een ijsselijk drama plaats gehad in de woning der modiste mevr. Gilsoul Voor ongeveer drie weken had deze de tweede ver dieping barer woning verhuurd aan eene Hongaarsche gravin,.mevr. de M. Drie dagen geledon, was de mar kies X. uit Spa aangekomen en had zich bij deze begeven. Zondag avond ten 5 ure gingen de markies en mevr. de M. te zamen uit, ten einde te gaan dineren. Omstreeks negen ure kwamen bevelen in de woning van de gravin terug, doch naauwnlijks waren zij eeni- gen tijd aldaar of men hoorde pistoolschoten. De mar kies en de gravin werden badende in hun bloed ge vonden. De policie onniiddelijk verwittigd zijnde deden de genees heeren onderzoek en ontdekte men dat de gravin een revolverschot in de borst ontvangen had; de kogel was evenwel niet doorgedrongen en had slechts het vleesch op eenige plaatsen gekwetst. De markies was door zes revolverschoten in de rigting van het hart doodelijk getroffen. Uit het geregtelijk onderzoek bleek, dat de markies, in eene vlaag van jaloersheid getracht heeft de gravin te dooden en daarna zich zelve van het leven heeft willen berooven. De markies is Maandagmiddag aan de bekomen won den overleden. De gravin is de weduwe van een Hon- gaarschen graaf, slechts 35 jaren ond en van eene zeldzame schoonheid. Haar toestand is zeer voldoende. Tinssel 2 Nov. De Hessische Morgenzeitung be vestigt liet bericht dat keizerin Eugenie te Wilhemshöhe is aangekomen. Gisteren avond was zij nog daar, zij bewaart liet strenste incognito. Bazaine is met ne»en officieren waaronder kolonel Villette, eergisteren avond gearriveerd, en in het hotel Nord afgestapt, waar 90 kamers voor Fransche officieren zijn besproken. Prins M11 rat is hier aangekomen, 78 officieren zijn hier door getrokken zonder zich op te houden. Canroberten Lebocuf zijn heden morgen gearriveerd. Grravonlmjsfo, 2 Nov. De houding van den minister van koloniën, de heer 'de Waalin de zaak der wijziging van het Preanger-sjelsel wordt ten strengste afgekeurd. Uit de Javq&che Courant toch blijkt, dat deze zaak reeds in Indie was beslist, terwijl er hierin de Staten-Geueraal oyer werd beraadslaagd. De be- slniten v*an den Gouverneur-Generaal zijn gedagteekend van den 10 September, terwijl eerst op 22 October de Tweede Kamer deze wijziging met eene meerderheid van slechts drie stemmen goedkeurde en de Eerste Ka- haar votum nog moet uitbrengen. De Kamers discusseerden dus en zullen nog discus- seeren over eene wijziging, welke reeds is uitgevoerd! Middel I'mi*<>-2 Nov. Gisteren avond is de najaars-vergadering der provinciale staten door den commissaris dos kouings geopend 33 leden waren tegen woordig. Na goedkeuring der ingekomen geloofsbrieven, hebben de nieuw gekozen leden Mr. F. J. Brevet en' B. G. van der Have de vereischte eeden afgelegd en zitting genomen. Nadat mededeeling der ingekomen stukken was ge daan en de vergadering in afdeelingen was gesplitst, is de eerst volgende openbare zitting bepaald op Vrij dag a. s. Zierikaiee, 4 Nov. Naar men verneemt, is de heer J. H. van Dale, hoofdonderwijzer aan de openbare school te Sluis, andermaal uitgenoodigd mederedacteur te worden van het Ned. Woordenboek. Als een buiteugewoon geval van lioogen ouderdom deelen wij mede dat er in het dorp Westergeest een huisgezin woont, bestaande uit vader uiet twee zoons en twee dochters, waarvan de vader 93 '/.2de zoons en dochters respectivelijk 70'/2, 6B"l/o68'/2 en 55 jaren oud zijn, dus te zamen 351 tellende. De oude vader was tot op 82jarigeu leeftijd hoofdonderwijzer aldaar eu is, hoewel hij natuurlijk met de gebreken der ouder- doins heeft te kampen naar ligchaam en geest nog vrij hecht. De ultramontaansche Noord-Holland er meldt het volgend staaltje van volksontwikkeling: „In een dorp van Noord-Holland had Dingsdag 11., bij gelegenheid van het prachtig noorderlichthet volgende plaats; „Ettelijke bewoners van dat dorp kwamen ongeveer ten 7 lire naar buiten, wijl zij meenden, dat er ergens in den omtrek brand was. Zij merkten evenwel spoedig op, dat dit het geval niet was. Algemeen was nu liet gevoelen, dat „Parijs in de lucht sprong" en dat dit dien vurigen gloed verspreidde. Een meisje echter, dat uiet in de politiek was ingewijd, begon ijlings te kermen: „0 God, de wereld vergaat!" Dit had een aanstekenden invloed op geheel het gezin, waartoe zij behoorde. De kinderen, die reeds te bed lagen, sprongen op, uitroe pende: „De wereld vergaat!" Zij, die op dat heldere denkbeeld was gekomen, was uiet van haar voornemen af te brengen om het eind der wereld in de kerk af te wachten en ijlde derwaarts. De man des huizes beproefde te vergeefs zijn gezin, vooral de vrouwelijke leden, tot bedaren te brengen. „H011 je bek!'1 zei hij tot zijne vrouw, die niet de noodige stilzwijgendheid in acht nam. „Ik wil mijn b.. nog niet houden antwoordde zijne wederhelft„straks als de wereld vergaatmoet ik 't wel voor altijd doen „Eindelijk wist een verstandig buurman het opgewon den gezin tot bedaren te brengen, en liet te overtuigen, dat de wereld niet verging. Evenwel bleef bij velen de vaste meening bestaan, dat toch minstens" „Parijs in de lucht gesprongen was." Eetie zorgvuldige moeder nam zelfs haar kind, dat te midden van al dit gerucht, even als anderen, naar buiten was gekomen, mede in huis, uit vrees dat soms een steen van Parijs, dat in de lucht sprong, haar kind zou kwetsen."

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Nieuwsbode | 1870 | | pagina 1