ZIERIKZEESCHE NIEUWSBODE.
Donderdag 6 October 1870.
40
M
iVo. 2855.
27sle Jaarg.
3d
ïecht,
HT,
SL.
Kiesdistrict Zierikzee.
Uitslag der Verkiezing
EEN LID
Besturen en Adininistratien.
Bekendmaking.
Be toestand onzer finantiën.
Nieuwstijdingen.
Hwwilia.
Ststlle.
JFristttferijtt.
apea.
VLIET Dz.
irshaven en
mPhilipsland,
per geschikt
en steea-
^CHIP-.
vletwerkJ
I ER
de VRIES
GCHT,
IR
Jecht
Ieduwen
footvraagt
Is. of ZOO
loon en
llands ge-
Jo on.
WHAN.
|h x
\)-ke.
ROD:
Laa/fr, bjj
ICHTi
PL vraagt
ieid,
\R eenf
meden de
W Zierikzee.
LLE-
3MP.
VAN
DEB
Provinciale Staten van Zeeland.
Uitgebragt 468 stemmen.
Blanco en van onwaarde 10
458 geldige stemmen.
Hiervan verkregen de Heeven: 4
B. G. van der HAVE 294 stemmen.
Mr. J. C. E. baron van LIJNDEN 164
zoodat tot lid der Provinciale Staten van Zeeland ge
kozen is de heer B. G. van der HAVE te Ouwerkerk.
De BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Zie
rikzee brengen ter openbare kennis, dat bij de herstem
ming voor de verkiezing van een lid der provinciale
Staten van Zeeland voor dit Kiesdistrict, op heden, van
de 458 geldige stemmen, op 'den Heer B. G. van der
HAVE 294 en op den Heer Mr. J. C. E. Baron van
LIJNDEN 164- stemmen zijn uitgebragtzoodat de
eerste i9 verkozen.
Zierikzee, den 5 October 1870.
De Burgemeester
B. C. CAU.
De fung. Secretaris
J. G. BETHE.
De redevoering, door den minister van finantiën, den
24sten September uitgesprokenheeft op ons over het
algemeen geen ongunstigen indruk gemaakt. Men kan
zich nu eenmaal niet vleijen met al die schoone zaken,
welke tot het verledene behooren. De tijd der verras
singen is voorbij. Zij, die lange optellingen van over
schotten en batige saldo's van vorige dienstjaren Jiadden
verwachtzijdie zouden wensehen dat jaarlijks on-
verpoosd het werk der schulddelging ware voortgezet;
zij eindelijk, die zich hadden voorgesteld dat het spooksel
eener inkomsten-belasting, dat zich reeds sedert onder
scheidene jaren dreigend aan hunne oogen voordeed
ook wederom dit jaar zoude wegtrekken zullen zich
bedrogen zien. Zóó gunstig is onze finantiële toestand
niet, dat bet Grootboek der Nationale Schuld daarvan
rlen zegenrijken invloed zonde ondervinden.
Men herinnert 2ich, dat bp de beraadslagingen over
de staatsbegrooting voor dit jaar, door den minister van
finantiën werd aangekondigd, dat het jaar 1870 een te
kort opleverde van acht millioen. De minister vroeg en
verkreeg de bevoegdheid om daarin te voorzien door
de uitgifte van schatkistbiljetten, dus door het scheppen
van vlottende schuld. Uit de redevoering des ministers
blijkt, dat van deze bevoegdheid tot dusver geen gebruik
is gemaakt, en ook in de laatste maanden genoeg geld
in kas zal zijn, om in de dienst te voorzien. De dienst
van 1870, die een te kort van 8 millioen scheen op te
leveren, had bijna geheel kunnen sluiten 1.° door een
batig slot beschikbaar van de koloniale diensten vóór
1867, tot een bedrag van ƒ2,705,582.93, waarmede de
inkomsten van het loopeude jaar kunnen worden ver
meerderd2.° door het niet besteden eener som van
ƒ220,000 als rente voor de schatkist-biljetten uitgetrok
ken; 3.° door de meerdere opbrengst der gewone inkom
sten gedurende dit jaar, welke in het eind der vorige
maancl 8 ton boven de raming opleverde4.° door het
terug-ontvangen van de esploitatiemaatschappy dei-
staatsspoorwegen van de 2 y2 millioen die haar waren
voorgeschoten.
Het ,/te kort" op het tegenwoordig dienstjaar, waarvan
de oppositie ten vorigen jare zooveel ophef heeft ge
maaktzou dus schier geheel zijn gedekt, indien niet
ook de uitgaven in het jaar 1870 aanmerkelijk waren
gestegen. Onderscheidene uitgaven maar vooral die,
vereischt om ter verzekering onzer neutraliteit de bui
tengewone ligtingen op te roepen en het land in staat
van verdediging te brengen, (waarvoor 4 millioen werden
toegestaan) hebben de hoogere inkomsten geheel ver
slonden, en het te kort van 8 millioen, waarvoor schatkist
biljetten mogen worden uitgegeven blyft bestaan al
behoeft daarin in 1870 nog niet te worden voorzien.
Het is haast niet denkbaar, dat die uitgifte in 1871 op
nieuw zal kunnen worden verschoven.
Het volgend jaar (de begrooting voor 1871) is eigenlijk
het eerste, waarvan het te voorzien is, dat het op finan-
tiëel gebied met groote moeijelijkheden zal hebben te
kampen. De inkomsten voor 1871 zijn geraamd op
ƒ86,764,193.50; de uitgaven op ƒ96.426,423.305, zoodat
er nog een te kort bljjft van 9,662,229.80s. Terwijl
onder de inkomsten zijn begrepen 10 millioen uit de
koloniale baten, zijn onder cle uitgaven mede 10 millioen
begrepen voor buitengewone werken, als 8 millioen voor
de voortzetting van het spoorwegnet, 1 millioen voor
het kanaal door Holland, ƒ276,900 voor den Rotterdam-
schen waterweg, 2 ton voor de haven van Harlingen,
ƒ320,000 voor buitengewone genie-werken.
Een nieuw te kort van bjjkans 10 millioen is eene
hoogst onaangename verrassing, maar, zoo als de minis
ter van finantiën reeds Dingsdag, in antwoord op den
heer van Zinnicq Bergman zeide hi) heeft den stand
der koffij-prijzen niet in zijne magthij kan het niet
helpen dat de koffij-oogst op Ceylon en in Brazilië
toeneemt, hij kan den publieke» geest niet tegenhouden,
die aan Indie niet langer wil onthouden wat Indie
regtmatig toekomt. Maar hoe nu in dat nieuw te kort
te voorzien? Door nieuwe uitgifte van schatkistbiljetten?
Dit ware eene al te hooge opdrijving der vlottende schuld.
Er blijft dus slechts over te kiezen tussehen verhooging
der staatsschuld door leening of verhooging der inkom
sten door belasting.
De heer van Bosseonze anders zoo voorzigtige mi-
sister van finantiën wil ditmaal met energie handelen.
Hij wenscht tot beide middelen zijue toevlugt te nemen.
Ter voltooijing onzer spoorwegen wil hjj een leening
sluiten van 30 a 35 millioen, waarvan 8 millioen voor
1871 benoodigd zullen zijn en waarvoor ƒ750,000 aan
rente op de staatsbegrooting is uitgetrokken tot
dekking van het dan nog overblijvende te kort van
ƒ1,660,000 wil hij het bedrag onzer gewone belastingen
'verhoogen. Hij wil de hatelijke patent-belastingdie
ruim 3 millioen oplevert, afschaffen en het te kort van
41/3 millioen aanvullen door eene inkomsten belasting.
Tot het gering bedrag vkn één ten honderd geheven
zal deze belasting waarschijnlijk een bate van 4a4'/2
millioen opleveren een bedrag dus voldoende om en
het patent te kunnen afschaffen èn de 16 ton op te
leveren die nog ter sluiting van de begrooting voor
1871 noodig zijn.
De leening van 30 des noods van 40 millioen tot
voltooijing onzer staatsspoorwegen zalnaar wij ons
voorstellen weinig bezwaar bij de natie ontmoeten
niets billijker dan dat, waar het nageslacht al de voor-
deelen zal plukken onzer spoorwegen het ook voor
■een zeer gering deel in de lasten daarvan bijdrage.
Meer strijd zal ontstaan over de vraagof niet de
ontbrekende 16 ton door mogelijke bate of bezuinigingen
op de uitgaven der staatsbegrooting zullen kunnen wor
den ingehaald in dat geval zou het schrikbeeld der
inkomsten-belasting wederom tot nader kunnen worden
verschoven. De natie is immers van zekere zijde gewend
die inkomsten-belasting als het grootste onheil te be
schouwen hetwelk haar zou kunnen bedreigen. Wij
zjjn veeleer geneigd den heer van Bosse te steunen
waar hjj een voorstel doet, dat zoowel op regtvaardig-
heid als op den duurzame» bloei van 's Rijks finantiën
is gegrond.
Op regtvaardigheidwant de patentbelasting is on-
regtvaardig, omdat door deze belasting slechts de in
komsten van enkele burgers, en dan nog wel de nijverste,
wordeu getroffen.
Op den duurzame» bloei van 's Rjjlcs finantiën, want,
vermits de Indische baten door eene reeks van omstan
digheden meer en meer onzeker worden handelt die
minister in het belang van 's lauds finantiën, die tijdig
de bakens weet te verzetten en, vooral in deze tijden,
op mogelijke stijging der uitgaven bedacht, niet langer
draalt met nieuwe bronnen van inkomst op te sporen.
Alleen door zóó te handelen zal eenmaal de onaf
hankelijkheid der Nederlandsche geldmiddelen van de
Indische baten een voldongen feit kunnen zijn.
De rede van den heer van Bosse heeft dus over het
algemeen eeu gunstigen indruk op ons gemaakt. Niet
alzoo natuurlijk op de conservatieve partij, welke alleen
vertrouwen stelt in de finantiële "bekwaamheden van
graaf Schimmelpenninck. Zóó heeft ook het Haagsche
Dagblad een vervaarlijk gedruisck aangeheven omdat
de'heer van Bosse nu op twee aambeelden te gelijk
kloptleening en inkomsten-belasting. Het vertoornde
blad was echter zeer zwak van geheugen. Het vergat
onderscheidene zaken. Vooreerst dat graaf Siihimmel-
penninck, toen hij de staatsbegrooting voor 1868 aanbood,
een te kort aankondigde van 3 millioen, die hij eenvoudig
wilde dekken door wnogelijke overschotjes," welke alleen
leefden in de verbeelding van hem minister. In de
hoeede plaats dat in 1868 nog tot voltooijing van onze
spoorwegen 60 a 65 millioen moesten worden uitgegeven..
En hoe wilde de graaf deze uitgaven bestrijden Al
wederom door eene leeningdie toen bijkans het dubbel
van de renten zou hebben bedragen, welke nu worden
gevorderd.
Wanneer men dus van diezelfde oppositie door het
gansche land een vreesselijk rumoer zal vernemen over
de stoutmoedige voorstellen van den minister van finan
tiën, den heer van Bosse, dan zal men wèl doen zich
daardoor niet te spoedig te laten medeslepen. Als men
den toestand en de toekomst onzer finantiën zelfstandig
onderzoektzal men de voorstellen van den heer van
Bosse noodzakelijk en regtvaardig oordeelen. Wij zijn te
dikwerf' den heer van Bosse over zijne aarzeling en zijne
vreesachtigheid hard gevahen, dan dat wij ons niet har
telijk zouden verblijden, wanneer hij eindelijk eens blijk
geeft van helder inzigt, onmiskenbare moed en doortas
tend handelen.
Omtrcut het verschrikkelijk ongeluk tengevolge van een blik
semstraal, waarvan wij in ons No. van Zalurdag 11. melding
maakten vinden wij thans de volgende uitvoeriger beschrij
ving in deu New-York Tribune van 27 Augustus.
De omtrek van Kingston aan de Hudsonrivier gelegen
werd Donderdag avond geteisterd door eene der schrikkelijkste
donderstormen waarvan men ooit gehoord heeft. Tegen
den middag merkte men het zamenpakkeu in alle rigtingen
van donkere en dreigende wolken aau den horizon. Bij
het naderen van den avond schoten er nu en dan bliksem
stralen- heen en weder door de lucht, en het doffe gerommel
des donders werd op een afstand gehoord. Bij het vallen der
duisternis was de electrieke verlooning onbeschrijfelijk grootsch.
Vier mijleu in den omtrek hingen de storrnwolken over de rivier,
en de bliksem schitterende onophoudelijk. Niettegenstaande de
waarschuwing van den naderenden storm, begaven honderden van
mannen, vrouwen en kinderen zich naar Union Avenue, op weg
naar T. Bailley Compagnies Circus-tent, welke opgeslagen
wa9 op eene gunstige plaats in die avenue, zoo dal er, toen
de vertooning begon, niet minder dan 1500 personen in de tent
waren, Op een korteu afstand van de hoofdteut was eene kleinere,
gebruikt als een fruituitstalling, en eenige voeten van die stond
een wilgenboom in den hoek van de werf van een belendend
gebouw. Op den hoek der Circus-tent, onder en nabij den boom,
waren een groot aantal personen bij elkander, die daar schuil
plaats gezocht hadden tegen den storm. Ouder de fruittent
waren ook ongeveer 25 personen te zamen, terwijl een paard,
bespannen voor een wagen vastgebonden wa9 aau een wagen
waarop een kleurling zat.
Scherts eu levendigheid heerschten onder deze groep. Digter
vielen de groote regendroppclen, er> meer flikkerend en sneller
elkander opvolgend werden de bliksemstralen, tot dat plotseling
eene verblindende vuurvlam het geheele tooneel verligtte, waarop
onmiddelijk een donderslag volgde, welke den grond deed schudden,
terwijl de lucht als vervuld scheen met een zwavelreuk. Het
tooneel Jat daarop in het paardenspel plaats had, kan niet be
schreven worden. Overal zag men verbleekte aangezigten en een
vrecssclijken panieken schrik dreigde, doch de groote tegen
woordigheid van geest van mr. Bailey, den eigenaar van den
circus heeft honderden levens gered. Hij schreeuwde tot de volks
menigte: „Blijft op uwe zitplaatsen!" en gebood de muziek te
spelen, terwijl hij ter zelfder tijd de paarden in den cirkel door
groote waterplassen dreef, daardoor hopende de aandacht der
volksmassa te trekken ten einde een gedrang en het dood
trappen van elkander te verhinderen, en hierin slaagde hij. De
pias verleide zijne kluchten eu lachte zoo luid als immer.
Terwijl dit plaats had binnen de tent, bad een noodlottige
bliksemschicht zijn werk daar buiten gedaan. De schicht scheen
te komen van het westen of zuidwesten, scheurde een gat van
ongeveer 12 voet door den top vaiv het groote zeildoek,
ging over de opene plaats naar den vroeger genoemden
wilgenboomeen afstand van 40 yardverspliuterde dien
boomdoodde het daaraan vastgebonden paardwierp den
voerman bewusteloos ter neder, scheurde de zolen van zijne
laarzen en verschroeide zijne kleederen. Van daar passerende
kwam de schicht neder op een groep kleurlingen nabij den
boom. Vijf personen werden oogenblikkelijlc gedood. Gedurende
meer dan "vijf minuten na deze schrikkelijke bezoeking kon
uicmaud in den omtrek zich bewegen allen waren stom
onbewust en verlamd. Onder de eerste tent werden vijf-en-twintig
personen neêrgeslagen en ernstig bezeerd. Volgens getuigenis
der omstanders was het inderdaad een schrikkelijk gezigt. Hon
derden in de groote tent waren verlamd, eu voorvallen van
een buitengewoiien aard waren overal zigtbaar.
Toen de wezenlijke toestand van zaken van buiten bekend
werd in de tent, kon het volk niet langer teruggehouden worden,
en de vertooning voor den avond eindigde op eens; toen men
zich naar buiten in de open lucht wilde begeven, bevond men
dat een groot aantal personen hunne zitplaatsen niet verlaten
kou. Velen van hen waren meer of minder bezeerd. De een bad
een stuk van zijn jas verloren; een ander den rand van zijn
hoed, en velen waren bijna bewusteloos. Zij zaten als standbeelden
en er was een bewusteloos uitzigt in hunne oogen, dat schrikkelijk
was om aan te zien. Vrienden schudden ben eu drongen bij
hen aan om te gaan, doch zij beweegden zich niet oogen-
schijnlijk waren zij stom. Robert Dickinson werd ter neder
geslagen door den schok, en lag een half uur oogenschijnlijk dood.
Edgar Carson werd zijn been geschroeid, en zijn laars geheel
afgescheurd. George E. Townsend stond op den circusgrond met.
een parapluie in zijne hand; hij.werd nedergeslagen en de para-
pluie in fladder gescheurd. Een persoon, met name Andrew Sutton,
werd zeer zonderling aangedaan. Hij was erg gebrand op den rug,
in zijn jas was eene snede gemaakt precies in deu vorm eener ster
en zijn hoed werd in flarden van zijn hoofd gescheurd. Andrew
de Wit, die erg gebrand werd in den linker borst, lag bijna
twee uren bedwelmd. Eene oude dame, eene kleurlinge, die buiten
de tent stond, kon gedurende een kwartier uurs, noch hare armen
noch hare voeteu bewegen, eindelijk kwam zij langzamerhand
bij en hinkte weg. Het is eene opmerkingswaardige daadzaak,
dat de lijken volstrekt geen sporen van geweld droegen; geen
enkel leeken dat zij een anderendan natuurlijken dood ge
storven waren. Het vleesch was nergens gebrand ielsdat
algemeen de opmerking trok. De oogen van een dergedooden
bleven wijd open, en leverden een akelig gezigt op.
De Kingston „Gazette" denkt, dat er 250 personen meer
ofj minder getroffen werden.
worden, pour parlementermet den burgemeester, doch
slechts aan drie was de vergunning gegeven. Dit was
een droevige ontdekking, doch niettemin werd de
koelbloedigheid en stoutmoedigheid der huzaren zeer
bewonderd.
Rome, 2 Oct. De uitslag der volksstemming over
de vereeniging der Romeinsche provinciën met het ko-
ningkryk Italië is, voor zooverre die bekend is, dat in
Rome zijn uitgebragt 40,805 ja's en 46 neeu's en in de
provinciën 6406 ja's en 22 neen's.
De geheele stad is geïllumineerd, geen wanordelijk
heden zjjn voorgevallen.
©wgclimb,
Londen, 4 Oct.. De Situation, keizerlijk orgaan,
bevat een manifest van Keizer Napoleongedagteekend
Wilhelmshöhe, 26 Sept., eu gerigt aan den Koning van
Pruissen. Dit manifest zegt
»Ik aanvaard den val der dynastie, indien deze val
Frankrijk beter in staat stelt om de overrorapelaars
over cle natuurlijke grenzen terug te drijven, maar de
poging van het voorioopig gouvernement om de ver
antwoordelijkheid van den oorlog op het keizerljjk
gouvernement te werpenis eene fout.
Bij het verklaren van den oorlog heeft de Keizer
gehoorzaamd aan den nationalen wensch.
Hij verwerpt cle Pruissiscke voorstellen betreffende
een wapenstilstand. Die weigering is eene daad waardig
aan Frankrijk.
De Keizer vraagt of Duitschland meer belang heeft bij
de nederlaag dan bij bet bondgenootschap van Frankrijk.
De zamenkomst van den Keizer met den Koning van
Pruissen heeft doen gelooven dat deze laatste de uit
komsten van een oorlog tot het uiterste met ongerustheid
tegemoet ziet.
Von Bismarck zal niets verkrijgenindien hij hoopt
in de Fransche harten de snaren der zelfzucht en dei-
vrees te doen trillenwelke Frankrijk nooit zal kennen
welke ook de tegenspoed zij, welke de Voorzienigheid
het oplegt.
Hij vraagt eene naauwe en loyale alliantie tussehen
Dnitschland en Frankrijk, en besluit met te zeggen
dat, als men van beide kanten volhardt met geweld te
gebruiken stellig eene afgrijselijke, onbekende oplossing
zal ontstaan uit dien schok, zoowel voor het ongeluk
van Duitschland, als dit van Frankrijk."
De correspondent van de Times bij het leger van
den Kroonprins te Versailles geeft een vermakeljjk
verhaal van een poging van 12 Pruissisehe huzaren,
om Versailles in te nementwee dagen vóór dat het
leger de stad binnenrukte.
/Terwijl de burgemeester van Versailles eu de ge
meenteraad in den namiddag van den 18den September
bijeen waren, om de mogelijkheid te bespreken, dat de
vijand de stad zou binnendringen door de parkpoort,
werden zij plotseling hevig verschrikt door het berigt
clat cle Pruissen reeds voor het raadhuis stonden. De
burgemeester en de geheele raad stormen de zaal uit,
j en. och jain den gang voor het policiebureau staat
een onderofficier van de zwarte huzaren, kalm en lag-
chend in het Duitsch met een der burgers te spreken
terwijl twee huzaren, ïftet overgehaalde haan, buitén
cle deur staan. De burgemeester vroeg hem of hij een
officier was en door een generaal gezonden was. //Wel
neen," was het antwoord, »ik ben een sergeant en
wensch den burgemeester te vinden." >>Ik ben de bur
gemeester," zeide hierop mr. Ie Maine, »en ik sta niemand
te woord, die geen officier is en niet door een generaal
gezonden is." »Er staan vijf regimenten cavallerie buiten
de poort, doch ik wil het antwoord des burgemeesters
wel gaan rapporteren aan mijn officier," zeide de ser
geant, en dood bedaard rijdt hij met zijn twee huzai-en
weg. De burgemeester laat onmiddellijk zijn rijtuig
voorkomen en rijdt de barrière uit van de Porte de Bac.
Geen Pruis was ergens te zien, en nu. kwaui het uit,
dat eenigen tijd te voren, 12 huzaren aan de poort
waren gekomen. Zes hadden zich op de hoogte geplaatst,
en de zes anderen hadden verzocht binnengelateu te
Tours, 1 Oct. Alhier zijn berigten ontvangen uit
Parijs, loopeude tot 27 September, zij melden het vol
gende: //Bij een beschikking van den minister van lcoop-
haudel van 26 dezer wordt bepaald, dat te rekenen van
28 Sept. het vleesch van 500 ossen en 4000 schapen
eiken dag ter beschikking van de inwoners zal worden
gesteld; het vleesch zal en détail worden verkocht voor
rekening van den staat door cle slagers die bij cle maire
zijn ingeschreven, ingevolge het vastgestelde tarief.
z/De vijand schijnt geen bepaalden aanval in den zin
te hebben; hij bezet geen eükel vast punt; de lijn der
verschansingen is buiten liet bereik van het geschut eu
hij bezet de hoogten op grooten afstand. Eiken keer
dat een konvooi of een verkenning wordt opgemerkt,
worden granaten uit de forten geworpen en meest al
tijd met het gewenschte gevolg. De vijand is bezig met
het aanleggen van een geretrancheerd kamp te Ver
sailles en schijnt toebereidselen te maken om clen win
ter aldaar door te brengen.
z/Over weinige dagen zullen minstens 250 bataljons
gewapende nationale garde te Parijs aanwezig zjjn, elk
bataljon van 1500 man."
,/De tweede aflevering der papieren van cle keizerljjke
familie bevat een depeche van de Keizerin aan den
Keizer, waaruit blijkt, dat de Keizer voornemens was,
na zijne twee eerste nederlagen naar Parijs terug te
keeren. Deze aflevering bevat ook ophelderingen nopens
de zaak van Sandon en de laatste reis van Rouber naar
het keizerlijk hoofdkwartier.
z/In een rapport nopens het gevecht van 23 Sept.
wordt het volgende gemeld. //De Pruissen waren ter
sterkte van 8000 man; hunne verliezen zijn aanzienlijk;
wij verloren clrie officieren gekwetst en elf gesneuveld
benevens 86 manschappen gesneuveld en gewond. De
hedenmorgen in de richting van Clamart-Fleury gedane
verkenning, leverde niets belangrijks op.
Btei-'lyti, 1 Oct. Berigten uit Ferrières melden,
dat het aankomen van belegeringsgeschut spoedig wordt
verwacht, ook is het mogelijk, dat tegen het einde dei-
week het hoofdkwartier wor.dt verplaatst. Aau den we
deropbouw van vernielde bruggen en tunnels wordt met
groote kracht gewerkt. De kanonnen van zwaar kaliber,
die voor Toul gebruikt zijn, zullen niet voor Parijs worden
aangewend, daar zij eene andere bestemming krijgen.
Van volkswapening en vrijschutters is in den omtrek
van Parijs geen spoor. De koning heeft 5000 Thl. voor
de noodlijdenden te Straatsburg gezonden.
De correspondent van de Kölnische Zeitung te
Coureelles, verhaalt hoe onmenschelijk de Franschen
door de Pruissisehe soldaten worden gemarteld voor wan
daden, die wel is waar niet ongestraft blijven mogen,
maar waarvoor men iemand niet behoeft dood te mar
telen. Eene oude vrouw had een Duitsch kapitein, gewond,
maar nog levend, de oogen uitgekrabd. Eenige huzaren
sleepten haar naar clen tuin, trapten cle 70-jarige vrouw
zoolang tot dat ze clen geest gegeven had en begroeven
haar. Eene andere vrouw sueed een stervende een vinger
af om zich van zijn gouden ring meester te maken. Men
bond haar aan een wagen vast en sleepte haar voort
totdat men nog slechts een bloedend ljjk medevoerde.
Brussel, 1 Oct. Het Journal de Bruxelles meldt,
dat de miliciens der ligtingen 1863, 1864 en 1865 van
de infanterie en artillerie te voet, benevens alle gehuwde
mannen naar huis worden gezonden. Bovendien worden
met 1 dezer de observatiekorpen en de generale staf
ontbonden.
Diimiit, 2 Oct. Gisteren is hier eene lijkkist
doorgevoerd, komende uit Frankrijk bestemd weg naar
Keulen welke vergezeld was door een liefdezuster.
Deze zuster, naar den naam des overledenen gevraagd,
antwoordde clat zij had geholpen het lijk in de kist
te leggen, doch dat het haar niet mogelijk was geweest
bet aangezigt te zien, daar hetzelve met een dik floers
bedekt was.
Men brengt deze zaak in verband met een berigt uit
Reims, waarin gemeld werd dat op een der koetsen van
den koning van Pruissen door Fransche vrijschutters bij
het passeren van eenen naauwen weg geschoten was en
een der zich daarin bevindende personen doodelijk ge
troffen werd. Van die koets werd slechts gebruik gemaakt
door den koning, de kroonprins, graaf Bismarck of von
Moltke. Is nu één dezer personen doodelijk getroffen
geworden
'Eeu reiziger van Reims te Saint-Quentih. aangekomen,
verhaalde dat hij het doorschoten rijtuig heeft gezien
en betast, bovendien had hij uit Reims een talrijke mili
taire stoet zien vertrekken welke naar Pruissen eene
doodkist vervoerde. In Union Liberale van Verviers deelt
iemand mede dat hij tusscben Reims en Chalons de
lijkstoet is tegengekomen van een hooggeplaatst Pruia-
sisch persoon die door een pistoolschot gedood was
toen hij in een cabriolet reed. De boeren in clen omtrek
beweerden dat het niemand anders dan graaf von Moltke
was; doch daar deze zich vóór Parijs bevindt is dit
zeer onwaarschijnlijk.
\VeirikeiiciaTiLi2 Oct. Hadden wjj verschenen
zomer een weinig reden tot klagen over het ongunstige
weêr, voornamelijk met betrekking tot den landbouw,
de nazomer vergoedt dit maar al te zeer. De