ZIERIKZEESCHu iiinu vrs»wim.
27sle Jaarg,
*4
Donderdag 25 Augustus 1870.
o
to. 2815.
IC en n i s g e v i n g.
Afkondiging.
j De BURGEMEESTER van Zierikzee maakt bekend
dat de kohieren van het Patentregt, 2de en 3de deel
-an deze gemeente, dienstjaar 18'0/u den 20sten dezer
aaand door den heer Prov. Inspecteur der Dir. Belas
ingen enz. in deze provincie executoir verklaard, op
leden aan den heer Ontvanger der Directe Belastingen
lhier wordt ter hand gesteld ten fine van invordering,
n dat ieder verpligt is zijnen aanslag, op den bij de
?et bepaalden voet, te voldoen.
A f k o n d i g i n g.
N i eu wstij d in gen
ütalw.
JPrawftt
iaat,
en
zijn,
van
Ik
den
vra-
ook
(10)
carder
II. M.
Je,sturen en Adniinistratien.
Hoogere Burgerschool
to ZIERIKZEE.
I Aan belanghebbenden wordt bericht, dat er nog tot
Ln 2 September a. s. gelegenheid is tot het doen ïn-
Icbriivcn van nieuwe leerlingen bij
Tm Heer Secretaris der Commissie van toezicht op het
Middelbaar onderwijs Dn. J. K. be BRUIJNE. Het
ï>elatin{2f» examen zal even als de
£camen&9 plaats hebben op Maandag 5 Septem-
Er a. s.,' 'smorgens te 11 ure, in het gebouw der
Hoogeve Burgerschool.
Zierikzee, 18 Juli 1870.
De Directeur
Gr. KOK, Jr.
Opening der jagt op klein wild.
De COMMISSARIS DES KONINGS in de Provincie
[Gezien het heslnit van heeren Gedeputeerde Staten,
L clato 19 Augustus 1870, no. 80;
Gelet op art. 11 der wet van den 13 Junij 1857
Itaatsblad no. 87)
[maakt bekend, dat de opening der jagt op lclein
tyilil in deze provincie, is bepaald op Zaturdag den
September aanstaande;
1 voorts, dat de korte jagt dagelijks, met uitzon
dering van den Zondag, en de lange jagt op den
j('laandagWoensdag en Zaturdag van iedere week
iLmede op de vier dagen, voorafgaande aan de sluiting
der jagt, zal geoorloofd zijn.
W Deze kennisgeving zal in het Provinciaal blad ge
plaatst en zullen afdrukken in plano aan de gemeente-
Kesturen ter aanplakking gezonden worden.
I Middelburg, den 20 Augustus 1870.
De Commissaris des Kunings voornoemd,
R. W. van LIJNDEN.
Zierikzee den 22 Augustus 1870.
B. C. CAU.
De BURGEMEESTER van Zierikzee maakt bekend:
dat bet kohier van het Patentregt, 4de deel van deze
emeente, dienstjaar 18'°/-, den 22sten dezer maand
oor den heer Prov. Inspecteur der Dir. Belastingen
nz. in deze provincie executoir verklaard op heden
lan den heer Ontvanger der Directe Belastingen alhier
•ordt ter hand gesteld ten fine van invordering, en
lat ieder verpligt is zijnen aanslag, op den bij de wet
lepaalden voet, te voldoen.
Zierikzee, den 24 Augustus 1870.
B. C. CAU.
Londen 9 21 Aug. Men verzekert op nieuw dat
ingeland Rusland en Italië zijn overeengekomen om
en behoeve van den vrede te intervenieeren zoodra
'arjjs door de Dnitschers bedreigd wordt.
Londen 22 Aug. De correspondent van den Times
e Berlijn telegrafeert aan dit blad, dat koningin Victoria
ii antwoord op een ongeveer een week geleden ontvan-
;en schrijven van keizerin Eugenie, het betreurd heeft
nmachtig te zijn tusschenbeide te komen. De koningin
leeft daarbij opgemerkt, dat in het constitutioneele
ingeland tusschenbeicletreding van het kabinet moet
itgaan, maar dat kabinet achtte de tjjd daartoe nog
iet gekomen. De correspondent zegt verder dat de
ingelsche regering thans beproeft het plan te begunstigen,
en Elzas eu Lotharingen in eene onzijdigen staat te
Rervormen, welke combinatie door Duitschland waar-
Bcbijnlijk niet zal worden aangenomen, daar Italië de
aarwaarden tot een verbond met Frankrijk geregeld
leeft.
Het Engelsche blad Spectator11 geeft een overzigt
an den tot dusver gevoerden oorlog. Het blad vestigt
a ooreerst de aandacht op die kleine magere oude man,
larou von Moltfeede opperbevelhebber van het Duitsche
Bger, die soldaat in de studeercel die in zijn geheele
even nog nooit een regement in 't veld heeft aange-
oerd en die thans het groote leger vernietigd heeft
at nog slechts drie weken geloofde op weg naar Berlijn
e zijn.
De gebeurtenissen der vorige week resumerende, zegt
iet blad dat Bazaine thans met het overschot van het
tijnleger, 120,000 k, is opgesloten, hetzij
'innen of even buiten Metz, door de vereenigde legers
anSteinmetz en prins Frederik Kareiwelke te zamen
■20.000 man tellen. De toestand van Bazaine is dus
'opeloos. De kroonprins is met 180,000 man op weg
'aar Chalons, waar C-anrobert slechts 80,000 man onder
ii line bevelen heeft. De Keizer, die te Chalons zeer
ilecbt ontvangen is, zoo zelfs dat hij door de gardes
uobiles assassin (moordenaar) genoemd werd, is waar-
chijnljjk te Rheims.
De toestand van Frankrijk is dus hopeloos. Bazaine
R- <^l s omsingeld en opgesloten in een stad, die slechts
oor eenige dagen loeflogh had en Can rob," rt hooft te
reinig troepeu. Het keizerrijk is dood.
•aufc.
Jaar-
a. s.
lente,
toe-
;egcn
goed
sch
Uit alles blijkt dat Napoleon begonnen is met het
grootste gedeelte zjjns legers slechts op papier. Het
Fransche leger aan de grenzen bedroeg slechts 270,000
man terwijl de gezamenlijke Duitsche ïnagt uit 570,000
man bestond.
Ontzaggelijk is het verlies aan manschappen in het
Duitsche legergeheele regimenten zijn verdwenen,
maar er waren ook nog 200,000 man reserve-troepen.
Het blad schrijft voorts de voortdurende nederlagen
van het Fransche leger aan de. weifeling des Keizers
toe en noemt het bijna eene onmogelijke daad voor
Bazaine om datgene in te halen wat verloren is.
Napoleon heeft reeds alle schaduw van gezag verloren.
Hij wordt niet meer genoemd en. volgens een geloof
waardig berigtgever van de Pall Mall Gazette heeft
Bazaine, die alles aan Napoleon te danken heeft, aan
den minister van oorlog bevel gegeven om te Parijs
geen aanplakbiljet te dulden indien het mogt geteekend
zijn door den Keizer. Niets hoort men meer van de
Keizerin en generaal Trochu heeft stellig zijne aan
stelling tot opperbevelhebber der stad geweigerd, zoo
lang zij regentes was. Deze aanstelling gaat bepaald
het dictatorschap vooraf.
Uit Parijs wordt aan den Morning Post geschreven,
dat de beide nichten der Keizerin en alle hofdames, met
uitzondering der dienstdoendeParijs hebben verlaten.
Uit het Paleis Royal worden ontelbare koffers naar
Engeland gezonden.
ITloi*eiio«% 22 Aug. [Particulier telegram). Volgens
een authentiek berigt is prins Napoleon alhier aange
komen belast om de bemiddeling van Italië in te roepen.
Den heer de Lavalette is opgedragen, een gelijk aanzoek
in Louden te doen.
Bai-ijs, 22 Aug. De Gaulois meldt dat de Pruisen
de versterkte stad Toni bombarderen sedert den 14den
dezer. De uitslag van het bombardement is nog niet
bekend.
Een dépêche uit Mezières van heden meldtdat
het verlies der Pruisen in de laatste gevechten verschrik
kelijk was. Er zjjn meer dan 40,000 gekwetsten van den
vijand op het slagveld zonder hulp blijven liggen.
Pruisen heeft aan Luxemburg en Belgie vergunning
gevraagd om die gewonden over hun grondgebied te
mogen vervoeren.
Het gerucht, dat de Pruisen Verdun bezet hebben,
wordt gelogenstraft.
In eene particuliere correspondentie uit Parijs wordt
liet volgende gemeld:
Het Keizerrijk is thans zedelijk dood. Men bekommert
zich noch om den Keizer, noch om de Keizerin het
is alsof zij niet meer bestaan. In het wezen der zaak
hebben wij reeds de Republiek, met Thiers, Palik;io
Bazaine en Trochu als burgers-directeuren. Geen eukele
partij van eenige beteekenis beeft tot dusver getracht,
van het oogenblik gebruik te maken om het gezag te
ondermijnen. Wie het deed bij zou de achting van
het algemeen verliezen. Op dit oogenblik wil men
slechts behouden wat men nog heeft, maar ik verzeker
u, laat het vrede worden, en er zal een radicale schoon
maak gehouden worden.
Men had alles aan het keizerrijk ten offer gebragt
in de vaste overtuiging dat het de orde binnenslands
zou handhaventerwijl de positie van Frankrijk in
Europa roemrijk zou wezen. Men was van oordeel dat
het leger ten minste boven ieder ander verbeven moest
wezen. En wat ziet men nu Het blijkt dat onbe
kwaamheid en oneei-lijkheid teugelloos den staf hebben
gevoerd. De Keizer was in den waan gebragt dat alles
in orde wasdoch toen het er op aan kwam bleek
spoedig dat de kaders incompleet warenmen had
ruiterij zonder paarden; de krijgsbehoeften ontbraken;
de soldaat had niets te eten. De Keizer had zich tot
Leboeuf gewend met de vraag: zijt gij gereed? deze
deed dezelfde vraag tot zijne chefs de bureau die op
hunne beurt met hunne ondergeschikten te rade gingen
en weldra hoorde men uit aller mond een formidabel
ja, een gemeenschappelijke logen, die aan Frankrijk
meer dan honderd duizend manschappen kosten zal.
En toen heeft de Keizer het opperbevel willen voeren.
In die hoedanigheid beeft hij niets dan fouten begaan.
We'dra zijn de nederlagen gekomen die alleen aan
's Keizers slecht beleid kunnen geweten wordende
soldaten hebben met heldenmoed gevochten maar men
heeft ze op eene schandelijke wijze opgeofferd.
Toen men dat alles moest aanschouwen toen had
men slechts oog voor de reeds verkankerde wonden van
het Keizerrijk en was het voor goed veroordeeld.
In de tegenwoordige omstandigheden is het volk van
Parijs één eenig man. De gansche provincie staat gereed.
Dringen de Pruissen tot hier door, dan zullen zij tegen
over zich vinden 700,000 a 800,000 man, uit alle oorden
des lands naar de hoofdstad gesneld. De Franschman
acht zich zoo zeker van de eindelijke overwinning, dat
hij zichwanneer men hem wijst op de dichte massa's
Duitschersdie in Frankrijk rukkenvergenoegt de
handen wrijft met den uitroep „hoe meer er ons land
binnendringen hoe minder het weêr verlaten zullen."
Ten slotte verdient nog vemeld te wordeudat de
sympatie voor het huis Orleans toeneemt.
Over den slag bij Rezonville zijn nog slechts weinig
bijzonderheden bekend. Alle tot dusverre ontvangen
berigten stemmen echter hierin overeen dat men bij
menschen geheugen nog nimmer zulk een bloedigen slag
gezien heeft. Oude officierendie bij Solferino, Magenta°,
Inkerman en Alma tegenwoordig waren geweest, waren
verbaasd over hetgeen zij hier zagen. Vooral de mitrail
leuses moeten verschrikkelijk gewerkt hebben, waardoor
gansche reijen Pruisische soldaten werden weggemaaid.
Het gevecht duurde tot des avonds negen ure en volgens
hier ontvangen berigten komt de eer der overwinning
aan de Franschen toe.
Volgens den Figaro is werkelijk order gegeven
door den heer Alfred Blanche, prefect van de Seine,
om te beginnen met het omhakken van het Bois de
Boulogne en is Zaturdagmorgcn een aanvang genomen
met dit werk, dat Parijs berooven zal van een zijner
grootste aantrekkelijkheden. De boomen waren wel is
waar niet zeer groot, doch voor het meevendeel reeds
15 a 30 jaren oud, zoodat Fraiikrjjks hoofdstad ge
durende vele jaren het lidteeken zal toonen van de
ontvangen wond.
De bevelhebber van Straatsburg heeft al de be
woners, die voor de verdediging der vesting belemme
rend konden zijn, uit de stad gezet. Hij wil haar niet
overgeven zoolang de vesting kan verdedigd worden.
De vestiugwerken van Lyon worden gewapend.
De toestand van Forbach na den slag moet vreese-
lijk zijn. Alle woningen zijn wel niet uitgeplunderd, maar
uit- en inwendig verwoest. De salons der aanzienlijken
zoowel als de vertrekken der armen zijn ledig. De land
bouwwerktuigen liggen verstrooid op de vertreden akkers
de voorraadschuren zijn ledig; de fabrieken zijn ontvolkt
en gesloten; de bevolking zit moedeloos bij hoopen te
zamen. Voor de huizen staan emmers water. Zij die
dorst hebben, zullen dus niet binnenkomen, zoo hoopt
men. De Fransche gekwetsten, die loopen kunnen, door
kruisen onbewaakt de stad. Voor het raadhuis, waar
nog de oorlogsverklaring is aangeplakt, staat een schild
wacht hij eenige afgespannen wagens. De oorlogslasten
zijn zeer zwaar. En daarbij blijft bet niet. De stad wordt
ook in boeten geslagen voor hetgeen enkelen doen. Zoo
hadden eenigen de telegraafdraden verbroken; aan de
stad werd daarop 20,000 francs boete en schadevergoe
ding opgelegd, binnen een uur te betalen. Men vond
er geen pond brood, zelfs al wilde men er 20 francs
voor geven.
De vrouwen hadden niets te lijden gehad, maar de
ingezetenen hadden in bet onderhoud moeten voorzien
van dertig man per gezin, en tevens een som van 25
centimes daags moeten uitkeeren voor tabak. Postkan
toor, spoorwegstation, telegraafbureau, douane, ko rtom
alle administrative instellingen waren verdwenen.
Een oogetuige beschrijft aldus, in de Lïbertê, de
vlucht des Keizers van Metz naar Verdun:
Ongeveer een uur vóór het aanvangen van den strijd (te
Pange, 10 Augustus), ging de Keizer op weg, onder ge
leide van een bataljon grenadiers en twee regimenten
Afrikaa.nsche jagers. Een Prnissische divisie achtervolgde
hem op slechts weinige uren afstand. In zes uren w is
de weg van Gravelotte naar Verdun afgelegdonderweg
maakten de grenadiers zich meester van verscheidene
rijtuigen, opdat hun achterblijvers niet in handen van
den vervolgenden vijand zoude vallen.
Dadelijk na zijn aankomst te Verdun, begaf zich de
Keizer naar het station. Hij was vergezeld van zjjn zoon,
wiens aanzien medelijden inboezemde. Het arme kind
zag er doodelijk vermoeid uit, mager en ziekelijk; slechts
een waggon 3de klasse was beschikbaar; de Keizer nam
met zijn zoon daarin plaats, dronk een glas wijn, dat
de stationscef hem op zijn verzoek gebragt had en de
trein stelde zich in beweging. Het vertrek des Keizers
was roerend. Het gelaat van Z. M. teekende eene diepe
somberheid en moedeloosheid. Hij deed zijn best om
kra.cht in zi]n stem te leggen; doch zijn ligchaam was
blijkbaar geknakt.
Het gevolg des Keizers heeft zich moeten tevreden
steilpr> met een plaatsje in de beestenwagens. En wie
een bundel stroo kon machtig worden om op te liggen,
rekende zich bijzonder gelukkig.
Onder de werklieden, die bezig zijn het fort Mon-
trouge (dat tot de versterkingen van Parijs behoort) te
wapenen, is een Pruissische spion gearresteerd. - De man
werd verraden door de netheid van zijne kleeding en
zjjn vreemd accent.
Op den spoorweg; van Gray naar Nancy zijn nabij ChAtel
twee treinen tecren elkander ingereden, waarbij twee stokers en
een machinist zijn omgekomen en zeven personen zwaar gekwetst.
Twee der lijken heeft men eerst den volgenden morgen uit de
brok-tukken der tenders en waggons kunnen halen. Het hoofd
van bet eene lijk was letterlijk afgesnedenbet andere was ge
heel verkoold. Eene som van 50,000 fr., bestemd voor den
thesaurier-generaal van bet departement des Vosges, ten dienste
van het leger, werd op den weg en in de slooten uitgestrooid,
en is slechts gedeeltelijk teruggevonden.
Berlijn, 22 Aug. Bijzonderheden omtrent den
slag bij Rezonville waren gisteren avond nog niet ont
vangen. Doch particuliere depêches gewagen eenparig
van de ontzettende verliezen waarop aan de Duitsche
legers de lauweren die zij plukken komen te staan, en
die in de jongste gevechten vooral de gardes en de
Brandenburgsche regimenten hebben getroffen. In de
openbare meening te Berlijn is sedert eenige dagen eene
merkbare verandering gekomen. De uitgelatene blijd
schap over de overwinningen te Weissenburg en Wörth
is verstomd, en vervangen door een somber en ernstig
nadenken over de offers, welke de oorlog eischt. Zelfs
de vrienden der annexatieplannen kunnen aan die ver
anderde stemming geen weerstand bieden, hunne hoog
dravende bespiegelingen verflaauwen, en vele teekenen
vertoonen zich, waaruit men kan beslissen, dat zoodra
het doel van den oorlog is bereikt, een eervollen vrede
ook aan de overwinnaars hartelijk welkom zal zijn.
Na den bloedigen slag van Rezonville houdt het leger
van Bazaine geene stellingen meer buiten Metz bezet.
Het heeft zich binnen de vestingwerken moeten terug
trekken, en alle wegen en spoorbanen, welke van die
vesting uitgaan, zijn in de macht der Duitschers. De
stand der bei.de strijdmachten is dus de volgende: De
grootste helft van Bazaine's leger, bestaande uit het 2de
corps (Frossard), het derde (Decaen), het vierde (de l'Ad-
mirault), een deel van het zesde (Canrobert) de garde
onder Bourbaki, zijn met de bezetting van Metz in die
vesting ingesloten. Deze Fransche troepen zijn omsin
geld door het eerste en tweede- Duitsche leger, die
waarschijnlijk spoedig tot de belegering zullen overgaan.
De rest der Fransche strijdmacht, het eerste corps (Mac-
Mahon), het vijfde (de Failly), en het zevende (Douay)
trekken naar Chalons en Parjjs terug, om daar met het
leger dat uit reserve-bataljons, de mobile garde en de
vrijwilligers wordt gevormd tot twee nieuwe korpsen,
zich te vereenigen. Met die vijf korpsen zal dus de
kroonprins te doen hebben, welke ongetwijfeld na den
slag van Rezonville zjjn en marsch heeft voortgezet. De
Beijeren en Wurtumbergers zijn bezig met de belegering
van Straatsburg.
Omtrent Je Turko's schrijft Julius von "WickeJe
„Wij hebben zoowat 5 a 600 van deze kerels gevangen ge
nomen en nog meer gedood, en men heeft hiprdoor een goede
gelegenheid om alle mogelijke dievengezigtendie Afrika en
hpt 0>v*!pïï voortbrengen, onmïddelijk van Dabij te beschouwen.
Ik bin volstrek! gren vriend van de naiiiui'gcschicdkundige
beschouwing van Karl Vogt, en verheug mij dat de bijbel
ons eene andere afstamming van het meoschelijke geslacht dan
van de open leert; maar inderdaad onder deze gevangen Tur
ko's heb ik herhaaldelijk mannen aangetroffen, die zeer zeker
meer gelijkenis hebben met een orang-oetang dan met een mensch.
Wat dc negerstam maar leelijks kan voortbrengen is hier in
wezenlijke pracht-exemplnren vertegenwoordigd. Anderen
weder hebben klassieke, schoone hoofden, onberispelijk van
vorm, en slechf9 de van wildheid fonkelende en in hunne kas
sen wild ronddraaijende, donkere oogen geven hun iels zeer
onaangenaams. Velen dezer gevangen Turko's herinneren aan
panthers achter de traliën van hun kooi. Overigens zijn er
vele bij die geene Afrikanen zijn, maar Malthesers, Sicilianen
en Egyptenaren. Kortom, wat men aan de oevers van do
MiddelandscheZce maar voor gespuis heeft kunnen vinden en gelijk
men weet, is daar een groote keurbende van kerels, die het
men9chelgk geslacht juist niet tot bijzondere eer verstrekken,
heeft mijnheer Louis Napoleon de vriendelijkheid gehad lot ons
te zenden. „Zoo heer, zoo knecht" zegt het spreekwoord
niet ten onregte. Velen hunner zijn ook nu nog overmoedig
en wild. en verschillende werden door het escorte reeds neder-
gehonwen ter zake van verzet en zelfs van poging tot sluip
moord. Anderen zijn kruipend onderdanig; het meerendeel is
echter volkomeu onverschillig of toonen zelfs in hunne gevan
genschap nog apenmanier. Meoig gevangen Franschman ziet met
verachting neder op zijne kameraden, en al9 men tot een ou
den sergeant zegt: „VoilA vos camarades," dan antwoordt
hij: „Non, non monsieur ce sont non pas nos camarades." De
Beijeren en Westphalen zeggen: „Dat zijn geene eerlijke sol
daten, maar roovers en bandieten en het is een schande voor
den spitsboef Napoleon, dat hij zulk volk tegen ons laat vech
ten; het moet hem toch wel aan behoorlijke soldaten ontbreken."
Bij Wörth heeft men lijken op het slagveld gevonden, waarvan
de oogen waren uitgestoken of de tongeu uitgesnedenen 15
Beijersche jagers, die door Turko's omsingeld werden en zich
moesten overgeven, zijn door hen met hunne dolkmessen de
keel afgesneden. De Beijeren zijn woedend en willen dan ook
van geen pardon meer wetenterwijl onze Noord-Duitsche sol
daten in hunne goedmoedigheid dit nog doen.
Ook onder de Officieren der Turko's met wie ik herhaal
delijk heb gesproken, zijn wilde en onverschrokken, maar weinig
beschaafde menschen. De eene was een Korsikaanvan den
andere werd zelfs door Fransche officieren verleid, dat hij wegens
moord tot 10 jaren galeistraf was veroordeeld, maar thans van den
Keizer na eene gevangenisstraf van eeu jaar gratie had gekre
gen, omdat hij als een woest soldaat bekend 9lond en dus tegen
Je Pruissen goede diensteu kon doen. Ook de kommandant
van een bataljou Turko's is in onze handen gevallen. Het
schijnt, dat men de drie regemenfen met opzet in de eerste
linie heeft gesteld, opdat zij door hunne wildheid aan onze
soldaten ontsteltenis zouden inboezemen en ze tot wijken bren
gen. Doch ook hierin, gelijk in al lesheeft Napoleon zich zeer
vergist, want juist de Turko's hebben met rcgl de woede van
al onze soldaten zoo opgewekt, dat zij met dubbele opgewon
denheid vooruit stormen."
Tijdingen uit Berlijn melden dat men bezig is om
spoorwegen aan te leggen rond Metz, ten einde de lijn
van Metz naar Parijs te kunnen gebruiken vóór dat
Metz zal ingenomen zijn.
Twee zonen van graaf von Bismarck zijn in de laatste
gevechten gewond.
De Duitschers hebben tot hiertoe 40,000 man aan
dooden en gewonden verloren.
Bont Monsson, 21 Aug. Voortdurend worden
hier Fransche krijgsgevangenen binnen gebragt. Gisteren
avond kwam hier een transport van 2000 soldaten en
36 officieren. Heden weer een transport, waarbij 54 offi
cieren, onder welke de generaal Plombin.
Het verlies der Franschen in de gevechten op 14,16 en
18 dezer is alleen aan dooden 12000 a 15000 en met de
gevangenen in geen geval minder clan 50,000 man. Bij
Gravelotte hebben wij circa 4000 Franschen krijgsge
vangen gemaakt.
Ainsterdam, 22 Aug. Eenigen tijd geleden
vertrok van hier een knaap van 15 jaren naar Duitsch
land, om zich bij zijn oom in diens handwerk (draaijer)
te bekwamen. Kort na zijn vertrek ontvingen zijne
ouders een brief, waarin hun tot hunne groote ontstel
tenis gemeld werd, dat hun zoon spoorloos verdwenen
was. De oom in Duitschland en de ouders hier stelden
alle pogingen in het werk om iets van den knaap te
vernemen, maar, bij wien zij zich ook vervoegden
niemand kon hun eenige inlichting geven. Eindelijk
komt dezer dageo een brief van den 15jarigen draaijer
zijne bedroefde betrekkingen uit de verlegenheid redden,
en wel een brief gedagteekend uit den onttrek van
Metz. Daarin schrijft hij, dat, toen de plaats zijner
inwoning bezocht werd door de Brandenburgsche huza
ren bij zijn vurig verlangen om eens een oorlogsveld
van nabij te bezien, niet kon bedwingen, op zijn
pantoffels het regiment heeft gevolgd en dat hij thans
bij een ritmeester in dienst was en op diens paarden
paste. Hij is thans bij het Pruissische leger bij Metz,
waar het hem aan niets ontbreekt.
Zierikzee, 23 Aug. De verkiezing voor een lid
der prov. Staten van Zeeland, in het hoofdkiesdistrict
Zierikzee, tengevolge van het overlijden van den Heer
H. A. van IJsselsteijn, is door de Gedeputeerde Staten
bepaald op Dingsdag 20 September a. s.en de her
stemming zoo die noodig mogt wezen op Dingsdag
4 October daaraanvolgende.
Op a. s. Vrijdag zal het 4de Concert op Parklust
plaatshebben. Het programma is: 1. Marsch, Krombein.
2. Blóndin PolkaZiehrer. 3. Cavatine uit „Lucretia,"
Donizetti. 4. II Bacio, Arditi. 5. Lied ohne Worte, Men
delssohn. 6. Drinklied uit „Lucretia," Donizetti,. 7. Na-
tionaal-Marsch, Böhme. 8. Am Meer, Schubert. 9. Duet
uit „Tancred Jiossini. 10. Traume auf dem Ocean
Gungl. 11, Cavatine uit „Freischütz," Weber. 12. Pro
pheet Quadrille, Strauss.
De miliciens der ligting van dit jaar behoorende
tot de vier regimenten huzaren het reg. veld- en het
regement rijdende artillerij die na hunne inlijving in
Mei 11. tot nadere oproeping met verlof zijn gezonden,
zullen den 3den October a. s. bij hunne korpsen in
activiteit optreden, ten einde gekleed en geoefend te
worden.
De miliciens van vroegere lichtingen dan 1866,
die op grond van art. 146 der militiewet eerst later
het paspoort zullen ontvangen voor zooveel zij nog dienst-
pliebtig en niet in dc algemeene oproeping begrepen
waren, zullen tegen den Isteu September a. s. worden