ZIERIKZEESCHE MEl'WSBODE. n, 27st0 Jaarg. Donderdag 27 October 1870. J\o. 2842. Besluren en Administratien. K ennisgeving. N i euwstij dingen. @wgjeliJtiro3sr. SJnixipnlmtg. criant. i te be- dat de scheiden te ver woont middel Op het Postkantoor te Zierikzee zijn onderstaande brieven bezorgd, geadresseerd aan personen wier namen ter plaats van bestemming onbekend zijn: Gedurende de maand Julij 1870. Verzonden geweest naar BELG IE. Een aan Ch. MARRÉ te Luik. Mej. IJZERMANS te Brussel. Van het Hulpkantoor ie BRUINISSE. Een aan PUIJERING te Bever en. Gedurende de 1ste helft der maand September 1870. Een aan var beu SCHELDE te Amsterdam. A. KOPPENS te Brielle. de JONG idem. PREUTE te Kappelle. WITTERMANS te Goes. G. KLAASSEN te 's Grcivesande. G. V. P. BROUWER te Niemverkerk. K. SCHOONHOVEN te Oud-Vossemeer C. BERKHOUT te Tilburg. De BURGEMEESTER van Zierikzee brengt ter kennis van de Ingezetenen dat er op Donderdag den 27 dezer, des namiddags te zes ure op het Raadhuis alhier, eene openbare Vergadering van den Gemeente-Raad zal gehouden worden. Zierikzee, den 24 October 1870. De Burgemeester, B. C. CAU. Bekendmaking. De BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Zierikzee; Gezien art. 11 van het Koninklijk besluit van den 9den November 1851 (Staatsblad no. 142), en dat van den llden Augustus 1859 (Staatsblad no. 80) Brengen bij deze ter kennis van belanghebbenden dat op Woensdag den 80sten November e. k. eene Ver gadering van Kiesgeregtigden zal worden gehouden op het Raadhuis dezer gemeente van 's morgens 9 tot 12 uur ter verkiezing van drie leden in de .Kamer van Koophandel en Fabrieken in deze gemeente-voor de met Bisten December aanstaande twee aftrede ode heeren J. A. van der Halen, en II. Gr. Mulock Houwer, en ter aanvulling van de vacatureontstaan door het overlijden van het lid, den Heer H. A. van Ussel steijn, waartoe aan eiken Kiezer zal worden te buis bezorgd een gesloten brief van oproeping, bevattende twee stem briefjes (waarvan ééb gekleurd) zijnde bet witte stem briefje bestemd voor de verkiezing van leden voor de twee aftredenden en het gekleurde voor die van een lid, ter aanvulling van de plaats voor bet overleden lid. Wijders dat de opgemaakte lijst van Kiesgeregtigden van Maandag den 24sten dezer af, ter inzage ligt op de Gemeente-Secretarie, waartegen gedurende acht dagen bezwaren bjj het bestuur kunnen worden ingeleverd. Zierikzee, den 19 October 1870. De Burgemeester B. C. CAU. De Secretaris J. P. N. ERMERINS. Loiicleii24 Oct. Een brief van de heeren Ba ring Brothers is verschenen, waarin zij verklaren dat de keizer der Franscben nooit eenige fondsen bij hen gedeponeerd heeft. Het garnizoen van Parijs heeft den 21 twee uitvallen gedaan, die teruggeslagen zijn geworden. De Pruissen verwachten weldra een uitval met aanzienlijke raagt. Volgens gerucht is een afgevaardigde van Versailles in Engeland gekomen om over zekere voorstellen te spreken, die den terugkeer der keizerin in Frankrijk ten doel hebben. De koning der Belgen heeft 50,000 francs gezonden ten behoeve van de Duitsche gekwesten. Op een der werven te New-Castle on Tyne heeft een ontzettend ongeluk plaats gehad. Een in aanbouw zijnd ijzeren vaartuig sloeg plotseling om en verpletterde eenige arbeiders die beneden werkzaam waven. Men weet nog niet hoe groot het aantal dooden is, doch reeds zijn zes lijken te voorschijn gebragt, zes andere kan men zien liggen, en men vreest dat er wel 20 tot 30 zwaar verwond zijn. Onder de papieren op de Tuileriën, zijn nog gevon den: een brief van de beruchte giftmengster Lafarge, aan den prins-president der Fransche republiek, om te danken voor de verandering van bare doodstraf in levens lange gevangenisstraf; een brief van Pinard aan Conti, tot aanbeveling van Ganesco, den bekenden voorma,ligen redacteur der te Frankfort verschijnende Europebrieven van genoemde Ganesco aan Conti, waarin hij den keizer ajjne diensten aanbiedt; de rekening der onkosten van de verkiezing van Terme, redacteur van de Peuyle, tegen over Gambetta, ten bedrage van fr. 14,721,75brieven van madame Beauregard en aanteekeniugen betref fende de sommen, door den keizer haar uitbetaald. Met deze dame, vroeger miss Howard, had de keizer in Londen kennis gemaakt. Haar vrij groot vermogen stelde zij beschikbaar om den coup d'état te doen gelukken. Ver scheidene malen heeft zij de schulden voor haren minnaar betaald, o. a. ten jare 1851, wissels die hij Montaut, een wisselaar in het Palais-Royal, geprotesteerd waren ge worden. Miss Howard was moeder van twee knapen die prins Napoleon tot vader hadden en bij een predikant in de omstreken van Heidelberg, hunne opleiding genoten. Nadat Lodewijk Napoleon keizer geworden was, deed. hij zijn best de vroeger door hem aangegane schulden te betalen. Een notitie, door hem zei ven geschreven, wijst de sommen aan, welke de voormalige miss Howard van 14 Mei 1853 tot 1 Jan. 1855 van hem ontving eu deze sommen beloopen niet minder dan 5,449,000 fr. Het huwelijk van den keizer me.t gravin Eugenia Montijo, maakte deze financiële afdoening noodig, doch miss Ho ward was met de getroffen schikking niet tevreden. Ook zij was, in dien tussclientijd. gehuwd en moeder van een kind geworden. In een brief van 24- Julij 1855, beklaagt deze avontuurlijke dame zich zeer bitter, dat de keizer zijne verpligtingen niet is nagekomen. „Ik reken op u", schrijft zij aan Mocquard, Napoleon's Ka binet-secretaris „gij zult aan zoo.veol lijden een einde makende keizer is te goed, dan dat hij eene vrouw, welke hij eenmaal zoo teeder bemind heeft, in een valscbe positie zou kuneu laten." Het volgende i9 eene beschrijving van het inwendige voorkomen van Parijs. „Op de drukst bezochte gedeelten van de boulevards zijn aan touwen, die van den eenen boom tot den anderen gespannen zijn, spotprenten opgehangen die op de jongste gebeurtenissen betrekking hebben. Napoleon, de koning van Pruissen en graaf Bismarck zijn de voorwerpen der bespotting. Op de straat worden te koop geboden, degen stokken om Pruissen te doorboren, lederen en metalen borst harnassen en vilten pleisters, die met- een lint om den hals worden gehangen tot beveiliging der borat tegen geweerkogels; ook i9 er groote voorraad van gordels, ransels en andere stuk ken, behooreudc tot de uitrusting van dernobiele.cn nationale garde. „In de kleermakers uitstallingen ziet men uiet9 dan unifor men voor nationale garden eu vrijwilligers, en de hoedenmakers hebben niets te koop dan allerlei soorten van kepi's eu dekens voor de soldaten, die den nacht onder den blooten hemel door brengen. „De 9meden verkoopen kleine ijzeren kisten, om papieren van waarde te begraven; de apothekers vijzelen de voortreffe lijke eigenschappen op van het „patronen verhand" voor alle soorten van kwetsuren, welk verband oogenblikkelijk het bloed verlies tegengaatterwijl de papierverkooper9 hunne winkelkasten hebben opgevuld met een nieuwe soort van papier dat fijn als gaas is, en met de nieuwe postkaarten ter verzending voor de postballons geschikt is. „Die ballons zijn zeker in de tegenwoordige omstandigheden zeer gemakkelijk, maar onaangenaam is dc onzekerheid van het vertrek ten gevolge van ongunstigen wind. Men kan zich haast niet voorstellendat in dezen tijdwaarin gehcele dépêches binnen weinige minuten de overzijde vanAen Atlantischen oceaan bereiken twee millioen menschen in de hoofdstad der beschaafde wereld opgesloten, van luim en willekeur des winds af hangen om een enkel woord aan hunne betrekkingen en vrienden daar buiten te doen toekomen." Als in de tijden der groote republiek vragen ook de vrouwen te Parijs wapenen. Een 800fcal hebben een comité opgerigt, dat zij „het comité van de vrouwen uit de straat Arras" noemen en de bestemming zal hebben om de mannen te vervangen bij de verpleging der gewonden en, zoo noodig, op de wallen. Blijkens particuliere berigten uit Parijs heeft de regeriug, tengevolge van de schaarsclite van het vleesoh tot het aankoopen en inzouten van paardenvleesch de toevlugt genomen ook vreest men de weinige over gebleven melkkoeijen te zullen moeten slagten daar het voeder begint te ontbreken en de veeziekte groote verwoestingen aanrigt. Uit Tours wordt verzekerd dat alle ministers achtereenvolgens Parijs per ballon verlaten zullen. Sedert geruimen tjjd na de insluiting van Parijs hebben de leden der provisionele regering aldaar in regt- streeksche verbinding gestaan met het noorden en het zuiden van Frankrijk, zonder dat het leger, hetwelk de stad aan alle zijden omringthet geheim wist op te sporen. Men bad allerlei pogingen tot dat einde aan gewend, maar te vergeefs. Onverwachts zou men tot het beoogde doel geraken. Voor eenigen tijd ontvingen de kroonprins, de heer von Bismarck en de generaal von Moltkezoo zegt de Constitutionnel, herhaaldelijk brieven kennelijk door een vrouwenhand geschreven waarin werd gevraagddat nogingen zouden worden aangewend tot bevrijding van d.°.n echtgenoot der briefschrijfster dien de Franschen te Montereau in de gevangenis hadden geworpen. „Stelt men mijn echtgenoot in vrijheid," zeicle de schrijfster, „dan bewijst rnen mij een gewigtigen dienst, waarvoor ik bereid ben een niet minder gewigtigen dienst te verrigt'en door een belangrijk geheim te openbaren." Aanv ankelijk werd op die brieven geen acht geslagen, uithoofde dergelijke en andere missives in menigte door genoemde? personen schier dagelijks worden ontvangen. In den ochtend vau 25 September werd aan den heer von Bisn mrek door diens kamerdienaar geboodschapt dat eene jonge dame dringend verlangde hem te spre ken. Onuerwijld toegelaten wordende deelde zij heiu mede, dat" zij de schrijfster der brieven was, waarin de bevrijding- werd gevraagd van haar echtgenoot, die zich in handen, der Franschen bevond. De bedoelde persoon was Jose.pli Lanzer, genaturaliseerd Franschman, maar Hongaar van geboorte en Israëliet, indertijd belast ge worden inet het leggen van een onderaardschen tele graafdraad naar Parijs en Tours en tusschen de hoofdstad eu Rouiian. Nadat hij dit belangrijke werk had verrigt, was hij uit Parijs naar Montereau gezonden, met last, om aldaar het toezigt te houden op werken die aldaar werden uitgevoerd. De generaal Trochu had hem, in schijn, een aanbevelingsbrief medegegeven aan de stedelijke auto riteiten aldaar. Toen hij te Montereau aankwam, bleek het, dat zijn aanbevelingsbrief niets beteekende, want men gaf hem te kennen, dat hij ond.er toezigt der politie moest ge plaatst wor<den, op grond, dat hij een vreemdeling van afkomst wïis. Eenige clagen later werd hij bij den maire geroepen, die hem meedeelde, dat in de onmid- delijke nabijheid van den spoorweg van Montereau drie mijnen waren aangelegd, met het deel om den weg te doen springen, indien Duits che troepen per spoor daar over werden vervoerd; die' mijnen wilde men door middel van een telegraafdraad met elkander in verbin ding doeu brengen. Mijn man, zoo zeide de dame, weigerde te gehooi-zamen a-.in het bevel om dat werk tot stand te brengenhij" zeide, dat hij niet naar Moutereau gekomen wasom nieuwe werken aan te maar om het toezigt te houden op reeds ge^ deeltelijk tot stand gebragte werken. Hierop werd bij mishandeld en in de gevangenis geworpeu „en ik vrees," zoo voegde zij erbij, „dat zijn leven in gevaar is." Nadat de vreemde dame de voldoende bewijzen had gegeven, dat zij werkelijk was degeen voor wie zij zich uitgaf, had de heer von Bismarck een onderhoud met den generaal von Moltke. Een paar uur later vertrok een eskadron huzaren naar Montereau. Tegen den avond rukte het in stilte het stadje binnen, tot groote ver bazing der inwoners. Maar wie nog meer verbaasd stond was de maire, dien men arresteerde en bevel gaf om de gevangenis aan te wijzen van den ingenieur Lanzer. Eenige minuten later bevond deze zich op vrije voeten. De aangelegde mijnen werden gevonden en onschadelijk gemaakt en de geheime telegrafische gemeenschap, onder toezigt van den in vrijheid gestelden ingenieur zoo kunstig tot stand gebragt, werd nu spoedig onbruikbaar gemaakt. De abt Charles Loyson, die als pater Hyacinthe de Parijsche gemeente zoo herhaaldelijk door zijne wel sprekendheid wegsleepte, is een der groote voorstanders van den vredebond. Uit eene rededoor hem gehou dennemen wij het vólgende prachtige fragment over: „Wat is er in de wet der tien geboden een zedekundg voor het openbare en bijzondere leven „Gij zult niet dooden zoo luidt het eeuwig gebod. Maar geldt dit slechts hem die laf en wreed in de duisternis zijn slagtoffer vervolgthem een mes in het hart stoot of hem den schedel met een pistool ver plettert Is de moord geen misdaad meerals hij op grooten schaal geschiedtals hjj gepleegd wordt door een vorst of een wetgevende vergadering Hoe Gij kuut zonder Gods wet te verkrachten zonder geweld te doen aan uw menscbelijk geweten zonder op uw voorhoofd het Kaïnsteeken te. planten zonder gloei- jende kolen op uw hoofd te hopen Gij kunt in het aangezicht der geschiedenis wijzen op die uitgestrekte moordvelclen en erter wille uwer luimen en bere keningen millioeuen schepselen vernietigen door het kartetsvuur? Kaïn, Kaïn, waar is uwen broeder Abel? „Gij zult niet dooden zegt de wet en ook „Gjj zult niet stelen Ziedaar een behoeftig man zijn vrouw en kinderen uitgeput door gebrekkwijnen weg op ellendig stroo in een van die holen die men vindt in groote steden waar prachtige paleizen verrijzen. Die manverterende van smartkrankzinnig door de tranen die hij ge dronken heeft van de wangen zijner vrouwvan de handen zijner kinderendie man vergrijpt zich aan een brood aan een stuk gelden schenkt hij al geen vreugdetoch brengt hij leven in de woningen de9 hongers. De menschelijke geregtigheid vervolgt hem zij ontrukt hem aan de zijnen zij treft hem te gelijk in zijn liefde, in zijn eer, in zijn vrijheid. En ziedaar nu een gouvernement, dat droomt van, ik weet niet welke verandering van grensscheiding van ik weet niet welke strikken door den roem aan de vrij heid gespannenenin afwachting van liet oordeel der geschiedenis en het oordeel Gods zal de publieke opinie misschien roemen op den diefstal van zooveel steden en provinciën op de gewelddadige of huichel achtige annexatie van geheel een volk 1 Welnu 1 ik, dienaar van den levenden Godmet de hand op de tien geboden ik dui-f zeggen In het eerste geval als hij heeft gezondigdis het eeu vergeefelijke zonde in het tweede geval is het een doodzonde Bevlijii 24 Oct. Volgens de officieële lijsten medegedeeld door den Staats-Anzeigerbeloopen de verliezen der Pruissen in den tegenwoovdigen oorlog tot den 4den Oct. 11. aan dooden, gewonden en vermis ten te zaraen 49,685 man. Hieronder zijn geen der andere Duitsche staten be grepen. De Beijersche verlieslijsten meldden den dood( v;in den soldaat Teufele, van het 3de reg. infanterie. Zijn bedroefde vader, de burgemeester van Rechtis, liet den 25sten Sept. een plechtige lijkdienst houden,'die naar oud gebruik met een lijkmaal eindigde. Wie beschrijft echter de verbazing van den burgemeester en zijn gas ten, toen de deur openging en de doode zoon gezond en wel binnenkwam. Groot was natuurlijk hunne vreugde en gaarne lieten zij zich door den teruggevonden zoon verhalen dat hij na den slag van Sédan met eenige anderen in een kloof was gedrongen daar zwaar was verwond, en, van zijn regiment afgesneden, later in de doodenlijst werd gebragt. Teufele kwam in een hospi taal werd bij zijn herstel voor den verderen dienst afgekeurd en naar huis gezonden waar hij door een gelukkig toeval juist bij tijds aankwam om zijn lijkmaal bij te wonen. De Duitsche dagbladen zijn voortdurend gevuld met voorbeelden van wraakneming door Fransche boe ren. Op 16 Oct. 11. werden 48 boeren uit den Elzas welke op Duitsche soldaten hadden geschoten en met de wapens in de hand gevat waren naar Ignolstadt overgebragt. Een brief van Livry, nabij Parijsmeldt dat verscheidene soldaten uit Saksen, die het gasthuis hadden verlaten om zich naar hunne regimenten te begeven, aan den zoom van een bosch door zes per sonen in burgerkleêren werden aaugerand, die hen op den grond wierpen, liun de oogen uit bet hoofd staken en daarna de vlucht namen. De toestand te Metz moet in den laatsten tijd aller vreselijkst zijn geworden zoodat de onderhandelingen om tot een kapitulatie te geraken allezins verklaarbaar zijn. De berigten omtrent den inwendigen toestand der vesting komen ditmaat*-niet uit één bron maar uit ver schillende. Al de berigtgevers rondom de Moezelstad komen in de hoofdzaak overeen dat zij het niet lang meer uithouden kan. Ziehier wat b. v. de correspondent der Weser-Zeitung schrijft. »Uit Metz wordt medegedeeld, dat de mobiele garde met de voortzetting der verdediging ontevreden in staat van openlijken opstand voor de woning van maarschalk Bazaine verschenen isom hem tot de overgave der plaats te bewegen. Deserteurs uit Metz die in de laatste dagen bij onderscheidene onzer voor posten vooral bij het 3de korps (bewesten de vesting) zijn aangekomen hebben -deze tijding overgebragt en er bijgevoegddat maarschalk Bazaine tot zijn be scherming vijf mitrailleuses voor zijn paleis geplaatst heeft. De toestand binnen Metz wordt als niet 'langer houdbaar geschilderd. Ziekten en gebrek aan voedsel nopen tot kapitulatie of tot het verlaten der veste. Zelfs brood 'moet niét meer voorhanden zijn. Dat reeds sedert lang als vleeschspijzen paardenvleesch zonder zout werd verstrekt, is bekend. De in de stad aan wezige cavallerie is in infanterie herschapen omdat de paarden geslacht of door gebrek aan voedsel gevallen zijn. Slechts één regiment {garde chasseursindien ik goed verstaan heb) moet nog rossen hebben doeh ook dit zou men bezig zijn op te.eten. Uil. eene andere geloofwaardige bron verneem ik nog, dat Ba zaine reeds gisteren een parlementair naar bet kwartier van het Duitsch oppercommando te Corsey (prins Fre- derik Karei) gezonden heeft; waarschijnlijk zal dus eindelijk de lang verwachte catestrophe komen en het is wel ligt de laatste maal dat ik te schrjjven had *voor Metz niets nieuws De runderpest breidt zich in Frankrijk steeds ver der uit en rigt er groote verwoestingen aan. Door de militaire gebeurtenissen, is het onmogelijk de besmet ting tegen te gaau. De berigten uit Duitschland zijn deze week iets ge ruststellender. Krachtige maatregelen tot beteugeling der ziekte worden daar genomen. Op den weg naar ieder dorp waar de runderpest is uitgebroken leest men op een paal „runderpest." In de nabijheid bevindt eene wacht soldaten, die bevel bekomen hebben menscli noch dier te laten passeren, zonder eene speciale ver gunning en na eenigen tijd vertoefd te hebben in eene kamer ter ontsmetting ingerigt. Op deze wijze blijft de ziekte meer gelocaliseert. 24 Oct. Er heeff zich een par- mament vaderlandsch comité gevormd om te waken over het vaderland en de machiuatien van de buiten- landsclie pers die aan de neutraliteit van Luxemburg vijandig is, te doen mislukken. Het comité is zaam- gesteld uit gedelegeerden van de talrijke corporation des lands. Deze maatregel verlevendigt de hoopaan gezien de geheele bevolking zich verklaart tegen het plan om Lotharingen voor Frankrijk te behouden, met opoffering van Luxemburg. Algemeen verklaart men zich tegen eene inly ving bij Duitschland. üSiMissel 9 24 Oct. Als stellig wordt verzekerd dat Frankrijk met een Engelsch liuis een leening vau 250 millioen franken gesloten beeft. De koers van uitgifte is 85 pCt.zij zal een rente dragen van 6 pCt. en in 34 jaren worden afgelost. Brussel, 25 Oct. Particuliere berigten bevestigen de mededeelingen van Pruissïsche zijde gedaanten opzïgte van de ellende welke binnen Metz heersclit. Bijna alle paarden der cavalerie zijn op bevel van Bazaine geslagt, aangezien vleescli en fourage niet te verkrijgen waven. Bazaine heeft den inwoners gelast om de matrassen in te leveren opdat zijten behoeve van de paardenontdaan konden worden van het stroo. De soldaten deserteren om niet van honger te*sterven bij honderden. De inwonen?" zenden aanhoudend depu- tatiën naar den Maarschalk om hem te smeeken te capituleren. Zulk een deputatie werd den 18den ont vangen en kwam in de stad terug onder den indruk dat de overgave aanstaande was. ScheTeniagen24 Oct. Een onzer pinken heeft eene zeer avontuurlijke en ongelukkige reis gehad. Deze pink was vóór acht dagen vertrokken toen zij ter haringvisscherij was, naderde een vreemde visscher, die hare uitgezette 22 haringnetten afkapte en meenam. Ouder de Engelsche kust zijnde, spoedde de stuurman zich naar onzen consul te Yarmouth om van dezen zeeroof kennis te geven; digt onder de Engelsche kust, werd zijne aandacht getrokken door een wrakdat op een bauk vastzat en waarop zich tien menschen waaronder eene vrouw, bevonden. Hij had het geluk die menschen te redden een oogenblilc vóór dat het schip, hetwelk bleek te zijn eene Engelsche bark, van Konstantinopel naar Huil bestemd, met eene lading graan en suiker, uiteensloeg. Aldus met 10 man meer en 20 haringnetten minder aan boord bereikte onze Scheveningsche visscher Yarmouth en verkreeg werkelijk hulp om haar eigendom terug te krijgen. De kapervisscher werd weldra ontdekt, doch de be manning nam zulk eene dreigende houding aan dat het geraden scheen voorshands het gestolen vischtuig in handen van den kaper te laten. De Scheveningsche visscher genoot alzoo de voldoe ning van al is het niet eene fraaije partij haring, dan toch 10 menschen op het drooge gebragt te hebben. Bergen-op-Zooiii23 Oct. De oesterbank van Yerseke op de Oosterschelde, die na de beruchte ex ploitatie van October 1868, dit jaar door het bestuur der visscherijen en Zeeuwsche stroomen te Tholen in perceelei^ van 5 en van 10 hectaren oppervlakte in het openbaar verpacht werd, is sedert den lsten dezer maand geopend en levert den pachters goede verdiensten op, wanneer men in aanmerking neemt, dat de visschers, in weerwil van de aanzienlijke pachtsom gemiddeld be rekent op ƒ75 'sjaars per boot, elk dagelijks 3000 oesters vangen, die op stroom en aau de wal van ƒ3 '/2 tot 4 de 100 stuks, gretig van de hand gaau. De visschers, welke niet gepacht hebbenmoeten zich generen met het korren van oesters op den zoogenaamden Broek van den hoogen Kraaijer tot de zwarte ton en de laagte nabij Tholen en vangen daags per boot niet meer dan 100 stuks oesters. Mi<l«IelI>urgf'24 Oct. Gisteren morgen is uit de kade alhier opgehaald het ljjk van iemand, die be hoorde tot de bemanning van het schip de wouw Agnes, varende tusschen Middelburg en Antwerpen v. v. Hij is vermoedelijk bij het des nachts aan boord komen in het water gevallen, en gestikt. Het lijk is ten minste gevonden, met het gelaat in den modder, tusschen den muur der kade en het genoemde schip. Zjj die zich aan boord bevonden hadden van het ongeval niets be merkt. De man schijnt ook geen pogingen tot redding meer te hebben kunnen aanwenden, daar hij gevonden is met de handen in zijne broekzakken, en geen sporen van door hem gemaakte bewegingen in den modder aanwezig waven.

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Nieuwsbode | 1870 | | pagina 1