ZIERIKZEESCHE NIEUWSBODE.
No. 2855.
Dingsdag 11 October 1870.
27sle Jaarg.
"inspectie
Besturen en Administratien.
BRANDSCHOUWING.
De Militaire questie.
Nieuwstijdingen.
jpwitfsi riilawft.
SStflgie,
S4,-
48,-
Op het Poetkantoor te Zierikzee, zijn gedurende do
2de helft der maand Augustus 1870, onderstaande brieven
bezorgd geadresseerd aan personen wier namen ter
plaats van bestemming onbekend zjjn:
een aan 0. van DOORNIK te Goes.
C. ROMEIJN te Wolphaartsdijk.
Van het Hulpkantoor Brouwershaven
een aan vrouw REINDER te Amsterdam.
O J? DE STRATEN.
De BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Zie
rikzeemaken bekend: dat op Zaterdag den 15 October
e. k. eene Inspectie op de Straten in deze gemeente
zal gehouden worden eu noodigen de Ingezetenen uit
om ieder voor zijne woning of erf, de straten, paden,
stoepen en gotenrein en zindelijk te houden, en alzoo
de bepalingen van het policie-reglement behoorlijk na
te leven opdat de strafbepalingen niet zouden behoe
ven te worden toegepast.
En opdat niemand hiervan onwetendheid voorwende
zal deze worden afgekondigd omgeroepen en in de
Zierikzeesche Nieuwsbode geplaatst.
Zierikzee, den 5 October 1870.
I)e Burgemeester
B. C. CAU.
Be fung. Secretaris,
J. G. BETHE.
De BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Zie
rikzee brengen ter kennis van de ingezetenen dat op
Maandag den 17 October eerstkomende en volgende
dagen eene ALGEMEENE BRAND
SCHOUWING door de Directie der Brandweer
in de woningen der ingezetenen zal worden gehouden,
overeenkomstig de bepalingen der Verordening tot voor
koming en Vblussching van brand afgekondigd den
6 Decemberf1855.
Zierikzee-, 10 October 1870.
De Burgemeester
B. C. CAU.
De fung. Secretaris
J. G. BETHE.
Werd het vorig zitting-jaar hoofdzakelijk ingenomen
door de bespreking van koloniale onderwerpen en werden
destijds de grondslagen gelegd voor de aanneming van
een nieuw regering-stelsel in Indie; het is te voorzien,
dat in het thans ingetreden zitting-jaar vooral de mili
taire en finantiële questiewettigt ook de questie van
census-verlaging, ter sprake zullen komen. De rampza
lige oorlog tusschen Frankrjjk en Pruissen, die nog niet
geëindigd is, vordert dringend dat de Staten-Generaal
zich ijverig bezig houden met de behandeling van de
gewigtige vraag der lands-verdediging in haren vollen
omvangen zoowel die eisch als de noodzakelijkheid
om in de toenemende behoeften in Indie te voorzien
maken bet onze Vertegenwoordiging tot een duren pligt
eveneens te onderzoeken welke middelen moeten worden
aangewend om ons belasting-stelsel te verbeteren.
De militaire questie is de treurigste questie, die wij
kennen, omdat zjj eigenlijk geen questie zijn moest. De
oorlog is een barbaarschheid uit naijver of hebzucht
tegen naburen voortgevloeid. Hij is een wanklank in
den tegenwoordigen tijdnu de dynastieke belangen
geheel op den achtergrond zjjn getreden en onderge
schikt zijn gemaakt aan de hoogere belangen des volks;
nu een verbeterd volksonderwijs, een humanitair straf
stelsel maar vooral eene mildere opvatting van het
dogma vs,n het christendomde liefde tot den naasten
de zeden des volks hebben verzacht; nu alle ontdekkingen
der wetenschap en alle behoeften der zamenleving de
volkeren noodzaken gezamenlijk de vruchten te plukken
van de werken des vredes en zich niet meer onderling
te vernietigen door het ruwste en dierlijkste oorlogsge
weld. Het staal heeft heden ten dage eene andere be
stemming dan het te bezigen tot vernielingswerktuig van
een vjjand dievan nabij bezien een vriend en een
broeder is. Het metaal dient in onze dagen voor den
stoomploeg en niet voor het kanon.
Zoo dachten velen in de laatste vijftig jaren zoo
dachten ook wij cn wij blozen daarover niet. Maar
sedert het stipje, dat eenmaal Brandenburg heette, door
de veroveringstogten van twee Fritsen tot eene wijde
ruimte uitgezet, zich niet tevreden betoonde met zijne
tegenwoordige uitgestrektheid, maar zich onder Koning
Wilhelm en zjjn even eerzuchtigen minister in alle
rigtingen zoekt uit te breiden, en de gedaante van een
kolossus heeft aangenomen, die Denemarken heeft ver
pletterd, Oostenrijk verstooten, Frankrijk vertrapt, en
alleen reeds door die feiten Nederland voortdurend be
dreigt, zou het eene ijdele zelfbegoocheling zijn toe
te geven aan den aandrang, die zich ten vorige jare in
het Noorden des lands openbaarde, om onze budgetten
voor oorlog en marine in te krimpen. Pruissen heeft in
de laatste maanden eene overmagt ten toon gespreid,
die het Duitsche volkal trachtte de regering het te
beletten, nog overmoediger zal maken dan het reeds van
nature is, en het behoort, naar wij vreezen, geenszins tot
de onmogelijkheden dat wij eenmaal een defensieven
oorlog zullen moeten voeren. Maar al bedreigde ons
noch de overmoed van den overwinnaar, noch de rade
loosheid van den overwonnene, wij moeten gereed zjjn
ons te verdedigeu. Wij moeten met inspanning van al
onze krachten toonen een volk te zijn, dat zijne vrijheid
en zelfstandig bestaan hoog waardeert en dat zich nim
mer eene vreemde tiranny goedwillig laat opdringen.
Ons volk is uit zijnen aard liggingbehoeften en
neigingen vredelievend, en waarlijk de vredebonden zijn
niet noodig om die overtuiging te vestigen. Ons volk
begeert geen veroverings-togten te ondernemen. Maar
het is niet voldoende, weerstand te willen bieden; wjj
moeten het kunnen. Met hooivorken kan men individuen
veel kwaad doen, maar verslaat men niet een geoefend
en gedisciplineerd leger van den tegenstander. Nooit
luider dan in de laatste drie maanden is du9 de klagt
gerezen, of onze verdedigings-middelen zich in voldoen- j
den toestand bevinden, zoodat wij met eenig goed gevolg
een vijand, die vooral uit het Oosten mogt komen opda- j
gen, kunnen weren. Eene reeks van opstellen zijn in de
grootere en kleinere dagbladen geschreven, waarin het
vraagstuk van 's lands verdediging uit allerlei gezigts-
punt werd besproken. Algemeene dienstpligtigheid wordt
van de eene zijde als dringend noodzakelijk aangeprezen,
van den anderen kant als onvergelijkelijk drukkend ge
laakt. Afschaffing van de plaatsvervanging wordt door
sommigen als een uitnemend middel voorgedragen om
onze weêrbaarheid te versterken, terwijl anderen genoe
gen nemen met zoodanige beperking, dat hjj, die, militie-
pligtig, niet zelf dienen wil. een man in zjjne plaats moet
geven, die vijf volle jaren bij een corps vrijwilligers
dient. Groot verschil bestaat er over de vraag, of het
staande leger zal bestaan uit afzonderlijke vrijwilligers,
gelijk de grondwet voorschrijft, en alzoo afzonderlijke
corpsen vrijwilligers en afzonderlijke corpsen militiens
zullen worden opgerigt, dan wel of het staande leger
met de militie behooren zamengesmolten te blijven
gelijk de militie-wet, in strijd met de grondwet, heeft
aangenomen. Eene andere vraag: zullen de corpsen
militiens allen op gelijken voet blijven ingerigtdan
wel verdeeld in veld-militie, vormende met de bataljons
vrijwilligers, het eigenlijke veldleger en vesting-militie,
die minder geoefend wordt dau de eerste en ten deele
militie-kader verkrijgt? Zal de schutterij eene actieve
wapenmagt dan wel eene leger-reserve zijn? Deze en
meerdere vragen werden in de jongste weken door de
dagbladen besproken; de middelen waren verschillend,
maar hierin bestond overeenstemming dat de tegen
woordige toestand gebrekkig is en niet beantwoordt aan
de eischen eener doelmatige landsverdediging.
Was het dan te verwonderen dat reeds dadelijk
nadat de tweede kamer hare werkzaamheden hervatte,
er in de kamer stemmen zijn opgegaan, om die klag-
ten nader aan te dringen? De generaal Knoop moge
door een toeval uit de kamer zijn verbannen en het
slagtoffer zijn geworden eener intrigue, dubbel afkeu
renswaardig, omdat zij zich verschuilt achter het masker
vau loyauteit, - het ontbreekt in de kamer thans niet aan
militaire specialiteiten. De heer de Roo van Alderwerelt
heeft slechts den rang van kapitein, maar is een man
van uitstekende gaven en grondige studiën. De heer
Stieltjes is een practisch krijgskundige, en daarenboven
een uitmuntend ingenieur, een man van scherpen blik
en helder verstand. Wij kunnen het in deze speciali
teiten niet afkeuren dat zij reeds dadelijk" bij de be
handeling van het adres van antwoord op de openings
rede hun wantrouwen in den tegenwoordigen toestand
onzer landsverdediging hebben uitgedruktmaar wij
hadden gewenscht, dat zij zich in algemeene bewoor
dingen tot die afkeuring hadden bepaald, met voorbe
houd om bij de aanstaande behandeling der begrooting
hunne grieven en bedenkingen meer uitvoerig bloot te
leggen, In plaats van moedwillig de ooren voor het
gevaar te sluiten en het publiek wijs te maken op
geen anuer gezag dan van fantasiën van buitenlandsche
dagblad-correspondenten dat Nederland nooit in eenige
oorlogs-verwikkeling zal worden medegesleeptis het
de pligt van ieder, die de natie wil voorlichten, maar
is het vooral de pligt der vertegenwoordiging, het ge
vaar van het oogenblik scherp te doen uitkomen. Over
dreven vertrouwen in de regering is de eenige oorzaak,
dat Frankrijk thans in een poel van ellenden is neder-
gestort. De grootste leeringdie wij uit den tegen
woordigen oorlog kunnen trekkenis dat wij ons
spiegelen aan de feilen van hen die ons ten onregte
une nation éteinte noemden, terwijl zij zelve waren une
nation crédule.
De heer Stieltjes wees »op het ongeloofelijk optimisme"
van den Minister van Oorlog. Dat in zes dagen tjjds
een leger van 59,000 man was vereenigd, getuigde, naar
zijn oordeel, van de groote gewilligheid van on9 volk
om noodzakelijke lasten te dragen: maar bij de laatste
oproeping zijn toch ook groote leemten in ons oorlogs
wezen aan den dag gekomen. Zelfs deze in zes dagen
vereenigde 59,000 man zijn onvoldoende zeide hij
wanneer zij niet door een tweede volksleger zijn gesteund.
Had een aanval te land plaats gehad en waren terzelfder
tijd onze kusten bedreigd geworden, dan had men daar
voor alléén 15,000 man noodig gehad. Wat zou er dan,
na aftrek van de meest onmisbare garnizoenen, voor het
leger te velde zijn overgebleven? Ook het gehalte van
het leger, de vestingen, de inundatiën alles liet te
wenschen over.
Wij kunnen deze kritiek volkomen billijken. Het is
thans het oogenblik der militaire kritiek. Maar men zij
voorzigtig. De beide militaire specialiteiten hebben door
hun storraloopen op 't adres, terwijl de practische be-
grootings-discussien' in aantogt warende verdenking
niet kunnen ontgaan, dat zij een bres wilden schieten op
den Minister van Oorlog. Wjj verdedigen dien Minister
niet. Blijkt het der Tweede Kamerna naauwgezet
onderzoek, dat de Minister al te gerust is en al te veel
hecht aan traditien, welke in de tegenwoordige oorlo
gen geene waarde meer hebben, dan moet hij vallen.
Maar de ware militaire questie ligt niet hierin een
Minister van het zadel te doen tuimelen, maar ons land
op de doelmatigste en minst weelderige wijze in staat van
verdediging te stellen.
Londen6 Oct. De bijzondere secretaris van
Napoleon heeft getelegrafeerd dat het manifest, door
de Situation uitgevaardigdapokrief is.
Luidens mededeeling van den Eugelschen consul
te Kertschheerscht in Rusland de cholera. Tot op den
17 September jl. hadden zich 318 gevallen voorgedaan,
waarvan 141 met doodelijken afloop.
Tours, 5 Oct. Montangis5 Oct. De vijand heeft
in alle haast Pithiviers verlaten in de rigting van
Toury. Te Manchecourt heeft hjj 180 koejjen achter
gelaten. Te Bondaroy is een post van 30 man door
Turco's gedood, slechts een enkele is ontsnapt, men
verzekert dat geen vijand meer in de departementen
van den Loiret en de Vendonje te vinden is.
Het gedeelte van de geheime correspondentie der
keizerljjke familie, dat tot nu toe teParjja is uitgegeven,
zal zeker aan hendie in Napoleon III als in een braaf
en edel mensch geloofd hebben, en die meenden dat
zijn hof een toonbeeld van goede zeden was, een nieuwen
schok geven. Behalve verschillende brieven toch, welke
overtredingen van het zevende gebod aan het licht
brengenzijn eene menigte van staatkundige overtre
dingen ontdekt, alsmede de schandelijke wijze waarop
het geld der natie gebruikt werd tot het omkoopen van
staatkundige aanhangers en het begiftigen van familie
leden. Zoo is o. a. gebleken dat alleen aan prins Achille
Murat, van 18521866 83,217 francs zijn geschonken,
terwijl aan prins Lucien Murat en zijn familie gedurende
dien tjjd 4,362,562 francs verstrekt 2jjn.
Tours, 7 Oct, Het Gouvernement heeft bemoedigende
berigten ontvangen uit de departementen en vooral ten opzigte
van de 9teed9 9tijgende energie der bevolking; de boeren hebben
het 9tellig besluit genomen om de Prnis9en uit te puttenhnn
den aanvoer van levensmiddelen af te snijden, en een geregeld
leger te formeeren. De Pruissen schijnen naar Normandie te
willen oprukken; alle maatregelen zijn genomen om te beletten
dat hun levensmiddelen en vee worden aangevoerd. H&vre is
in goeden slaat van verdediging. 10.000 man eene keurbende
worden eerlang uit Algerie verwacht. De Pauselijke Zonaven
hebben een compleet kader gevormd. 1000 Garibaldianen zijn
te Chambérij aangekomen. Men verzekert dat de kanonuen der
gedetacheerde forten 8000 el ver schieten, 't Is dus onmogelijk,
dat de vijandelijke batterijen de stad Parijs zoo dicht kunnen
naderen om haar in 't hart te bombardeeren.
Een rijk koopman te Parijs, een man van 59 jaren
een ouderdom waarop men niet meer zoo vatbaar is
voor overdrijving of voor de opgewondenheid van den
oorlog, een kalm, behoudend man, die geen deel uitmaakt
van de nationale garde, kortom, een stil, bedeesd man,
schrjjft aan een vriend te Brussel een briefje, den 25
Sept. per ballon verzonden, waarin men leest:
„Parijs is een leger; men heeft er geen burgers of
werklieden meer, maar 390,000 nationale garden en
150,000 mobilen. De nationale garden houden zich beter
dan de troepen: om de drie nachten waken ze, onder den
blooten hemel, op de fortificatiën. Geen tenten. Niemand
beklaagt zich. Overal houdt men oefeningen, op de
trottoirs, op de binnenplaatsen. Iedereen heeft deze woor
den in den mond: overwinnen of sterven!!!" Zoo is't
uitmuntend: iedereen is weêr Fransch geworden.
»Gij zult wel hebben gehoord" zoo besluit hij, van de
kleine mitrailleuses-Cail, die 3000 man in een minuut
op 2000 meter afstand neervellen. Dat is een aardig
speelgoedje. En dan, pas op de torpedo's, als de Pruissen
voorbij de forten komen.
»Heb maar vertrouwen. Wjj zullen een mooi werk
doen. Leve de republiek!"
Volgens berigten uit Rouaan is Dingsdag nacht jl.
een treiu met militairen gederailleerd te Critot, op den
spoorweg Amiens naar Rouaan; 15 soldaten zijn daarbij
omgekomen, 15 doodeljjk en 100 min of meer gekwetst.
L' <14
Marseille, 7 Oct. Garibaldi is heden alhier
aangekomen.
Berlijn, 6 Oct. Generaal Werder meldt, dat bij
de belegering van Straatsburg de verliezen sedert 21
Sept. bedroegen 30 dooden en 195 gekwetsten. Gedu
rende de geheele belegering zijn van de DuitBchers 906,
waaronder 43 officierengedood of gewond. Een be
langrijk deel der troepen die voor Straatsburg hebben
gestaan zal thans voor Parijs gebruikt wordenwaarheen
zjj zich begeven deels per spoor, deels op marsch.
Men verneemt nog niets omtrent de juistheid of
onjuistheid van het berigt betreffende het vervoer van
een lijk in eene der Koninklijke rijtuigen bij de armee.
Geljjk men weet, was reeds gezegd dat er reden bestond
tot de veronderstelling dat generaal Moltke overleden
en zijn stoffelijk overschot in dat rijtuig naar Dnitsch-
land vervoerd zou zijn. Datzelfde was nu, onder
dagteekening van 28 Sept., ook uit Neufchateau aan de
Echo du Parlement geschrevenmaar inmiddels wordt
uit het Koninklijk hoofdkwartier geschrevendat gene
raal Moltke juist dien dag tegenwoordig was bij de
ontvangst des Konings te Gonesse. Van een andere zijde
was beweerd dat een der leden van de Nassausche
familie bij de armee overleden was. Wat er van zij
het blijkt nog niet wat men van het berigt heeft te
denken.
7 Oct, Volgens berigten uit het hoofdkwartier
ontvangen, zjjn nieuwe korpsen gevormd, om te be
letten dat buiten Parjjs eenigzius talrijke vjjandeljjke
troepen zich zouden vertoonen.
Het bombardement van Parjja zal niet beginnen vóór
al het belegeringsgeschut volledig in orde zal zjjn maar
alsdan zal de aanval krachtdadig zjjn.
De verliezen welke de runderpest in de Rijnprovinciën
veroorzaakt moeten ontzettend zijn. Alleen in de buurt van
Saarbriicken werden op eenmaal duizend zieke beesten doodge
schoten. Overal is vervoer van vee, hooi, 9troo enz. verboden,
behalve van 'tgeen voor 't leger noodig is.
Carlsrulie, 8 Oct. De Carlsruher Ztg. bevat het
volgend telegram uit Luneville van 8 Oct.gerigt aan
den groothertog van Baden:
Uit Etival wordt van 7 Oct. gemeld: Gisteren heeft
een zegevierend gevecht^plaats gehad van 9ys uur des
ochtends tot 4 ure des namiddags, nabjj Saint Remy
en Nompatétize tegen Fransche linietroepen en
mobile gardes. De vjjand was na 4 uur in volle vlucht
op Rambervilliers. Aan bet gevecht namen twee batail-
lons van het 3de regiment, het Iste regiment der
grenadiers van de ljjfwacht en een bataillon van het
6de regiment, benevens twee escadrons en de battery
Göbel eu Kunz. De vjjand was meer dan dubbel zoo
sterk, met 2 batterijen. Volgens opgaaf van gevangenen
telde hjj minstens 14000 man, versterkt door bataillons
uit het Zuiden, onder generaal Petevin. De houding
der troepen was boven allen lof voortreffeljjk. Saint
RemyNompatetize en Bois-des-Jumelles werden met
de bajonet genomen. Drie heftige aanvallen de8 vjjands
werden met energie afgeslagen. Het verlies bedraagt 20
officieren en 410 man aan dooden eu gewonden. De
ongekwetste gevangenen, in onze handen gevallen, be
dragen 6 officieren en 600 man, meestal linietroepen.
Een aantal wapens zijn in onze handen gevallen. Onze
troepen bivouakeerden op het veroverde slagveld.
Het was een glorierjjke dag voor de Badensche wa
penen.
Von Degenfeld, Generaal-Majoor.
Een Duitscher, de heer Vogetooggetuige van
de jjseljjke tooneelen die te Bazeilles voorvielenmeldt
daaromtrent: „Terwjjl achter de huizen gestreden werd,
ging ik de straat op. Verschrikkeljjk was de ellende,
die ik daar zag. Dooden lagen op gewonden, gewon
den op dooden gestapeld. Hier stiet een onder hart
roerend zuchten den laatsten adem uitdaar werd een
ander door het branden zjjner wonden uit een weldadige
verdooving gewekt. Honderd brekende oogen zagen mjj
smeekend aan. Een siddering voer mjj door de leden.
Ik wilde mjj verwjjderen. Het schouwspel was te ont
zettend. Eu tochwat 'oeteekende die ellende bjj de
gruwelen, die mjjn oog nog aanschouwen zou? Een
wild geschreeuw, 't welk meer op dat van een dier
dan van een mensch geleektrof mjjn oor. Ik zag
naar den kant, van waar het kwam, en bemerkte hoe
een boer een op den grond liggenden gewonden Beier
naar een brandend hui9 sleepteeen vrouw was hem
daarbij behulpzaam en schopte den ongelukkige voort
durend met haar groote klompen in de zjjde. Reeds
had zjjn hartverscheurend geschreeuw de ooren zjjner
kameraden bereikt. Drie hunner kwamen aansnellen.
/Schiet hen neder! Neen, hangt hen!" werd er ge
roepen. Daarflinalden twee schoten; de boer stortte
getroffen ter aarde. De helleveeg lachtetoen de sol
daten nog slechts drie schreden van haar verwjjderd
waren trapte zjj haar offer nog eens in 't gezicht.
Het wjjf moest krankzinnig zjjn. Een sabelhouw spleet
haar den schedel. „Hangt ze op In 't vuur met die
beesten klonk het weder. Terwjjl de soldaten aan
hun woede en wraak den vrijen teugel vierden boog
ik mjj tot den ongelukkige neder. Hjj wa9 dood.
Op eens hoor ik snel achter elkander twee schoten. Ik
wend mjj om en zie dat een ziekendragerdie een
gewonde vervoertineenzaktde baar ontzinkt zjjn
handen hjj waggelt en valt ter aarde. De gewonde
die hjj gedragen heeftrolt met hem in het stof. Uit
gindsche woning kwamen die schoten. Vjjf, zes Beieren
dringen naar binnen de deur bezwjjkt onder de slagen
hunner kolven. Maar de soldaten staan als verpletterd;
op den drempel verschjjnt, een geweer met twee loo-
pen in de hand houdend, een rijzige vrouw van omstreeks
50 jaren oud. De loshangende grijze haren omljjsten
een schoon ja edel gelaat. Zoodra zjj de gewapende
mannen zietnemen haar trekken een afschuwelijke
uitdrukking aan. Zjj lacht woest. „Gij zjjt een beest!"
voert haar een doctor tegen. Haar lach verstomt; een
tranenstroom breekt los uit haar oogenen kalm
maar op den toon van hartverscheurende smart zegt zjj:
„Neen, ik ben gade, ik ben moeder 1 Gjj hebt mjjn
man gedood gjj hebt mjjn beide zonen vermoord.
Dood mjj ookIk zal er u dankbaar voor zjjn. Zoo
gjj rajj niet doodt, dood ik u!" Bjj de laatste woorden
welt de onde toorn weder boven zjj neemt het geweer
ten tweeden male op. De soldaten hebben haar niet
verstaan zjj willen hunne kameraden wreken en zich
zeiven beschermen. De doctor staat, evenals ik, ver
pletterd. Nog eer wjj een woord vermogen te spreken
stort de rampzaligedoor twee kogels in de borst ge
troffen neder. „Laat haar rustig sterven roept de
doctor de krijgslieden toedie hun wraak nog niet
genoeg gekoelt hebben „zjj heeft heden haar man en
twee zonen verloren." Dat grjjpt ook de soldaten aan
zwjjgend gaan zjj heen. Ik bljjf met den doctor achter
wjj bnigen ons tot de arme neder. Haar wonden zjjn
doodeljjk. Wild staart de vrouw ons aan. Ik vat hare
handen onwillekeurig ontsnapt mjjn lippen een
„arme vrouwDie woorden schjjnen haar goed te
doen zij voelt weldat zjj uit het hart komen. Haar
brekend oog heldert een wjjle op en terwjjl haar hand
de mjjne stjjf houdt omklemd blaast zjj den laatsten
adem uit. Telkens verschenen gewonde ziekendra
gers die klaagden dat uit de huizen op hen geschoten
werd. Er werd bevel gegeven de huizen te zuiveren.
Dat was een gevaarljjke taakwaar velen het leven
bij inschoten. En toch schoon meer dan vjjftig mannen
en vrouwen gevangen werden genomen schoon meer
dan twintig, die zich verdedigden op de plaats werden
afgemaakthet schieten uit de huizen hield niet op.
Altjjd en altjjd weder strekten de ziekendragers ten
doelwit aan de verraderljjke kogels. De huizen schenen
uit hun onderaardsche schuilhoeken op nieuw bevolkt
te worden. Van alle kanten werd krachtig op ver
woesting van het geheele dorp aangedrongen. Reeds
waren zeker vjjftig der onzer uit die hinderlagen
neergeschotentoen eindelijk het bevel kwamelk
huis waaruit nog geschoten werd, in brand te 9teken.
Het bevel werd stipt uitgevoerd in geval van tegen
stand maakte men geen complimenten. En de inwoners?
Tot den bedelstaf gebragt en elk een of meer hunner
bloedverwanten betreurend, kenden zjj slechts één ge
voel dat der wraakzij vreesden den dood niet meer
maar gingen hem met vreugde tegen zoo zjj er slechts
in slagen mogteneerst een dier gehate „Duitsche
honden" te dooden."
Brussel7 Oct. Het Journal de Bruxelles maakt
onder alle reserve een brief uit Siegburg openbaar
waarin gemeld wordtdat er onderhandelingen zjjn
aangeknoopt tusschen Duitschland en Napoleon onder
medewerking van Rusland en Oostenrjjk. Indien na
inname van Parjjs, de magt in handen zou vallen aan
een bewind, dat niet de sympathie van die mogenheden
had, dan zou Napoleon naar Parjjs worden teruggevoerd.
De paus zou te Rome worden hersteld. Hetzelfde blad
berigt dat prins Napoleon naar Engeland gegaan is, om
voor den terugkeer des keizers in Frankrijk te werken.
Brussel8 Oct. De Indépendance zegt: Men
yerzekert ons dat op aanstaanden Dingsdag de Belgisch6
Bisschoppen te Mechelen zullen zamenkomen met de
notabiliteiten van de clericale pavtjj om te raadplegen
over den toestand, waarin de Paus is geraakt door de
gebeurtenissen in Italië.
Te Arlon is een jammerlijk ongeluk gebeurde Ver
scheidene arme Fransche huisgezinnendoor den oorlog
en den honger verjaagd, waren daar zeer laat in den