ZMSUkZIIStlll NIEUWSBODE.
Zaturdag to October 1870.
m
li
Ikellee,
INSPECTIE
Bekendmaking.
K ennisgevin g.
Nieuwstijdingen.
[\o. 28o7e
27sle JaargA
5N.
Iligchaams,
Je voedsel
j gedachte,
Iondenen
aangaande
zich eene
jm loop van
en na veel
zijne be-
I gewreven
|ting of on
geringste
Imeen.
volgt:
O 20,95.
B - 20,50,
e potten U
[j den heet
V RN NE te
Spótht
ford Street
zag zicb
tEMBER
aan
dhulf
e jonge
IR eeiic
neden dê
Zierikztd
Hit.
VA>'
OMP.
OP DE STRATH: IV.
De BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Zie-
rikzee, maken bekend: dat op Zaterdag den 15 October
e. k. eene Inspectie op de Straten in deze gemeente
zal gehouden worden en noodigen de Ingezetenen uit
om ieder voor zijne woning of erf, de stratenpaden,
stoepen en goten, rein en zindelijk te houden, en alzoo
de bepalingen van het policie-reglement behoorlijk na
te leven opdat de strafbepalingen niet zouden behoe
ven te worden toegepast.
En opdat niemand hiervan onwetendheid voorwende,
zal deze worden afgekondigd omgeroepen en iu de
Zierikzeesche Nieuwsbode geplaatst.
Zierikzee, den 5 October 1870.
De Burgemeester
B. C. CAU.
De fungr Secretaris
J. Gr'. BETHE.
RRANDSCB O UWING.
De BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Zie-
rikzee brengen ter kennis van de ingezetenen dat op
Maandag den 17 October eerstkomende en volgende
dagen eeno ALGEMEENE BRAND-
scciouwiisro door de Directie der Brandweer
in de woningen der ingezetenen zal worden gehouden,
overeenkomstig de bepalingen der Verordening tot voor
koming en blussching van brand afgekondigd den
6 December 1855.
Zierikzee, 1$ October 1870.
De Burgemeester,
B. C. CAU.
De fung. Secretaris
J. G. BETHE.
De BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Zie-
rikzee maken bekend, dat als geneeskundige, voor het
verrigren van den doodschouw bedoeld bij de wet van
den 10 April 1869 (Staatsblad no.65), en voor het af
geven der verklaringbedoeld bij art. 5 der wet van
1 Junij 1865 (Staatsblad no. 60), door hen is aange
wezen de heer Jan Nicolaas Boomdocter in de genees
kunde in deze gemeentedie in hunne op heden
gehouden vergadering als zoodanig is beëedigd.
Zierikzee, den 12 October 1870.
De Burgemeester,
B. C. CAU.
De Secretaris,
J. P. N. ERMERINS,
De BURGEMEESTER van Zierikzee brengt ter kennis
'van de Ingezetenen dat er op Maandag den 17den dezer
des namiddags te 12ure, op het Raadhuis alhier,
eene openbare Vergadering van den Gemeente-Raad zal
gehouden worden.
Zierikzee, den 14 October 1870.
De Burgemeester
B. C. CAU.
De afkoopbaarstelling der Tienden.
i.
Vrijheid is niet alleen de hefboom onzer staatkun
dige ontwikkeling, zij is de luchtstroomwaarin handel,
nijverheid en landbouw tot wasdom kunnen geraken.
Een groot Fransch schrijver heeft eens teregt gezegd
dat de landen niet in kuituur worden gebragt naar
mate van hunne vruchtbaarheid, maar vooral naarmate
van hunne vrijheid. Vrijheid is de spil van onzen'gan-
schen economische» toestand. Iedere belemmering, aan
een der takken van ons volksbestaan in den weg ge
legd, leidt tot kunstmatigen vooruitgang, tot beperking
van rijkdom. Voor de zegenrijke werking van het be
ginsel van vrijheid zijn scheepvaartregten de gehate
tollinie» en zoo menig ander overblijfsel van bescher
ming geweken, en de gevolgen zijn niet achterwege ge
bleven. Handel, nijverheid stoomvaart hebben hoogere
vlugt genomen en gaan voortdurend vooruit.
Onze landbouw heeft echter nog steeds met een
groote hinderpaal van ontwikkeling te kampen. Zal
men dan vragenof den landbouwer verboden is zoo-
danig gewas te teelen als hem goeddunkt? Dat niet.
En toch Loeft meer dan eenige tak van nijverheid
de landbouw zich te beklagen over gemis aan vrijheid.
In vele opzigten hebben de elkander opvolgende Re
geringen in de laatste jaren de belangen van den
landbouw niet uit het oog verloren. Men heeft het wel
eens doen voorkomen alsof de eene Regering meer de
belangen van den landbouw bevorderde dan de ander.
Zelfs landbouwers verblind door partij-iuzigtenhebben
dit beweerd. Maar die opvatting stuit af op de waar-
beid. Het was geene Regeringdie zich vrijzinnig
noemde welke de gemaalbelasting afschafte waardoor
san onzen landbouw eene groote weldaad werd ge
schonken door de wegneming van de zware belasting
die nog op het débouché zijner producten drukte, en
die aan den inlandschen graanbouw de beste van alle
markten, de inlandsche markt, voor een groot gedeelte
afsloot. De finantiën van het land werden er zeker niet
door gebaatmaar aan den landbouw werd een groote
dienst bewezen. Ook .aan de partij, welke gewoon is
zich de liberale te noemen heeft het aan geene égards
'zoor den landbouw ontbroken. De wet op het middel
baar onderwijswelke de oprigting eener Rijks-land
bouwschool beval; de kieswet, welke meer ontwikke
ling bij den landbouwer dan bij den stedeling onder
stelde, de voor den landbouw veeltijds gunstige wijzigingen
'n de wet op het personeel waren meest afkomstig
^att Ministerswelke de liberale beginselen waren
nadeelen, ja die zijn te veld staanden oogst verwoesten.
Nog worden door eene gebrekkige hypotheek-wetgeving
aan den landbouw zware belemmeringon opgelegd. Nog
zucht de landbouwer eindelijk onder den ondragelijken
lasi van de tienden.
Dien last te schetsen voor den Zeeuwschen landbouwer
achten wjj onnoodig. De Nederlandsche landbouwer heeft
over het algemeen niet te roemen over de natuurlijke
vruchtbaarheid van den bodem. De ruwe natuurkrachten,
die elders den landbouwer nog eene grondrente ver
zekeren dat is eene buitengewone aanwinst ten gevolge
van den natuurlijken en schier onuitputtelijken rijkdom
yan den grond, zijn in Nederland niet voldoende om
den landbouwer groote stoffelijke voordeelen te ver
schaffen. De landbouwer in Nederland krijgt zijne ge
wassen niet cadeau. Hij moet er hard voor arbeiden.
De gewassen die op onzen bodem worden verbouwd
zijn meest allen van uitbeemschen oorsprong. Om wel
te slagen moeten die in eènmet groote kostenbe
hoorlijk toebereiden grond worden gezaaid en gedurende
hunnen groei op allerhande wijze worden verzorgd, en
tegen nadeelige invloeden beschermd.
De landbouwer werkt in het zweet zijns aanschijns,
en streeft er aanhoudend naar zijn grond te verbetereu,
ten einde na aftrek van pacht of rente en aflossing van
opgenomen kapitaal en tevens van onkosten voor ge
reedschappen en materialen, nog een goed dagloon over
te houden. "Wat billijker, wat natuurlijker dan dat hij
zelf de vruchten plukke van zijnen arbeid. Maar niet
alle landbouwers zijn zoo gelukkig. Er zijn akker9
waarop sedert overoude tijden de verpligting rust
tienden te heffen, of een ander evenredig deel der in
kuituur gebragte gewassen, smaltienden, grove tienden,
brijteude tienden, bloedtienden. Zij, die deze regten
heffen, ontleenen hunne bevoegdheid aan eeuwen heu
gende met stof overdekte titels. Zij hebben een ge
heiligd regt. Toegegeven. Maar dat regt, hoe heilig en
hoe eeuwen heugende ook, strookt niet meer met onzen
tijd druischt aan tegen 'de staatkundige beginselen,
welke sedert de Fransche omwenteling van 1789 gansch
Europa regeren strijdt met de staathuishoudkundige be
ginselen, welke sedert 1848 onze gansche wetgeving hebben
doortrokken dat regt is door den loop der tijden in
de openbare meening in minachting gebragtwant het
tiendregt, hoe eerbiedwaardig ook door leeftijd, steunt
op de onzedelijke overeenkomsteene soort van kans-
overeenkomst datindieti het den pligtige behaagt
zekere gewassen te telen de tiendheffer daarvan een
tiende voor zich zal nemen, zonder eenigzins in de
onkosten van den arbeid bij te dragen, en datindien
de pligtige het in zijn belang acht zijn grond te verbe
teren alwederom. het tiende deel van het verbeterd
product zal worden afgestaan aan den tiendheffer, die
zich aan den arbeid niets laat gelegen liggen en die
geduldig de arbeidsproducten van den sonderhöorige"
tiendpligtige in zijne voorraadschuren opzamelt.
Ja zeker een oud en eerbiedwaardig regtvooral
eerbiedwaardig, omdat het dagteekent van tijden van
kerkelijke» en middeneeuwschèn dwang, maar volgens
dat oud en eerbiedwaardig regt wordt de landbouw in
zijn streven naar vooruitgang gestuit en wordt de land
bouwer afgeschrikt verbeteringen van zijn grond te
beproevenwelke volgens berekeningen van bevoegde
landbouwersjuist tengevolge van den tiend hem in
de eerste jaren verlies kunnen berokkenen en wordt
deze tiendlast beschouwd, zoo als hij alleen kan wor
den beschouwdals eeue hatelijke belasting op de
verbetering der gronden, als een middel van exploitatie
van den Nederlandschen landmanals een voortdurende
hinderpaal voor de ontwikkeling van den landbouw.
De landbouw bestaat in niets anders dan in eene
eeuwigdurende worsteling van den mensch met den
grond, dieus oorspronkelijke voortbrengselen, de lucht
streek de temperatuur enz. Om dien strijd vol te
houden behoeft de landbouwer kapitaalen die strijd
zal met te beter uitslag worden gevoerd naar mate
hij meer over ruimte van kapitaal beschikken kan. En
juist deze aanwending van kapitaal wordt door het
tiendregt tegengehouden of verhinderd. De tiendheffer
neemt liet tiende deel weg niet van de zuivere winst,
die den landbouwer van zijn nijverheid geniet, maar
van de ruwe opbrengst der akkers. Bij de geringste
verbetering van den grondwordt reeds het tiende deel
het negende deelen zoo klimt de last opnaar mate de
boer de energie, die hij bezit, wil aanwenden om zijn
grond vruchtbaarder te maken.
En daardoor, al zeggen nu honderd en duizend tiend-
heffers, in koor met hunne onbaatzuchtige rentmeesters,
dat het tiendregt is een oud en een eerbiedwaardig
regt, het is voor den tiendpligtige een onregt, omdat
het zijne vrijheid van arbeid belemmertomdat het
tegen zijn streven naar welvaart een slagboom opwerpt.,
omdat hetdoor eveneens honderd en duizend tiend
pligtige» op gelijke wijze te belemmeren eu te bezwaren
den Nederlandschen landbouwdie behoefte heeft aan
ontwikkeling en meer en meer door den buitenlandschen
landbouw wordt voorbijgestreefdden slakkengang
doet gaan.
Zien wjj nuop welke wjjze men in de laatste jaren
heeft beproefd den landbouw van dien looden keten
te ontslaan.
Maar nog drukken vele lasten op den landbouw. Nog
zi]n wij in het bezit van eene jagtwet, die, om aan
'Uke Nabobs te behagendeD landbouwer het regt
Afhoudt om de dieren te dooden, die zjjn akker be-
Londen, 11 Oct. De Times meldt als gerucht
dat Lord Lyons de noodzakelijkheid van een wapen
stilstand heeft opgeworpen. Bismarck heeft daarop
geantwoord dat hij overal vrede kou sluiteneen wa
penstilstand echter alleen te Parijs.
Temden, 12 Oct. De Daily-.Telegraph verzekert
dat Burnside, de Amerikaansche gezant in Frankrijk,
Zaturdag het Pruissisch hoofdkwartier verlaten heeft
om aan Favre mede te deelen dat Bismarck geneigd
is de verkiezingen in het departement der Seine toe
te laten.
De Times bevat het berigtdat 20 dorpen verbrand
en 150 boeren doodgeschoten zijn door de Pruissen
wegens onwettig oorlogvoeren.
Omtrent den laatsten uitval van Bazaine bjj Metz,
meldt de Daily News het volgende:
Saarbrücken, 8 Oct.
Gisteren namiddag ten één ure heeft Bazaine een
wauhopende poging gedaan om zich door de Pruissen
heen te slaan in de rigting van Thionville. Den vorigen
avond hadden de Pruissen hem uit het dorp Ladonchamps
verdreven en voorposten geplaatst te St.-Remy, Petites
et Grand es Tapes en Maxe. Gebruik makende van de
dikke mist, deed Bazaine een uitval en poogde hij door
middel van zijn artillerie Ladonchamps te hernemen.
Toen hem dit niet geluktedeed hij een geweldigen
aanval op Petites et Grandes Tapes, hij vernietigde de
voorposten eu zond een ontzaglijke troepenmassa op de
Duitschers af. Hij nam de beide dorpen in, en trok
het Moezeldal in totdat hij door het Pruissische kanon
vuur van beide zijden van de Moezel gestuit werd, en
door twee brigades landweer van het 10de legerkorps
werd aangevallen. Het bataljon fuseliers van het 58ste
landweerregiment werd bijna geheel in den pan gehakt
en andere bataljons van hetzelfde regiment, zoowel als
het geheele 59ste regiment, leden verschrikkelijke ver
liezen, doch voor den algemeenen aanval van de geheele
landweer en het 10do legerkorps moesten de dappere
Franschen ten laatste wijken. Er had een levendig ge
vecht met de bajonet plaats in Je dorpen. Generaal
von Brandenstein werd gewond. De Frauschen gebruik
ten hun geheele veldartillerie en infanterieen werden
ondersteund door de forten St. Julien en St. Hay, doch
bun nederlaag was volkomen.
Het geheele 10de en 3de legerkorps en al de land
weerdivisies waren aan de Duitsche zijde in het vuur
zij leden zware verliezen en werden "aangevoerd door
generaal von Voigt van het 10de legerkorps. Na deze
laatste nederlaag is de kans op ontzet door Bazaine's
legerkorps zeker zeer gering.
St. Petersburg^, 13 Oct, Het ministerie van
oorlog heeft nieuwe reglementen uitgevaardigd, krach
tens welke de met verlof zijnde soldaten spoediger onder
de wapens kunnen worden geroepen.
Uit Spanje ontvangt men treurige berigten omtrent
de gele koorts. De honderd duizend menschen, die uit
Barcelona zijn gevlugthebben de ziekte in verschil
lende plaatsen in de baskische provinciën, van Gerona
tot Bilbao, verspreid. Den 4den October waren te Ali
cante alleen 20 personen bezweken. De schrik is zoo
groot, dat niemand, behalve de arme gezinuen, in de
stad blijft. Er heerscht eene onbeschrijfelijke wanorde
in de maatregelen, door de overheid iu de verschillende
gemeeuten vau het oosten en zuiden genomen om ze
voor die geduchte ziekte te behoeden. De spoorwegen
willen geen koopwaren meer vervoerenomdat deze
worden berookt, en daardoor vaak bederven en onbruik
baar worden.
Te CarthagenaMalaga en zelf te Cadix hebben
de inwoners alles in gereedheid gebragtom bij het
uitbreken der ziekte de stad te verlaten.
De inkomende regten van Barcelonadie vroeger 5
millioen 's maands aan de schatkist opleverden, brengen
thans niets op, daar er geen enkel schip iu de haven
komt.
Bij deze ramp komt nog eene andere: de zware stort-
buijen hebben in Valencia en Murcia den geheelen op-
geslapelden oogst verwoest en aan velen het leven
ütttlUi
Florence, 10 Oct. De Gazette Ufftziale bevat
een dekreet, hetwelk bepaalt dat Rome en de romein-
sche provinciën deel uit zullen maken van het koningrjjk.
De paus zal evenwel zijne en waardigheid en
alle persoonlijke prerogatieven van een souverein be
houden. Bij de wet zal men de voorwaarde vaststellen
die de onafhankelijkheid des pausen en de vrije uitoe
fening zijner geestelijke waardigheid waarborgen.
Een decreet benoemt Lamarmora tot stadhouder van
Rome en de Romeiusche provinciën. Amnestie is ver
leend aan eenige politieke en andere misdadigers.
JFrawft rijft.
Tours, 10 Sept. Ganibetta de moedige minister
van binnenlandsche zaken welkealle gevaar verach
tende, gisteren per ballon alhier is aangekomen, heeft
de meest onbeperkte volmagt van de regering ontvangen,
om de organisatie van legercorpsen in de departementen
te regelen. Nog dienzelfden avond beeft hij eene pro
clamatie uitgevaardigdwaarin hij verklaard dat de
forten en de wallen van Parijs beter gewapend zijn
dan men algemeen vermoed; thans zijn 400,000 man
gewapend en 100,000 man mobile garde, benevens 60,000
man geregelde troepen. In de werkplaatsen worden
kanonnen gegoten. De vrouwen van Parijs maken da
gelijks een millioen patronen. Op de forten welke op
4 September slechts 500 stukken geschut bezaten, zijn
thans 3800 vuurmonden geplaatst, elk met de noodige
ammunitie voor 400 schoten. Volgens den minister is
ieder te Parijs met den grootsten moed en allen met
de meeste eensgezindheid bezield. Hierbij komt dat de
regentijd en het herfstweder ophanden zijn, en de Pruis
sen, voor de hoofdstad in bedwang gehouden en verre
van hunne haardsteden verwijderd weldra door eigen
onlusten verontrust zullen worden. Daarom roept hij
het volk in de departementen toe: dat allen zich met
geene andere zaken dan den oorlog bezig houden en
de bevelen.van het bewind opvolgen. Dan zal de re-
gering zich die gezindheid ten nutte maken, opdat de
vijand weldra door onze wapenen, door den honger en
door de natuur worde weggevaagd
Onder de door het Fransche gouvernement publiek
gemaakte brieven behoort ook een brief, welke dooi
de koningin der Nederlanden aari den Franschen keizer
werd geschreven op 13 Julij 1866gedurende den
Oostenrijksch-Pruissischen oorlog en na den afstand van
Venetië. Die brief bevat het volgende
»Gij maakt u zonderlinge illusiënUw prestige is
sedert de laatste veertien dagen meer verminderd dan
gedurende uw geheele regering. Gij veroorlooft de
vernietiging der zwakkeren gjj laat de insolentie en
brutaliteit van uw naasten buurman bovenmatig ver
meerdereu gij neemt een geschenk aan en gij hebt
zelfs niet eens een vriendschappelijk woord over voor
hem die u dat geschenk geeft. Ik betreur het dat gij
mij als belanghebbende bij de quaestie beschouwt en
dat gij niet het groot gevaar inziet van een magtig
Duitschland en van een magtig Italië. Hot is de dynastie
welke daardoor wordt bedreigd en daarvan de gevolgen
zal ondervinden. Ik zeg u dit als de waarheidwelke
gij te laat zult moeten erkennen.
»Gij moet niet gelooven dat het ongeluk hetwelk
mij in de ongevallen van mijn vaderland treft, mij
onbillijk maakt of wantrouwend. Nadat Venetië was
afgestaanhad gij Oostenrijk moeten helpennaar den
Riju marcheeren en uwe voorwaarden stellen
Oostenrijk te laten vernietigen is meer dan een
misdaad het is eene fout. Misschien is dit mjjji lahtste
brief, cïbch ik zou meenen te kort te doen aan eeivpude
en innige vriendschapindien ik nu voor de laaiDKjp|g|^
niet de geheele waarheid zeide.
»Ik denk wel niet dat zij zal worden aangertomim
maar ik wil eenmaal kunnen zeggen dat ik alles gedaan
heb om den ondergang te voorkomen van datgene het
welk mij zooveel vertrouwen en zooveel genegenheid
had ingeboezemd."
RonLaix, 12 Oct. Tengevolge van de verminde
ring van werkuren en het bericht, dat de fabriekanten
waarschijnlijk genoodzaakt zullen zijn den arbeid door
gebrek aan fondsen geheel te staken, hebben de arbeiders
gedreigd de fabrieken in brand te steken als dit laatste
gebeurde.
Te Tourcoing hadden gelijke tooneelen plaats. Elders
hebben de werklieden het vervoer naar Belgie belet van
grondstoffen, die de fabrikanten voor de aankomst der
Pruissen wilde bergen. Verscheidene wagenvrachten lin
nen zijn daarbij verbrand.
jPtittgikltmlr.
Berlijn, 11 Oct. OfficieelUit Versailles wordt
heden gemeld, dat een gemengd korps, zameugesteld
uit de troepen der armee vau den Kroonprins, onder
het bevel van den generaal von Tann gisteren een
gedeelte der armee van de Loire in de nabijheid van
Orleans heeft verslagen; bij die gelegenheid zijn 1000
man Franschen krijgsgevangen gemaakt en 3 stukken
geschut veroverd. De vyaud heeft in de grootste wanorde
de vlucht genomen.
Bij het gevecht, hetwelk in den nacht van 27 Sept.
11. ouder de muren van Metz heeft plaats gehad, hebben
twee Pruissische regimenten, door de duisternis misleid,
gedurende geruimen tijd op elkander geschoten, waarbij
aan beide zijden vele dooden en gewonden zijn gevallen.
De zorg voor de verpleging van het 250,000 man
sterke Duitsche leger vóór Parjjs kwelt de Pruissische
leger aanvoerders. Kolonnes van 1500 tot 2000 man
worden naar alle rigtingen heengezonden, ten doel heb
bende des noods met geweld levensmiddelen op te eischen
en zoo dat niet helpt, onderhandelingen aan te knoopen tot
regelmatige verpleging door den aankoop van proviand.
Het leger voor Parijs" lijdt alzoo thans gebrek. Het
in den rug liggende terrein is uitgemergeldterwijl de
spoorwegverbinding met Duitschland nog niet hersteld
is, daar slechts hier eu daar gedeelten van spoorwegen
overgebleven zijn. Dat men echter voor V4 millioen
menschen en 100,000 paarden de levensmiddelen niet
per gewone voertuigen kan aanvoeren, is begrijpelijk.
Er moet dus zoo spoedig doenlijk getracht worden een
einde aan het beleg te maken, temeer dewijl het nieuwe
leger achter de Loire de Duitschers in den rug begint
te bedreigen. Voor het oogenblik kan men tegen dit leger
niets beginnen, dewijl men van de strijdkrachten voor
Metz en Parijs niets kan afnemen. Nieuwe corpsen
moeten dus eerst uit Duitschland worden afgezonden.
Tegen Metz aanvallenderwijs te gaan is nutteloos;
deze vesting kan slechts door uithongering tot overgave
gedwongen worden.
Men zal dus zoo spoedig mogelijk met het bombarde
ment van Parijs een aanvang maken, en zoo dit niet
helpt, zal een stormloopen onvermijdelijk zijn.
Dat de liefde vindingrijk is, ondervinden de Duitsche
soldaten voor Metz op treffende wijze, door hetgeen hun
de veldpostbrieven al zoo medebrengen. Vau huis ont
vangen zij sigaren, tabak, thee, chocolade euz. netjes
tusschen bordpapier in briefformaat tot eene zwaarte
van 15 lood ingepakt, Een paar kousen kwam in twee
brieven aan. Maar ook koffie en andere extracten, be
nevens likeuren, worden in goed geslotetie bussen die
den vorm van een couvert hebben aan de krijgslieden
aangebragt. Aardiger en vindingrijker nog is de wijze
waarop zij geheele kleedingstuklcen, inzonderheid wollen
hemden ontvangen. Deze toch worden in verschillende
stukken, waarvan elk in een couvert past, verzonden,
Zulk eene bezending viel het eerst aan een secretaris
der veldpost ten deel. Zijn bruid had voor hem een
wollen hemd vervaardigd. Eerst kwam per couvert de
romp aan vervolgens in een tweeden brief de linker
mouw. De regter, die in een derde couvert was gepakt,
bleef langer uit, en kwam eerst aan, toen de man reeds
vreesde, dat men te huis hem van het verlies van een
arm verdacht hield. Doch eindelijk kwam de zwerver
aan, en in dat couvert was tevens naald en draad om
de stukken aaneen te naaijen.
Het aantal Fransche krijgsgevangenen in Duitsch
land bedraagt reeds 123,700 man behalve 3577 offleiereu.
De gewonden zijn hieronder niet begrepen. Men kan dus
bijna stellen, dat het totaal ruim 200,000 man is. Alleen
in de Pruissische vestingen liggen daarvan 110,000 man.
Volgens de Independance Beige is in de omstreken
van Sedan langB de Maas de runderpest in lievige mate
uitgebroken.
In het kamp van Beverloowaar de gevangen
genomen Fransche soldaten verblijf hieldenheeft
inen een groot complot ontdekthetwelk ten doel
had brand te stichtenom dan terwijl de Belgische
soldaten met het blusscheu bezig waren de wijk te
nemen naar Frankrijk. Dientengevolge zijn deze gevan
genen naar verschillende vestingen gezonden.
Allemaal*, 10 Oct. Dezer dagen kocht een hier woon
achtig koopman in aardappelen en andere vrachten te Amsterdam
eeae Tiuksche obligatie, doch was slechts korten lijd eigenaar,
daar hij dat stuk op den eigen dag verloor. Aangifte bij de
politie en andere publiciteit bleven langen tijd vruchteloos, tot
dat zeker werkman te Amsterdam, raeenende dat in dezen veel