ZIERIRZEESCHE MEnVSL».... a WM ft No. 2810. Zaturdag 15 Augustus1870. 26sl<i Jaarg'^ H Besturen en Administratien Bekend in aki n g. LES Oorlogs-contrabande. Nieuwstijdingen. SÖIuttgHiltinfr. .rschool <f De BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Zie- rikzee maken bekend: dat de gewone JAARMARJiT of KER- jyXlS alhier zal aanvangen den laatsten Maandag in Augustus en gedurende twee weUev» zal worden gehouden, zijndo van den 29 Augustus tot den 10 Sep- tember aanstaande. yX\ De aanvraag voor het plaatsen van Seliouw- burgtcnton zal uiterlijk vóór den 24 dezer maand moeten geschieden met vrachtvrije brieven bij den marktmeester alhier, bij wien de Kramers zich op dezelfde wijze zullen moeten aanmelden. Ieder hunner zal van behoorlijk patent moeten zijn voorzien, terwijl geene wanklankende orgels, rijfelaars I koroskooptrekkers of bedelaars op de Kermis zullen worden toegelaten. ZiERXKZEE, den 12 Augustus 1870. De Burgemeester en Wethouders '(f\ B. C. CAU. De Secretaris, J. P. N. ERMERINS. I de huid Beringen, tc ge leidende in denk- de ont- PjTelkeus I zij hare Igezocht alle It zelfde tchting. It: I 20,95. 20,50. ptten te I teregt- benoo- heer hlNE te |houder l Street ipufcen STGr LMS tON- Idoor leren tien alen g-e- Jalscht |J. DE ':ter, Ier te pf in gezin Xt>, rP. G., folder IDE. Wat is oorlogs-contrabande Ook deze vraag heeft zich reeds voorgedaan in dezen oorlog, en zal zich vermoedelijk nog meermalen voordoen. De zaak was reeds in de oudheid bekend; de Athenevsgedachtig aan de godspraak die hun eenmaal had geleerd op hunne houten wallen te vertrouwenverbodenop zware straffenhet verkoopeu van schepen en het leeren van den scheepsbouw aan barbaren of aan vij anden. Ook de Romeinen bedreigden zware straffen op den uitvoer van lastdieren en sommige handels artikelen. De naam dagteekent echter eerst van de kruistogtenen is zijn oorsprong verschuldigd aan de banvloeken der pauzen en de uitspraken der .conciliën diegeergerd door den koophandel der Getiuëzen en Venetianen met de ongeloovigen de excommunicatie uitspraken over alle christenen die wapenenijzer gale jen of andere schepen en scheepswant aan de Saracenen verkochtenof die zich als schippers of stuurlieden aan die volken verhuurden. Aan deze uit spraken is men den naam van contrabande verschuldigd daar de excommunicatie in het middeleeuwsch latijn bannum heettewaren de verbodene goederen merces contra bannumwaarvan het fransche contrabande is ontstaan. Oorlogs-contrabande zijn dus zoodanige goederen, als waarvan hefc vervoer met neutrale schepen naar eene der oorlogvoerende landen door diens, vijand te regt wordt belet of gestraft. Zij iseved ibis de blokkade van havenseene tijdelijke beperking der handelsvrij heid. Dus ook over de zaakover het begrip van oorlogs-contrabande, bestaat- geen verschil. Moejeljker is het evenwel, eene aanwijzing te geven vau de goederen, welke onder oorlogs-contrabande moeten worden verstaan. Het ligt in den aard der zaakdat daarover in de zeventiende en achttiende eeuw tusschen de oorlogvoerende mogendheden voortdurend geschil bestond. In de velezware en langdurige oorlogen toen gevoerd, vernam men telkens klagten eu twisten over verboden handel van landgenooten en vreemden met den vijand. Te raidden der tegenstrijdige praece- denten, ontwikkelde zich echter een leidend hoofddenk beeld als regtsbewustzijn. Men had dit hoofddenkbeeld aan onzen nooit genoeg geroemden Hugo de Groot te danken die in zijn meest bekend werk de Jure Belli cic Pacis deze grondstellingen uitsprak »Er is in oorlogstijd drieërlei soort van goederen de eerste dienen alleen tot oorlogsgebruik, zoo als wa penen de tweede alleen tot veraangenaming des levens de derde kunnen in den oorlog, maar ook in vredestijd worden gebezigdzooals geldlevensmiddelenschepen en scheepsbehoeften. Wie de eerste aan den vijand toevoert, verliest zjne onzijdigheid en mag zelf als vijand beschouwd wordenin de goederen der tweede soort moet de handel steeds vrij blijven. De moeijelijk- heid ligt in de derde soort. Hoe met deze moet worden gehandeldhangt van de behoefte der oorlogvoerende partij af. Bevindt deze zich in de volstrekte noodzake lijkheid ten einde van zijn vijand regt te verkrijgen den toevoer van die goederen naar zijn vijand te onder scheppen hij mag het doen maar alleen om ze te benaderen tegen koopmansprijs; heeft de toevoer kwaad willig plaats, bijv. om eene belegerde stad te approvian deren dan mag de oorlogvoerende het goed zonder schadeloosstelling aan den neutrale ontnemen. Is einde lijk de oorlog van den kant der tegenpartij zeer onregtvaardigen de bijstand in een snooclen aanval blijkbaar, dan mag de helper bovendien gestraft worden." Alleen de laatste bepaling van de Grootzamenhangende met zijne beschouwingen over regtvaardige en onregt- vaardige oorlogen heeft praktisch geen resultaat. Wat toch is de beteekenis van onregtvaardig en snoodals de strijdende partijen die eigenschappen te beoordeelen j hebben Maar de overige stellingen zijn door de latere I schrijvers vrij algemeen gevolgd en door de meeste I diplomaten tot grondslag van verdragen en manifesten genomen. Evenwel geven de Engelsclie schrijvers en I adiniralftëitsregters meestal de voorkeur aan de stellingen I van onzen BynkershoekDie stellingen zijn de volgende: j »1°. dat de onzijdige in eene belegerde of geblok- I keerde plaats in het geheel niets mag invoeren 2°. dat oorlogs-contrabande is alles, wat naar andere l plaatsen of kusten van den vijand word gevoerden dadelijk tol oorlogsgebruik wordt aangevoerd 3°. dat bij tractaat of bij verklaring van de oorlog voerende partijen die eigenschap ook tot onbereide of half bereide grondstoffen kan worden uitgebreid." Vlagen wij dus naar het verschilhetwelk tusschen de Stellingen van de Groot en Bynkershoek bestaatdan is het blijkbaar dit, dat de eerste eenige categorien van goederen aanneemt, en daarvan sommige onder oorlogs-contrabande rekent, andere vrijstelt, en bij weêr andere de bestemming laat beslissen terwijl daarentegen de tweede schrijver in ieder geval de vraag wat al of niet oorlogs-contrabande isvan de bestemming doet afhangen. De questie der oorlogs-contrabande word niet vereen voudigd door de vele tractatenwelke sedert de tweede helft der zeventiende eeuw werden gesloten. Al die artikelen werden opgenoemdwelke de Groot reeds onder de algemeene benaming van oorlogs-wapcnen had verstaan. Het was moeijelijker vast te stellen, wat niet dan wel wat wel als contrabande was te beschouwen. Vooral gedurende den opstand van Noord-Amerika tegen Engeland had Nederland, dat weigerachtig bleef Engeland tegen de Amerikanen met troepen bij te staan zwaar te lijden van de eigendunkelijke verklaringen van Engelandin strijd met alle fy'begere tractaten. De Engelsclie tiranny kende geene grenzen. Na den alge- meenen vrede op het eind der vorige eeuw,, schenen de mogendheden tot meerdere eenstemmigheid te komen de geschriften over staats- en volkenregt van dat kort stondige tijdperk ademden de schoouste verwachtingen. Maar de Fransche revolutie oorlog zou het anders leereu. De Engelsclie Regering poogde het Fransche volk door deu honger te dwingen tot den monarchalen regerings vorm weder te keeren. De gansche handelsvrijheid was vernietigd Alle levensmiddelen werden tot contrabande verklaard. Ballast was de eenige veilige vracht. Een tractaat tusschen Rusland en Groot-Brittannie in 1801 gesloten strekte om al de geschillen over volkenregt ter zee voor goed uit te makendoch dit tractaat verviel door den oorlog met Rusland in 1807 en werd niet hernieuwd bij den vrede tusschen die beide landen in 1802 gesloten. Ook de vredestractaten van 1814 en 1815 bewaarden over dit punt een diep stil zwijgen. Toen de oorlog van 1854 tusschen Groot-Brit- tanuie, Frankrijk en Rusland uitbarstte, kwam de vraag over oorlogs-contrabande weder op het tapijt. Als een bewijs hoe verdeeld de mogendheden omtrent dit puut waren, atrekke de herinnering, dat koningin Victoria aan harp onderdanen verbood den uitvoer van wapenen en krijgstuigscheepsbehoeften stoomwerktuigen eu hare onderdeelenkeizer Napoleon ook dien van paarden en kleedingstukken keizer Nicolaas mede van granen en vleesck. Het Parijzer vredes-verdvag van 1856 noemde tot tweemalen de oorlogs-contrabande op, maar verzuimde die nader te omschrijven of te bepalen. Men moet dit vooral wijten aan Engelanddat voor eiken oorlog zijne gelegenheidswet maakten aan oude tractaten geen meer gezag toekent dan als voorbeelden ter navolging. Men kan het niet genoeg betreuren, dat de tractaten tusschen de mogendheden omtrent dat punt geen stellig beginsel bevatten. Zoodanige tractaten zouden om de vijf of tien jaren kunnen worden herzien om ze in overeenstemming te brengen met nieuwe uitvindingen en ontdekkingen, welke op de wijze van oorlogvoeren invloed uitoefenen. Het gemis van stellige bepalingen doet bfj iederen oorlog vraagpunten rijzen, welke aan de onzijdige landen moejeljkheden berokkenen. In dezen oorlog heeft zich de steenkolen-questie voorge daan. In geen enkel tractaat worden de steenkolen als oorlogscontrabande beschouwd. Zij zijn voor het schip wat de levensmiddelen zijn voor het scheepsvolk. Intnsschen de steenkolen zijn van natuur veranderd. Vroeger waren zij brandstofthans zijn zij beweegkracht. De schrijvers over het volkenregt beweren nu wel, dat de bestemming der steenkolen bepaalt of zij in den oorlog al of niet als contrabaude zijn te beschouwen. Maar valt er op te rekenen de neutrale scheepvaart kan er, bij gemis van stellige bepalingen, zeer door belemmerd worden, Tractaten he'iben meer kracht dan schrijvers. Hopen wij dus dat bij den vrede, die dezen oorlog zal beëindigenomtrent dit punt vaste regelen worden aangenomen en dat onze handel en nijverheid gedurende dezen oorlog zoo weinig mogelijk stoornis en belemmering ten gevolge van het gemis eetier vaste omschrijving van oorlogscontrabande mogen ondervinden. Met genoegen vernemen wij dat alle kansen nog niet vervlo'gen zijn op de intrekking door de Pruissische regenbg van haar decreet, waarbij de invoer van steen kolen naar Nederland wevd verboden! Onze regering en enze diplomatie blijven ijverig streven naar dit doel. ergsten vijand vevteedereu zou. Hij heeft Parijs in den rug, en de verschrikkelijke gevolgen welke de tijding zijner herhaalde nederlagen aldaar hebben moetkan men het best opmaken uit zijn bevel om Parijs in staat van beleg te verklaren. De ministers hebben een beroep op de vaderlandsliefde van het Fransche volk gedaan waarbij zij vermjden om zelfs den naam van den Keizer te noemen, 's Keizers gezondheid is slechthij kan niet veel verdragen en toch is het hoogst gewichtig, dat zijn gezondheidstoestand hem in het bezit laat zijner gewone vermogens. »Hij heeft tot nu toe" zegt de Times >>in den oorlog dezelfde aarzeling en besluiteloosheid getoondwelke hem in vredestijd onderscheidt, en het is zijn doellooze strategie, zijn verbijsterende onbedrjvigheid, welke de nederlaag zyner troepen berokkend hebben." De andere Engelsche dagbladen deelen deze meening, en vele meenen, dat de Franschen niet in staat zullen zijn den vijand een beslissenden slag aan te bieden, vóór dat hij tot onder de muren van Parijs is doorgedrongen. JFimwüt ri-jjtt. Londen, 8 Ang. In antwoord op de interpellatie van de Beaumont, heeft de heer Gladstone in het La gerhuis verklaard dat, den 30 Julj jl., de Engelsche regering zich afzonderlijk, doch in gelijkluidende be woordingen, tot Frankrijk en Pruissen heeft gewend, ten einde, in den vorm van traktaat, een overeenkomst te sluiten, krachtens welke Engeland, zoodra een dei- oorlogvoerende mogendheden het Belgische grondgebied zou schenden, zich aan zal sluiten bij de tegenpartij, om Belgie te verdedigen. In het bijzonder wordt echter gestipuleerd, dat Engeland niet zal genoodzaakt wezen aan de algemeene operatien deel te nemen. Bedoeld trac taat zal geldig moeten blijven tot 12 maanden na het sluiten van den vrede tusschen de beide oorlogvoerenden. Dit voorstel van de Engelsche regering is aan Rusland en Oostenrijk medegedeeld, en is door deze gunstig ontvangen. Zoowel het Kabinet van Berlijn als dat van Frankrijk heeft het tractaat goedgekeurd het laatste evenwel niet dan met eenige wijzigingen, die tot de strekking niets afdoen. De heer Gladstone verzekerde verder, dat graaf Bernstorf|het genoemde tractaat zeker ideftet dezen avond nog zal on def teekenen Londen10 Aug. Het tweede Fransche eskader, bestaaude uit 9 pantserschepen, is gisteren Dover met besteraming naar de Oostzee gepasseerd. Het heeft troepen aan boord uit Brest en Cherbourg. ILoiicleii, 11 Aug. De Standard zegt, dat zij op goed gezag kan mededeelendat de geheele familie Orleans Engeland heeft verlaten, om zich naar het vasteland te begeven; men vermoedt naar Belgie of Zwitserland. De Times gelooft dat de toestand van het Fransche leger zoo hachelijk isdat de Keizer genoodzaakt zal zijn zijne positie te Metz te verlaten, en terug te trekken naar de volden van Champagne, waar hij hopen kan eenige der strategische wonderen te hernieuwen door welke zijn oom het jaar 1814 voor altijd beroemd heeft gemaakt. Doch de Keizer is in eene positiowelke bijna zjju 8 Aug. Het wekel ijksch overzicht van de avond-editie van het Journal Offciel zegt: Er zijn in het leven der volken plechtige en beslissende uren waarin God hun gelegenheid geeft om te toonen wat zij zijn eu wat zij vermogen. Dit oogenblik is gekomen voor Frankrijk. Men beweert soms, dat de groote natie, onverschrokken in de opgewondenheid van den voor spoed moeilijk tegenspoed onderging. Hetgeen voor ons oog voorvalt weerspreekt dezen la9ter. De geest der bevolking is niet ontmoedigd, zij is vaderlandslie vende en verhevene verbittering tegen de aanvallers van Frankrijkwaar dezen hun graf moeten vinden. Alle Franschen gaan als één man opstaan. Zij denken aan hunne voorvaderen en hunne nakomelingen. Achter hen hebben zjj eeuwen van roem vóór hen een toekomst, die hun heldenmoed vrij en machtig moet maken. Nooit was het vaderland beter voorbereid voor een geest van toewijding en opoffering. Nooit deed het grootscher en indrukwekkender de kracht en het trotsche nationale karakter uitkomen. Het roept met enthousiasme: Op! Te wapeu! „Overwinnen of sterven!" is zijn kreet. Ondertusschen verdedigen onze soldaten den vader- landschen bodem. Europa verontrust zich tot hoever de eerzucht van die onverzadel jke mogendheid gaan zaltoen zij overprikkeld was door eene beslissende overwinning. Er is eene onveranderlijke wet in de ge schiedenis dat elk volkdat door buitensporige be geerlijkheid het algemeen evenwigt stoort, tegen zijne overwinningen eene reactie opwekt en alle andere vol ken tegen zich keert. Deze waarheid, het kan niet missen, zal nog een keer bevestigd worden door de gebeurtenissen. Wie toch heeft belang bij eene wederoprigting van het Duitsche keizerrijk? Wie toch kau verlangen dat de Noord- en Oostzee Pruissische meren worden. Is het Zweden Noorwegen, Denemarken? Welke landen door de over winning van Pruissen zouden vernietigd worden. Is het Rusland, dat meer dan eenige andere mogendheid be lang heeft om het evenwigt van het Noorden te redden tegen de duitsche begeerlijkheid? Is het Engeland dat als groote zeemogendheid als beschermer van Denemar ken staat tegenover de vorderingen der Pruissische mannen? Is het Nederland, dat reeds zoo bedreigd is door de overmoedige intrigues van Bismarck? Wat Oostenrijk aangaatzou het herstel van het Duitsche keizerrijk ten voordeele van het huis van Hohenzollern een nog noodlottige!' verbond zijn niet alleen tegen de dynastie van Habsburg maar ook tegen het bestaan der Oosten rijksch Hongaarsche monarchie. Pruissen zal zeker beloften trachten te doen aan het kabinet van Weenen, maar men weet, welk geloof men moet hech ten aan de woorden van von Bismarck. Zou eenige voor gewende garantie ooit sterker zijn dan de banden die Pruissen aan den Duitschen bond hechten en die Pruissen, met verachting van al zijne plichten en verbintenissen zoo geweldig heeft verscheurd. De definitieve overwin ning van Hohenzollern zou niet minder rampzalig voor Italië zijn dan voor Oostenrijk. Een Duitsch keizerrijk zou tot elkeu prijs tot aan de kusten komen. Het zou het zuiden evenals het noordeu noodig hebben. Het zou Venetië, Triest en Amsterdam willen hebben. De we dergeboorte vau Italië zou in de waagschaal gesteld wórden. Wij doen met vertrouwen een beroep op de wijsheid der regeringen en der volken om ons te helpen hetzij door verdragen hetzij door hunne sympathiën om het Europesche evenwigt te redden. Onze diplo matie zal niet minder werkzaam zijn dan ons leger! Frankrijk doet een verheven poging van vertrouwen Vertrouwen! Onze vaderlandsliefde houdt gelijke hoogte met alle gevaren. Hoe ernstiger de omstandigheden zijn, hoe meer kracht de natie zal ten toon spreiden. Alle verdeeldheden houden op. De Fransche pers spreekt eenstemmig de meest practische en de meest edele denkbeelden uit. De medewerking van den senaat en het wetgevend ligchaam zal aan onze troepen nienwe kracht geven en Frankrijk van 1870 zal aan de volken van Europa toonen, dat wij niet ontaard zjn. 3?avïjs9 Aug. Volgens het verslag van den maarschalk Mac-Mahou heeft hij van cle 38000 man die hij vóór den aanvang der laatste gevechteu komman deerde, thans slechts 18000 man bijeen kunnen brengen, zoodat van dit legercorps 15000 man gesneuveld gewond en krijgsgevangeu^em'aakt zijn. Volgens officieele opgaven bestaat het Frausche leger nog uit 230.000 man waarvan L00.Q00 man nog niet aan den strijd deelgenomen hebben. Maarschalk Bazaine is belast met het bestuur der kiijgsoperatien, Alhier is het gerucht verspreid dat de koning van Pruissen eene proclamatie heeft doen uitdeelenwaarin hij verklaart bezield te zijn met de beste gevoelens voor het Fransche volk, en dat hij van Frankrijk geen duim gronds wil maar dat hij de wapens niet kan ueder- leggen vóór de dynastie Napoleon te hebben doen vallen, door welke de vrede van Europa steeds in gevaar verkeert. Parijs, 11 Aug. Tebegiuneu met den 15deu dezer zal niemand na tien ure 'savondsParijs kunnen binnen komen of verlaten. De Maarschalk Baraguey d'Hilliers voorziet Parijs voor 90 dagen van levensmiddelen. Er zijn een klein aantal gewonde soldaten hier ge arriveerd. Het zijn natuurlijk die, welke slechts ligte kwetsuren hij Woertli hebben bekomen. Die brave soldaten schetsen het gevecht met een enkelen trek. „Het was geen veldslag, maar een slagting," zeggen ze; „wij hebben den aftogt moeten blazen wegens gemis aan ammunitie." Voorts wordt verzekerd dat het ge schut des vjauds met eene verschrikkelijke juistheid treft. De wapening der manschappen tusschen de 20 en 30 jaren zegt le Soir zal de mobiele garde met 3,760,000 soldaten vermeerderen, en de wapening der mannelijke bevolking tusschen de 30 en 40 jaren zal de nationale garde met 3,128,000 soldaten verrijken. Alzoo zullen bijna zeven millioen man toegevoegd worden aan de tegenwoordige landsverdedigers. Wat kan men dus vveezen voor onze vrouwen eu kinderen Wat ons aangaat, wij vreëzen niets; ja, toch ééne zaak: de schande namelijk, die op de Franschen zou rusten, indien zij den vreemdeling langer op den vacler- Jandschen grond lieten. Uit «en te Parijn ontvangen brief van non officier der kn- rassiers van het achtste regiment aan zijne ouders blijkt dal dit regiment en het zesde bijna geheel vernietigd zijn. Dc weinige officieren en manschappen, die aan dc slachting ontkwamen, zijn te Straatsburg nog geheel en al onder den indruk hunner vreeselijke positie, toen zij, terugtrekkende, zich over borgen van Jijken een weg moesten banen. Het ultramontaansche dagblad le Monde zegt dat de ne derlaag der Franschen een gevolg is van de terugroepiug der Fransche troepen uit Rome. Het Frausche legerzegt dit blad, was het sterkste en dapperste vau Europa, doch nauwelijks ver laten de Fransche troepen Civita Vecchia of de fortuin keert. De transportschepen welke de laatste Fransche troepen uit Rome zullen aanbrengen, worden elk oogeuhlik te Toulon verwacht. Deze troepen zullen onraiddelijk naar het oorlogs- tooneel vertrekken. In een schrijven uit Rome van 4 Augustus wordt aan het Journal des Débats gemeld, dat dc paus eer Rome ver laten zou, dan Iialiaausche troepen in ziju grondgebied toelaten. De Badcosche troepen namen bij Hagenan op de volgende wijze 1200 Fransche soldaten krijgsgevangen Maarschalk Mac Mahon had naar Straatsburg getelegrafeerd ora 1200 man. Gedurende den tijd dat deze per spoor in aantogtwaren, bemagtigden dc Badenscbe troepen Hagenan. "Weldra kwamen de Franschen nan, doch toen deze aan het station den trein wilden verlaten, werden zij dadelijk krijgs gevangen gemaakt. Metz, 9 Aug. De toestand in deze stad is aller akeligst. Men hoort bijna niets anders dan krijgsrumoer en alles bereidt zich op het vreesselijkste voor. teder vlugt wie maar eenigzins kan; die niet kan vlugteu bergt wat te bergen is; de wanorde en de schrik is hier algemeen. De tijdingen der laatste gevechten die tot ons komenzijn treurig. Van het 78ste linie-regement b. v. zijn niet meer dan 5 officieren en 80 soldaten overgebleven. Ieder had zijn best gedaan, doch kon niet nalaten zijne generaals van onbekwaamheid te beschuldigen. Er waren oogenblikkenwaarin de offi cieren zeiden„Schiet niet meer't is te vergeefs" en roerloos lieten zij zich verpieteren door de Pruissische artillerie. Indien nog eenige dagen de oorlog op deze wijze gevoerd wordt, is het land verlorenwant de vijand verbergt zich steeds in de bosschenwaaruit hij een moorddadig vuur onderhoud. Mac-Mahon heeft dan ook aan den Keizer voorgesteld deze bosschen te verbranden doch de Keizer heeft zulks bepaald geweigerd. Gisteren waren eenige ellendigen bezig op het slagveld de gesneu velden van hun geld, juweelen en kleederen te berooven. In de Espéranceeen blad dat te Nancy verscbjnt, leest men het volgende Berlijn, 10 Aug. Officieele militaire bevigten uit Saarbrücken van 9 dezer melden dat het gevecht den 6 Augustus bij Spicheren niet ver van Saarbrücken, ge leverd grootere afmetingen en resultaten heeft gehad dan tot nu toe bekend was. Het Fransche korps Frossard is in dit gevecht bijna geheel verslagen. De verliezen van dit korps aan dooden en gekwesten zijn buitengewoon groot. Het legerkamp van eene divisie en verscheidene belangrijke magazijnen zijn genomen; bovendien is een zeer groot aantal gevangenen hier ingebragt, dat nog voortdurend vermeerdert. Tot nu toe is bet reeds over de 2000. Maar ook het. verlies aan de pruissische zijde is groot. Bij de vijfde divisie alleen zijn circa 1800 man gevallen. Het Fransche leger trekt op alle punten terug. Avoid is door de Pruissen bezet. Patrouilles verkennen tot op 2 mijlen afstand van Metz. Anders is niets van belang bekend. De Eübote, welke te Landau verschijnt, geeft de volgende beschrijving van de aankomst van den eersten trein met gekwetsten en krijgsgevangenen'des avonds na den strijd. Na te hebben vermeld, dat de leden der verschillende vereenigiugen tot hot verleenen van hulp, geneeskundigen, leden der orde van St. Jan, die van de gymnastiekverenigingen allen op hun post waven, hoorde men omstreeks ll'/2 ure des nachts bet. fluiten van den naderenden locomotief, men bespeurde de roode lichten van den trein, welke in ademlooze stilte en bange harten werd te gemoet gezien. Eindelijk stond de trein stil. De deuren worden opengeschoven (het zijn cavalerie- waggons) fakkelen verlichten de afgesloten ruimten en het vochtig oog outwaart allerwege de bleeke gelaat strekken onzer brave strijders. Hier ligt er een roerloos op het stroobed dat den bodem bedekt; daar nevens hem is een minder gevaarl jk gewonde militair en dit wisselt beurtelings af naar gelang het V jandel jk staal of het lood den verdiger der Duitsche eer zwaar of ligt in hoofd, borst of andere deelen heeft getroffen. Honderd handen reppen zich om hulp en lafenis te bieden aan vriend en vijand, want er bevinden zich vele gekwetste Franschen in den trein. De geneeskundigen en hunne helpers nemen het voorloopig aangelegd verband weg en stelleu alles in het werk, wat de kunst vermag, om de gewonde lcrjgers in beteren toestand te brengen. Alle hulpmiddelenjs in grooteu voorraadverver- schiogen van allerlei aard waren volop voorhanden. De krijgsgevangenen in den trein behoorden naar een oppervlakkig onderzoek meerendeels tot het 86ste re giment, men trof er vele Turco's onder, die, men erkende het algemeen, volstrekt niet geschikt waren vrees is te boezemen. De Beijevsehe jagers hebben dan ook getoond, dat die bruine gelaatstrekken hun volstrekt niet hinderijk zju, indien het geldt krjgsgevangenen te maken bekend is het, dat zj vooral de Turco's in het gevecht tegeu zich

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Nieuwsbode | 1870 | | pagina 1