BIJVOEGSEL
Zierikzeeschen Nieuwsbode van Donderdag 20 Oct. 1870.
VERGADERING
belioorende bij den
van den Gemeenteraad te Zierikzee,
GEHOUDEN DEN 17 OCTOBER 1870.
Punten van behandeling
Resumtie notulen; vacature in het bestuur der visscherijen
op de Schelde en Zeeuwsche stroomen; goedkeuring raads
besluit tot onderhandsche verpachting; goedkeuring suppl.
begrooting voor de schutterij 1870; af- en overschrijving;
benoeming collegie van zetters; onderwijs in de nuttige
handwerken voor meisjes; gratificatie hulponderwijzers armen
school; remissie hoofdelijken omslag; adres A. van Schelven,
om genot van jaarwedde gedureude afwezigheidkas ge
meente-ontvanger adres de Looze en Waale, om toelage
voor uitgifte gemeenteblad rekening Burgerlijk Armbestuur
begrooting R. K., Evang. Luth. en Burg. Armbestuur en
contracten met de twee eerstgemelderekening schutterij
1869; boekhouder-secretaris burgerweeshuis; beplanting
gracht weg; voorstellen van Burgemeester en Wethouders
betrelfende hoofd, omslag en opcenten op de personele
belasting.
Voorzitter Mr. B. C. Cau.
Al de leden zijn tegenwoordigbehalve de HH.
Jhr. de Jonge en van der Grijpbuiten de gemeente
alsmede Mr. van Dongen en Goemans, die later
binnenkomen.
De notulen der vorige vergadering worden gelezen
en na eene kleine wijziging goedgekeurd.
De Voorzitter deelt mede dat zijn ingekomen
1°. een brief van den Commissaris des Konings,
met verzoek om advies over de vervulling eener
vacature in het bestuur der visscherij op de Schelde
en Zeeuwsche stroomenontstaan door het overlijden
van den heer H. A. van IJsselsteijn Jr. en mede-
deeling dat de voorzitter van dat bestuur voor de
opengevallen plaats heeft aanbevolen de HH. Mrs.
J. M. Isebree MoensJ. P. N. Ermerins en J. A. Bolle
en dat de Minister er prijs op stelt dat de visschers
die hunne natuurlijke vertegenwoordigers vinden in
de gemeenteraden, eenigen invloed uitoefenen op de
vorming van bedoeld bestuur.
De Voorzitter deelt mede, dat hij in corïespon-
dentie is gekomen met den gemeenteraad van Brui-
nisse, welke gemeente bij deze zaak grooter belang
heeft dan Zierikzeeen dat die raad als zijn gevoelen
heeft te kennen gegeven, dat hij zich niet kan ver
eenigen met de personen door den voorzitter van het
bestuur aanbevolen, maar het wenschelijk acht, dat
een deskundige en ingezeten van Bruinisse zitting
verkrijgt in het bestuur, omdat in die plaats ongeveer
80 vaartuigen aan de visch vangst deel nemen. De
gemeenteraad van Bruinisse heeft daarom aanbevolen
de HH. J. van den Berge Mz.M. C. Voorbeijtel en
J. de Waal en verzoekt dat de gemeenteraad van
Zierikzee die aanbeveling zal ondersteunen.
De stukken zijn ter visie gelegd van de leden om in
eene volgende vergadering behandeld te worden.
2°. een brief van Gedeputeerde Statenhoudende
goedkeuring van het raadsbesluit dd. 29 Augustus jl.
tot onderhandsche verpachting van een perceel wei
land en schor;
3°. een brief van hetzelfde collegiehoudende
goedkeuring van de suppletoire begrooting voor de
schutterij over 1870.
Naar aanleiding daarvan stelt de Voorzitter, namens
Burgemeester en Wethouders, voor en besluit de Raad
om van de onvoorziene uitgaven over te schrijven op
Hoofdstuk VII art. 1 (toelage schutterij) ƒ308.
4". een brief van den Commissaris des Konings
houdende mededeeling dat tot leden van het collegie
van zetters zijn benoemd de HH. H. G. Mulock
Houwer, J. van der Linden, C. van der Vliet, Dz. en
Mr. J. de Clercq van Weel.
De drie laatstgemelde brieven worden voor kennis
geving aangenomen.
De heer Goemans komt ter vergadering.
5°. een brief van de plaatselijke schoolcommissie
houdende nader advies betreffende het onderwijs in
de nuttige handwerken voor meisjes.
Die brief is door den Secretaris voorgelezen en
daaruit blijkt, dat de schoolcommissie zich kan ver
eenigen met het denkbeeld van de commissie uit den
Raad om het verstellen en knippen onder de punten
van onderwijs op te nemen. Zij kan de voorgestelde
bijvoeging in art. 2b van het ontwerp-reglement, van
de woorden: uitsluitend op de avondschoolniet
goedkeuren, omdat de meisjes, die deze school be
zoeken bet onderwijs in de nuttige handwerken zullen
ontvangen tegelijk met de meisjes op de school voor
minvermogenden
Wat het voorgestelde personeel van ééne onder
wijzeres en twee helpsters betreft, de schoolcommissie
acht dit voldoende voor ongeveer 60 leerlingen, die
op elk der twee scholen voor de beide klassen te
zamen, waarin het onderwijs gegeven wordt, zullen
gevonden worden. Zij meent dat met dit personeel
althans eene proef kan genomen worden. De school
commissie acht liet niet wenschelijk dat de gemeente
alleen naalden en garen verstrektmaar wil dat ook
brei- en ongebleekt katoen door de gemeente worden
beschikbaar gesteld. Zij is te meer deze meening
toegedaan als zij let op de klasse van ingezetenen,
wier kinderen de armen- en tusschenschool bezoeken.
Volgens de bestaande verordeningen betaalt een kind
op eerstgemelde school geen en op laatstgenoemde
school slechts ƒ4,80 schoolgeld 'sjaars. Als meer
kinderen uit één gezin die school bezoekenbetalen
zij nog minder. Wanneer de commissie zich nu af
vraagt of oudersdie geen of zeer weinig schoolgeld
betalen kunnenzich de hulpmiddelen zullen kunnen
verschaffen, die het onderwijs in de nuttige hand
werken vordertdan meent zij een ontkennend ant
woord te moeten geven en acht zij de meening niet
gewaagd, dat op de armenschool alle en op de tus
schenschool de grootste helft der kinderen van dat
onderwijs verstoken zullen blijven. Wel zal het
..verstrekken van brei- en ongebleekt katoen voor de
gemeente eenige uitgaaf veroorzaken, maar die zal
niet zoo groot zijn als men zich misschien voorstelt
wanneer menevenals op de stads brei- en naaischool
geschiedt, de gemaakte goederen verkoopt. Gedurende
het - tijdvak 1859 1869 heeft die school daardoor
gemiddeld jaarlijks ontvangen 257,50 en uitgegeven
271,25 zoodat zij gemiddeld slechts te kort kwam
13,75. Een dergelijk resultaat kan ook op de armen-
en tusschenschool verkregen worden.
De schoolcommissie wensckt het ontwerp-regle
ment nog te vermeerderen met eene bepaling,
waarbij haar de bevoegdheid wordt toegekend om
dames aan te wijzen, die haar willen bijstaan bij
het toezigt op dit onderwijs.
Ten slotte merkt de schoolcommissie op, dat zij
er geen bezwaar in ziet, dat de bestaande stads
brei- en naaischool, ook bij de nieuwe regeling,
blijft bestaan.
De Voorzitter stelt voor, de stukken tot deze
zaak betrekking hebbendeter visie te leggen voor
de leden. Na eenige discussie is dit voorstel aan
genomen.
De heer Mr. van Dongen is intusschen binnen
gekomen.
6°. Een adres van de hulponderwijzers op de
Armenschoolwaarbij zij eene gratificatie verzoeken
voor buitengewone werkzaamheden door hen verricht.
De Voorzitter zegt, dat dit verzoek is geweest
in handen van de plaatselijke schoolcommissie en
dat deze gunstig heeft geadviseerd. Hij deelt verder
mede, dat de vacature, veroorzaakt door het ont
slag van een der hulponderwijzers, twee maanden
heeft geduurd, waaronder enkele weken vacantie.
Hij stelt, namens Burgemeester en Wethouders,
voor om 25 toe te staan aan de adressanten.
De heer Mr. van Dongen vraagt, of de hulp
onderwijzers het werk van hun ontslagen collega
hebben kunnen uitvoeren, en zoo ja, of er dan
wel termen bestonden om in de vacature te voorzien.
De Voorzitter antwoordt, dat de schooluren voor
hen dezelfde bleven, maar dat zij door meer in
spanning in het werk van den ontbrekenden on
derwijzer hebben voorziendat enkele diensten