ZllltlkZIIStlll NIEUWSBODE. No. 2778. 26s,e Jaarg. Zaturdag 28 f870. V» Besturen en Administratien. AANBESTEDING. Nieuwstijdingen. JFtnwfttiift. Ken BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Zierikzee, zijn voornemens op Woensdag 8 Junij a. s., des namid dags om 1 ureop het Raadhuisin elf perceelen AAN TE BESTEDEN: Het doen vsiii eenige veriiieiiwin- iiaii (le {reboiiwen en ini<loi*e werken (leaser gemeeiile, met liot gewoon oixlei-lioiMÏ daarvan. De locale aanwijzing zal plaats hebben op Maandag den 30 Mei a. s., des voormiddags te 10 ure, terwijl inmiddels inlichtingen te betamen zijn bij den Gemeente- Bouwmeester. Zierikzee, 11 Mei 1870. Burgemeester en Wethouders B. C. CAU. De Secretaris J. P. N. ERMERINS. Bekendmaking. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Zierikzee maken bekend dat door hen in hunne Vergadering van den 11 Mei 1870 is benoemd tot graanmeter binnen deze gemeente Pieter Duson. Zierikzee, den 18 Mei 1870. De Burgemeester B. C. CAU. De Secretaris J. P. N. ERMERINS. Door het postkantoor Tholenzijn verzonden geweest de navolgende brieven, waarvan de personen ter plaatsen op de adressen vermeld niet bekend zijn, als: Gedurende de maand January 1870. Naar Belgie. D. DAALLEMANS en F. JOBSE te Antwerpen. Naar Frankrijk. Maderne.' G. HARDEMAN te Parijs. lste helft der maand April 1870. P. J. van der KOOIJ te Bolstcard. 2de helft der maand April 1870. Gebr. van VOLSUM te Heille. Van Oud-Vossemeer. CORNELIA LINDHOUT, Wed. G. Huldemont te Koudekerke. Uit Athene wordt van den 7dcn jl. nan de Times geschre ven, dat de eenige door de Grieksche Regering bekend gemaakte stukken van officieel karakter bestaan in enkele documenteu betrekkelijk het vervolgen der bende Aryanitaki en eenc regtïaar- digende verklaring van den ezminiater van Buitenlandsehe Zaken Soutzos, daar het gouvernement in zijne organen heeft berigt, dat het' gcene officiële documenten betrekkelijk met de roovers gevoerde onderhandelingen kon bekend maken, zonder de belangen van Griekenland le compromitteren. De verklaring van Soutzos koint hierop ueêr, dat de militaire kruchten van bet koningrijk gedurende de laatste verkiezingen waren versnipperd, waarvan de roovers gebruik mankten om over de grenzen te trekken en zich onder de muren van Athene te legeren. Verder openbaart Soutzos verschillende getuigenissen van zekere personen, volgens welke de reizigers de onvoorzigtigheid begingen om zich oiet nan den raad te storen, hun door den aanvoeder van het geleide gegeven, dat zij niet vooruit moesten loopen, maar op korteu afstaod blijven van de soldaten. Men is evenwel van meening, dat de tolk den reizigers dezen raad niet had overgebragt, waarom zij dan ook hunnen weg ver volgden, zich al verder en verder van het geleide verwijderende. Vandaar dat de soldaten zich eerst vertoonden toen de bandieten de reizigers reeds gegrepen hadden en dreigden, zoo zij werden aangevallen, deze te vermoorden. Versailles is dezer dagen getuige geweest van een der ver- foeijelijkste misdaden, die eene brave familie in diepen rouw hult. De heer X., sedert lang juwelier te Versailles, heeft twee zonen, waarvan de oudste, 27 jaar oud, een uiterst losbandig leven te Parijs leidt, terwijl daarentegen de jongste, ongeveer 20 jaar oud, de hoop en de vertroosting zijuer ouders was en reeds met veel succes eene eigen zaak beheerde. Zijne zaken gingen vooruit en reeds meermalen was hij door zijn broeder voor aanzienlijke sommen aangesproken, die hij hem nooit had teruggegeven. Toch kwam hij weer te Ver sailles, om op nieuw zijn broeder af te zetten; deze weigerde en verweet hem zijn gedrag en de verkwisting van de geleende sommen, waardoor hij tegenover derden in groote verlegenheid gebragt werd. Die opmerkingen verbitterden den broeder; hij trok een revolver uit den zak en loste twee schoten op den jongeling, waarvan het een den schouder, het ander de volle borst trof. De ongelukkige jongman viel neêr en zijn moordenaar nam ile vlugt, zonder door iemand opzijn weg opgehouden te worden, daar er zich toevallig niemand iu het huis ophield. Eerst eenige uren later werd de misdaad outdekt: de jonge X.die nog ademde, kon nog juist de bijzonderheden verhalen alvorens den geest te geven. De moordenaar bevindt zich nog niet in handen der justitie. In den Courrier du Card leest men het volgende: Het koffijhuis Jaudon op de place St.-Jean, te Pézenas, was jl. Zaturdag het tooneel van een bloedig drama, dat, in afwachting van uitvoeriger mededeelingen, niet anders kan en moet worden toegeschreven dan aan een aanval van razernij. Een jongeling van bijna 25 jaren, jlaar ter plaatse vreemd en geheel onbekend, kwam in genoemd koffijhuis en vroeg het dagblad le Rappel aan een der bezoekers, den heer Brivès, die op datoogenblik den Messager dn Midi zat te lezen. De heer Brivès deed hem opmerken dat hij niet een der koffijhuisbedienden was, en riep een der jongens die dadelijk antwoordde: wij krijgen dat blad niet." Hierop begon de onbekende te schreeuwen, te razen en te tieren. Wat, ge krijgt den Rappel niet! Wat zijt gij dan voor menschen? Louter schurken!" enz. enz. De jongen verzocht hem te zwijgen, en zeide: Wij zullen genoodzaaakt zijn, als ge niet op houdt, de politie te roepen om u in hechtenis te nemen, of als de politie niet komt, zei ven u de deur uit te zetten." Daarop valt de woestaard den onschnldigen bediende aan, grijpt hem met de linkerhand bij de haren en stoot hem met de regterhand een dolk in de borst. De getroffene heft de armen omhoog, slaakt een kreet en valt be wusteloos neder. Eenige jongelieden, die in het koffij huis waren, springen toe, maar het is hun onmogelijk den moordenaar te bemeesteren, daar deze hen met zijn dolk dreigt. Een hunner echter, Bernard genaamd, grijpt een stoel, brengt hem daarmede een slag op het hoofd toe en houdt hem tegen den muur staande. In deze houding was het onmogelijk hem het wapen te ontne men; maar een der aanwezigen, wiens naam onbekend is geblevenneemt het besluit van zijn stok met looden knop gebruik te maken en wel zoodanig dat hij den rustverstoorder met den eersten slag een arm breekt en hem met den tweeden den schedel stuk slaat. Den volgenden morgen waren het slagtoffer en zijn moordenaar nog niet overleden; men had echter weinig hoop op het behoud van beider leven. Te Parijs kwam dezer dagen een eenvoudig bur german in het spoorwegstation eene plaats naar Melun vragende. Men gaf hem ten antwoord, dat er geen trein vertrok voor des namiddags. De man drong evenwel er op aan, dat men hem een biljet zou geven, daar zijne bloedverwante te Melun op sterven lag. »Neem dan de telegraaf," zeide een van de beambten, schertsend met een ernstig'gezigt: //Och, ik zal alles nemen wat gij wilt," zeide de man //als ik maar by tijds aankom." De beambte en een zijner vrienden ziendedat de scherts opging, sluiten den man in een kist en zeggen dat hij terstond zal afreizen. De dienst riep hen toen elders en zij vergaten den onnoozelen reiziger. Na eenige uren denkt een van hen aan den gevangene en haast zich hem te bevrijden. Tot zijn grooten schrik ontdekt hij thans evenwel dat de scherts te ver ge gaan is de ongelukkige ligt levenloos in de kist. Hij was gestikt. Gelukkig echter bleek weldra, dat nog niet alle levensgeesten uitgedoofd waren. De man kwam weder bij, en had de grootmoedigheid de jongelieden niet aan te klagen, maar zich tevreden te stellen met een fijn diné en de verzekeringen van eeuwigdurende dank baarheid en vriendschap. Te Antwerpen is een broodbakker, verdacht van zijn brood vervalscht en vermengd te hebben met schadelijke bestanddeelendoor de regtbank veroordeeld tot drie maanden gevangenisstraf, 600 francs boete en in de kosten van het proces. Daarenboven zal gedurende zijnen straftijd zijn patent worden ingetrokken terwijl dit vonnis in twee nieuwsbladen en door middel van 50 plakbillettenwaarvan eene op de woning van den veroordeelde en op zijn kosten aan het publiek bekend gemaakt worden. Dezer dagen verschenen voor het kantongeregt te Antwerpen twee doofstommen, beschuldigd elkander scheldwoorden en slagen te hebben toegebragt. De beide getuigen waren insgelijks doofstommen. De geheele zaak werd schriftelijk behandeld, terwijl de regter zijn vonnis schreef en hun den uitslag mededeelde. Zij zijn ver oordeeld tot 10 francs boete. IVieirwecliep22 Mei. Heden morgen werd door den directeur en kommandant der Marine aan de officieren en mindere schepelingen van Zr. Ms. stoom schip Koopmanhet eermetaal uitgereikt, hun door Z. M. toegekend voor hun dapper gedrag bij de expeditie ter kuste Guinea aan den dag gelegd. De schout bij nacht van der Meerschdie de ridderorden uamens Z. M. uitreikte, hield bij die gelegenheid een kernachtige toespraakdie een zichtbaren indruk op de geheele equipage te weeg bracht. De stafinuziek van het wacht schip liet herhaaldelijk het geliefkoosde volkslied hooren en luide hoera's voor Vaderland en Koning weerklonken langs de haven. Verscheidene hoofd - en andere officieren der Mariae woonden deze plechtigheid bij, en een groot getal belangstellende ingezetenen hadden zich om en nabij de Koopman geschaardom van deze plechtigheid getuigen te zijn. -A.iii8ter<!ain24 Mei. Heden werd voor het provinciaal geregtshof alhier een aanvang gemaakt met de behandeling der zoozeer geruchtmakende zaak tegen Felix Septimus Eldersmed. dokter en pract. geneesheer te Haarlem, beschuldigd van het afgeven eener verkla ring waarbij door hem valschelijk is gecertificeerd dat de heer mr. S. G. Wiersma aldaar op 17 February jl. in een toestand van krankzinnigheid verkeerde, die zijne voorloopige opneming in het gesticht Meerenberg nood zakelijk maakt. Een zeer talrijk publiek woonde de zitting bij. De beschuldigde werd ten half elf ure binnengeleid hij is een man in de kracht des levensblond en klein van gestalte; het voorlezen der instructie duurde l'/4 uur. Onder de talrijke getuigen merkte men op den heer Wiersma, diens vader en mevrouw Wiersma. De voor zitter ondervroeg den beschuldigde welke op vasten toon en zeer geregeld antwoordde: hij hield vol dat hij te goeder trouw het attest had afgegevenbij de door hem schriftelyk verstrekte bewijzen van de krankzinnig heid van den heer Wiersma voegde hij nog vele andere. Nadat de beschuldigde naar zijne plaats was terug- gebragt, kwam de eerste getuige in 't verhoor, de heer Cornelis Wiersma, vader van den krankzinnige, welke verklaarde dat hij zijn zoon van tijd tot tijd te Haarlem had bezocht en in den laatsten tijd geen reden had hem voor krankzinnig te houden. Wat de verstand houding tus8chen mevrouw W. en den besch. betreft, hieromtrent had hij slechts vermoedens. Hij had den 'besch. slechts zelden ontmoet; eenmaal toen hij met hem alleen was had hij hein gevraagd hoe hij over zijn zoon dacht. De besch. had toen geantwoord dat er geen verschijnselen van krankzinnigheid waren, maar dat hij leed aan //hoogmoed." Daarna werd als tweede getuige gehoord Mr. S. G. Wiersma, van Haarlem. Hy verklaarde dat in het eerst de bezoeken van Dr. Elders by hem geen achterdocht had verwekt, daar hij zijne vrouw vertrouwde. Later had hij evenwel die bezoeken stuitend gevondendaar zij steeds plaats hadden in den voormiddag, wanneer hij nog te bed lag. Hierover vermaande hij haar van tijd tot tijd en belette haar het uitgaan des avonds. Eens wa9 mevrouw W. waarschijnlijk uit het raam geklommen om uit te kunnen gaan daar het huis gesloten was. Hij liet toen in den avond van 16 Febr. 11. het huis bewaken, ten einde den beschuldigde te be letten in huis te komen. Deze wandelde tot middernacht voor het huis en zond den volgenden morgen een briefje aan den getuige waarin hij zich beklaagde over de hem aangedane beleediging. De besch. zelve had hij sedert ruim een jaar niet gesproken en hem nooit als geneesheer gebruikt. De besch. merkte hierby aan, dat deze getuigenis onwaar was en dat hij over hem had gepractiseerd omdat de familie namelijk mevrouw W. en anderen hem daarover hadden gesproken. De dienstmeid van mevrouw W. als derde getuige gehoord zijnde, verklaarde dat mevrouw meermalen avondwandelingen met den besch. deeddat zij hen alsdan vaak vergezelde somtijds met het kind wegge zonden werd en meerdere bijzonderheden van teederen aardwelke op de verhouding tusschen mevr. en den besch. betrekking hadden. Dat zij den besch. tot mevr. had hooren zeggen /,wees maar stilhet kost mij twee regels, en morgen zit hij in Meerenberg." De besch ontkent deze woorden te hebben gesproken zoomede zijne verhouding tot mevrouw, en zegt dat hunne zamenkomsten slechts daaruit ontstonden dat zij beiden de teekenkunst beoefenden. De besch. hield vol dat hij zijne verklaring had afge geven op verzoek van mevr. Wiersma, dat hij den heer Wiersma geruimen tijd had gadegeslagen, al praetiseerde hij toen niet over hemen dat hij vreesde dat genoemde heer een aanval van manie zoude krijgen, waarvan noch de duur noch de hevigheid te berekenen was. Wat de urgentie betreft, hiervan meende hij was de beslissing aan hem als geneesheer en niet aan den officier van justitie. 25 Mei. Ten 11 ure is de behandeling dezer zaak voortgezet. De vierde getuigemede dienstbode bij den heer Wiersmaverklaarde dat de besch. dikwijls het huis bezocht, dat mevr. met hem zeer gemeenzaam was en mijnheer haar menigmaal daarover onderhouden had dat de heer Wiersma vreemde gewoonten had, als: dat hij nu en dan zonder aanleiding in een schaterlach uitbarsttedat hij zich in negen maanden niet had verschoonddat hij zijn eigen schaduw bedreigde enz. De vijfde zesde en zevende getuigen deelen mede dat de besch. met mevr. dikwijls wandelde en zij hem hebben hooren zeggen//ik zal wel zorgen dat hij wegkomt." De zitting dunrt voort. Een buitengewoon groot publiek is in de zaal aanwezig. Bi*ecla25 Mei. Gisteren morgen, te 5 uren, begaf zich zekere K. v. V., koopman in lompen, oud 51 wonende alhier, met zijne hondenkar naar buiten en wa- naauwelijks even buiten de stad, ter hoogte der herberg Tivoli, onder Tete- ringen, gekomen of hij kreeg een toeval en viel tegen den grond na eenigzins daarvan bekomen te zijn stond hij op en wilde zijn weg vervolgen, maar pas had hij weer een tiental schreden gedaan of hij zakte andermaal ineen en was een lijk. Be voor het karretje gespannen hond vlijde zich dadelijk bij het ontzielde ligchaam zijns meesters neder en toen eeuige voorbijgangers het lijk bespeurden en naderen wildeu, wist hij als trouwe wachter hen op een eerbiedigen afstand te houden. Wat men ook in 't werk stelde om het dier tot bedaren te brengen, alles bleef vruchteloos, tot dat men het een strop over den kop wierp en daarmede van het lijk aftrok. De politie die middelerwijl ter plaatse aanwezig was, legde nu den over ledene in het karretje om hem naar de stad te vervoeren. Het kostte echter vrij wat moeite om den hond aan het trekken te krijgen: druipstaartende en steeds omziende naar zijn over leden baas, trok het zoo trouwe dier, dat waarlijk een minder hard lot verdiende, eindelijk het karretje langzaam voort. 's Gravonhage, 27 Mei. {Telegram.) De Eerste Kamer heeft heden het wetsontwerp tot wijzi ging der Armenwet aang-enomen met 32 tegen 4 stemmen. Morgen zal het wetsontwerp tot verbetering der haven te Harlingen in behandeling genomen wordeu. Overflakltoe en Goedoreede24 Mei. Eene tweede kiesvereeniging is in dat eiland gevestigd. De vereeniging is eene vrijzinnige constitutioneele, en heeft haren zetel te Dirksland. De bepalingen omtrent de ledenhet bestuur en den werkkring zijn ongeveer dezelfde als aan de bekende vereenigingen Burgerplicht te Amsterdam en Rotterdam ten grondslag liggen. Een niet minder heugelijk verschijnsel is, dat in deze landbouwende streek de arbeidsloonendie op een uiterst laag peil stondensteeds stijgen. Daar steeds toenemende vraag naar arbeiders de voorname aanleiding dier rijzing is, ontgaan arbeidgevers en arbeiders de bezwaren eener werkstaking, terwijl de arbeiders bij hooger loon meer en bestendig werk vinden. Zierikzee27 Mei. De mannelyke ingezetenen dezer gemeente geboren in 1845 worden herinnerd aan hunne verpligting, om zich vóór 1 Junij e. k. ter in schrijving voor de Schutterij ter Secretarie aantemelden. Door de Arrondissements-Regtbank alhier, regt- doende in correctionele zaken is heden veroordeeld J. J. H.landbouwer, wonende onder Nieuwerkerk tot betaling eener geldboete van ƒ50,—bij wanbetaling na daartoe te zijn aangemaand te vervangen door ge vangenisstraf van 7 dagen en in de kosten der procedure, en zulks ter zake van het vervoeren van rundvee uit zijnen stal naar de Avej.de. binnen den van longziekte b- PJtUüe. Omtrent de heffing eener inkomstenbelasting van 4 pro cent,waarvan het ontwerp dezer dagen bij den Raad van State zou zijn ingediend, met afschaffing van de belastingen van patent, ac cijns op dc zeep, enz. schrijft men in de Purrn. 67.: Misschien kan het nuttig wezen nu reeds de berekening te ma ken van de vermoedelijke opbrengst dier voorgestelde belasting. In deze gemeente, waar, gelijk in de meeste plaatsen, hoofdelijke omslag wordt geheven ten diensleder gemeente, bedraagt het be lastbaar inkomen der ingezetenen die zijn aangeslagen (minimum van ƒ400.inkomen) de som van ƒ507.800.en zou dus eene belasting zooals nu voorgesteld wordt ten dienste van Iret Rijk ge heven, naar denzelfden maatstaf van inkomen, voor die ge meentenaren ƒ22712 'sjaars bedragen. Bij eene bevolking van 4700 zielen gelijk de gemeente Purmercnde heeft, en het inkomen barer bewoners voor gemiddeld houdende van het geheele Rijk, zou naar de bevolking van het Rijk te rekenen de voorgestelde belasting minstens vijftien millioen gulden kun nen opbrengen. Alzoo d« berekening makende (die toevallig wel eens vrij juist kon zijn en zeker niet heel onjuist is) kan het niet anders of met gespannen verwachting moeten ingezetenen uitzien naar de opgave van de middelen die, behalve de pa tentbelasting en de aecijn9 op de zeep, nog daarenboven kunnen en behooren te worden afgeschaft, zal de voorgestelde afschaf fing in verband met de voorgestelde heffing geen te groote weldaad voor de schatkist, geen te groot offer voor's landskinderen zijn. Te Hoogeveen heeft zich, naar wij vernemeneen jongen van 13 jaar zich door ophanging van het leven beroofdomdat bij van zijn vader eene berisping had ontvangen. Uit de gevangenis te Rhein (Oost-Pruissen) is in den nacht van den 6den op dan 7den Mei eene misdadigster op eene aan 't wonderbare grenzende wijze ontkomen. Vroeger was zij al eens met een mannelyken medeplig- tige ontloopen en toen zij weder werd gevat, verklaarde zij dadelijk, dat ketens en muren haar toch niet zouden houden. Thans is zy ontkomen uit de slaapzaal, waar meer dan 70 gevangenen bijeen waren. Zij heeft de kamer weten te bereiken waarin de kleederen der misdadigers bij hunne aankomst in de gevangenis uitgetrokken, waren bewaard heeft zich daar geheel verkleed is toen op het dak geklommen op eene hoogte van 80 voetis toen ingebroken in een gang en daaruit in de kamer gekomen van den opzigter over de werkzaamheden der gevangenen. Daar heeft zy een touw genomen, dat aan 't venster bevestigd en toen zich laten glijden. Alle po gingen om haar op te vangen zijn tot nu toe vergeefs. En dat eene vrouw Gemongde borigten. De Paus heeft 13 dezer zyn 80sten verjaardag ge vierd. Hij heeft nog een broeder van 84 en eene zuster van 81 jaren. Zijn vader werd 84 en zijne moeder 82 jaren oud, terwijl een oom van hem 96 jaren bereikte. Pius IX is dus van een taai geslacht. Zoo ver bekend is. heeft er maar één Paus langer geregeerd dan de tegenwoordige; die regeerde 24 jaar, 8 maanden en 14 dagen; en op 16 Junij zal Pius IX 24 jaren geregeerd hebben. Als het dus waar is wat de overlevering zegt, dat een Paus nooit langer dan 25 jaar kan regeren dan gaat Zijne Heiligheid een ongerust jaar tegemoet. Op het concilie te Rome zijn nog al belangrijke pun ten vast gesteld, die vervloekingen bepalen aan allen die aan de onfeilbaarheid van den Paus mogten twij felen. Onder bescherming van den Prins van Oranje, zal het paardenras in Nederland verbeterd worden. Een slagter te Wintschoten heeft aan den koning per tele gram een stuk van een vetten os aangeboden, en kreeg het volgende antwoord: /De koning zal zeer gaarne een stuk vau den vetten os van u ontvangen, en bedankt u voor het vriendelijk aanbod." Dit zal zeker wezeneen spieringje uitgooyen om een kabeljaauwtje te vangen. ,/Het is beter half gekeerd, als geheel gedwaald," zeide iemand te C\, toen hij onlangs wilde gaan naar een meisje van een ander, en verrast werden nu zegt men Wel man! wil naar uw schaafbauk gaan, Dat zou van u veel mooijer staan, En gaat niet naar een anders visch, Dit denkt men dat het beste is. Een kasteleins-zoon en zijn maat te W. kunnen hun eigen kwaad niet zwijgen, en daarom loopen zij altijd blaauwe scheenen, en kunnen niet nalaten om een ander nog zwarter temaken als zij zelf zijn. Het geschied kundig genootschap van Beyeren heeft als geschenk ontvangen de kamerjapon van wijlen koning Lodewyk I. By dit present was een brief, waarin gemeld werd, dat de vorst dat kleedingstuk gedurende 60 achtereenvol gende jaren had gedragen. Te Leeuwarden zaten op 11 Mei meer dan 100 huisgezinnen op straat, door gebrek aan woningen. Een rijke Schot begaf zich eenige dagen geleden naar zijne kamer om zich te bed te begevennam zyn kamerjapon van den kapstok legde die te bed met een slaapmuts op, goed gedekt, en hing zich aan den kapstok op in plaats van de kamerjapon. Kerknieuws. Het 19de beroep der Nederduitsclie hervormde ge meente te Scheveningen is nogmaals vruchteloos geweest. De heer W. Kraijenbelt heeft voor het beroep naar die gemeente bedankt. Ingfozoiulene Stukken. Mijnheer de Redacteur In uw blad van Donderdag 19 April jl. las ik van een dnbbel dageliiksch bestuur te Breskens. Ten einde iedereen met den waren toedracht dier zaak bekend te maken, zoudt gij mij ver plichten het volgende op te nemen. Alles wat door uw blad in den laatsten tijd aangaande den toestand der zaken in de ge meente Breskens is vermeld, is alleszins naar waarheid voorge steld zonder eenige overdrijving. Daarom verzoek ik u vriendelijk er ook dit nog aan te willen toevoegen. De Rand dezer gemeente (1 lid) nam den 21 April dezes jaars het besluit de beide wethouders, de heeren M. M. Meijer en G. B. Been te ontslaan, een besluit tot het nemen waarvan de raad alleszins gerechtigd was volgens art. 89 der gemeente neet. Tot de benoeming van twee wethouders overgegaan zijnde

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Nieuwsbode | 1870 | | pagina 1