ZIEHIKZEESCHE NIEUWSBODE.
[\o. 2829,
27sle Jaarg*.
Dingsdag 27 September 1870.
Besturen en Administration.
Bekendmaking.
Het leveren van Steenkolen,
Nieuwstij dingen
I&ntjm&tt.
SGUberlitufo.
De BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Zie-
I rïkzeezijn voornemens op Woensdag den twaalfden
October aanstaande, te 12 uur des middagsin het open
baar op het Raadhuis AAN TE BESTEDEN:
ten behoeve van enkele gemeenie-inrigtingen.
De voorwaarden der aanbesteding liggen óp de ge
meente-secretarie ter inzage van belanghebbenden.
Zierikzee den 20 September 1870.
De Burgemeester en Wethouders,
B. C. CAU.
De Secretarisf
J. P. N. ERMERINS.
Patenten.
De BURGEMEESTER van Zierikzee maakt bekend
dat de patentbladen van het 1ste Kwartaal-
Kohier, dienst 187°/71 dezer gemeente, ter Secretarie
door belanghebbenden kunnen worden afgehaald van
Zaterdag den 24sten dezer af, gedurende acht dagen
waarna de onafgehaalde patentbladen door den deur
waarder der directe belastingen zullen worden te huis
bezorgd tegen betaling van 10 cent voor elk patent
blad ingevolge de wet.
Zierikzee, den 21 September 1870.
J. L. de JONGEWeth. 1. B.
De COMMISSIE van toezigt op de open-
Itmv© avondscholen in de gemeente
Zierikzee, maakt bekend
1°. dat die scholen Maandag 3 October e. k.heropend
worden en wel de avondschool voor
meisjes(lokaal Tusschenscliool)des avonds
ten zes ure, de avondschool voor jon-
g-eus, (lokaal Armenschool), des avonds zeven ure;
2°. dat zij, die op die scholen wenschen toegelaten
te wordenzich in persoon bij de Commissie
dienen aan te meldeu de meisjes Vrijdag 30
September e. k.des avonds ten zes ure in de
Tusschensclioolde jongmens Zaturdag 1 October
e. lc. des avonds ten zeven ure, in de Armenschool.
De Troonrede.
Ofschoon de Grondwet liet niet uitdrukkelijk vordert,
beeft het gebruik medegebragt, dat jaarlijks de zitting
van de Tweede Kamer der Staten-Generaal plegtig met
een koninklijk woord worde geopend. De Koning ver
schijnt dan van de Prinsen uit het Vorstelijk Huis
omgevente midden der Volksvertegenwoordiging en
legt de inzigten der Regering bloot omtrent den toestand
des lands. Ofschoon velen deze opening als een vorm
en de Troonrede als eene overtolligheid beschouwen
is het zeker niet ongepast of oneigenaardig dat de
Koning, ten minste éénmaal 'sjaars, persoonlijk de
Regering vertegenwoordige en vertolke.
Dit is dan ook de -grootste waarde van 's Konings
aanspraak. Want doorgaans kan zulk eene aanspraak
op geene hooge waarde aanspraak maken vooreerst
omdat dergelijke rede altyd een eenzijdig karakter
draagt, en de Regering zich gemeenlijk beijvert den
toestand des lands in een rozenkleurig licht te plaatsen,
en ten andere omdat de ondervinding heeft geleerd
dat de schoonste toezeggingen niet altijd vervuld worden
en het bescheiden register van een Bi/77öcZ-jaargang soms
hemelsbreed verschilt van het aanlokkelijk programma
van eene troonrede.
Maar, hoe weinig waarde in den regel aan zulk do
cument is te hechten wij moeten bekennen dat wij
nog nimmer eene Troonrede onder de oogen kregen
zoo mager van inhoud en zoo sober van stijl als die
welke den 19den dezer uit 's Konings lippen is gevloeid.
Eene enorm groote' inleiding ging vooraf, welke zin
speelt op de tijdsomstandigheden. Die aanhef was zeker
niet ongepasten men zou al zeer vreemd hebben
opgezien, indien de Koning met geen enkel woord de
vaderlandsliefdede mildheid (Z. M. noemt het werk
zaamheid) had herdacht. De Koning moest natuurlijk
diep doordrongen zijn van de trouw en vaderlandsliefde
van het Nederlandsche volk. Z. M. gevoelde wat het
zeggen wil den onmisbaren steun der natie te bezitten,
in tijden van zoo gewigtige beteekenis als de tegen
woordige, in tijden die aan het jaar 1848 herinneren.
Van daar de hulde aan de deugdendoor het Neder
landsche volk betracht; van daar de erkenning van de
gewigtige diensten die zee- en landmagt, nationale militie,
schutterijen, vrijwillige vereenigingen bereid waren te
verleeuen om, wat ook gebeuren zoude, de zelfstandigheid
(lees: onzijdigheid) van den Staat te handhaven.
De Koning liet die dankbetuigingen aan zijn volk
(welke natuurlijk in de Adressen van Antwoord eer
biedig zullen worden beantwoord met gelijke dankbe
tuigingen) door ééne gewichtige mededeeling volgen
/Jn onze vriendschappelijke betrekkingen met de andere
mogendheden bragt de uitgebroken oorlog geenerlei
stoornis. Deze mededeeling zal ieder oprecht verhengen
zij is het zwaartepunt der Troonrede. Het huiswaarts
zenden der buitengewoon bijeengeroepen ligtingeu kon
ons op deze mededeeling reeds doen voorbereiden.
Maar, als wij nu de breede inleiding voorby zijn en
de reeks dankbetuigingen hebben doorgeworsteld, wat
blijft er dan voor gewichtigs in deze aanspraakover?
Afgeknotte volzinnen over de algemeene gesteldheid
des Rijks, de verschillende takken van nijverheid, een
Vciadselachtig woord over den toestand van het onderwijs,
een algemeen gezegde omtrent den toestand onzer geld
middelen, eene duistere mededeeling omtrent de regeling
dor koloniale aangelegenheden en dan bastaeen
wenschdat het grondwettig gemeen overleg rijke
vruchten drageen een beroep op Gods onmisbaren
zegen.
Maar geene de minste mededeeling van nieuwe wets
ontwerpen, door de Regering in gereedheid gebragt.
Maar geene flinke erkenning van de stoffelijke of intel
lectuele behoeften, welke dringend voorziening vorderen.
Maar geene enkele aanduiding op welke wijze de
legerorganisatie zal worden verbeterd of de urgente
questie der defensie zal worden opgelost.
Maar geen ernstig regering3-programma, waaruit blijkt
van eene krachtige, vrijzinnige overtuiging.
Maar geen warme gelofte om nu een eerste stap is
gedaan tot verzachting van ons strafstelsel, op dien weg
met vastheid voort te gaan.
In één woord, wat het stelsel dezer Regering betreft,
volkomene duisternis en achterhoudendheid.
Welligt zullen de begrootiugs-stukken meerder licht
doen opgaan, maar als men ons vraagt of deze troonrede
het bewijs oplevert, dat de Regering werkelyk streeft
naar het //grondwettig gemeen overleg,dat zij inroept,
dan kan ons antwoord slechts ontkennend zijn.
Te Chicago, die verwonderlijk snel in bevolking
in bloei toenemende stad in den staat Illiuois (Ver.
Staten) welke binnen een dertig jaren tijds tot eene stad
is geworden van de grootte van Amsterdam worden
thans in de ijzerindustrie alleen 15000 werklieden ge
bruikt, welke jaarlijks 12 millioen dollars loon ontvangen.
De etablissementen aldaar zetten in yzer en de ver
werking daarvau jaarlijks 25 millioen dollars omhun
aantal bedraagt bijkans honderd. De voornaamste fabriek
is de M. Cormick's Reaper and Mower Works. De ge
bouwen van deze labriek liggen midden in de stad.
In 1846 werd deze onderneming begounen en sints dat
jaar alleen zijn 100,000 graau- en gras-maaimachines in
de wereld gezonden. Toen voor 15 jaren jaarlijks 1000
machines gereed kwamen, waren er, die voorspelden,
dat de landbouwers spoedig met dit fabrikaat overstelpt
zouden worden. En tegenwoordig vinden 10,000 machines
van dien aard per jaar gemakkelijk haren weg.
Florence, 22 Sept. Uit Rome wordt gemeldt,
dat tengevolge van onlusten in de Leontisehe wijk
veroorzaakt door verzet van de bevolking tegen de
pauselijke gendarmes, de paus aan Cadorna om troepen
heeft verzochtom de orde te handhaven. Cadorna
heeft hnlp beloofd.
De Italiaansehe troepen hebben bij de bemagtiging van
Rome acht man aan gesneuvelden verloren. Vijf en twintig
man werden gewond.
IParüSs 22 Sopt. De predikanten der protest, gemeenten
alhier hebben zich per adres tot hun Duitsche geloofsgcnoolen
gewend, waarin zij er op aandringen, dat de oorlog niet lan
ger worde voortgezet en hun Duitsche broeders pogingen zullen
aanwenden tot een spoedigen vrede. De argumenten tegen den
oorlog en voor den vrede, die worden aangevoerd en voorna
melijk op christelijke leerstellingen steunenbevatten niets
nieuws, terwijl het beroep op het christelp geweteu der Duitsche
protestanten krachtig genoeg is, om aan te toonen dat adres
san teu niet zeer op hun gemak zijn.
In de kleine stad Verneuii (Eure) heeft men op de
markt al den levensvoorraad, granen en vruchten, die bij de
inwoners der stad en omliggende dorpen voorhanden waren
bijeengebragt, om bij de nadering van den vijand te worden
verbranddaar men de stad niet kan verdedigen.
Eene afdeeling van 600 man infanterie, vergezeld van
500 werklieden, heeft Cherbourg verlaten om overal waar het
mogelijk en noodig is de dpen door te steken en de lauden
onder water te zetten.
Te Havre zijn 500 vrijwillige Amerikanen aangekomen,
die de voorhoede van een corps van 10,000 man zouden vor
men, dat de Franschen ter hulp komt,
In het midden der vorige week zyn te Parijs proeven
genomen met onderaardsche torpedo's, bestemd om de
toegangen tot de rondom die hoofdstad opgerigte forten
en redoute» te beveiligen. De uitwerking dier vernie
lingswerktuigen is zeer geducht geweest. „Met een lading
van 100 KG. kruit (zegt een verslaggever) kunnen ge
makkelijk één en zelfs twee kompagniën soldaten, die
zich op het ondermijnde terrein wagen, gedood worden.
Door middel van zeer vernuftige verbindingen worden
de kogels in een waayerachtige rigting uitgeworpen
hetgeen het vernielend vermogen dezer verdelgingsma
chines zeer verhoogt."
De thans in Metz ingesloten Maarschalk Francois
Achille Bazaine is 13 February 1811 te Parijs uit eene
militair geslacht geboren. Na zijne studiën aan de
polytechnische school volbragt te hebben nam hij in
1821 dienst als vrijwilliger en teekende hij weldra voor
den dienst in het land, waar de meeste der thans com-
mandeerende Fransche officieren gevormd zijn, in Algerië.
Daar toonde hij zich een moedig en beleidvol krijgsman.
In 1835 trok hij naar Spanje, in dienst bij het vreemden
legioen dat de naar de legimiteit hunkerende Bodewijk
Philips had geleend aan koningin Christinaregentes
van Spanje ten einde de Spaansche guerillas te bestrijden.
Daarna keerde hij naar Algerië terug, waar hij, in 1848
tot luitenant-kolonel bevorderd, zich wel door bekwaam
heid, maar tevens door gebrek aan humaniteit kenmerkte.
In 54- vertrok hy naar de Krim. Terwijl hij ook hier
vele blijken van moed en van strategische kennis gaf,
werd hij in 55 tot luitenant-generaal bevorderd. In Juny
62 werd hy door Napoleon III naar Mexico gezonden,
waar hij weldra opperbevelhebber werd van de Fransche
troepen. Hier ging hij als een liefdelooze dictator te
werk. Niettegenstaande hij op de bloedigste wijze had
huisgehoudenliet hyin overleg met zyn vorstden
ongelukkigen keizer Maximiliaan op het beslissende
oogenblik in den steek, onder verklaring, „dat het kei
zerrijk onmogelijk was en de voortzetting van den strijd
tegen Juarez nutteloos en zonder hoop op goeden uitslag
zou zijn." Intusschen was hij door zijnen keizer tot
maarschalk bevorderd. Wel heeft de tegenwoordige
prefect van politie te Parijs de Bretonsche graaf de
Kèratry die als zijn adjudant in Mexico heeft gediend
getracht het gedrag van zijn vroegeren chef te recht
vaardigen, maar de publieke opinie isnog steeds ongunstig
daarover gestemd. Onwaarschijnlijk is het niet dat ook
deze maarschalk zich evenals zijn wapenbroeder Mac-
Mahon, dezer dagen aan den zegevierenden Duitschei-
zal moeten onderwerpen.
Oliai-tres, 24 Sept. Uit Parijs zyn per expresse
tydingen ontvangen van gisteren avond. De berigten
zijn gunstig. De bevolking legt de meest krachtige
houding aan den dag en is meer en meer vast besloten
tot de verdediging. Gisteren 23 dezer, hebben den
geheelen dag gevechten met -deu vijand plaats gehad
met een gelukkigen uitslag.
Ferrierres, 22 Sept. De dezer dagen uit Parijs
gezonden telegram zijn loutere uitvindsel.
Het eenig feit, dat echt is, is een gevecht nabij Villejuif,
ten zuiden van Parijs, tusschen drie Fransche divisiën
van generaal Yinoy en beijersche regementon, die onder
steund werden door troepen van het 5de Pruissisch
legerkorps.
De Franschen zijn in wanorde weggevlugt, 2500 man
in handen der overwinnaars latende.
Onder do troepen in Parijs is de regeltucht zeer slecht.
De soldaten schieten op hunne eigene officiers.
Tours, 24 Segt. Berichten uit Parijs melden dat
Bismarck by de voorloopige onderhandelingen tot voor
waarden heeft gesteld dat alle vestingen van Elzas in
Lotharingen benevens de Mont Wallerin aan Pruissen
moeten worden afgestaan. De voorwaarden worden als
onaanneembaar beschouwd.
Tours, 24 Sept. Het Gouvernement voor nationale
verdediging heeft de volgende proclamatie uitgevaardigd:
Tours, 24 September.
»Aan Frankrijk!
»Yoor de geheele insluiting van Parijs heeft de heer
Jules Favre graaf Bismarck bezochtom te vernemen
waartoe de vyand gezind is.
Ziehier de verklaring des vijands:
«Pruissen wil den oorlog voortzetten en Frankrijk
verlagen tot eene mogendheid van den tweeden rang.
«Pruissen eischt afstand van den Elzas en Lotharingen
tot bij Metz, krachtens het recht van verovering.
«Pruissen durft, als voorwaarde tot het sluiten van
een wapenstilstand, den eisch stellen dat Straatsburg,
Toul en Mont-Valérian zullen worden overgegeven.
«Parijs zou zich in zijne verbittering liever onder
zijne puinhoopen laten begraven
»Op zulke onbeschaamde eischen valt niets anders te
antwoorden dan met een strijd tot het uiterste.
«Frankrijk aanvaardt dien strijd en rekent hierbij op
al zijne zonen."
Naar het schijnt, heeft de Pruiss. Regering zich niet
slechts genoodzaakt gezien om de Fransche krijgsgevangenen
in geheel afzonderlijk liggende kampementen op te sluiten en
onder gestrenge tucht te plaatsen, ten einde te verhoedendat
sommige steden, meer dan noodig wordt geacht, Fransche ze
den en begrippen aannemen. Uit een berigtgedagteekend Er
furt 14 dezer, opgenomen in de Gothaer Regierungs-Anzei-
ger ziet men, dat ook tegen officieren, behoorende tot de
krijgsgevangenen, gestrenge maatregelen moeten genomen wor
den. Op gemelden dag namelijk is een der Fransche officieren
die herhaaldelijk gepoogd had te vluchtenvolgens vonnis dooi
den krijgsraad geveld, met den kogel gestraft. Iu tegenwoor
digheid van al de in die vesting geïnterneerden, die door de
bezetting waren omringd, is het doodvonnis voltrokken.
24 Sept. Eene depeche van von Krenski
aan generaal Hanenfeld, onder dagteekening van 23 dezer,
meldt dat de stad Toul om 5 '/2 ure 's avonds door de
Pruissen is ingenomen geworden.
ÜBerlyu, 24 Sept. Officieel van Ferrières 23 dezer.
Van Parijs niets nieuws. De Paryscbe bladen van 22
dezer stemmen toe dat aan het gevecht van den 19den,
door vier Fransche linie divisiën is deelgeuomen, die
zich in wilde vlucht teruggetrokken en de paniek tot
in de binnenstad brachten. De bladen schimpen op de
linietroepen en trekken de mobiele garde voor.
Uit Ferrières wordt van gisteren avond half elf ure
bericht: Eergisteren bemerkte men van de bezette hoog
ten voor Parijs dat in de straten der stad een sterk
kanon- en geweervuur was waar te nemen. Welke de
vechtende partijen of troepen waren is nog niet te be
merken.
Een telegram van den groothertog van Mecklenburg
Scliwerin meldt dat bij de inname van Toul bijna geene
gewonden vielen.
Bei'lyn 25 Sept. 'Officieel berigt.) Uit Ecronves
is onder dagteekening van gisteren het volgend officieel
berigt ontvangen
Bij de capitulatie van Toul zijn 109 officieren en
2240 man krijgsgevangen gemaakt. Verder zijn in onze
handen gevallen 120 paarden een standaart der mo
biele garde197 bronzen stukken geschut (waaronder
48 met getrokken loop)3000 geweren 3000 sabels
500 harnasseneen aanzienlijke voorraad ammunitie en
uitrustingen 143,025 dagelyksche portiën en 51,949
dagelykscbe rations.
Mimi «Tol slieim22 Sept. Wy hebben de lunette
52 behouden en gewapend met 7 pondmortiers. Den vijand
hebben wij 6 twaalfponderkanons afgenomen.
Op de lunette 53 is eene battery met mortiers opgerigt.
Het kroonwerk is bezet met 8 stukken van 6 pond.
Onze verliezen van verleden nacht beloopen tot 1 offi
cier en 7 man dood 4- officiers en 30 man gewond.
Het leger voor Metz is verminderd. Het 2de en
3de korps zyn bijna^eheel en al naar Parijs vertrok
ken. Belangrijke legerafdeelingen kavalerie van de
andere korpsen zyn insgelijks afgezonden om het leger
van den kroonprins te versterken. Yyf korpsen zijn nu
voor Metz gelegerd, die, door eenige landweer-divisiën
versterkt, eene macht vertegenwoordigen van ongeveer
180,000 man. De linie der voorposten staat op den
afstand van slechts één buksschot van de vijandelijke
forten. Ongeveer 2000 schreden verder naar achteren
zijn grootere afdeelingen gelegerd, wier taak is de voor
posten zoodra er een uitval wordt gedaan, onmiddelijk
hulp te verleenen, nog verder achterwaarts ligt het gros
van het leger. Het geheel vormt een hermetisch slui-
teude ring. Van Courcelles links af, begint de voor-
postenliju op de alleenstaande hoogte la Bavoye achter
Mercy le Haut, vandaar gaat zij over de hoogte achter
Peltre, verder achter Marly en Augny, bij Moulins les
Metz over de^ Moezel en zoo om de geheele vesting.
De geheele lijn vormt een keten van artillerie- en
infanterieschansen die om hun schoouen en doelmatigeu
aanleg door alle deskundigen worden geroemd.
Minder goed dan met de insluitingswerken staat
het met de gezondheid der troepen. Het volslagen
gebrek aan tenten doet zich bij het slechte weer dub
bel gevoelen. Het water is buitengewoon slecht en
moet vaak uren in den omtrek gehaald worden. Daarby
komt het slechte eten dat meest verschimmeld is. //Het
vreeselijk weer dat onafgebroken van den 4den tot.
den lOden dezer duurde," zoo schrijft een korrespon-
dent der Vossische Ztg., „moest menschen die gelijk
de soldaten geen dak hebben dan den vrijen hemel
er wel toe brengen met de laatste rest van hunne
moreele en fysieke kracht tegen de elementen om het
zyn of niet zyn te strijden. Orkaan en onweer met
onophoudelijken regen maken de laatste barakken die
tot nog toe niet volledig waren verweekt, onbruikbaar,
daarbij geen vaur om de verstijfde ledematen te war
men en de doornatte kleederen te droogen waarlyk om
zulk een toestand te verdragen, daartoe behoort moed.
Het is niet te verwonderen dat de soldaten dagelijks
bij hoopen naar de hospitalen moeten worden gebragt.
Deze zijn dan ook opgevuld. Men deuke zich in een
stroomenden regen, op een leemigeu grond, menschen
en paarden sedert 8 dagen volledig doorweekt, geplaagd
door den storm, zonder dak in den stikdonkeren nacht,
apathisch den een naast den ander hurkend stom en
sidderend geen bruikbaar eten schimmelig brood en
slecht spek, tusschenbeiden in 't geheel niets. Ik schil
der niet te zwart mogelijk dat het thans beter
wordt maar te gelegener tijd zal ik mijne woorden door
onomstootelijke bewijzen bekrachtigen - vijf minuten
van de hongerende troepen heb ik magazijnen gevonden
die van alles waren voorzien, en daarin menschen, die
in overvloed zwolgen. Het is waareeu ieder is zijn
eigen het naaste en misschien in 't byzonder in den
oorlog, maar de overheden, die belast zijn met de ver
pleging der troepen, moeten de oogen minder naar den
schemerenden rand vau het ijzeren kruis wenden, dan
naar den soldaatdie zijn leven voor vaderland en
koning opoffert."
De voorbeelden, dat jonge knapen ter sluik het
leger te velde hebben gevolgd, zyn in Duitschland niet
zeldzaam. Een aantal werden nog in tijds ontdekt en
naar huis gezonden. Enkelen gelukten het hun doel te
bereiken en bleken zij wakkere borsten te zyn dan
werden zij in de gelederen geduld en tot verschillend
dienstwerk gebruikt, ja sommigen zelfs geweer en ge
vulde patroontasch toevertrouwd. Zoo gelukte het o. r.
den zoon van een Berlijnschen schoenmaker mede te
komen en hij werd bij eene afdeeling pionniers aange
nomen. Zijne ouders ontvingen dezer dagen den vol
genden brief: „Voor Metz. Lieve ouders! vergeeft mij,
wat ik gedaan heb. Ik weet nu hoe het er in de wereld
buiten Berlijn toch wel uitziet en hoe het in den oorlog
toegaat. Als ik t'huis nog warm en wel te bed lag,
ben ik nu al in het vuur geweest of op marscli. Schryft
mij toch spoedig eens, lieve oudersmaar noem my
dan, als ik u verzoeken mag Karei en vooral niet Louis,
want de soldaten hebben gezegd, dat dit een schandnaam
voor my was en my Karei verdoopt. Ik heb een uni
formrok en broek gekregen en een muts, net als de
gansche compagnie. Mijn kapitein gaf mij een hemd en
een paar schoenen, maar ik wilde gaarne wat ondergoed
en een paar flinke laarzen hebben, als ik u daarom ver
zoeken mag. Nu, lieve ouders! wees niet boos op mij;
ik zal oppassen. Mijn kapitein is regt goed voor mij.
Krijg ik gaauw een lettertje? Adresseer aan den pion
nier Karei S.2de bat. 3de comp. 4de div. van het
tweede legercorps. PS. vooral niet Louis."
Deze pionnier is dertien jaar oud!
Omtrent het beleg van Straatsburg schrijft een correspon
dent van den Daily News het volgende:
Het geschut der vesting wordt op zeer onvoldoende wijze
bediend, wijl generaal Uhrich zich daarbij uitsluitend verlaten
moet op een twee- of driehonderd zee-artilleristeu oorspron
kelijk besterad tot bemanning van de befaamde Rijn-kanonneer-
booten. Wel zijn ook een deel van de liuietroepen en mobiele
garden in de behandeling van het geschut geoefenddoch in
het eigenlijk werk van mikken en rigten zijn deze niet genoeg
bedreven. In het geheel is het garnizoen van Straatsburg (de
weinig talrijke en zoo goed als onbruikbare vrijwilligere niet
meegerekend) hoogst onbeduidend. Het bestaat uit drie batal
jons linietroepen, één bataljon jager9 te voet, een paar hon
derd vluchtelingen van het slagveld bij Woertheenige ba
taljons mobiele en nationale gardenbenevens de bovengemelde
zee-artilleri9ten. Indien Uhrich nog langer volhoudt, en de
belegeraars aldus tot stormloopen znllen genoodzaakt wezen,
dan kan men een vreeselijk bloedbad te gemoet zien. Naar
men berekent, zal alleen het passeeren der grachten den Duit-
schers een paar duizend man kosten. De burgers durven hunne
huizen niet verlaten; alle vensters zijn van binnen met ma
trassen dichtgestopt; en, daar kaarsen en olie niet dan tegen
fabelachtige prijzen te krijgen zijn, zoo zitten de inwoners den
ganschen dag in het donker. De pleinen der stad zijn met
losse aarde bedekt, opdat de bommen, daarin smorende, zoo
weinig mogelijk schade aan de omliggende huizen toebrengen.
Ontplofte er niet nu en dan een granaat in de eenzame stra
ten men zon wanen in een stad van dooden te zijn.
Roermond20 Sept. Gisteren morgen is een
maréchaussée die drie stroopers uit Pruissen, welke op-
Nederlandsch grondgebied kwamen jagen, naliep, door
een vierden wildstrooperop verraderlijke wijze vermoord.
Deze bad zich in het bosch geposteerd en schoot, toen
de maréchaussées voorby waren op een hunner zijn
geweer af. De kogel trof hem in den rug en kwam de
borst weder uit. De verwonde viel onder hevig bloedver
lies bewusteloos ter aarde. Ongelukkigerwijze ontkwa
men de vieu,stroopers, waaronder de sluipmoordenaar,
weder op Pruissisch grondgebied.
Oud-Yossemeer, 23 Sept. In deze gemeente
is gecollecteerd en ter beschikking gesteld van de
instelling het Roode Kruis de som van ƒ238.05.
Ziei-ilïzee, 24 Sept. Uit de financieel e rede van
den minister van financiën bij de aanbieding der staats-
begrooting, beden in de zitting van de Tweede Kamer
der Staten Generaal gehouden, blykt in substantiedat
er voor den dienst 1870 geen behoefte bestaat aan aan
vulling der middelen. Door de reeds toegestane 8 mil
lioen schatkistbiljetten en overschotten van vroegere
diensten, is de dienst van 1870, niettegenstaande vele
buitengewone uitgaven, verzekerd, Yoor 1871 beloopen
de uitgaven met inbegrip der spoorwegen, circa 96V2