ZIERIKZEESCHE MEl'WSBODE.
n,
27st0 Jaarg.
Donderdag 27 October 1870.
J\o. 2842.
Besluren en Administratien.
K
ennisgeving.
N i euwstij dingen.
@wgjeliJtiro3sr.
SJnixipnlmtg.
criant.
i te be-
dat de
scheiden
te ver
woont
middel
Op het Postkantoor te Zierikzee zijn onderstaande
brieven bezorgd, geadresseerd aan personen wier namen
ter plaats van bestemming onbekend zijn:
Gedurende de maand Julij 1870.
Verzonden geweest naar BELG IE.
Een aan Ch. MARRÉ te Luik.
Mej. IJZERMANS te Brussel.
Van het Hulpkantoor ie BRUINISSE.
Een aan PUIJERING te Bever en.
Gedurende de 1ste helft der maand September 1870.
Een aan var beu SCHELDE te Amsterdam.
A. KOPPENS te Brielle.
de JONG idem.
PREUTE te Kappelle.
WITTERMANS te Goes.
G. KLAASSEN te 's Grcivesande.
G. V. P. BROUWER te Niemverkerk.
K. SCHOONHOVEN te Oud-Vossemeer
C. BERKHOUT te Tilburg.
De BURGEMEESTER van Zierikzee brengt ter kennis
van de Ingezetenen dat er op Donderdag den 27 dezer,
des namiddags te zes ure op het Raadhuis alhier,
eene openbare Vergadering van den Gemeente-Raad zal
gehouden worden.
Zierikzee, den 24 October 1870.
De Burgemeester,
B. C. CAU.
Bekendmaking.
De BURGEMEESTER en WETHOUDERS
van Zierikzee;
Gezien art. 11 van het Koninklijk besluit van den
9den November 1851 (Staatsblad no. 142), en dat van
den llden Augustus 1859 (Staatsblad no. 80)
Brengen bij deze ter kennis van belanghebbenden
dat op Woensdag den 80sten November e. k. eene Ver
gadering van Kiesgeregtigden zal worden gehouden op
het Raadhuis dezer gemeente van 's morgens 9 tot 12
uur ter verkiezing van drie leden in de .Kamer van
Koophandel en Fabrieken in deze gemeente-voor de
met Bisten December aanstaande twee aftrede ode heeren
J. A. van der Halen, en
II. Gr. Mulock Houwer,
en ter aanvulling van de vacatureontstaan door het
overlijden van het lid, den Heer
H. A. van Ussel steijn,
waartoe aan eiken Kiezer zal worden te buis bezorgd
een gesloten brief van oproeping, bevattende twee stem
briefjes (waarvan ééb gekleurd) zijnde bet witte stem
briefje bestemd voor de verkiezing van leden voor de
twee aftredenden en het gekleurde voor die van een
lid, ter aanvulling van de plaats voor bet overleden lid.
Wijders dat de opgemaakte lijst van Kiesgeregtigden
van Maandag den 24sten dezer af, ter inzage ligt op
de Gemeente-Secretarie, waartegen gedurende acht dagen
bezwaren bjj het bestuur kunnen worden ingeleverd.
Zierikzee, den 19 October 1870.
De Burgemeester
B. C. CAU.
De Secretaris
J. P. N. ERMERINS.
Loiicleii24 Oct. Een brief van de heeren Ba
ring Brothers is verschenen, waarin zij verklaren dat
de keizer der Franscben nooit eenige fondsen bij hen
gedeponeerd heeft.
Het garnizoen van Parijs heeft den 21 twee uitvallen
gedaan, die teruggeslagen zijn geworden. De Pruissen
verwachten weldra een uitval met aanzienlijke raagt.
Volgens gerucht is een afgevaardigde van Versailles
in Engeland gekomen om over zekere voorstellen te
spreken, die den terugkeer der keizerin in Frankrijk ten
doel hebben.
De koning der Belgen heeft 50,000 francs gezonden
ten behoeve van de Duitsche gekwesten.
Op een der werven te New-Castle on Tyne heeft
een ontzettend ongeluk plaats gehad. Een in aanbouw
zijnd ijzeren vaartuig sloeg plotseling om en verpletterde
eenige arbeiders die beneden werkzaam waven. Men
weet nog niet hoe groot het aantal dooden is, doch reeds
zijn zes lijken te voorschijn gebragt, zes andere kan
men zien liggen, en men vreest dat er wel 20 tot 30
zwaar verwond zijn.
Onder de papieren op de Tuileriën, zijn nog gevon
den: een brief van de beruchte giftmengster Lafarge,
aan den prins-president der Fransche republiek, om te
danken voor de verandering van bare doodstraf in levens
lange gevangenisstraf; een brief van Pinard aan Conti,
tot aanbeveling van Ganesco, den bekenden voorma,ligen
redacteur der te Frankfort verschijnende Europebrieven
van genoemde Ganesco aan Conti, waarin hij den keizer
ajjne diensten aanbiedt; de rekening der onkosten van
de verkiezing van Terme, redacteur van de Peuyle, tegen
over Gambetta, ten bedrage van fr. 14,721,75brieven
van madame Beauregard en aanteekeniugen betref
fende de sommen, door den keizer haar uitbetaald. Met
deze dame, vroeger miss Howard, had de keizer in Londen
kennis gemaakt. Haar vrij groot vermogen stelde zij
beschikbaar om den coup d'état te doen gelukken. Ver
scheidene malen heeft zij de schulden voor haren minnaar
betaald, o. a. ten jare 1851, wissels die hij Montaut, een
wisselaar in het Palais-Royal, geprotesteerd waren ge
worden. Miss Howard was moeder van twee knapen die
prins Napoleon tot vader hadden en bij een predikant
in de omstreken van Heidelberg, hunne opleiding genoten.
Nadat Lodewijk Napoleon keizer geworden was, deed.
hij zijn best de vroeger door hem aangegane schulden
te betalen. Een notitie, door hem zei ven geschreven,
wijst de sommen aan, welke de voormalige miss Howard
van 14 Mei 1853 tot 1 Jan. 1855 van hem ontving eu
deze sommen beloopen niet minder dan 5,449,000 fr.
Het huwelijk van den keizer me.t gravin Eugenia Montijo,
maakte deze financiële afdoening noodig, doch miss Ho
ward was met de getroffen schikking niet tevreden. Ook
zij was, in dien tussclientijd. gehuwd en moeder van
een kind geworden. In een brief van 24- Julij 1855,
beklaagt deze avontuurlijke dame zich zeer bitter, dat
de keizer zijne verpligtingen niet is nagekomen. „Ik
reken op u", schrijft zij aan Mocquard, Napoleon's Ka
binet-secretaris „gij zult aan zoo.veol lijden een einde
makende keizer is te goed, dan dat hij eene vrouw,
welke hij eenmaal zoo teeder bemind heeft, in een valscbe
positie zou kuneu laten."
Het volgende i9 eene beschrijving van het inwendige
voorkomen van Parijs. „Op de drukst bezochte gedeelten
van de boulevards zijn aan touwen, die van den eenen
boom tot den anderen gespannen zijn, spotprenten opgehangen
die op de jongste gebeurtenissen betrekking hebben. Napoleon,
de koning van Pruissen en graaf Bismarck zijn de voorwerpen
der bespotting. Op de straat worden te koop geboden, degen
stokken om Pruissen te doorboren, lederen en metalen borst
harnassen en vilten pleisters, die met- een lint om den hals
worden gehangen tot beveiliging der borat tegen geweerkogels;
ook i9 er groote voorraad van gordels, ransels en andere stuk
ken, behooreudc tot de uitrusting van dernobiele.cn nationale
garde.
„In de kleermakers uitstallingen ziet men uiet9 dan unifor
men voor nationale garden eu vrijwilligers, en de hoedenmakers
hebben niets te koop dan allerlei soorten van kepi's eu dekens
voor de soldaten, die den nacht onder den blooten hemel door
brengen.
„De 9meden verkoopen kleine ijzeren kisten, om papieren
van waarde te begraven; de apothekers vijzelen de voortreffe
lijke eigenschappen op van het „patronen verhand" voor alle
soorten van kwetsuren, welk verband oogenblikkelijk het bloed
verlies tegengaatterwijl de papierverkooper9 hunne winkelkasten
hebben opgevuld met een nieuwe soort van papier dat fijn als
gaas is, en met de nieuwe postkaarten ter verzending voor de
postballons geschikt is.
„Die ballons zijn zeker in de tegenwoordige omstandigheden
zeer gemakkelijk, maar onaangenaam is dc onzekerheid van het
vertrek ten gevolge van ongunstigen wind. Men kan zich haast
niet voorstellendat in dezen tijdwaarin gehcele dépêches
binnen weinige minuten de overzijde vanAen Atlantischen oceaan
bereiken twee millioen menschen in de hoofdstad der beschaafde
wereld opgesloten, van luim en willekeur des winds af hangen
om een enkel woord aan hunne betrekkingen en vrienden daar
buiten te doen toekomen."
Als in de tijden der groote republiek vragen ook
de vrouwen te Parijs wapenen. Een 800fcal hebben een
comité opgerigt, dat zij „het comité van de vrouwen
uit de straat Arras" noemen en de bestemming zal
hebben om de mannen te vervangen bij de verpleging
der gewonden en, zoo noodig, op de wallen.
Blijkens particuliere berigten uit Parijs heeft de
regeriug, tengevolge van de schaarsclite van het vleesoh
tot het aankoopen en inzouten van paardenvleesch de
toevlugt genomen ook vreest men de weinige over
gebleven melkkoeijen te zullen moeten slagten daar
het voeder begint te ontbreken en de veeziekte groote
verwoestingen aanrigt.
Uit Tours wordt verzekerd dat alle ministers
achtereenvolgens Parijs per ballon verlaten zullen.
Sedert geruimen tjjd na de insluiting van Parijs
hebben de leden der provisionele regering aldaar in regt-
streeksche verbinding gestaan met het noorden en het
zuiden van Frankrijk, zonder dat het leger, hetwelk de
stad aan alle zijden omringthet geheim wist op te
sporen. Men bad allerlei pogingen tot dat einde aan
gewend, maar te vergeefs.
Onverwachts zou men tot het beoogde doel geraken.
Voor eenigen tijd ontvingen de kroonprins, de heer von
Bismarck en de generaal von Moltkezoo zegt de
Constitutionnel, herhaaldelijk brieven kennelijk door een
vrouwenhand geschreven waarin werd gevraagddat
nogingen zouden worden aangewend tot bevrijding van
d.°.n echtgenoot der briefschrijfster dien de Franschen
te Montereau in de gevangenis hadden geworpen. „Stelt
men mijn echtgenoot in vrijheid," zeicle de schrijfster,
„dan bewijst rnen mij een gewigtigen dienst, waarvoor
ik bereid ben een niet minder gewigtigen dienst te
verrigt'en door een belangrijk geheim te openbaren."
Aanv ankelijk werd op die brieven geen acht geslagen,
uithoofde dergelijke en andere missives in menigte door
genoemde? personen schier dagelijks worden ontvangen.
In den ochtend vau 25 September werd aan den heer
von Bisn mrek door diens kamerdienaar geboodschapt
dat eene jonge dame dringend verlangde hem te spre
ken. Onuerwijld toegelaten wordende deelde zij heiu
mede, dat" zij de schrijfster der brieven was, waarin de
bevrijding- werd gevraagd van haar echtgenoot, die zich
in handen, der Franschen bevond. De bedoelde persoon
was Jose.pli Lanzer, genaturaliseerd Franschman, maar
Hongaar van geboorte en Israëliet, indertijd belast ge
worden inet het leggen van een onderaardschen tele
graafdraad naar Parijs en Tours en tusschen de hoofdstad
eu Rouiian.
Nadat hij dit belangrijke werk had verrigt, was hij
uit Parijs naar Montereau gezonden, met last, om aldaar
het toezigt te houden op werken die aldaar werden
uitgevoerd. De generaal Trochu had hem, in schijn, een
aanbevelingsbrief medegegeven aan de stedelijke auto
riteiten aldaar.
Toen hij te Montereau aankwam, bleek het, dat zijn
aanbevelingsbrief niets beteekende, want men gaf hem
te kennen, dat hij ond.er toezigt der politie moest ge
plaatst wor<den, op grond, dat hij een vreemdeling van
afkomst wïis. Eenige clagen later werd hij bij den
maire geroepen, die hem meedeelde, dat in de onmid-
delijke nabijheid van den spoorweg van Montereau drie
mijnen waren aangelegd, met het deel om den weg te
doen springen, indien Duits che troepen per spoor daar
over werden vervoerd; die' mijnen wilde men door
middel van een telegraafdraad met elkander in verbin
ding doeu brengen. Mijn man, zoo zeide de dame,
weigerde te gehooi-zamen a-.in het bevel om dat
werk tot stand te brengenhij" zeide, dat hij niet naar
Moutereau gekomen wasom nieuwe werken aan te
maar om het toezigt te houden op reeds ge^
deeltelijk tot stand gebragte werken. Hierop werd bij
mishandeld en in de gevangenis geworpeu „en ik vrees,"
zoo voegde zij erbij, „dat zijn leven in gevaar is."
Nadat de vreemde dame de voldoende bewijzen had
gegeven, dat zij werkelijk was degeen voor wie zij zich
uitgaf, had de heer von Bismarck een onderhoud met
den generaal von Moltke. Een paar uur later vertrok
een eskadron huzaren naar Montereau. Tegen den avond
rukte het in stilte het stadje binnen, tot groote ver
bazing der inwoners. Maar wie nog meer verbaasd stond
was de maire, dien men arresteerde en bevel gaf om
de gevangenis aan te wijzen van den ingenieur Lanzer.
Eenige minuten later bevond deze zich op vrije voeten.
De aangelegde mijnen werden gevonden en onschadelijk
gemaakt en de geheime telegrafische gemeenschap, onder
toezigt van den in vrijheid gestelden ingenieur zoo kunstig
tot stand gebragt, werd nu spoedig onbruikbaar gemaakt.
De abt Charles Loyson, die als pater Hyacinthe
de Parijsche gemeente zoo herhaaldelijk door zijne wel
sprekendheid wegsleepte, is een der groote voorstanders
van den vredebond. Uit eene rededoor hem gehou
dennemen wij het vólgende prachtige fragment over:
„Wat is er in de wet der tien geboden een zedekundg
voor het openbare en bijzondere leven
„Gij zult niet dooden zoo luidt het eeuwig gebod.
Maar geldt dit slechts hem die laf en wreed in de
duisternis zijn slagtoffer vervolgthem een mes in het
hart stoot of hem den schedel met een pistool ver
plettert Is de moord geen misdaad meerals hij op
grooten schaal geschiedtals hjj gepleegd wordt door
een vorst of een wetgevende vergadering Hoe Gij
kuut zonder Gods wet te verkrachten zonder geweld
te doen aan uw menscbelijk geweten zonder op uw
voorhoofd het Kaïnsteeken te. planten zonder gloei-
jende kolen op uw hoofd te hopen Gij kunt in het
aangezicht der geschiedenis wijzen op die uitgestrekte
moordvelclen en erter wille uwer luimen en bere
keningen millioeuen schepselen vernietigen door het
kartetsvuur? Kaïn, Kaïn, waar is uwen broeder Abel?
„Gij zult niet dooden zegt de wet en ook „Gjj
zult niet stelen
Ziedaar een behoeftig man zijn vrouw en kinderen
uitgeput door gebrekkwijnen weg op ellendig stroo
in een van die holen die men vindt in groote steden
waar prachtige paleizen verrijzen. Die manverterende
van smartkrankzinnig door de tranen die hij ge
dronken heeft van de wangen zijner vrouwvan de
handen zijner kinderendie man vergrijpt zich aan
een brood aan een stuk gelden schenkt hij al geen
vreugdetoch brengt hij leven in de woningen de9
hongers. De menschelijke geregtigheid vervolgt hem
zij ontrukt hem aan de zijnen zij treft hem te gelijk
in zijn liefde, in zijn eer, in zijn vrijheid. En
ziedaar nu een gouvernement, dat droomt van, ik weet
niet welke verandering van grensscheiding van ik
weet niet welke strikken door den roem aan de vrij
heid gespannenenin afwachting van liet oordeel
der geschiedenis en het oordeel Gods zal de publieke
opinie misschien roemen op den diefstal van zooveel
steden en provinciën op de gewelddadige of huichel
achtige annexatie van geheel een volk 1 Welnu 1 ik,
dienaar van den levenden Godmet de hand op de
tien geboden ik dui-f zeggen In het eerste geval
als hij heeft gezondigdis het eeu vergeefelijke zonde
in het tweede geval is het een doodzonde
Bevlijii 24 Oct. Volgens de officieële lijsten
medegedeeld door den Staats-Anzeigerbeloopen de
verliezen der Pruissen in den tegenwoovdigen oorlog
tot den 4den Oct. 11. aan dooden, gewonden en vermis
ten te zaraen 49,685 man.
Hieronder zijn geen der andere Duitsche staten be
grepen.
De Beijersche verlieslijsten meldden den dood( v;in
den soldaat Teufele, van het 3de reg. infanterie. Zijn
bedroefde vader, de burgemeester van Rechtis, liet den
25sten Sept. een plechtige lijkdienst houden,'die naar
oud gebruik met een lijkmaal eindigde. Wie beschrijft
echter de verbazing van den burgemeester en zijn gas
ten, toen de deur openging en de doode zoon gezond
en wel binnenkwam. Groot was natuurlijk hunne vreugde
en gaarne lieten zij zich door den teruggevonden zoon
verhalen dat hij na den slag van Sédan met eenige
anderen in een kloof was gedrongen daar zwaar was
verwond, en, van zijn regiment afgesneden, later in de
doodenlijst werd gebragt. Teufele kwam in een hospi
taal werd bij zijn herstel voor den verderen dienst
afgekeurd en naar huis gezonden waar hij door een
gelukkig toeval juist bij tijds aankwam om zijn lijkmaal
bij te wonen.
De Duitsche dagbladen zijn voortdurend gevuld
met voorbeelden van wraakneming door Fransche boe
ren. Op 16 Oct. 11. werden 48 boeren uit den Elzas
welke op Duitsche soldaten hadden geschoten en met
de wapens in de hand gevat waren naar Ignolstadt
overgebragt. Een brief van Livry, nabij Parijsmeldt
dat verscheidene soldaten uit Saksen, die het gasthuis
hadden verlaten om zich naar hunne regimenten te
begeven, aan den zoom van een bosch door zes per
sonen in burgerkleêren werden aaugerand, die hen op
den grond wierpen, liun de oogen uit bet hoofd staken
en daarna de vlucht namen.
De toestand te Metz moet in den laatsten tijd aller
vreselijkst zijn geworden zoodat de onderhandelingen
om tot een kapitulatie te geraken allezins verklaarbaar
zijn. De berigten omtrent den inwendigen toestand der
vesting komen ditmaat*-niet uit één bron maar uit ver
schillende. Al de berigtgevers rondom de Moezelstad
komen in de hoofdzaak overeen dat zij het niet lang
meer uithouden kan.
Ziehier wat b. v. de correspondent der Weser-Zeitung
schrijft. »Uit Metz wordt medegedeeld, dat de mobiele
garde met de voortzetting der verdediging ontevreden
in staat van openlijken opstand voor de woning van
maarschalk Bazaine verschenen isom hem tot de
overgave der plaats te bewegen. Deserteurs uit Metz
die in de laatste dagen bij onderscheidene onzer voor
posten vooral bij het 3de korps (bewesten de vesting)
zijn aangekomen hebben -deze tijding overgebragt en
er bijgevoegddat maarschalk Bazaine tot zijn be
scherming vijf mitrailleuses voor zijn paleis geplaatst
heeft. De toestand binnen Metz wordt als niet 'langer
houdbaar geschilderd. Ziekten en gebrek aan voedsel
nopen tot kapitulatie of tot het verlaten der veste.
Zelfs brood 'moet niét meer voorhanden zijn. Dat reeds
sedert lang als vleeschspijzen paardenvleesch zonder
zout werd verstrekt, is bekend. De in de stad aan
wezige cavallerie is in infanterie herschapen omdat
de paarden geslacht of door gebrek aan voedsel gevallen
zijn. Slechts één regiment {garde chasseursindien ik
goed verstaan heb) moet nog rossen hebben doeh
ook dit zou men bezig zijn op te.eten. Uil. eene
andere geloofwaardige bron verneem ik nog, dat Ba
zaine reeds gisteren een parlementair naar bet kwartier
van het Duitsch oppercommando te Corsey (prins Fre-
derik Karei) gezonden heeft; waarschijnlijk zal dus
eindelijk de lang verwachte catestrophe komen en het
is wel ligt de laatste maal dat ik te schrjjven had *voor
Metz niets nieuws
De runderpest breidt zich in Frankrijk steeds ver
der uit en rigt er groote verwoestingen aan. Door de
militaire gebeurtenissen, is het onmogelijk de besmet
ting tegen te gaau.
De berigten uit Duitschland zijn deze week iets ge
ruststellender. Krachtige maatregelen tot beteugeling
der ziekte worden daar genomen. Op den weg naar
ieder dorp waar de runderpest is uitgebroken leest
men op een paal „runderpest." In de nabijheid bevindt
eene wacht soldaten, die bevel bekomen hebben menscli
noch dier te laten passeren, zonder eene speciale ver
gunning en na eenigen tijd vertoefd te hebben in eene
kamer ter ontsmetting ingerigt. Op deze wijze blijft
de ziekte meer gelocaliseert.
24 Oct. Er heeff zich een par-
mament vaderlandsch comité gevormd om te waken
over het vaderland en de machiuatien van de buiten-
landsclie pers die aan de neutraliteit van Luxemburg
vijandig is, te doen mislukken. Het comité is zaam-
gesteld uit gedelegeerden van de talrijke corporation
des lands. Deze maatregel verlevendigt de hoopaan
gezien de geheele bevolking zich verklaart tegen het
plan om Lotharingen voor Frankrijk te behouden, met
opoffering van Luxemburg. Algemeen verklaart men
zich tegen eene inly ving bij Duitschland.
üSiMissel 9 24 Oct. Als stellig wordt verzekerd
dat Frankrijk met een Engelsch liuis een leening vau
250 millioen franken gesloten beeft. De koers van
uitgifte is 85 pCt.zij zal een rente dragen van 6 pCt.
en in 34 jaren worden afgelost.
Brussel, 25 Oct. Particuliere berigten bevestigen
de mededeelingen van Pruissïsche zijde gedaanten
opzïgte van de ellende welke binnen Metz heersclit.
Bijna alle paarden der cavalerie zijn op bevel van
Bazaine geslagt, aangezien vleescli en fourage niet te
verkrijgen waven. Bazaine heeft den inwoners gelast
om de matrassen in te leveren opdat zijten behoeve
van de paardenontdaan konden worden van het stroo.
De soldaten deserteren om niet van honger te*sterven
bij honderden. De inwonen?" zenden aanhoudend depu-
tatiën naar den Maarschalk om hem te smeeken te
capituleren. Zulk een deputatie werd den 18den ont
vangen en kwam in de stad terug onder den indruk
dat de overgave aanstaande was.
ScheTeniagen24 Oct. Een onzer pinken
heeft eene zeer avontuurlijke en ongelukkige reis gehad.
Deze pink was vóór acht dagen vertrokken toen zij
ter haringvisscherij was, naderde een vreemde visscher,
die hare uitgezette 22 haringnetten afkapte en meenam.
Ouder de Engelsche kust zijnde, spoedde de stuurman
zich naar onzen consul te Yarmouth om van dezen
zeeroof kennis te geven; digt onder de Engelsche kust,
werd zijne aandacht getrokken door een wrakdat
op een bauk vastzat en waarop zich tien menschen
waaronder eene vrouw, bevonden. Hij had het geluk
die menschen te redden een oogenblilc vóór dat het
schip, hetwelk bleek te zijn eene Engelsche bark, van
Konstantinopel naar Huil bestemd, met eene lading
graan en suiker, uiteensloeg. Aldus met 10 man
meer en 20 haringnetten minder aan boord bereikte
onze Scheveningsche visscher Yarmouth en verkreeg
werkelijk hulp om haar eigendom terug te krijgen.
De kapervisscher werd weldra ontdekt, doch de be
manning nam zulk eene dreigende houding aan dat
het geraden scheen voorshands het gestolen vischtuig
in handen van den kaper te laten.
De Scheveningsche visscher genoot alzoo de voldoe
ning van al is het niet eene fraaije partij haring, dan
toch 10 menschen op het drooge gebragt te hebben.
Bergen-op-Zooiii23 Oct. De oesterbank van
Yerseke op de Oosterschelde, die na de beruchte ex
ploitatie van October 1868, dit jaar door het bestuur
der visscherijen en Zeeuwsche stroomen te Tholen in
perceelei^ van 5 en van 10 hectaren oppervlakte in het
openbaar verpacht werd, is sedert den lsten dezer maand
geopend en levert den pachters goede verdiensten op,
wanneer men in aanmerking neemt, dat de visschers,
in weerwil van de aanzienlijke pachtsom gemiddeld be
rekent op ƒ75 'sjaars per boot, elk dagelijks 3000 oesters
vangen, die op stroom en aau de wal van ƒ3 '/2 tot 4
de 100 stuks, gretig van de hand gaau. De visschers,
welke niet gepacht hebbenmoeten zich generen met
het korren van oesters op den zoogenaamden Broek
van den hoogen Kraaijer tot de zwarte ton en de laagte
nabij Tholen en vangen daags per boot niet meer dan
100 stuks oesters.
Mi<l«IelI>urgf'24 Oct. Gisteren morgen is uit
de kade alhier opgehaald het ljjk van iemand, die be
hoorde tot de bemanning van het schip de wouw Agnes,
varende tusschen Middelburg en Antwerpen v. v. Hij
is vermoedelijk bij het des nachts aan boord komen in
het water gevallen, en gestikt. Het lijk is ten minste
gevonden, met het gelaat in den modder, tusschen den
muur der kade en het genoemde schip. Zjj die zich
aan boord bevonden hadden van het ongeval niets be
merkt. De man schijnt ook geen pogingen tot redding
meer te hebben kunnen aanwenden, daar hij gevonden
is met de handen in zijne broekzakken, en geen sporen
van door hem gemaakte bewegingen in den modder
aanwezig waven.