ZIERIKZEESCHE NIEUWSBODE. Donderdag 6 October 1870. 40 M iVo. 2855. 27sle Jaarg. 3d ïecht, HT, SL. Kiesdistrict Zierikzee. Uitslag der Verkiezing EEN LID Besturen en Adininistratien. Bekendmaking. Be toestand onzer finantiën. Nieuwstijdingen. Hwwilia. Ststlle. JFristttferijtt. apea. VLIET Dz. irshaven en mPhilipsland, per geschikt en steea- ^CHIP-. vletwerkJ I ER de VRIES GCHT, IR Jecht Ieduwen footvraagt Is. of ZOO loon en llands ge- Jo on. WHAN. |h x \)-ke. ROD: Laa/fr, bjj ICHTi PL vraagt ieid, \R eenf meden de W Zierikzee. LLE- 3MP. VAN DEB Provinciale Staten van Zeeland. Uitgebragt 468 stemmen. Blanco en van onwaarde 10 458 geldige stemmen. Hiervan verkregen de Heeven: 4 B. G. van der HAVE 294 stemmen. Mr. J. C. E. baron van LIJNDEN 164 zoodat tot lid der Provinciale Staten van Zeeland ge kozen is de heer B. G. van der HAVE te Ouwerkerk. De BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Zie rikzee brengen ter openbare kennis, dat bij de herstem ming voor de verkiezing van een lid der provinciale Staten van Zeeland voor dit Kiesdistrict, op heden, van de 458 geldige stemmen, op 'den Heer B. G. van der HAVE 294 en op den Heer Mr. J. C. E. Baron van LIJNDEN 164- stemmen zijn uitgebragtzoodat de eerste i9 verkozen. Zierikzee, den 5 October 1870. De Burgemeester B. C. CAU. De fung. Secretaris J. G. BETHE. De redevoering, door den minister van finantiën, den 24sten September uitgesprokenheeft op ons over het algemeen geen ongunstigen indruk gemaakt. Men kan zich nu eenmaal niet vleijen met al die schoone zaken, welke tot het verledene behooren. De tijd der verras singen is voorbij. Zij, die lange optellingen van over schotten en batige saldo's van vorige dienstjaren Jiadden verwachtzijdie zouden wensehen dat jaarlijks on- verpoosd het werk der schulddelging ware voortgezet; zij eindelijk, die zich hadden voorgesteld dat het spooksel eener inkomsten-belasting, dat zich reeds sedert onder scheidene jaren dreigend aan hunne oogen voordeed ook wederom dit jaar zoude wegtrekken zullen zich bedrogen zien. Zóó gunstig is onze finantiële toestand niet, dat bet Grootboek der Nationale Schuld daarvan rlen zegenrijken invloed zonde ondervinden. Men herinnert 2ich, dat bp de beraadslagingen over de staatsbegrooting voor dit jaar, door den minister van finantiën werd aangekondigd, dat het jaar 1870 een te kort opleverde van acht millioen. De minister vroeg en verkreeg de bevoegdheid om daarin te voorzien door de uitgifte van schatkistbiljetten, dus door het scheppen van vlottende schuld. Uit de redevoering des ministers blijkt, dat van deze bevoegdheid tot dusver geen gebruik is gemaakt, en ook in de laatste maanden genoeg geld in kas zal zijn, om in de dienst te voorzien. De dienst van 1870, die een te kort van 8 millioen scheen op te leveren, had bijna geheel kunnen sluiten 1.° door een batig slot beschikbaar van de koloniale diensten vóór 1867, tot een bedrag van ƒ2,705,582.93, waarmede de inkomsten van het loopeude jaar kunnen worden ver meerderd2.° door het niet besteden eener som van ƒ220,000 als rente voor de schatkist-biljetten uitgetrok ken; 3.° door de meerdere opbrengst der gewone inkom sten gedurende dit jaar, welke in het eind der vorige maancl 8 ton boven de raming opleverde4.° door het terug-ontvangen van de esploitatiemaatschappy dei- staatsspoorwegen van de 2 y2 millioen die haar waren voorgeschoten. Het ,/te kort" op het tegenwoordig dienstjaar, waarvan de oppositie ten vorigen jare zooveel ophef heeft ge maaktzou dus schier geheel zijn gedekt, indien niet ook de uitgaven in het jaar 1870 aanmerkelijk waren gestegen. Onderscheidene uitgaven maar vooral die, vereischt om ter verzekering onzer neutraliteit de bui tengewone ligtingen op te roepen en het land in staat van verdediging te brengen, (waarvoor 4 millioen werden toegestaan) hebben de hoogere inkomsten geheel ver slonden, en het te kort van 8 millioen, waarvoor schatkist biljetten mogen worden uitgegeven blyft bestaan al behoeft daarin in 1870 nog niet te worden voorzien. Het is haast niet denkbaar, dat die uitgifte in 1871 op nieuw zal kunnen worden verschoven. Het volgend jaar (de begrooting voor 1871) is eigenlijk het eerste, waarvan het te voorzien is, dat het op finan- tiëel gebied met groote moeijelijkheden zal hebben te kampen. De inkomsten voor 1871 zijn geraamd op ƒ86,764,193.50; de uitgaven op ƒ96.426,423.305, zoodat er nog een te kort bljjft van 9,662,229.80s. Terwijl onder de inkomsten zijn begrepen 10 millioen uit de koloniale baten, zijn onder cle uitgaven mede 10 millioen begrepen voor buitengewone werken, als 8 millioen voor de voortzetting van het spoorwegnet, 1 millioen voor het kanaal door Holland, ƒ276,900 voor den Rotterdam- schen waterweg, 2 ton voor de haven van Harlingen, ƒ320,000 voor buitengewone genie-werken. Een nieuw te kort van bjjkans 10 millioen is eene hoogst onaangename verrassing, maar, zoo als de minis ter van finantiën reeds Dingsdag, in antwoord op den heer van Zinnicq Bergman zeide hi) heeft den stand der koffij-prijzen niet in zijne magthij kan het niet helpen dat de koffij-oogst op Ceylon en in Brazilië toeneemt, hij kan den publieke» geest niet tegenhouden, die aan Indie niet langer wil onthouden wat Indie regtmatig toekomt. Maar hoe nu in dat nieuw te kort te voorzien? Door nieuwe uitgifte van schatkistbiljetten? Dit ware eene al te hooge opdrijving der vlottende schuld. Er blijft dus slechts over te kiezen tussehen verhooging der staatsschuld door leening of verhooging der inkom sten door belasting. De heer van Bosseonze anders zoo voorzigtige mi- sister van finantiën wil ditmaal met energie handelen. Hij wenscht tot beide middelen zijue toevlugt te nemen. Ter voltooijing onzer spoorwegen wil hjj een leening sluiten van 30 a 35 millioen, waarvan 8 millioen voor 1871 benoodigd zullen zijn en waarvoor ƒ750,000 aan rente op de staatsbegrooting is uitgetrokken tot dekking van het dan nog overblijvende te kort van ƒ1,660,000 wil hij het bedrag onzer gewone belastingen 'verhoogen. Hij wil de hatelijke patent-belastingdie ruim 3 millioen oplevert, afschaffen en het te kort van 41/3 millioen aanvullen door eene inkomsten belasting. Tot het gering bedrag vkn één ten honderd geheven zal deze belasting waarschijnlijk een bate van 4a4'/2 millioen opleveren een bedrag dus voldoende om en het patent te kunnen afschaffen èn de 16 ton op te leveren die nog ter sluiting van de begrooting voor 1871 noodig zijn. De leening van 30 des noods van 40 millioen tot voltooijing onzer staatsspoorwegen zalnaar wij ons voorstellen weinig bezwaar bij de natie ontmoeten niets billijker dan dat, waar het nageslacht al de voor- deelen zal plukken onzer spoorwegen het ook voor ■een zeer gering deel in de lasten daarvan bijdrage. Meer strijd zal ontstaan over de vraagof niet de ontbrekende 16 ton door mogelijke bate of bezuinigingen op de uitgaven der staatsbegrooting zullen kunnen wor den ingehaald in dat geval zou het schrikbeeld der inkomsten-belasting wederom tot nader kunnen worden verschoven. De natie is immers van zekere zijde gewend die inkomsten-belasting als het grootste onheil te be schouwen hetwelk haar zou kunnen bedreigen. Wij zjjn veeleer geneigd den heer van Bosse te steunen waar hjj een voorstel doet, dat zoowel op regtvaardig- heid als op den duurzame» bloei van 's Rijks finantiën is gegrond. Op regtvaardigheidwant de patentbelasting is on- regtvaardig, omdat door deze belasting slechts de in komsten van enkele burgers, en dan nog wel de nijverste, wordeu getroffen. Op den duurzame» bloei van 's Rjjlcs finantiën, want, vermits de Indische baten door eene reeks van omstan digheden meer en meer onzeker worden handelt die minister in het belang van 's lauds finantiën, die tijdig de bakens weet te verzetten en, vooral in deze tijden, op mogelijke stijging der uitgaven bedacht, niet langer draalt met nieuwe bronnen van inkomst op te sporen. Alleen door zóó te handelen zal eenmaal de onaf hankelijkheid der Nederlandsche geldmiddelen van de Indische baten een voldongen feit kunnen zijn. De rede van den heer van Bosse heeft dus over het algemeen eeu gunstigen indruk op ons gemaakt. Niet alzoo natuurlijk op de conservatieve partij, welke alleen vertrouwen stelt in de finantiële "bekwaamheden van graaf Schimmelpenninck. Zóó heeft ook het Haagsche Dagblad een vervaarlijk gedruisck aangeheven omdat de'heer van Bosse nu op twee aambeelden te gelijk kloptleening en inkomsten-belasting. Het vertoornde blad was echter zeer zwak van geheugen. Het vergat onderscheidene zaken. Vooreerst dat graaf Siihimmel- penninck, toen hij de staatsbegrooting voor 1868 aanbood, een te kort aankondigde van 3 millioen, die hij eenvoudig wilde dekken door wnogelijke overschotjes," welke alleen leefden in de verbeelding van hem minister. In de hoeede plaats dat in 1868 nog tot voltooijing van onze spoorwegen 60 a 65 millioen moesten worden uitgegeven.. En hoe wilde de graaf deze uitgaven bestrijden Al wederom door eene leeningdie toen bijkans het dubbel van de renten zou hebben bedragen, welke nu worden gevorderd. Wanneer men dus van diezelfde oppositie door het gansche land een vreesselijk rumoer zal vernemen over de stoutmoedige voorstellen van den minister van finan tiën, den heer van Bosse, dan zal men wèl doen zich daardoor niet te spoedig te laten medeslepen. Als men den toestand en de toekomst onzer finantiën zelfstandig onderzoektzal men de voorstellen van den heer van Bosse noodzakelijk en regtvaardig oordeelen. Wij zijn te dikwerf' den heer van Bosse over zijne aarzeling en zijne vreesachtigheid hard gevahen, dan dat wij ons niet har telijk zouden verblijden, wanneer hij eindelijk eens blijk geeft van helder inzigt, onmiskenbare moed en doortas tend handelen. Omtrcut het verschrikkelijk ongeluk tengevolge van een blik semstraal, waarvan wij in ons No. van Zalurdag 11. melding maakten vinden wij thans de volgende uitvoeriger beschrij ving in deu New-York Tribune van 27 Augustus. De omtrek van Kingston aan de Hudsonrivier gelegen werd Donderdag avond geteisterd door eene der schrikkelijkste donderstormen waarvan men ooit gehoord heeft. Tegen den middag merkte men het zamenpakkeu in alle rigtingen van donkere en dreigende wolken aau den horizon. Bij het naderen van den avond schoten er nu en dan bliksem stralen- heen en weder door de lucht, en het doffe gerommel des donders werd op een afstand gehoord. Bij het vallen der duisternis was de electrieke verlooning onbeschrijfelijk grootsch. Vier mijleu in den omtrek hingen de storrnwolken over de rivier, en de bliksem schitterende onophoudelijk. Niettegenstaande de waarschuwing van den naderenden storm, begaven honderden van mannen, vrouwen en kinderen zich naar Union Avenue, op weg naar T. Bailley Compagnies Circus-tent, welke opgeslagen wa9 op eene gunstige plaats in die avenue, zoo dal er, toen de vertooning begon, niet minder dan 1500 personen in de tent waren, Op een korteu afstand van de hoofdteut was eene kleinere, gebruikt als een fruituitstalling, en eenige voeten van die stond een wilgenboom in den hoek van de werf van een belendend gebouw. Op den hoek der Circus-tent, onder en nabij den boom, waren een groot aantal personen bij elkander, die daar schuil plaats gezocht hadden tegen den storm. Ouder de fruittent waren ook ongeveer 25 personen te zamen, terwijl een paard, bespannen voor een wagen vastgebonden wa9 aau een wagen waarop een kleurling zat. Scherts eu levendigheid heerschten onder deze groep. Digter vielen de groote regendroppclen, er> meer flikkerend en sneller elkander opvolgend werden de bliksemstralen, tot dat plotseling eene verblindende vuurvlam het geheele tooneel verligtte, waarop onmiddelijk een donderslag volgde, welke den grond deed schudden, terwijl de lucht als vervuld scheen met een zwavelreuk. Het tooneel Jat daarop in het paardenspel plaats had, kan niet be schreven worden. Overal zag men verbleekte aangezigten en een vrecssclijken panieken schrik dreigde, doch de groote tegen woordigheid van geest van mr. Bailey, den eigenaar van den circus heeft honderden levens gered. Hij schreeuwde tot de volks menigte: „Blijft op uwe zitplaatsen!" en gebood de muziek te spelen, terwijl hij ter zelfder tijd de paarden in den cirkel door groote waterplassen dreef, daardoor hopende de aandacht der volksmassa te trekken ten einde een gedrang en het dood trappen van elkander te verhinderen, en hierin slaagde hij. De pias verleide zijne kluchten eu lachte zoo luid als immer. Terwijl dit plaats had binnen de tent, bad een noodlottige bliksemschicht zijn werk daar buiten gedaan. De schicht scheen te komen van het westen of zuidwesten, scheurde een gat van ongeveer 12 voet door den top vaiv het groote zeildoek, ging over de opene plaats naar den vroeger genoemden wilgenboomeen afstand van 40 yardverspliuterde dien boomdoodde het daaraan vastgebonden paardwierp den voerman bewusteloos ter neder, scheurde de zolen van zijne laarzen en verschroeide zijne kleederen. Van daar passerende kwam de schicht neder op een groep kleurlingen nabij den boom. Vijf personen werden oogenblikkelijlc gedood. Gedurende meer dan "vijf minuten na deze schrikkelijke bezoeking kon uicmaud in den omtrek zich bewegen allen waren stom onbewust en verlamd. Onder de eerste tent werden vijf-en-twintig personen neêrgeslagen en ernstig bezeerd. Volgens getuigenis der omstanders was het inderdaad een schrikkelijk gezigt. Hon derden in de groote tent waren verlamd, eu voorvallen van een buitengewoiien aard waren overal zigtbaar. Toen de wezenlijke toestand van zaken van buiten bekend werd in de tent, kon het volk niet langer teruggehouden worden, en de vertooning voor den avond eindigde op eens; toen men zich naar buiten in de open lucht wilde begeven, bevond men dat een groot aantal personen hunne zitplaatsen niet verlaten kou. Velen van hen waren meer of minder bezeerd. De een bad een stuk van zijn jas verloren; een ander den rand van zijn hoed, en velen waren bijna bewusteloos. Zij zaten als standbeelden en er was een bewusteloos uitzigt in hunne oogen, dat schrikkelijk was om aan te zien. Vrienden schudden ben eu drongen bij hen aan om te gaan, doch zij beweegden zich niet oogen- schijnlijk waren zij stom. Robert Dickinson werd ter neder geslagen door den schok, en lag een half uur oogenschijnlijk dood. Edgar Carson werd zijn been geschroeid, en zijn laars geheel afgescheurd. George E. Townsend stond op den circusgrond met. een parapluie in zijne hand; hij.werd nedergeslagen en de para- pluie in fladder gescheurd. Een persoon, met name Andrew Sutton, werd zeer zonderling aangedaan. Hij was erg gebrand op den rug, in zijn jas was eene snede gemaakt precies in deu vorm eener ster en zijn hoed werd in flarden van zijn hoofd gescheurd. Andrew de Wit, die erg gebrand werd in den linker borst, lag bijna twee uren bedwelmd. Eene oude dame, eene kleurlinge, die buiten de tent stond, kon gedurende een kwartier uurs, noch hare armen noch hare voeteu bewegen, eindelijk kwam zij langzamerhand bij en hinkte weg. Het is eene opmerkingswaardige daadzaak, dat de lijken volstrekt geen sporen van geweld droegen; geen enkel leeken dat zij een anderendan natuurlijken dood ge storven waren. Het vleesch was nergens gebrand ielsdat algemeen de opmerking trok. De oogen van een dergedooden bleven wijd open, en leverden een akelig gezigt op. De Kingston „Gazette" denkt, dat er 250 personen meer ofj minder getroffen werden. worden, pour parlementermet den burgemeester, doch slechts aan drie was de vergunning gegeven. Dit was een droevige ontdekking, doch niettemin werd de koelbloedigheid en stoutmoedigheid der huzaren zeer bewonderd. Rome, 2 Oct. De uitslag der volksstemming over de vereeniging der Romeinsche provinciën met het ko- ningkryk Italië is, voor zooverre die bekend is, dat in Rome zijn uitgebragt 40,805 ja's en 46 neeu's en in de provinciën 6406 ja's en 22 neen's. De geheele stad is geïllumineerd, geen wanordelijk heden zjjn voorgevallen. ©wgclimb, Londen, 4 Oct.. De Situation, keizerlijk orgaan, bevat een manifest van Keizer Napoleongedagteekend Wilhelmshöhe, 26 Sept., eu gerigt aan den Koning van Pruissen. Dit manifest zegt »Ik aanvaard den val der dynastie, indien deze val Frankrijk beter in staat stelt om de overrorapelaars over cle natuurlijke grenzen terug te drijven, maar de poging van het voorioopig gouvernement om de ver antwoordelijkheid van den oorlog op het keizerljjk gouvernement te werpenis eene fout. Bij het verklaren van den oorlog heeft de Keizer gehoorzaamd aan den nationalen wensch. Hij verwerpt cle Pruissiscke voorstellen betreffende een wapenstilstand. Die weigering is eene daad waardig aan Frankrijk. De Keizer vraagt of Duitschland meer belang heeft bij de nederlaag dan bij bet bondgenootschap van Frankrijk. De zamenkomst van den Keizer met den Koning van Pruissen heeft doen gelooven dat deze laatste de uit komsten van een oorlog tot het uiterste met ongerustheid tegemoet ziet. Von Bismarck zal niets verkrijgenindien hij hoopt in de Fransche harten de snaren der zelfzucht en dei- vrees te doen trillenwelke Frankrijk nooit zal kennen welke ook de tegenspoed zij, welke de Voorzienigheid het oplegt. Hij vraagt eene naauwe en loyale alliantie tussehen Dnitschland en Frankrijk, en besluit met te zeggen dat, als men van beide kanten volhardt met geweld te gebruiken stellig eene afgrijselijke, onbekende oplossing zal ontstaan uit dien schok, zoowel voor het ongeluk van Duitschland, als dit van Frankrijk." De correspondent van de Times bij het leger van den Kroonprins te Versailles geeft een vermakeljjk verhaal van een poging van 12 Pruissisehe huzaren, om Versailles in te nementwee dagen vóór dat het leger de stad binnenrukte. /Terwijl de burgemeester van Versailles eu de ge meenteraad in den namiddag van den 18den September bijeen waren, om de mogelijkheid te bespreken, dat de vijand de stad zou binnendringen door de parkpoort, werden zij plotseling hevig verschrikt door het berigt clat cle Pruissen reeds voor het raadhuis stonden. De burgemeester en de geheele raad stormen de zaal uit, j en. och jain den gang voor het policiebureau staat een onderofficier van de zwarte huzaren, kalm en lag- chend in het Duitsch met een der burgers te spreken terwijl twee huzaren, ïftet overgehaalde haan, buitén cle deur staan. De burgemeester vroeg hem of hij een officier was en door een generaal gezonden was. //Wel neen," was het antwoord, »ik ben een sergeant en wensch den burgemeester te vinden." >>Ik ben de bur gemeester," zeide hierop mr. Ie Maine, »en ik sta niemand te woord, die geen officier is en niet door een generaal gezonden is." »Er staan vijf regimenten cavallerie buiten de poort, doch ik wil het antwoord des burgemeesters wel gaan rapporteren aan mijn officier," zeide de ser geant, en dood bedaard rijdt hij met zijn twee huzai-en weg. De burgemeester laat onmiddellijk zijn rijtuig voorkomen en rijdt de barrière uit van de Porte de Bac. Geen Pruis was ergens te zien, en nu. kwaui het uit, dat eenigen tijd te voren, 12 huzaren aan de poort waren gekomen. Zes hadden zich op de hoogte geplaatst, en de zes anderen hadden verzocht binnengelateu te Tours, 1 Oct. Alhier zijn berigten ontvangen uit Parijs, loopeude tot 27 September, zij melden het vol gende: //Bij een beschikking van den minister van lcoop- haudel van 26 dezer wordt bepaald, dat te rekenen van 28 Sept. het vleesch van 500 ossen en 4000 schapen eiken dag ter beschikking van de inwoners zal worden gesteld; het vleesch zal en détail worden verkocht voor rekening van den staat door cle slagers die bij cle maire zijn ingeschreven, ingevolge het vastgestelde tarief. z/De vijand schijnt geen bepaalden aanval in den zin te hebben; hij bezet geen eükel vast punt; de lijn der verschansingen is buiten liet bereik van het geschut eu hij bezet de hoogten op grooten afstand. Eiken keer dat een konvooi of een verkenning wordt opgemerkt, worden granaten uit de forten geworpen en meest al tijd met het gewenschte gevolg. De vijand is bezig met het aanleggen van een geretrancheerd kamp te Ver sailles en schijnt toebereidselen te maken om clen win ter aldaar door te brengen. z/Over weinige dagen zullen minstens 250 bataljons gewapende nationale garde te Parijs aanwezig zjjn, elk bataljon van 1500 man." ,/De tweede aflevering der papieren van cle keizerljjke familie bevat een depeche van de Keizerin aan den Keizer, waaruit blijkt, dat de Keizer voornemens was, na zijne twee eerste nederlagen naar Parijs terug te keeren. Deze aflevering bevat ook ophelderingen nopens de zaak van Sandon en de laatste reis van Rouber naar het keizerlijk hoofdkwartier. z/In een rapport nopens het gevecht van 23 Sept. wordt het volgende gemeld. //De Pruissen waren ter sterkte van 8000 man; hunne verliezen zijn aanzienlijk; wij verloren clrie officieren gekwetst en elf gesneuveld benevens 86 manschappen gesneuveld en gewond. De hedenmorgen in de richting van Clamart-Fleury gedane verkenning, leverde niets belangrijks op. Btei-'lyti, 1 Oct. Berigten uit Ferrières melden, dat het aankomen van belegeringsgeschut spoedig wordt verwacht, ook is het mogelijk, dat tegen het einde dei- week het hoofdkwartier wor.dt verplaatst. Aau den we deropbouw van vernielde bruggen en tunnels wordt met groote kracht gewerkt. De kanonnen van zwaar kaliber, die voor Toul gebruikt zijn, zullen niet voor Parijs worden aangewend, daar zij eene andere bestemming krijgen. Van volkswapening en vrijschutters is in den omtrek van Parijs geen spoor. De koning heeft 5000 Thl. voor de noodlijdenden te Straatsburg gezonden. De correspondent van de Kölnische Zeitung te Coureelles, verhaalt hoe onmenschelijk de Franschen door de Pruissisehe soldaten worden gemarteld voor wan daden, die wel is waar niet ongestraft blijven mogen, maar waarvoor men iemand niet behoeft dood te mar telen. Eene oude vrouw had een Duitsch kapitein, gewond, maar nog levend, de oogen uitgekrabd. Eenige huzaren sleepten haar naar clen tuin, trapten cle 70-jarige vrouw zoolang tot dat ze clen geest gegeven had en begroeven haar. Eene andere vrouw sueed een stervende een vinger af om zich van zijn gouden ring meester te maken. Men bond haar aan een wagen vast en sleepte haar voort totdat men nog slechts een bloedend ljjk medevoerde. Brussel, 1 Oct. Het Journal de Bruxelles meldt, dat de miliciens der ligtingen 1863, 1864 en 1865 van de infanterie en artillerie te voet, benevens alle gehuwde mannen naar huis worden gezonden. Bovendien worden met 1 dezer de observatiekorpen en de generale staf ontbonden. Diimiit, 2 Oct. Gisteren is hier eene lijkkist doorgevoerd, komende uit Frankrijk bestemd weg naar Keulen welke vergezeld was door een liefdezuster. Deze zuster, naar den naam des overledenen gevraagd, antwoordde clat zij had geholpen het lijk in de kist te leggen, doch dat het haar niet mogelijk was geweest bet aangezigt te zien, daar hetzelve met een dik floers bedekt was. Men brengt deze zaak in verband met een berigt uit Reims, waarin gemeld werd dat op een der koetsen van den koning van Pruissen door Fransche vrijschutters bij het passeren van eenen naauwen weg geschoten was en een der zich daarin bevindende personen doodelijk ge troffen werd. Van die koets werd slechts gebruik gemaakt door den koning, de kroonprins, graaf Bismarck of von Moltke. Is nu één dezer personen doodelijk getroffen geworden 'Eeu reiziger van Reims te Saint-Quentih. aangekomen, verhaalde dat hij het doorschoten rijtuig heeft gezien en betast, bovendien had hij uit Reims een talrijke mili taire stoet zien vertrekken welke naar Pruissen eene doodkist vervoerde. In Union Liberale van Verviers deelt iemand mede dat hij tusscben Reims en Chalons de lijkstoet is tegengekomen van een hooggeplaatst Pruia- sisch persoon die door een pistoolschot gedood was toen hij in een cabriolet reed. De boeren in clen omtrek beweerden dat het niemand anders dan graaf von Moltke was; doch daar deze zich vóór Parijs bevindt is dit zeer onwaarschijnlijk. \VeirikeiiciaTiLi2 Oct. Hadden wjj verschenen zomer een weinig reden tot klagen over het ongunstige weêr, voornamelijk met betrekking tot den landbouw, de nazomer vergoedt dit maar al te zeer. De

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Nieuwsbode | 1870 | | pagina 1