iiiiUWSBODE.
No, 2797. Dnndvrdaa 14
Donderdag 14 Julij 1870.
-t£
26sle Jaarg.
(Besturen en Administratien.
TIENDE-VRUCHTEN.
Nieuwstijdingen.
HOFF's
ekhoiifler
awg. De BURGEMEESTER »-n WETHOUDERS
f frnWy van Zierikzee:
1 Gelet op do mededeeling ran den Heer Inspecteur
voor liet Geneeskundig Staatstoezigt iu deze provincie;
waarschuwe 11
de ingezetenen dezer gemeente tegen het onvoorzichtig
aanwenden der zoogenaamde
MUIZE TST-T AR WE,
.vermits die stof, in strijd inet' de verzekering dat zij
(slechts het vermogen bezit om ratten en muizen te
(dooden en geheel onschadelijk is voor ieder ander dier
zoowel als voor den mensch, bij onderzoek is gebleken
inderdaad zeer schadelijk te zijn en in deze gemeente
reeds tol vergiftiging bij den mensch heeft aan
leiding generen.
Zierikzee, den 4 Julij 1870.
Burgemeester en Wethouders
B. C. CAU.
De Secretaris,
J. P. N. ERMERINS.
VEILING
van
De BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Zie
rikzee brengen ter kennis van belanghebbenden: dat
de openbare veiling' der Tiendevruch
ten, aankomende deze gemeentevoor den jave en
oogst van 1870, zal plaats hebben op Donderdag 21 July
1870, des voormiddags te 10 uur, op het Raadhuis dezer
gemeente.
Zierikzee, den 7 Julij 1870.
De Burgemeester,
C. J. FOKKER, Weth. l.B.
De Secretaris,
J. P. N. ERMERINS.
De BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Zierikzee.
Overwegende dat de voorzorgen tegen brandgevaar krachtdadig
behooren te worden gehandhaafd.
Gelet op de bepalingen der verordening tot voorkoming en
blussching van brand in deze gemeentedoor den Raad vastge
steld den 21 Julij en 5 November 1855.
Op het voorstel van de Directie der brandweer,
HEBBEN GOEDGEVONDEN:
1°. Tot keurmeesters over het opgeslagen hooi of veldgewassen
ill deze gemeente te benoemen tie Heeron C. L. KLOEK C. van
oen BOUT. O. J. van den BOUT Cz., W. van WESTEN Wz.,
aan welke keurmeesters bij deze de zorg wordt opgedragen
om, naar aanleiding van art. 21 der verordening tegen het
broeijen van opgeslagen hooi behoorlijk te waken en zich
omtrent de vereischte rondgangen tot inspectie bij de in- en
opgezetenen te verstaan met de Directie der brandweer.
2°. De iu- en opgezetenen te heriuncren aan de voorschriften
van meergemeld art. 21luidende:
„Die in de bebouwde kom der gemeente of op de beide
dijken tot aan het Sas, in ecnig gebouw, hooi of veldgewassen
opslaan, moeten gedoogen dat een of meer ijzers, ter lengte
van twee ellen of naar gelang der localiteit, daarin gestoken
worden die zonder toestemmiug van brand- en brandspuit
meesters der wijk, niet mogen worden verwijderd en ten allen
tijde voor hen toegankelijk moeten zijn. Indien bij brocijing,
naar meening van deze, gevaar voor brand bestaat, is men
gehouden hunne bevelen tot verwerking als anderzins op te
volgen."
Weigering of overtreding van een of ander wordt gestraft
met eene boete vau tien gulden behoudens bevoegdheid van
Burgemeester en Wethouders, om teu koste van den weer-
strevigen eigenaar, des noods, met geweld, te doen verrigl.cn
wat zij in het belang der algemeene veiligheid noodig oordeelen.
En zal deze worden geplaatst in den Zierilcseeschen Nieuwsbode,
terwijl afschriften zullen worden gezonden aan ieder der be
noemde keurmeesters, mitsgaders aan de Directie der brandweer,
respectivclijk tot aanstelling en uitvoering, en aan den heer
Commissaris van Policie, met last om de naleving dezer be
palingen te handhaven, daartoe uitgenoodigdde keurmeesters
op hunne rondgangen te vergezellen en tegen de overtreders te
verbaliseren.
Gedaan ten Raadhuize te Zierikzee, den 7 Julij 1870.
Burgemeester en Wethouders,
C. J. FOKKER, fung. Voorzitter.
J. P. N. ERMERINS, Secretaris.
Op het Postkantoor te Zierikzee, zijn gedurende de
lste helft der maand Junij 1870, onderstaande brieven
bezorgd geadresseerd aan personen wier namen ter
plaats van bestemming onbekend zijn:
een aan J. D. ZANDVOORT te Arnhem.
J. BOOT te Borrendam.
J. C. MOOIJ te Rotterdam.
C. J. BERWALD te Rotterdam.
Van 't hulpkantoor St.-Annalqnd:
twee aan SIEBUS te Souburg.
Het dorpje Middletown, in den Araerikaanschen staat
Missouriwas in den morgen van den 12den Mei jl.
ooggetuige van een vreeselijk ongeluk. De directeur van
een paarden- en beestenspel, eenige voorstellingen ge
vende, wilde eens iets nieuw produceeren en kwam op
net denkbeeld om met de muzikanten, 10 in getal, op
het kolossale leeuwenhob geplaatst, een rij toertje door
net dorp te maken, Ofschoon meermalen door een der
dierentemmers gewaarschuwd dat de kooi onveilig en
uiterst gevaarlijk was, dwong de directeur het orkest
daar te blijven zitten. Bij den hoek van een der straten
geraakten de paarden op holwaardoor het voorwiel
van de kooi met zulk eeue kracht tegen een uitstekend
s uk steen stietdat de krammen en jjzeren traliën
welke het deksel steunden, los gingen en de muzikanten
in het hok vielen.
Een oogenblik was de menigte als verlamd van schrik,
maar ook slechts één oogenblik, ou toen er ging een kreet
op, zoo akelig en schril als er ooit een werd gehoord.
Het angstig gillen der arme slagtoffers, die op bet punt
stonden door de leeuwen verslonden te worden, was
hartverscheurend. Enkelen slaagden er in, langs de zijden
uit de kooi te klimmen en vielen toen bewusteloos op
den grond; terwijl de anderen in een afzigtelijk verwarde
hoop, worstelende niet hunne vreeselijke vijanden, werden
gezien. Toevallig was tegenover de plelc, waar het onheil
voorviel, een ijzerwinkel, waaruit men gaffels eu breek
ijzers haalde, om de deuren der kooi te verbrijzelen.
Vermengd met bebloede lappen van den daareven nog
zoo schitterenden uniform, lagen afgerukte eu halfver-
slouden armen en beenen door het hok verspreid; terwijl
de leeuwen woedend met hunne katachtige, groene oogen
de menigte aanblikten. Nu verscheen de dierentemmer
Charles White en gaf zijne bevelen omtrent het ver
wijderen der dooden en gewonden. Op elk punt mannen
plaatsende, met gaffels en ijzeren staven gewapend, sprong
hij onverschrokken iu het hok en nam de gewonden op,
die hij achtereenvolgens aan de menigte overreikte. Juist
had hij den laatste» gewonde verwijderd en maakte hij
zich gereed hetzelfde met de lijken te doen, toen een der
leeuwen met een ijsselijkgebrul op liem aanviel en, tanden
en klaauwen in zijn nek en schouders slaande, hem vreese
lijk verminkte. Drie pogingen deed de temmer om het
monster van zich af te schudden, doch te vergeefs, eu
eindelijk gaf hij bevel om te vuren. Onmiddellijk knalden
4 schoien en de leeuw viel onder eeu woest gehuil dood
neder. De kleine, dappere man, ondanks zijne wonden,
verliet niet eerder de kooi, alvorens bet laatste lijk daaruit
gebragt te hebben. Bij nader onderzoek bleek dat 3
muzikanten dood en 4 andere gevaarlijk verwond waren.
Terstond ging men nu tot de begravenis der ongeluk-
kigen over, daar de ligchamen zoo verscheurd en mis
vormd warendat hunne beste vrienden hen niet meer
erkenden.
De Araerikaansche Verecoiging tot opheffing der slavernij
is dezer dagen ontbonden. Voor een veertigtal jaren door eenige
moedige mannen in het leven geroepen, werd zij door den
grooten hoop bespol en niemand zou het hebben willen geloo-
ven, dat zij iu minder dan een halve eeuw, de groote zaak,
die zij in beschermiug genomen had, de zege zou zien weg
dragen. Dit is thans gebeurt, de Vereeniging heeft haar doel
bereikt, de laatste sporen der slavernij zijn in de Vereenigde
Staten tot welker gebied haar werkkring zich bepaalde
verdwenen.
f
Bij het concilie is het verzoek aanhangig gemaakt, om den
heiligen Jozef, den echtgenoot der maagd Maria, te stellen
boven alle andere heiligen de maagd Maria uitgezonderd.
Men gelooft, niet, dat dit verzoek overwegende bezwaren zal
ontmoeten, tenzij de heiligen zeiven er zich tcgcu verklaren,
wat niet waarschijnlijk is.
Als een opmerkelijk feit wordt uit Venetië gemeld, dat
een bliksemstraal, slaande op den kruidtoren te Santo-Spirito
aldaar, welke 300,000 kilogrammen kruid inhoudt, gelukkiglijk
door den afleider naar den grond werd gevoerd, zonder eeuige
schade te hebbca aangerigt. De punt van den afleider, die de
stad voor ccuc ontzettende ramp behoedde, is geheel en al
gesmolten.
Madrid 11 Julij, De/minisleriëele bladen verzekeren
dat het spaansch gouvernement op de fransche nota geantwoord
heeftdat het niet voornemens was Frankrijk moeijelijkhedcn
in den weg te brengen, maar dat het enkel eene monarchiekc
oplossing zocht.
Ingeval er oorlog zou ontstaan tusschen Frankrijk en Pruissen,
zou Spanje geen deel aan den strijd nemen, wanneer men zijne
onafhankelijkheid en zijn zelfbestaan eerbiedigde.
Hebben Frankrijk en Engeland ons in de laatste
tijden verhalen van misdaden te lezen gegevendie
aller begrip te boven gingen: uit Spanje wordt thans
oen berigt gezonden, dat zoo mogelijk Pantiu en Ux-
bridge nog in de schaduw stelt. Even buiten het dorp
Castille de les Guardias, acht mijlen vau Sevilla stond,
een kleine, nederige hoeve, bewoond door een ijverig
werkman en zijne vrouw. Zij waren nog niet lang ge
trouwd en een zuigeling had pas hun huiseljjk geluk
volmaakt.
Onder de kennissen van dit jonge paar was een Zi
geuner en zijne vrouw met wien zij zeer vriendschap
pelijk omgingen. Daarom was het niet te verwonderen
dat bij de geboorte van de kleine vreemdeling de
Zigeunerfamilie op de eer aanspraak maakte om de
peetouders te zijn, een verzoek dat ook gereedelijk werd
toegestaan. Op den dag van het doopmaalnu ruim
een week geleden, ging de gehcele familie naar de twee
mijlen van daar gelegene kerk, behalve de moeder die
het bed niet kon verlaten en de vrouw van den Zigeu
ner die bij baar bleef.
Nadat allen het huis verlaten hadden en een goed
eind weg waren naderde de vrouw met een pistool
gewapend het bed van de zieke en vroeghaar met
den dood bedreigende, al het geld dat er in huis was.
Deze, die haar tegenwoordigheid vau geest niet verloor,
verklaarde dat haar geheele fortuin te vinden was in
de lade van een kast in een nabij zijnde kamer; zoodra
bad de Zigeunerin de kamer niet bereikt of de zieke
sprong uit het bed, sloot haar op, plaatste zich gewa
pend met den donderbus van haar man buiten voor het
venster, dreigde baar dood te schieten zoo zij zich be
woog en schreeuwde tevens zoo luid zjj kou om hulp,
hetgeen echter ongelukkig niemand gehoord heeft.
Ondertusschen waren de kerkgangers op de terugreis
toen zij twee soldaten van hun kennis ontmoetten.
Dezen werden verzocht om mede naar de hoeve te gaan
en deel te nemen aan het eenvoudige feestmaal. Dit
voorstel^ bragt den Zigeuner eenigzins van zijn stuk
maar hij stelde voor om vooruit te loopen om te zien
of alles in orde was en verzocht om 'tkind te mogen
dragen om het spoediger naar de moeder te brengen.
Toen hij tc huis kwam zag hij dadelijk dat zijn plan
schipbreuk geleden had. Hij iiep dadeljjk op de moe
der toe die nog aan 't venster stond en gebood baar,
onder bedreiging dat hij anders haar kind zou dooden,
zijn vrouw stil te laten gaan. Niet denkende dat de
man zoo onmenschelijk zou zijn, weigerde zjj. Zonder
een woord meer te zeggen haalde deze zijn mes uit
den zak en sneed het onschuldige wicht met één snede
het hoofd af, terwijl hij het ligchaam naar de moeder
wierp, die, door die daad wanhopig gewordenop den
man vuurde en hem dood ter aarde deed storten.
Onder dit alles waren de soldaten nader bijgekomen.
Terwijl een van hen die vooruitgeloopen was, do deur
der kamer opendewerd hij door do Zigeunervrouw
doodgeschoten. De andere soldaat dit tweede schot
hoorende, snelde ook toe eu zijn makker dood vindende,
legde hij op de vrouw aan, die nog met het rookeude
pistool in de hand stond, en doodde haar eveneens.
De berigtgever voegt er de- uaïve opmerking bij, dat
dit treurspel van wege de bijzondere omstandigheden
waaronder het plaats vond, in den omtrek nog al sen
satie gemaakt heeft. Dit doet ons vermoeden dat in
Andalusië moorden onder gewone omstandigheden ook
al niet tot de zeldzaamheden behooren.
I3ȕ"ijs, 11 Julij. De Gonstitulionnel zegt, dat het
Gouvernement heden morgen de eerste dépêche van het
Pruisische Kabinet uit Berlijn heeft ontvangen, betref
fende de zaak der caudidatuur van den Prins van Hohen-
zollern voor den Spaanscben troon. Het Pruisisch Kabinet
verklaartin de zaak volstrekt niet betrokken te zijn.
Het blad voegt er bij. dat bet Gouvernement niet geneigd
is om in deze verklaring te berusten en van gevoelen
schijnt te zjjn dat de Koning van Pruisen den prins van
Hohenzollern heeft gemagtigd om de Kroon aan te nemen
en dat het Kabinet te Berljjn een conflict kan vermijden,
door don Koning over te halen tot intrekking zijner ver
leende magtiging. De Fransche vertegenwoordiger is
nitgeuoodigd in dieu zin te spreken.
Uit Toulon wordt d. d. 8 dezer aan de Messager
du Midi geschreven, dat de maritieme toerustingen met
eene ongeloofelijke bedrijvigheid worden voorgezet. Na
dat reeds bevel was gegeven om zes groote transport
schepen tot vertrek gereed te makenis thans order
ontvangen om de gepantserde fregaten Revansche en
Valevreuse uit te rusten, zóó dat zij slechts hunne be
manning aan boord hebben te nemen, om zee te kiezen.
Elk oogenblik als 'tware worden cijfers-dépesches van
de maritieme prefectuur ontvangen. Geruchtsgewijze
wordt voorts gemelddat eene dépeche naar Malta is
gezonden, om het Fransche eskader vau daar terug te
roepen.
In den Monde leest men het volgende:
Het aanbod van de Spaansche Kroon aan Prins Leopold
von Hohenzollern is een wezenlijke openbaring. Tal van
vroegere feiten laten zich thans verklaren.
Reeds in November 1868 gaf von Bismark in den
Rijksdag te kennen, dat de Spaansche omwenteling,
door de aandacht van Frankrijk naar den kant der
Pyreneën te trekken in de politiek eene geheele wij
ziging ten gunste van Pruissen had te weeg gebragt.
Bovendien heeft het Pruissisch Gouvernement steeds
eene gereserveerdedoch hoogst welwillende houding
tegenover Spanje bewaard. Na de vaststelling van het
Voorloopig Bewinddoorreisden verschillende Pruisi
sche notabiliteiten het schier-eilaud. Ook heette het
toen, dat de hoofden der Spaansche revolutie van Prui
sen geldelijke ondersteuning hadden ontvangen.
Men herinnere zich voortstot kenschetsing van
Pruissens taktiek dat de verheffing van Prins Karei
den broeder van Leopold, tot regerend Vorst van Ru-
menië, ingelijks geheel onverwachts plaats bad. Verder
zien we onze meening gestaafd door de tijding, dat een
Pruissisch gepantserd eskader gereed ligt tot een kruis-
togt iu de Middellaudscbe zee. Men fluistert van een
expeditie naar Tuniswegens het innen van een ver
schuldigde geldsom; maar, in elk geval Spanje ligt
op den weg.
Prins Leopold geboren in 1853 is de oudste zoon
van Prins Karei Antonhet hoofd van de oudere en
Katholieke tak der Hohenzollern. Na het uitsterven
van de tak der Hohenzollern-Hechingen heeft de fa
milie Hohenzollern-Sigmaringen het laatste appendix
van haren naam geschrapt, en heet nu eenvoudig von
Hohenzollern. Men weet dat de beide familiên het
vorstendom Hohenzollern in 1851 aan Pruissen hebben
afgestaan. Prins Leopold is kolonel in het lste garde
regiment. In 1861 huwde hij Prinses Antoniazuster
van den koning van Portugal.
Het is bekenddat er vele bedriegerijen plaats
hebben met zoogenoemde „antiquiteiten" en dat er zelfs
fabrieken van oüdheden bestaan. Hoe vindingrijk de
bedriegers zijn, zelfs tegenover kenners en nietkenners,
blijkt uit het volgende voorbeeld.
Een Amerikaan liet onlangste Parijs zijndeeen
bandelaar in oudhedeu ontbieden om eenige ouderwet-
sche meubelen die bij gekocht hadte repareeren.
Deze verneemt van hem uiet verbazingdat de voor
werpen waarvoor hij 20,000 fr. betaald hadslechts
200 waard waren. Toch waren zij door hem.onder zoo
danige omstandigheden gekocht, dat hij aan de echtheid
niet twijfelen kon. Een zoogenaamde makelaar „in de
kunst" te Venetië had namelijk op aller slimste wijze
gebruik gemaakt van de onkunde van den Amerikaan,
in wiéns land van jongen datum oude meubelen natuurlijk
bijna niet voorkomen. Hij deelde liem namelijk ver
trouwelijk mededat over eenige dagen op een oud
kasteel, in de nabijheid der stad, een verkooping van
meubelen zou plaats hebben, welke stil moest gehouden
worden, omdat het weinig bekend was en men dus zeer
goedkoop zaken zou maken. De Amerikaan begeeft zich
op den verkoopdag met een gondel naar het kasteel en
vindt daar den afslager en een klein kooplustig publiek.
Ten slotte koopt hij bijna al wat er is voor 30,000 fr.,
neemt het mede naar Parijs, waar hem de oogen worden
geopend en bij de overtuiging krijgt, dat de meubelen
eerst korten tijd geleden vervaardigd waren en door
middel van smeer en dropwater een antiek voorkomen
hadden gekregen. B|j nader onderzoek bleekdat dit
kasteel reeds lang geleden verlaten was en dat èn af
slagers èn opbieders aan bet komplot hadden deelge
nomen, dat den goedgeloovigen Yankee eenige duizenden
had gekost.
Berlyn9 Julij. De Krcuz-Zeitungde Spaansche
trooucandidatuur besprekende, laakt zeer de verklaringen
van den hertog de Gramont. De Fransche minister van
buitenland8che zakeu, zegt het blad, behoorde te weten,
dat noch koning "Wilhelm, noch Pruisen, noch de Noord-
duiteche Bond er belang bij heeft, wanneer een prins uit
liet huis Hohenzollern don Spaanscben troon bestijgt.
De minister van buitenlandsche zaken eener bevriende
mogendheid behoorde Pruisen niet te beschuldigen, dat
het T evenwigt van Europa verstoort. De hertog de
Gramont weet overigens dat de prins van Hohenzollern
geen koninklijk Pruisische Prins is. De Koning heeft,
gelijk gemeld is, deze candidatuur afgeraden, maar neemt
de Prins de Spaansche kroon aan. nadat hij door de
Cortes is gekozen, waarom zou men dit der Spaansche
natie euvel duiden? Wordt de Prins, door de keus der
Cortes, Koning van Spanje, dan wordt den Spanjaarden
opregt geluk gewenscht. De zaak gaat ons verder niet
aan, eu wij hopen (aldus besluit het blad), dat Frankrijk
spoedig de neutrale houding van Pruisen iu deze quaestio
op den regten prijs zal stellen.
Brussel10 Julij. De Moniteur logenstraft fonmrl
het berigt, dat de Koning der Belgen zich te Londen bezig heeft
gehouden met ouderliandeliugenstrekkende om de candidatuur
vau den Prins van Hohenzollern voor den Spaati9chen troon te
bevorderen.
De zitting van deu prov. raad was Vrijdag door eene
merkwaardigheid gekenmerkt. Professor Heremans, het
nieuw gekozen lid voor Gentvoerde er 't woord in
'tVlaamsch! Bravo!
Cadzaud9 Julij. Terwijl de internationale
commissie voor de afdijking van het Zwin gevolledigd
is, door de toevoeging der heereu del Campo, gezegd
Camp, gepensioneerde major der genie, en Breijdel
de Brock, lid van den provincialen raad in West-Vlaan-
derenworden de laatste schikkingen genomen om over
te gaan tot het graven van het uitwatevings-kanaal in
het 4de district. Door de bijtreding van den Oranje
polder (Biervliet) in bet des betrekkelijke waterschap,
is de aansluiting der belanghebbende polders voltallig
gemaakt. De uitdijking van het Zwin (laatste gedeelte),
en het graven van liet uitwaterings-kauaal zijn quaestien
welke zoo goed als opgelost zijn. Moge thans het
spoor welhaast zijne ijzeren armen van Breskens in
verband per stoombootmet het Vlissingerspoor
uitstrekken tot in Belgiedan zouden wijZeeuwen
ons ten eenenmaal voldaan achten.
Middelburg", 9 Julij. Men heeft beweerd dat
de begrooting, door den ingenieur te Goes opgemaakt
voor den geprojecteerden steiger aan bet Catsche veer
op Zuid-Beveland, te hoog is, zóó zelfs dat de hoofd
ingenieur voor Zeeland haar met ƒ4000 zou hebben
verminderd. Van goederhand vernemen wij dat dit laatste
geheel anders is. De ingenieur had eene steenglooiing
voorgesteld: de hoofdingenieur merkte op dat men deze
door rijswerk kou vervangen en daardoor de kosten van
aanleg met vierduizend gulden verminderen, maar tegen
over eene groote vermeerdering der kosten van onderhoud.
YVissekerke(N.-Beveland) 11 Julij. Omstreeks
de helft der pas verloopene maand Junij is altlier de
verbetering en verfraaiing van het kerkgebouw der
Ilerv. gemeente aaubesteed voor bijna ƒ8000, behalve
ƒ1000 voor ijzeren ramen eu balken, door beeren kerk
voogden zeiven besteld. Bjjna twee derde gedeelte va.i
die som is door de gemeente bijeengebracht uit vrij
willige bijdragen, wat in onzen tijd van velerlei verdeeld
heid en scheuring, een lieflijk bewijs is, dat er in deze
gemeente nog eenheid en zanienwerking bestaat.
I£a.t.s, (N.-Beveland) 11 Julij. In het vernieuwde
kerkgebouw der Hervormde gemeente alhier, hoopt men
op den 24 Julij o. k. 's namiddags ten 2 ure de inwij
dingsrede te houden.
ü.x*uiuïiig?eii10 Julij. Gisteren namiddag hing
over deze streken een vreesselijk onweder, de bliksem
stralen doorkliefden onophoudelijk de lucht: omstreeks
half twee ure sloeg de bliksem in de schuur van den
landbouwer P. van Noorden te Waarde. Die schuur met
het zich daarin bevindende hooi, de landbouw-en stal-
gereedschappen werden een prooi der vlammen.
Bij dat inslaan was de knecht M. Weststrate met den
arbeider O. Schrier bezig een voer hooi te lossen, waar
mede zij even te voren de schuur waren binnen gereden
dat voer hooi met de twee voor den wagen staande
paardenbenevens een kalf is alleen gered geworden
een varken van p. m. ƒ60 waarde is als gebraden terug
gevonden. Schuur en inboedel waren verzekerd in de
brandverzekering-maatschappij te Zierikzee.
Zierilczee, 13 Julij. Omtrent het onweder dat
in den namiddag van Zaturdag over het geheele land ge
woed heeft, kunnen wij het volgende mededeelen
Aan den Hel dam, tusschen Utrecht en Harmeien, is een
boerenwoning door den bliksem getroffen en grooten-
deels afgebrand. Te Maassluis sloeg hij in den schoorsteen
van een huis, en nam zijn uitweg door de dichtgegrendelde
deur, die opensprong, terwijl een kozijn van boven naar
beneden gespleten werd. Te Beverwijk werd de gevel
van een huis weggeslagen, twee huizen verbrijzeld, eenige
ruiten ingeslagen, doch zonder brand te veroorzaken.
Te Steenderen en te Renkum, hij Arnhem, is brand
geweest. Te Yeesen (Overijssel) zijn twee mannen ge
troffen; de eeu was dadelijk een lijk, de ander verkeert
in bedenkelijken toestand. In de nabijheid van Deventer
zouden twee personen, op een hooiwagen gezeten doode-
lijk getroffen zijo, terwijl de paarden op bol gingen en
het hooi in brand vloog. In den omtrek van Dalfsen
werd een boom gespleten en is een boerenerf afgebrand.
Te Brakel sloeg de bliksem in den hooiberg van den
bakker van Dalen, welke dadelijk in brand stond: eeuige
houtmijten, de schuur enz. zijn totaal vernield, het woon
huis en de bakkerij hebben veel geledeu. De ZW wind
heeft het dorp van groote rampen gered. In de nabijheid
van Nederhemert moest de Bosscherboot het anker laten
vallen en van daar zagen de opvarenden twee tjalk
schepen op eenigen afstand aan den grond geraken,
waarvan de een oogenblikkelijk zou zijn gezonken. To
Ouderland bij Tholen is de hoeve van den landbouwer
A. de Witt met stallen, schuur, zeven runderen en drie
paarden vernield, zonder dat iets kon gered worden.
Naast deze rampen mag men zich verheugen in den
zuiverenden invloed, welke het onweder op de atmosfeer
heeft gehad en vooral in den weldadigen regen, die
het over de landerijen heeft uitgestort. Iu Gelderland