ZIEHIKZEESCHE NIEUWSBODE. [\o. 2829, 27sle Jaarg*. Dingsdag 27 September 1870. Besturen en Administration. Bekendmaking. Het leveren van Steenkolen, Nieuwstij dingen I&ntjm&tt. SGUberlitufo. De BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Zie- I rïkzeezijn voornemens op Woensdag den twaalfden October aanstaande, te 12 uur des middagsin het open baar op het Raadhuis AAN TE BESTEDEN: ten behoeve van enkele gemeenie-inrigtingen. De voorwaarden der aanbesteding liggen óp de ge meente-secretarie ter inzage van belanghebbenden. Zierikzee den 20 September 1870. De Burgemeester en Wethouders, B. C. CAU. De Secretarisf J. P. N. ERMERINS. Patenten. De BURGEMEESTER van Zierikzee maakt bekend dat de patentbladen van het 1ste Kwartaal- Kohier, dienst 187°/71 dezer gemeente, ter Secretarie door belanghebbenden kunnen worden afgehaald van Zaterdag den 24sten dezer af, gedurende acht dagen waarna de onafgehaalde patentbladen door den deur waarder der directe belastingen zullen worden te huis bezorgd tegen betaling van 10 cent voor elk patent blad ingevolge de wet. Zierikzee, den 21 September 1870. J. L. de JONGEWeth. 1. B. De COMMISSIE van toezigt op de open- Itmv© avondscholen in de gemeente Zierikzee, maakt bekend 1°. dat die scholen Maandag 3 October e. k.heropend worden en wel de avondschool voor meisjes(lokaal Tusschenscliool)des avonds ten zes ure, de avondschool voor jon- g-eus, (lokaal Armenschool), des avonds zeven ure; 2°. dat zij, die op die scholen wenschen toegelaten te wordenzich in persoon bij de Commissie dienen aan te meldeu de meisjes Vrijdag 30 September e. k.des avonds ten zes ure in de Tusschensclioolde jongmens Zaturdag 1 October e. lc. des avonds ten zeven ure, in de Armenschool. De Troonrede. Ofschoon de Grondwet liet niet uitdrukkelijk vordert, beeft het gebruik medegebragt, dat jaarlijks de zitting van de Tweede Kamer der Staten-Generaal plegtig met een koninklijk woord worde geopend. De Koning ver schijnt dan van de Prinsen uit het Vorstelijk Huis omgevente midden der Volksvertegenwoordiging en legt de inzigten der Regering bloot omtrent den toestand des lands. Ofschoon velen deze opening als een vorm en de Troonrede als eene overtolligheid beschouwen is het zeker niet ongepast of oneigenaardig dat de Koning, ten minste éénmaal 'sjaars, persoonlijk de Regering vertegenwoordige en vertolke. Dit is dan ook de -grootste waarde van 's Konings aanspraak. Want doorgaans kan zulk eene aanspraak op geene hooge waarde aanspraak maken vooreerst omdat dergelijke rede altyd een eenzijdig karakter draagt, en de Regering zich gemeenlijk beijvert den toestand des lands in een rozenkleurig licht te plaatsen, en ten andere omdat de ondervinding heeft geleerd dat de schoonste toezeggingen niet altijd vervuld worden en het bescheiden register van een Bi/77öcZ-jaargang soms hemelsbreed verschilt van het aanlokkelijk programma van eene troonrede. Maar, hoe weinig waarde in den regel aan zulk do cument is te hechten wij moeten bekennen dat wij nog nimmer eene Troonrede onder de oogen kregen zoo mager van inhoud en zoo sober van stijl als die welke den 19den dezer uit 's Konings lippen is gevloeid. Eene enorm groote' inleiding ging vooraf, welke zin speelt op de tijdsomstandigheden. Die aanhef was zeker niet ongepasten men zou al zeer vreemd hebben opgezien, indien de Koning met geen enkel woord de vaderlandsliefdede mildheid (Z. M. noemt het werk zaamheid) had herdacht. De Koning moest natuurlijk diep doordrongen zijn van de trouw en vaderlandsliefde van het Nederlandsche volk. Z. M. gevoelde wat het zeggen wil den onmisbaren steun der natie te bezitten, in tijden van zoo gewigtige beteekenis als de tegen woordige, in tijden die aan het jaar 1848 herinneren. Van daar de hulde aan de deugdendoor het Neder landsche volk betracht; van daar de erkenning van de gewigtige diensten die zee- en landmagt, nationale militie, schutterijen, vrijwillige vereenigingen bereid waren te verleeuen om, wat ook gebeuren zoude, de zelfstandigheid (lees: onzijdigheid) van den Staat te handhaven. De Koning liet die dankbetuigingen aan zijn volk (welke natuurlijk in de Adressen van Antwoord eer biedig zullen worden beantwoord met gelijke dankbe tuigingen) door ééne gewichtige mededeeling volgen /Jn onze vriendschappelijke betrekkingen met de andere mogendheden bragt de uitgebroken oorlog geenerlei stoornis. Deze mededeeling zal ieder oprecht verhengen zij is het zwaartepunt der Troonrede. Het huiswaarts zenden der buitengewoon bijeengeroepen ligtingeu kon ons op deze mededeeling reeds doen voorbereiden. Maar, als wij nu de breede inleiding voorby zijn en de reeks dankbetuigingen hebben doorgeworsteld, wat blijft er dan voor gewichtigs in deze aanspraakover? Afgeknotte volzinnen over de algemeene gesteldheid des Rijks, de verschillende takken van nijverheid, een Vciadselachtig woord over den toestand van het onderwijs, een algemeen gezegde omtrent den toestand onzer geld middelen, eene duistere mededeeling omtrent de regeling dor koloniale aangelegenheden en dan bastaeen wenschdat het grondwettig gemeen overleg rijke vruchten drageen een beroep op Gods onmisbaren zegen. Maar geene de minste mededeeling van nieuwe wets ontwerpen, door de Regering in gereedheid gebragt. Maar geene flinke erkenning van de stoffelijke of intel lectuele behoeften, welke dringend voorziening vorderen. Maar geene enkele aanduiding op welke wijze de legerorganisatie zal worden verbeterd of de urgente questie der defensie zal worden opgelost. Maar geen ernstig regering3-programma, waaruit blijkt van eene krachtige, vrijzinnige overtuiging. Maar geen warme gelofte om nu een eerste stap is gedaan tot verzachting van ons strafstelsel, op dien weg met vastheid voort te gaan. In één woord, wat het stelsel dezer Regering betreft, volkomene duisternis en achterhoudendheid. Welligt zullen de begrootiugs-stukken meerder licht doen opgaan, maar als men ons vraagt of deze troonrede het bewijs oplevert, dat de Regering werkelyk streeft naar het //grondwettig gemeen overleg,dat zij inroept, dan kan ons antwoord slechts ontkennend zijn. Te Chicago, die verwonderlijk snel in bevolking in bloei toenemende stad in den staat Illiuois (Ver. Staten) welke binnen een dertig jaren tijds tot eene stad is geworden van de grootte van Amsterdam worden thans in de ijzerindustrie alleen 15000 werklieden ge bruikt, welke jaarlijks 12 millioen dollars loon ontvangen. De etablissementen aldaar zetten in yzer en de ver werking daarvau jaarlijks 25 millioen dollars omhun aantal bedraagt bijkans honderd. De voornaamste fabriek is de M. Cormick's Reaper and Mower Works. De ge bouwen van deze labriek liggen midden in de stad. In 1846 werd deze onderneming begounen en sints dat jaar alleen zijn 100,000 graau- en gras-maaimachines in de wereld gezonden. Toen voor 15 jaren jaarlijks 1000 machines gereed kwamen, waren er, die voorspelden, dat de landbouwers spoedig met dit fabrikaat overstelpt zouden worden. En tegenwoordig vinden 10,000 machines van dien aard per jaar gemakkelijk haren weg. Florence, 22 Sept. Uit Rome wordt gemeldt, dat tengevolge van onlusten in de Leontisehe wijk veroorzaakt door verzet van de bevolking tegen de pauselijke gendarmes, de paus aan Cadorna om troepen heeft verzochtom de orde te handhaven. Cadorna heeft hnlp beloofd. De Italiaansehe troepen hebben bij de bemagtiging van Rome acht man aan gesneuvelden verloren. Vijf en twintig man werden gewond. IParüSs 22 Sopt. De predikanten der protest, gemeenten alhier hebben zich per adres tot hun Duitsche geloofsgcnoolen gewend, waarin zij er op aandringen, dat de oorlog niet lan ger worde voortgezet en hun Duitsche broeders pogingen zullen aanwenden tot een spoedigen vrede. De argumenten tegen den oorlog en voor den vrede, die worden aangevoerd en voorna melijk op christelijke leerstellingen steunenbevatten niets nieuws, terwijl het beroep op het christelp geweteu der Duitsche protestanten krachtig genoeg is, om aan te toonen dat adres san teu niet zeer op hun gemak zijn. In de kleine stad Verneuii (Eure) heeft men op de markt al den levensvoorraad, granen en vruchten, die bij de inwoners der stad en omliggende dorpen voorhanden waren bijeengebragt, om bij de nadering van den vijand te worden verbranddaar men de stad niet kan verdedigen. Eene afdeeling van 600 man infanterie, vergezeld van 500 werklieden, heeft Cherbourg verlaten om overal waar het mogelijk en noodig is de dpen door te steken en de lauden onder water te zetten. Te Havre zijn 500 vrijwillige Amerikanen aangekomen, die de voorhoede van een corps van 10,000 man zouden vor men, dat de Franschen ter hulp komt, In het midden der vorige week zyn te Parijs proeven genomen met onderaardsche torpedo's, bestemd om de toegangen tot de rondom die hoofdstad opgerigte forten en redoute» te beveiligen. De uitwerking dier vernie lingswerktuigen is zeer geducht geweest. „Met een lading van 100 KG. kruit (zegt een verslaggever) kunnen ge makkelijk één en zelfs twee kompagniën soldaten, die zich op het ondermijnde terrein wagen, gedood worden. Door middel van zeer vernuftige verbindingen worden de kogels in een waayerachtige rigting uitgeworpen hetgeen het vernielend vermogen dezer verdelgingsma chines zeer verhoogt." De thans in Metz ingesloten Maarschalk Francois Achille Bazaine is 13 February 1811 te Parijs uit eene militair geslacht geboren. Na zijne studiën aan de polytechnische school volbragt te hebben nam hij in 1821 dienst als vrijwilliger en teekende hij weldra voor den dienst in het land, waar de meeste der thans com- mandeerende Fransche officieren gevormd zijn, in Algerië. Daar toonde hij zich een moedig en beleidvol krijgsman. In 1835 trok hij naar Spanje, in dienst bij het vreemden legioen dat de naar de legimiteit hunkerende Bodewijk Philips had geleend aan koningin Christinaregentes van Spanje ten einde de Spaansche guerillas te bestrijden. Daarna keerde hij naar Algerië terug, waar hij, in 1848 tot luitenant-kolonel bevorderd, zich wel door bekwaam heid, maar tevens door gebrek aan humaniteit kenmerkte. In 54- vertrok hy naar de Krim. Terwijl hij ook hier vele blijken van moed en van strategische kennis gaf, werd hij in 55 tot luitenant-generaal bevorderd. In Juny 62 werd hy door Napoleon III naar Mexico gezonden, waar hij weldra opperbevelhebber werd van de Fransche troepen. Hier ging hij als een liefdelooze dictator te werk. Niettegenstaande hij op de bloedigste wijze had huisgehoudenliet hyin overleg met zyn vorstden ongelukkigen keizer Maximiliaan op het beslissende oogenblik in den steek, onder verklaring, „dat het kei zerrijk onmogelijk was en de voortzetting van den strijd tegen Juarez nutteloos en zonder hoop op goeden uitslag zou zijn." Intusschen was hij door zijnen keizer tot maarschalk bevorderd. Wel heeft de tegenwoordige prefect van politie te Parijs de Bretonsche graaf de Kèratry die als zijn adjudant in Mexico heeft gediend getracht het gedrag van zijn vroegeren chef te recht vaardigen, maar de publieke opinie isnog steeds ongunstig daarover gestemd. Onwaarschijnlijk is het niet dat ook deze maarschalk zich evenals zijn wapenbroeder Mac- Mahon, dezer dagen aan den zegevierenden Duitschei- zal moeten onderwerpen. Oliai-tres, 24 Sept. Uit Parijs zyn per expresse tydingen ontvangen van gisteren avond. De berigten zijn gunstig. De bevolking legt de meest krachtige houding aan den dag en is meer en meer vast besloten tot de verdediging. Gisteren 23 dezer, hebben den geheelen dag gevechten met -deu vijand plaats gehad met een gelukkigen uitslag. Ferrierres, 22 Sept. De dezer dagen uit Parijs gezonden telegram zijn loutere uitvindsel. Het eenig feit, dat echt is, is een gevecht nabij Villejuif, ten zuiden van Parijs, tusschen drie Fransche divisiën van generaal Yinoy en beijersche regementon, die onder steund werden door troepen van het 5de Pruissisch legerkorps. De Franschen zijn in wanorde weggevlugt, 2500 man in handen der overwinnaars latende. Onder do troepen in Parijs is de regeltucht zeer slecht. De soldaten schieten op hunne eigene officiers. Tours, 24 Segt. Berichten uit Parijs melden dat Bismarck by de voorloopige onderhandelingen tot voor waarden heeft gesteld dat alle vestingen van Elzas in Lotharingen benevens de Mont Wallerin aan Pruissen moeten worden afgestaan. De voorwaarden worden als onaanneembaar beschouwd. Tours, 24 Sept. Het Gouvernement voor nationale verdediging heeft de volgende proclamatie uitgevaardigd: Tours, 24 September. »Aan Frankrijk! »Yoor de geheele insluiting van Parijs heeft de heer Jules Favre graaf Bismarck bezochtom te vernemen waartoe de vyand gezind is. Ziehier de verklaring des vijands: «Pruissen wil den oorlog voortzetten en Frankrijk verlagen tot eene mogendheid van den tweeden rang. «Pruissen eischt afstand van den Elzas en Lotharingen tot bij Metz, krachtens het recht van verovering. «Pruissen durft, als voorwaarde tot het sluiten van een wapenstilstand, den eisch stellen dat Straatsburg, Toul en Mont-Valérian zullen worden overgegeven. «Parijs zou zich in zijne verbittering liever onder zijne puinhoopen laten begraven »Op zulke onbeschaamde eischen valt niets anders te antwoorden dan met een strijd tot het uiterste. «Frankrijk aanvaardt dien strijd en rekent hierbij op al zijne zonen." Naar het schijnt, heeft de Pruiss. Regering zich niet slechts genoodzaakt gezien om de Fransche krijgsgevangenen in geheel afzonderlijk liggende kampementen op te sluiten en onder gestrenge tucht te plaatsen, ten einde te verhoedendat sommige steden, meer dan noodig wordt geacht, Fransche ze den en begrippen aannemen. Uit een berigtgedagteekend Er furt 14 dezer, opgenomen in de Gothaer Regierungs-Anzei- ger ziet men, dat ook tegen officieren, behoorende tot de krijgsgevangenen, gestrenge maatregelen moeten genomen wor den. Op gemelden dag namelijk is een der Fransche officieren die herhaaldelijk gepoogd had te vluchtenvolgens vonnis dooi den krijgsraad geveld, met den kogel gestraft. Iu tegenwoor digheid van al de in die vesting geïnterneerden, die door de bezetting waren omringd, is het doodvonnis voltrokken. 24 Sept. Eene depeche van von Krenski aan generaal Hanenfeld, onder dagteekening van 23 dezer, meldt dat de stad Toul om 5 '/2 ure 's avonds door de Pruissen is ingenomen geworden. ÜBerlyu, 24 Sept. Officieel van Ferrières 23 dezer. Van Parijs niets nieuws. De Paryscbe bladen van 22 dezer stemmen toe dat aan het gevecht van den 19den, door vier Fransche linie divisiën is deelgeuomen, die zich in wilde vlucht teruggetrokken en de paniek tot in de binnenstad brachten. De bladen schimpen op de linietroepen en trekken de mobiele garde voor. Uit Ferrières wordt van gisteren avond half elf ure bericht: Eergisteren bemerkte men van de bezette hoog ten voor Parijs dat in de straten der stad een sterk kanon- en geweervuur was waar te nemen. Welke de vechtende partijen of troepen waren is nog niet te be merken. Een telegram van den groothertog van Mecklenburg Scliwerin meldt dat bij de inname van Toul bijna geene gewonden vielen. Bei'lyn 25 Sept. 'Officieel berigt.) Uit Ecronves is onder dagteekening van gisteren het volgend officieel berigt ontvangen Bij de capitulatie van Toul zijn 109 officieren en 2240 man krijgsgevangen gemaakt. Verder zijn in onze handen gevallen 120 paarden een standaart der mo biele garde197 bronzen stukken geschut (waaronder 48 met getrokken loop)3000 geweren 3000 sabels 500 harnasseneen aanzienlijke voorraad ammunitie en uitrustingen 143,025 dagelyksche portiën en 51,949 dagelykscbe rations. Mimi «Tol slieim22 Sept. Wy hebben de lunette 52 behouden en gewapend met 7 pondmortiers. Den vijand hebben wij 6 twaalfponderkanons afgenomen. Op de lunette 53 is eene battery met mortiers opgerigt. Het kroonwerk is bezet met 8 stukken van 6 pond. Onze verliezen van verleden nacht beloopen tot 1 offi cier en 7 man dood 4- officiers en 30 man gewond. Het leger voor Metz is verminderd. Het 2de en 3de korps zyn bijna^eheel en al naar Parijs vertrok ken. Belangrijke legerafdeelingen kavalerie van de andere korpsen zyn insgelijks afgezonden om het leger van den kroonprins te versterken. Yyf korpsen zijn nu voor Metz gelegerd, die, door eenige landweer-divisiën versterkt, eene macht vertegenwoordigen van ongeveer 180,000 man. De linie der voorposten staat op den afstand van slechts één buksschot van de vijandelijke forten. Ongeveer 2000 schreden verder naar achteren zijn grootere afdeelingen gelegerd, wier taak is de voor posten zoodra er een uitval wordt gedaan, onmiddelijk hulp te verleenen, nog verder achterwaarts ligt het gros van het leger. Het geheel vormt een hermetisch slui- teude ring. Van Courcelles links af, begint de voor- postenliju op de alleenstaande hoogte la Bavoye achter Mercy le Haut, vandaar gaat zij over de hoogte achter Peltre, verder achter Marly en Augny, bij Moulins les Metz over de^ Moezel en zoo om de geheele vesting. De geheele lijn vormt een keten van artillerie- en infanterieschansen die om hun schoouen en doelmatigeu aanleg door alle deskundigen worden geroemd. Minder goed dan met de insluitingswerken staat het met de gezondheid der troepen. Het volslagen gebrek aan tenten doet zich bij het slechte weer dub bel gevoelen. Het water is buitengewoon slecht en moet vaak uren in den omtrek gehaald worden. Daarby komt het slechte eten dat meest verschimmeld is. //Het vreeselijk weer dat onafgebroken van den 4den tot. den lOden dezer duurde," zoo schrijft een korrespon- dent der Vossische Ztg., „moest menschen die gelijk de soldaten geen dak hebben dan den vrijen hemel er wel toe brengen met de laatste rest van hunne moreele en fysieke kracht tegen de elementen om het zyn of niet zyn te strijden. Orkaan en onweer met onophoudelijken regen maken de laatste barakken die tot nog toe niet volledig waren verweekt, onbruikbaar, daarbij geen vaur om de verstijfde ledematen te war men en de doornatte kleederen te droogen waarlyk om zulk een toestand te verdragen, daartoe behoort moed. Het is niet te verwonderen dat de soldaten dagelijks bij hoopen naar de hospitalen moeten worden gebragt. Deze zijn dan ook opgevuld. Men deuke zich in een stroomenden regen, op een leemigeu grond, menschen en paarden sedert 8 dagen volledig doorweekt, geplaagd door den storm, zonder dak in den stikdonkeren nacht, apathisch den een naast den ander hurkend stom en sidderend geen bruikbaar eten schimmelig brood en slecht spek, tusschenbeiden in 't geheel niets. Ik schil der niet te zwart mogelijk dat het thans beter wordt maar te gelegener tijd zal ik mijne woorden door onomstootelijke bewijzen bekrachtigen - vijf minuten van de hongerende troepen heb ik magazijnen gevonden die van alles waren voorzien, en daarin menschen, die in overvloed zwolgen. Het is waareeu ieder is zijn eigen het naaste en misschien in 't byzonder in den oorlog, maar de overheden, die belast zijn met de ver pleging der troepen, moeten de oogen minder naar den schemerenden rand vau het ijzeren kruis wenden, dan naar den soldaatdie zijn leven voor vaderland en koning opoffert." De voorbeelden, dat jonge knapen ter sluik het leger te velde hebben gevolgd, zyn in Duitschland niet zeldzaam. Een aantal werden nog in tijds ontdekt en naar huis gezonden. Enkelen gelukten het hun doel te bereiken en bleken zij wakkere borsten te zyn dan werden zij in de gelederen geduld en tot verschillend dienstwerk gebruikt, ja sommigen zelfs geweer en ge vulde patroontasch toevertrouwd. Zoo gelukte het o. r. den zoon van een Berlijnschen schoenmaker mede te komen en hij werd bij eene afdeeling pionniers aange nomen. Zijne ouders ontvingen dezer dagen den vol genden brief: „Voor Metz. Lieve ouders! vergeeft mij, wat ik gedaan heb. Ik weet nu hoe het er in de wereld buiten Berlijn toch wel uitziet en hoe het in den oorlog toegaat. Als ik t'huis nog warm en wel te bed lag, ben ik nu al in het vuur geweest of op marscli. Schryft mij toch spoedig eens, lieve oudersmaar noem my dan, als ik u verzoeken mag Karei en vooral niet Louis, want de soldaten hebben gezegd, dat dit een schandnaam voor my was en my Karei verdoopt. Ik heb een uni formrok en broek gekregen en een muts, net als de gansche compagnie. Mijn kapitein gaf mij een hemd en een paar schoenen, maar ik wilde gaarne wat ondergoed en een paar flinke laarzen hebben, als ik u daarom ver zoeken mag. Nu, lieve ouders! wees niet boos op mij; ik zal oppassen. Mijn kapitein is regt goed voor mij. Krijg ik gaauw een lettertje? Adresseer aan den pion nier Karei S.2de bat. 3de comp. 4de div. van het tweede legercorps. PS. vooral niet Louis." Deze pionnier is dertien jaar oud! Omtrent het beleg van Straatsburg schrijft een correspon dent van den Daily News het volgende: Het geschut der vesting wordt op zeer onvoldoende wijze bediend, wijl generaal Uhrich zich daarbij uitsluitend verlaten moet op een twee- of driehonderd zee-artilleristeu oorspron kelijk besterad tot bemanning van de befaamde Rijn-kanonneer- booten. Wel zijn ook een deel van de liuietroepen en mobiele garden in de behandeling van het geschut geoefenddoch in het eigenlijk werk van mikken en rigten zijn deze niet genoeg bedreven. In het geheel is het garnizoen van Straatsburg (de weinig talrijke en zoo goed als onbruikbare vrijwilligere niet meegerekend) hoogst onbeduidend. Het bestaat uit drie batal jons linietroepen, één bataljon jager9 te voet, een paar hon derd vluchtelingen van het slagveld bij Woertheenige ba taljons mobiele en nationale gardenbenevens de bovengemelde zee-artilleri9ten. Indien Uhrich nog langer volhoudt, en de belegeraars aldus tot stormloopen znllen genoodzaakt wezen, dan kan men een vreeselijk bloedbad te gemoet zien. Naar men berekent, zal alleen het passeeren der grachten den Duit- schers een paar duizend man kosten. De burgers durven hunne huizen niet verlaten; alle vensters zijn van binnen met ma trassen dichtgestopt; en, daar kaarsen en olie niet dan tegen fabelachtige prijzen te krijgen zijn, zoo zitten de inwoners den ganschen dag in het donker. De pleinen der stad zijn met losse aarde bedekt, opdat de bommen, daarin smorende, zoo weinig mogelijk schade aan de omliggende huizen toebrengen. Ontplofte er niet nu en dan een granaat in de eenzame stra ten men zon wanen in een stad van dooden te zijn. Roermond20 Sept. Gisteren morgen is een maréchaussée die drie stroopers uit Pruissen, welke op- Nederlandsch grondgebied kwamen jagen, naliep, door een vierden wildstrooperop verraderlijke wijze vermoord. Deze bad zich in het bosch geposteerd en schoot, toen de maréchaussées voorby waren op een hunner zijn geweer af. De kogel trof hem in den rug en kwam de borst weder uit. De verwonde viel onder hevig bloedver lies bewusteloos ter aarde. Ongelukkigerwijze ontkwa men de vieu,stroopers, waaronder de sluipmoordenaar, weder op Pruissisch grondgebied. Oud-Yossemeer, 23 Sept. In deze gemeente is gecollecteerd en ter beschikking gesteld van de instelling het Roode Kruis de som van ƒ238.05. Ziei-ilïzee, 24 Sept. Uit de financieel e rede van den minister van financiën bij de aanbieding der staats- begrooting, beden in de zitting van de Tweede Kamer der Staten Generaal gehouden, blykt in substantiedat er voor den dienst 1870 geen behoefte bestaat aan aan vulling der middelen. Door de reeds toegestane 8 mil lioen schatkistbiljetten en overschotten van vroegere diensten, is de dienst van 1870, niettegenstaande vele buitengewone uitgaven, verzekerd, Yoor 1871 beloopen de uitgaven met inbegrip der spoorwegen, circa 96V2

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Nieuwsbode | 1870 | | pagina 1