No. 2775. Zaturdag 21 1870. 20sle Jaarg1. 4 AANBESTEDING. Bekendmaking. Onderzoek Verlofgangers. Bekendmaking. N o t i f i c a t i e. Nieuwstijdingen. anker. ZIERIKZEESCHE NIEUWSBODE. BURGEMEESTER cn WETHOUDERS van Zierikzee, zijn voornemens op Woensdag 8 Junij a. s., des namid dags om 1 ureop het Raadhuisin elf pèrceelen AAN TE BESTEDEN: lift doen Villi oenigc vei'iiioiiwin- iinii ilo gohoiiwcn «11 antlero vv«'i-lt«-ii dezer grineeiitemist li«t gewoon onderhoud daarvan. De locale aanwijzing zal plaats hebben op Maandag den 30 Mei a. 8., des voormiddags ta 10 ure, terwijl inmiddels inlichtingen te bekomen zijn bij deft Gemeente- Bouwmeester. Zierikzee, den 16 Mei 1870. Burgemeester en Wethouders B. C. 6AU. De Secretaris, I J. P. N. ERMERINS. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Zierikzee maken bekend, dat wegens het invallen van den XI JU M E E- VAAKTSDAG op Donderdag den 26 Mei eerstkomende, in de aanstaande week de gewone markt dag in deze gemeente zal worden gehouden op Woens dag den 25 Mei eerstkomende. Zierikzee den 20 Mei 1870. Burgemeester en Wethouders B. C. CAU. Be Secretaris J. P. N. ERMERINS. ngaande ïn- elde a vóór of TEUN, bij wien men. l_t| Holland. jj BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Zierikzee. Gezien het besluit van den Commissaris des Konings in deze provincie van den 2den dezer (Provinciaalblad No. 48); brengen ter kennis der Verlofgangers van de Militie te land, die zich in deze gemeente bevinden en behooren tot de ligtingen van 1866, 1867, 1868 en 1869 voor zoover zij vóór den Eersten April Jongstleden in het genot van onbepaald verlof zijn gesteld, dat het onderzoek van die Verlofgangers door den Militie-commissa ris alhier zal plaats hebben op Vrijdag den 10 Junij 1870 des \ooi middags te 10 ure in de kazerne iu de St. Anlhonystraat en roepen hen mitsdien op, om op gezegden dagen uur ter aange wezen plaats tegenwoordig te zijn met herinnering aan de volgende bepalingen der Wet op de Nationale Militie van 19 Augustus 1861 (Staatsblad No. 72.) 1°. de verlofganger meldt zich biunen dertig dagen na den dag, waarop hem de verlofpas is uitgereikt, bij den Burgemeester zijner woonplaats aan, ten eiude deze zijn verlofpas voor gezien teekeuc. (Art. 133); 2°. de verlofganger, die zich iu eene andere gemeente gaat ves tigen, geeft daarvan kenuisaan den Burgemeester zijner woonplaats. Binnen dertig dageu na deu dag, waarop hij komt in de gemeente, waarin hij zich vestigt, meldt hij zich aan bij den Burgemeester dier gemeente, ten einde deze zijn verlofpas voor gezien teekene. (Art. 134); 3°. de verlofganger van de militie te land mag zich zonder toe stemming van den Minister van Oorlog niet langer dan gedurende vier weken buiten 's lands begeven. (Art. 136); 4°. de verlofganger die art. 133, 134 eu 136 niet naleeft, wordt iu werkelijke dienst geroepen en gedurende drie maanden gehou den. (Art. 137); 5°. de verlofganger van de militie te land, die bij openbare ken nisgeving is opgeroepeu om door den Militie-commissaris te worden ouderzocht, verschijnt bij het onderzoek iu uniform gekleed, eu voorzien van de kleeding- en uitrustingstukken, hem bij zijn ver trek met verlof medegegeven, van zijn zakboekje en van zijn verlofpas. (Art. 138, 139 en 140); 6°. de verlofganger van de militie te land is aan de militaire iregtspleging eu tucht onderworpen, onder andere gedurende den tijd, dien het onderzoek voor den Militie-commissaris duurt, en, iu liet algemeen wanneer hij in uniform gekleed is. (Art. 130); 7°. behoudens het bepaalde bij art. 130 kan een arrest van twee Itot zes dagen, te ondergaan in de naastbij gelegen provoost of hel luaaslbij zijnde huis van bewaring of arrest, door den Militie-Com missaris worden opgelegd aan den verlofganger; 1°. die zonder geldige redenen niet bij het. onderzoek verschijnt; '2°. die, daarbij verschenen zijnde, zouder geldige reden, niet voorzien is van de bij art. 140 vermelde voorwerpen; p°. wiens kleeding- en uitrustingstukken bij het onderzoek Diet in voldoenden staat worden bevonden; 4°. die kleeding- of uitrustingstukken aan een ander behoorende, als de zijne vertoont. (Art. 141); 8°. onverminderd de straf, in het voorgaand artikel vermeldt, is de verlofganger verpligt, op den daartoe door den Militie-com- Mssaris te bepalen tijd en plaats, en op de in art. 140 voorgeschre- |ie'i wijze, voor hem te verschijnen om te worden onderzocht. l'VrL 143); de verlofganger, die zich bij herhaling schuldig maakt aan tèl feit, sub. 4°. van art. 141 bedoeld, of niet overeenkomstig art. '43 voor den Militie-commissaris verschijnt, of aldaar verschenen !'jiide, in het geval verkeert sub. 2°. en 3°. van art. 141 vermeld, 'ordt onder de wapenen geroepen en van drie tot zes maanden ge- ouden. (Art. 144); 10°. de verlofganger, die niet voldoet aan eene oproeping voor '6 werkelijke dienst, wordt, als deserteur behandeld. (Art. 145); 11°. elk, die voorde militie is ingeschreven, en ieder, die daarbij ingelijfd, kan, overeenkomstig de daaromtrent, bestaande voor- driften, tot eene vrijwillige verbintenis, voor den tijd van zes U'en of langer worden toegelaten bij de zeemagt, het korps mari ners hieronder begrepen, bij het leger hier te lande of bij het rïjgavolk in 's Rijks overzcesohe bezittingen, plaatsvervangers chter uiet bij de zeemagt of het korps mariniers gedurende het rste jaar van hunnen diensttijd. (Art 9 en 74); 12°. aan de bij de militie te land iugelijfden: die verlangen na 'Ibragte oefeningstijd, minstens voor zes maanden onder de wa- •ncn te blijven of te komen, zonder zich als vrijwilliger te ver- 'uden, wordt zulks vergund. (Art. 126). Eu opdat niemand hiervan onwetendheid voorwende zal deze wordeu afgekondigd aangeplakt eu in de Zicrikzeesche Nieuws bode geplaatst. Zierikzee, 18 Mei 1870. De Burgemeester B. C. CAU. Be Secretaris J. P. N. ERMERINS. DE GEDEPUTEERDE STATEN VAN ZEELAND, doen te weten, dat door hen, krachtens de bij art. 18 van het reglement tot voorkoming van de verspreiding der longziekte onder het rundvee in deze provincie aan hen verleende bevoegdheid, is vastgesteld hetgeen volgt: Artikel 1. Aan de veehouders iu de eilanden Duiveland en Tholen, mitsgaders in de kantons Axel en Hulst, wier rundvee gestald is binnen de als van de longziekte besmet of daarvan verdacht verklaarde kringen, wordt vergund hun rundvee over te brengen naar binnen die kringen gelegene weiden, zoodanig echter dat de grenzen der besmet verklaarde kringen in geen geval door het vee worden overschreden en dat zulks, voor zoo veel de verdacht verklaarde kriugen betreft, uiet plaat9 hebbe zonder speciale vergunning van den heer Commissaris des Ko- nings of van de door denzelve aan te wijzen Burgemeesters, te verleenen op den voet bij art. 9, in verband met art. 4 van het aangehaalde reglement bepaald. Het bepaalde in dit artikel is niet toepasselijk: ten 1ste op het rundvee van de weduwe L. BOOT en C. KOOPMAN, en op dat hetwelk is geslald op het gehucht Cappetle, gemeente Nieuwerkerk; en ten 2de op het rundvee gestald in de onmid- delijke nabijheid van de hofsteden van P. WITTOUCK en L. BIERENS onder St.-Annaland, van 1). en M. A. BOON onder Koewacht, van J. A. van HEETKREN onder Ilontenisse en van G. G. GALLE onder Axel, ter beoordeeling van de Burgemeesters der genoemde gemeenteu. Art. 2. Het vervoer der runderen van de stallen naar de weiden en omgekeerd zal niet andm dan onder toezigt van de politie mogen plaats hebben terwijl zal moeten worden gezorgd dat de runderen toebehoorende aan verschillende veehouders niet met elkander in aanraking komen. Art. 3. Het vervoer, in art.. 2 bedoeld, waar dit plaats heeft langs de openbare wegen, in de besmette kringen, zal zoodanig moeten geschieden, dat het vee zich niet ophoude, niet graze eu alzoo worde doorgedreven. Dit besluit, 't welk met den dag zijner afkondiging in werking treedt, zal gedrukt en in al de gemeenten van de kantons Zie- rikeee, Tholen, Axel en Hulst aangeplakt worden. Hetzelve zal almede in het Provinciaalblad worden geplaatst. Gegeven te Middelburgden 14 Mei 1870. De Gedeputeerde Staten voornoemd, R. W. van LIJNDEN, Voorzitter. BUTEUX, Griffier. De beraadslaging over het wetsont werp tot afschaffing der doodstraf. De beraadslagingenwelke in de laatste dagen in de Tweede Kamer der Staten Generaal over het wetsont werp tot afschaffing der doodstraf zijn gevoerd zijn allezins geschikt om het in den jongsten tijd eenigzins geschokt gezag van dien tak der volksvertegenwoordi ging te herstellen. Indien men de rede van den heer Heijdenrijckdie overvloeide van venijn, zoowel tegen deu Minister van justitie als tegen de leden der partij, waartoe hij vroeger behoorde, uitzondert, dan moet men erkennendat die beraadslagingen zich hebben gekenmerkt door hoogen ernstopregte gemoedelijk heid en diep besef van het gewigt des onderwerps. Ofschoon het gezegde van den heer Heijdenrijck dat ook de questie van de afschaffing der doodstraf zou zijn eene politieke questie niet op waarheid berust is het toch opmerkeljjkdat de meeste sprekers die vóór de wet hebben gesproken tot de liberale partij worden gerekend, terwijl al de redenaren die tegen de wet het woord hebben gevoerd moeten gerangschikt worden hetzij onder de conservatieve hetzij onder de anti-revolutionaire partij. Dit feit constaterende, kun nen wij niet nalaten het te betreuren. Toen voor eenige jaren de vraag van de afschaffing der doodstraf in Belgie aan de orde was, werd op de afschaffing wel degelijk ook door enkele clericalen aangedrongen. Ook zij konden de oogen niet sluiten voor den geest van den tijd en de eischen van christelijke liefde en ver- d raagzaarah eid De tegenstand tegen het wetsontwerphetwelk nu reeds eenige dagen in de Tweede Kamer eene degelijke en waardige discussie uitloktloopt hoofdzakelijk over de vraagis de doodstraf heden ten dage in Neder land nog noodzakelijk f Dat is de hoofdvraagde spil van het debat. En nu ligt het in den aard der zaak dat die vraag ver schillend beantwoord wordtnaar gelang van het standpuntwaarop de tegenstanders van het wets ontwerp zich plaatsen. De anti-revolutionaire afgevaardigden, de heeren van Loon van LijndenBichon Saaijmans Vaderzweren bij het Bijbel woord. Voor hen is de Bijbeltekst »die eens anders bloed vergietdiens bloed moet ook door den mensch vergoten worden" beslissend. Zich beroe pende op dien tekst als on wankel baren grondslag hunner overtuigingals onveranderlijk uitgangspunt hunner redeneringen kunnen zij natuurlijk geen vrede hebben met een wetsontwerp dat lijnregt tegen dien tekst is gekeerd. Ook met hunne strafregts-theorie is deze voor- dragt in strijd. Naar hunne overtuiging strekt de straf om het gepleegde kwaad uitte wisschen en is de regter de dienaar Gods op aarde de handhaver der godde lijke geregtigheid. Hetzij verre van ons, op dergelijke redeneringen te schimpen. De deugd der verdraag zaamheid vordert eerbied te hebben voor de staatkundige, en vooral voor de godsdienstige overtuiging van anders denkenden. De anti-revolutionairen kunnen zij mogen dit wetsontwerp niet aannemen. Betoogt hun dat de christelijke godsdienst liefde is en verdraagzaamheid zij antwoorden dat de christelijke godsdienst beteuge ling der zonde eischt.vergelding vordert van het gepleegde onregt. Wijst hen op den vooruitgang dei- beschaving en der wetenschap zij antwoordendat beiden dienstbaar zijn of kunnen zijn aan het plegen van misdrijven en dat de Heilige Schrift geschreven is voor alle tyden en landen. Tracht hen te overtuigen dat de doodstraf de bekeering van den misdadiger ver ijdelt: zij antwoorden, dat juist door de voltrekking van het doodvonnis de bekeering bevorderd wordt, omdat zij vast en onwrikbaar golooven aan een on verbreekbaren band tusschen het tegenwoordig en volgend leven. Wij deelcn die beschouwingen niet, maar wij koeste ren daarvoor al den eerbied, dien ieder welgezind burger voor de overtuiging van andersdenkenden moet koesteren Kunnen wij echter hetzelfde zeggen ten aanzien van de houding en de redeneringen der conservatieven, dat is van de zoodanigon, die tegen de liberale partij overstaan, niet zoozeer omdat zij hare beginselen afkeuren, (zij heb ben te dikwijls die zelve in praktijk gebragl)maar omdat zy die beginselen met meer bedaardheid on be hoedzaamheid in toepassing wenschen te brengen De conservatieve partij deinst terug voor de onverwijlde zegepraal van het liberale beginselzij geeft de voorkeur aan zachte overgangen, en zij tracht gaarne bruggen te leggen om vrijzinnige hervormingen te verschuiven, maar tevens om vrijzinnige ministers van hun zetel te doen tuimelen. Zoo hebben wij de conservatieve partij altijd aan het werk gezien, en zoo zagen wij haar wederom dezer da gen bezig bij de behandeling van het wetsontwerp tot afschaffing der doodstraf. De heereu Heemskerk Az. en de Brauw kunnen bij uitnemendheid de vertegenwoor digers dier rigting van transactie genoemd worden. Zij verloochenden hunne overtuiging ook ditmaal niet. Zich voorstanders der afschaffing noemende, lieten zy geen middel onbeproefd, geen argument ongebruikt, om de wet te bestoken. Juist van de zijde van den heer de Brauw zijn de amendementen afkomstig om het wets ontwerp in zijn hartader te treffen. De conservatieve partij wil de doodstraf niet onvoor waardelijk afschaffen, maar tot enkele zeldz mie gevallen beperken, als moord met voorbedachten rade, konings moord, hoog verraad enz. Worden die amendementen afgestemd, dan hebben zij een geldige reden om tegen de wet te stemmen. Wordt de wet dan tevens afgestemd door de tegenstanders der levenslange tuchthuisstraf, dan kan zij gevaar loopen door eene combinatie van minder leden verworpen te worden. Wij hopen, dat de toeleg der conservatieven moge verijdeld worden. Er bestaat geen enkele grond om de doodstraf voor enkele zware misdrijven te behouden, en voor andere af te schaf fen. Die grond zou alleen dan bestaan, wanneer in de strafbedreiging eene afschrikkende kracht ware gelegen. Maar de zwaarste misdrijven worden gepleegd, onaf hankelijk van de straf, die daarop wordt bedreigd. De misdadiger, die de gelegenheid voor zich ziet om een «afschuwelijk misdrijf te plegen, trotseert den dood en neemt «alleen voorzorgen om niet ontdekt te worden. De hartstocht drijft hem aan, niet de straf. Doch indien op zijn misdadig plan de straf eenigen invloed mocht uitoefenen, dan heeft reeds de ervaring van de meeste landen geleerd, dat in de levenslange of veeljarige be- rooving van vrijheid meer afschrikking gelegen is dan in één oogenblik van onuitstaanbare marteling, gevolgd door een nacht van vergetelheid. i3ïw«rife«. De //Richmond Inquirer" geeft een omstandig ver haal van het vreeselijk ongeluk dat 28 April 11. in het k«a.pitool te Richmond is voorgevallen. De zaal van het hof van appel is op de tweede ver dieping, hoven de groote zaal waar de afgevaardigden vergaderen. De geruchtmakende zaak die behandeld zou worden had een groote menigte menschen getrok ken en de bovenzaal was, even als de g.alerij stampvol. Plotseling viel deze galerij in en stortten allen van bo ven neer in de eivolle zaal. Door dezen schok en de onbeschrijfelijke verwarring, die er op volgde, brak ook de vloer dezer zaal op onderscheidene plaatsen en stortten allen naar beneden in de zaal der afgevaar digden. De gevolgen waren ontzettend. Allen die in de benedenzaal waren werden onder de van boven komende massa bedolven en velen der vallenden be zeerden zich ernstig. Meer dan zestig personen vonden er den dood hij en stierven onder de folterendste pij ningen, meestal door verstikking. Toen na verloop van eenigen tijd de lijken te voorschijn kwamen, waren zij naauwclijks herkenbaar, de gelaatstrekken waren op gezwollen en met bloed en stof bedekt. De angstige opgewondenheid en de wanhoop dor nabestaanden van degenen wier lijken successively k te voorschijn gebragt werden, vermeerderde de afgrijselijkheid van het too- neel zeer. De rechters stonden op het punt de gereclitsz.aal in te treden en zagen den vloer voor hunne oogen wegzinken, doch de held v«an het proces behoorde on der de eerste slachtoffers en werd doodgeslagen door de invallende galerij. Het onheil gebeurde des mor gens te elf uur vóór dat de afgevaardigden vergaderd waren en terwijl een sectie die daar gewerkt had juist uiteengegaan was. Ook de verslaggevers van enkele bladen, die in de gerechtszaal tegen een muur zaten, zijn als door een wonder gered. ÏVL XLoikIoii, 16 Mei. Flourens is onverwacht uit Lon den verdwenen, hoewel het bleek dat er geenerlei aanzoek tot zijne uitlevering door het Fransc.he gouvernement gedaan of te verw«a,chten was. In eene zamenkomst van zijne vrienden en geestverwanten, verleden vrijd.ag te Londen gehouden, werd besloten de voorgenomen de monstratie tegen zyne uitlevering achterwege te laten, en werd tevens medegedeeld dathy vertrokken was *met het doel en in de hoop om het regtv«aardige werk wa«ar«aan hy bezig was, te bevorderen en te volbrengen." Eenige dagen geleden werd te Londen, eene vrees- selijke misdaad gepleegd. De heer Huelin, een 80jarig predikant en zyne huishoudster, Anna Cosse, zijn beide in eene woning van de wijk Chelsea vermoord gevonden Hieromtrent worden de volgende bijzonderheden me degedeeld Verleden Zaturdagavond vervoegde zeker persoon zich bij een verhuurder van voertuigen, Roper genaamd, en droeg dezen op om nog denzelfden avond eenigevooi werpen van Paul ton Square naar Fnlham-road over te brengen. Op de aanmerking van Roper, dat het al wat laat in den avond was, antwoordde de onbekende, dat dit niets tot de zaak afdeeddat het voor hem van het hoogste belang was om het overbrengen zijner goederen nog dienzelfden avond te doen plaats hebben en dat hij niet op den prijs zou zien. Tegen 9 ure des avonds bevond Roper zich aan het opgegeven adres. Een zware kist be vond zich in de keuken van het huis, waar hij werd binnen geleid. Toen Roper de touwen, waarmede de kist was vastgemaakt, wat steviger wilde aanhalen, bemerkte hij, dat zijne handen met bloed bevlekt werden, en op zyne vraag wat er in de kist was, trachtten de drie personen, twee vrouwen en een man, die in de keuken aanwezig waren, te ontvluchten. Aan de vrouwen gelukte, dit, maar de man, Miller genaamd, dezelfde die het voertuig bij Roper had besteld, werd door dezen vastgegrepen en met behulp van een agent van politie gearresteerd. Onder weg naar het politie-burean slikte Miller vergif in, doch een onmiddellijk ontboden geneesheer gaf hem een braakmiddel en hij werdt tot verdere verpleging naar het gasthuis gebracht. Middelerwijl begaf een ander agent van politie zich naar de woning waar de kist stond de kist werd geopend en men vond er het lijk in eener vrouw, dat nog het touw om den h.als had, waarmede de verworging was geschied; het lijk was nog geheel gekleed en men had blijkbaar geweld moeten gebruiken om het in de kist te plaatsen. Bij onderzoek werd de vermoorde erkend als de huishoudster van een geestelijke, die zelf reeds sedert eenige dagen is verdwenen en uit de ingewonnen information blijkt, dat ook hij eenige dagen vroeger is vermoord en in den tuin achter zijne woning begraven. Diefst<al schijnt de beweegreden tot den dubbelen moord te zijn geweest; men heeft bij Miller geld en andere voorwerpen van waarde gevonden. iUclgic. Naar wij vernemen is concessie aangevraagd voor een spoorweg van Eecloo naar Lichtervelde. Dit ontwerp wordt voorgesteld met het doel om eene regte lijn tot stand te brengen van Antwerpen en Neuzen op Duin kerken en Calais. In den nacht van Zondag op Maandag jl. heeft te Rousselare een persoon een ander vermoorduit wraak dat deze hem vroeger had aangekla.agd wegens aanranding. Te Bergen is eene jonge moeder aangehouden be schuldigd haar kind vermoord te hebben. Zij heeft dan ook beleden hetzelve met een schoenmakers-eist op eene wreedaardige wjjze te hebben omgebragt. Dezer dagen heeft te Wijnghene een hevige brand gewoed, waarbij zes arbeiders-woningen in de asch zijn gelegd. Al het huisraad van zes gezinnen is verbrand. A_in;-;teWlïtn»18 Mei. Heden middag arriveerde alhier het stoomschip Arnstelf onlangs van de kust van Guinea te Nieuwediep aangekomen. Een groot aantal belangstellenden, waaronder de schout bij nacht, kom- mandant der marine alhier, de heer Jb. de Vos, adjudant des konings in bnitengewonen dienst, de kolonel-com mandant der schutterij en vele andere hoofd- en andere officieren van alle wapens en van de schutterij hadden zich aan de sluis Willem III van het Noordhollanrlsch k.anaal begeven, om aan de overwinnaars van Corn- mend«ali een hartelijk welkom te brengen. Bij het binnenkomen van den Amslel werd door de hoornblazers der schutterij de volksliederen gespeeld en talrijk waren de hoera's door de aanwezigen uit volle borst den teruggekeerden toegeroepen. De gedecoreerden van den étatmajor prykten allen reeds met hunne onderschei dingen. Eenige der hoofd-officieren begaven zich aan boord, en complimenteerden allen, zoowel officieren als matrozen op de hartelijkste wijze. De Amstef verhaalde daarop onder stoom naar de Landswerf, waar de officieren feestelijk werden ontvangen. De groote menigte die aan de Stads-Herberg en langs de Nieuwe Brug stond, kreeg niets anders dan het met tallooze vlaggen versierde schip te zien. Aan de Oosterdockslnis was de ontvangst even hartelijk als aan de sluis Willem III. s Gravenli.'ijro 19 Mei. De discussien over het wetsontwerp tot afschaffing der doodstraf zijn voort gezet. Van het getal spiekers staan de verdedigers en de bestrijders gelijk. Heden heeft de minister van jus titie hetzelve verdedigd. 20 Mei. [Telegram.) De Tweede Kamer heeft heden hel wetsontwerp lol afschaffing der doodstraf aang-cMioiiieii mei 48 legen 50 stemmen. Brouwershayen19 Mei. Vrijdag 13 Mei arriveerde hier ter reede het aan den Heer J. Srnit te Slikkerveer, behoorende klif per-fregatschip Voorlich ter Gezagvoerder G. Krijgsmanqq. Als een bewijs dat er met het ligten van dit Schip wel alle mogelijke spoed is gemaakt, vermelden wij dat het reeds Woensdag 18 Mei is opgesleept naar Hellevoetsluis en waarschijnlijk dien dag daar gearri veerd na in dien korten tijd te hebben gelost zestien ligters, ieder p. m. honderd tonalzoo vijftien a zestien honderd ton. 5£i<»i.-ilcy:oc>, 19 Mei. Tot surnumerair bij de Maat schappij tot exploitatie van staatsspoorwegen is o. a. na afgelegde examen benoemd: G. H. J. van der Halen standplaats Winschoten. Van af 22 dezer is het telegraafkantoor te Brui- nisse des Zondags v«nn 8 tot 12 ure geopend. De dienst op de werkdagen blijft onveranderd. Volgens de in de Staats Courant voorkomende tabel len blijkt dat in 1869, als landverhuizers over zee uit Nederland vertrokken zijn 3442 personen, waarvan 565 uit de provincie Zeeland. De kamer van koophandel en fabrieken te Gronin-

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Nieuwsbode | 1870 | | pagina 1