No. 2775. Zaturdag 21 1870.
20sle Jaarg1.
4
AANBESTEDING.
Bekendmaking.
Onderzoek Verlofgangers.
Bekendmaking.
N o t i f i c a t i e.
Nieuwstijdingen.
anker.
ZIERIKZEESCHE NIEUWSBODE.
BURGEMEESTER cn WETHOUDERS van Zierikzee,
zijn voornemens op Woensdag 8 Junij a. s., des namid
dags om 1 ureop het Raadhuisin elf pèrceelen
AAN TE BESTEDEN:
lift doen Villi oenigc vei'iiioiiwin-
iinii ilo gohoiiwcn «11 antlero
vv«'i-lt«-ii dezer grineeiitemist li«t
gewoon onderhoud daarvan.
De locale aanwijzing zal plaats hebben op Maandag
den 30 Mei a. 8., des voormiddags ta 10 ure, terwijl
inmiddels inlichtingen te bekomen zijn bij deft Gemeente-
Bouwmeester.
Zierikzee, den 16 Mei 1870.
Burgemeester en Wethouders
B. C. 6AU.
De Secretaris,
I J. P. N. ERMERINS.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Zierikzee
maken bekend,
dat wegens het invallen van den XI JU M E E-
VAAKTSDAG op Donderdag den 26 Mei
eerstkomende, in de aanstaande week de gewone markt
dag in deze gemeente zal worden gehouden op Woens
dag den 25 Mei eerstkomende.
Zierikzee den 20 Mei 1870.
Burgemeester en Wethouders
B. C. CAU.
Be Secretaris
J. P. N. ERMERINS.
ngaande
ïn-
elde a
vóór of
TEUN,
bij wien
men. l_t|
Holland.
jj
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Zierikzee.
Gezien het besluit van den Commissaris des Konings in deze
provincie van den 2den dezer (Provinciaalblad No. 48);
brengen ter kennis der Verlofgangers van de Militie te land, die
zich in deze gemeente bevinden en behooren tot de ligtingen van
1866, 1867, 1868 en 1869 voor zoover zij vóór den Eersten April
Jongstleden in het genot van onbepaald verlof zijn gesteld, dat
het onderzoek van die Verlofgangers door den Militie-commissa
ris alhier zal plaats hebben op Vrijdag den 10 Junij 1870 des
\ooi middags te 10 ure in de kazerne iu de St. Anlhonystraat en
roepen hen mitsdien op, om op gezegden dagen uur ter aange
wezen plaats tegenwoordig te zijn met herinnering aan de volgende
bepalingen der Wet op de Nationale Militie van 19 Augustus 1861
(Staatsblad No. 72.)
1°. de verlofganger meldt zich biunen dertig dagen na den dag,
waarop hem de verlofpas is uitgereikt, bij den Burgemeester zijner
woonplaats aan, ten eiude deze zijn verlofpas voor gezien teekeuc.
(Art. 133);
2°. de verlofganger, die zich iu eene andere gemeente gaat ves
tigen, geeft daarvan kenuisaan den Burgemeester zijner woonplaats.
Binnen dertig dageu na deu dag, waarop hij komt in de gemeente,
waarin hij zich vestigt, meldt hij zich aan bij den Burgemeester
dier gemeente, ten einde deze zijn verlofpas voor gezien teekene.
(Art. 134);
3°. de verlofganger van de militie te land mag zich zonder toe
stemming van den Minister van Oorlog niet langer dan gedurende
vier weken buiten 's lands begeven. (Art. 136);
4°. de verlofganger die art. 133, 134 eu 136 niet naleeft, wordt
iu werkelijke dienst geroepen en gedurende drie maanden gehou
den. (Art. 137);
5°. de verlofganger van de militie te land, die bij openbare ken
nisgeving is opgeroepeu om door den Militie-commissaris te worden
ouderzocht, verschijnt bij het onderzoek iu uniform gekleed, eu
voorzien van de kleeding- en uitrustingstukken, hem bij zijn ver
trek met verlof medegegeven, van zijn zakboekje en van zijn
verlofpas. (Art. 138, 139 en 140);
6°. de verlofganger van de militie te land is aan de militaire
iregtspleging eu tucht onderworpen, onder andere gedurende den
tijd, dien het onderzoek voor den Militie-commissaris duurt, en,
iu liet algemeen wanneer hij in uniform gekleed is. (Art. 130);
7°. behoudens het bepaalde bij art. 130 kan een arrest van twee
Itot zes dagen, te ondergaan in de naastbij gelegen provoost of hel
luaaslbij zijnde huis van bewaring of arrest, door den Militie-Com
missaris worden opgelegd aan den verlofganger;
1°. die zonder geldige redenen niet bij het. onderzoek verschijnt;
'2°. die, daarbij verschenen zijnde, zouder geldige reden, niet
voorzien is van de bij art. 140 vermelde voorwerpen;
p°. wiens kleeding- en uitrustingstukken bij het onderzoek Diet
in voldoenden staat worden bevonden;
4°. die kleeding- of uitrustingstukken aan een ander behoorende,
als de zijne vertoont. (Art. 141);
8°. onverminderd de straf, in het voorgaand artikel vermeldt,
is de verlofganger verpligt, op den daartoe door den Militie-com-
Mssaris te bepalen tijd en plaats, en op de in art. 140 voorgeschre-
|ie'i wijze, voor hem te verschijnen om te worden onderzocht.
l'VrL 143);
de verlofganger, die zich bij herhaling schuldig maakt aan
tèl feit, sub. 4°. van art. 141 bedoeld, of niet overeenkomstig art.
'43 voor den Militie-commissaris verschijnt, of aldaar verschenen
!'jiide, in het geval verkeert sub. 2°. en 3°. van art. 141 vermeld,
'ordt onder de wapenen geroepen en van drie tot zes maanden ge-
ouden. (Art. 144);
10°. de verlofganger, die niet voldoet aan eene oproeping voor
'6 werkelijke dienst, wordt, als deserteur behandeld. (Art. 145);
11°. elk, die voorde militie is ingeschreven, en ieder, die daarbij
ingelijfd, kan, overeenkomstig de daaromtrent, bestaande voor-
driften, tot eene vrijwillige verbintenis, voor den tijd van zes
U'en of langer worden toegelaten bij de zeemagt, het korps mari
ners hieronder begrepen, bij het leger hier te lande of bij het
rïjgavolk in 's Rijks overzcesohe bezittingen, plaatsvervangers
chter uiet bij de zeemagt of het korps mariniers gedurende het
rste jaar van hunnen diensttijd. (Art 9 en 74);
12°. aan de bij de militie te land iugelijfden: die verlangen na
'Ibragte oefeningstijd, minstens voor zes maanden onder de wa-
•ncn te blijven of te komen, zonder zich als vrijwilliger te ver-
'uden, wordt zulks vergund. (Art. 126).
Eu opdat niemand hiervan onwetendheid voorwende zal deze
wordeu afgekondigd aangeplakt eu in de Zicrikzeesche Nieuws
bode geplaatst.
Zierikzee, 18 Mei 1870.
De Burgemeester
B. C. CAU.
Be Secretaris
J. P. N. ERMERINS.
DE GEDEPUTEERDE STATEN VAN ZEELAND,
doen te weten, dat door hen, krachtens de bij art. 18
van het reglement tot voorkoming van de verspreiding
der longziekte onder het rundvee in deze provincie aan
hen verleende bevoegdheid, is vastgesteld hetgeen volgt:
Artikel 1. Aan de veehouders iu de eilanden Duiveland en
Tholen, mitsgaders in de kantons Axel en Hulst, wier rundvee
gestald is binnen de als van de longziekte besmet of daarvan
verdacht verklaarde kringen, wordt vergund hun rundvee over
te brengen naar binnen die kringen gelegene weiden, zoodanig
echter dat de grenzen der besmet verklaarde kringen in geen
geval door het vee worden overschreden en dat zulks, voor zoo
veel de verdacht verklaarde kriugen betreft, uiet plaat9 hebbe
zonder speciale vergunning van den heer Commissaris des Ko-
nings of van de door denzelve aan te wijzen Burgemeesters, te
verleenen op den voet bij art. 9, in verband met art. 4 van het
aangehaalde reglement bepaald.
Het bepaalde in dit artikel is niet toepasselijk: ten 1ste op
het rundvee van de weduwe L. BOOT en C. KOOPMAN, en
op dat hetwelk is geslald op het gehucht Cappetle, gemeente
Nieuwerkerk; en ten 2de op het rundvee gestald in de onmid-
delijke nabijheid van de hofsteden van P. WITTOUCK en L.
BIERENS onder St.-Annaland, van 1). en M. A. BOON onder
Koewacht, van J. A. van HEETKREN onder Ilontenisse en van
G. G. GALLE onder Axel, ter beoordeeling van de Burgemeesters
der genoemde gemeenteu.
Art. 2. Het vervoer der runderen van de stallen naar de
weiden en omgekeerd zal niet andm dan onder toezigt van de
politie mogen plaats hebben terwijl zal moeten worden gezorgd
dat de runderen toebehoorende aan verschillende veehouders
niet met elkander in aanraking komen.
Art. 3. Het vervoer, in art.. 2 bedoeld, waar dit plaats heeft
langs de openbare wegen, in de besmette kringen, zal zoodanig
moeten geschieden, dat het vee zich niet ophoude, niet graze eu
alzoo worde doorgedreven.
Dit besluit, 't welk met den dag zijner afkondiging in werking
treedt, zal gedrukt en in al de gemeenten van de kantons Zie-
rikeee, Tholen, Axel en Hulst aangeplakt worden. Hetzelve zal
almede in het Provinciaalblad worden geplaatst.
Gegeven te Middelburgden 14 Mei 1870.
De Gedeputeerde Staten voornoemd,
R. W. van LIJNDEN, Voorzitter.
BUTEUX, Griffier.
De beraadslaging over het wetsont
werp tot afschaffing der doodstraf.
De beraadslagingenwelke in de laatste dagen in de
Tweede Kamer der Staten Generaal over het wetsont
werp tot afschaffing der doodstraf zijn gevoerd zijn
allezins geschikt om het in den jongsten tijd eenigzins
geschokt gezag van dien tak der volksvertegenwoordi
ging te herstellen. Indien men de rede van den heer
Heijdenrijckdie overvloeide van venijn, zoowel tegen
deu Minister van justitie als tegen de leden der partij,
waartoe hij vroeger behoorde, uitzondert, dan moet
men erkennendat die beraadslagingen zich hebben
gekenmerkt door hoogen ernstopregte gemoedelijk
heid en diep besef van het gewigt des onderwerps.
Ofschoon het gezegde van den heer Heijdenrijck dat
ook de questie van de afschaffing der doodstraf zou
zijn eene politieke questie niet op waarheid berust
is het toch opmerkeljjkdat de meeste sprekers die
vóór de wet hebben gesproken tot de liberale partij
worden gerekend, terwijl al de redenaren die tegen de
wet het woord hebben gevoerd moeten gerangschikt
worden hetzij onder de conservatieve hetzij onder de
anti-revolutionaire partij. Dit feit constaterende, kun
nen wij niet nalaten het te betreuren. Toen voor eenige
jaren de vraag van de afschaffing der doodstraf in
Belgie aan de orde was, werd op de afschaffing wel
degelijk ook door enkele clericalen aangedrongen. Ook
zij konden de oogen niet sluiten voor den geest van
den tijd en de eischen van christelijke liefde en ver-
d raagzaarah eid
De tegenstand tegen het wetsontwerphetwelk nu
reeds eenige dagen in de Tweede Kamer eene degelijke
en waardige discussie uitloktloopt hoofdzakelijk over
de vraagis de doodstraf heden ten dage in Neder
land nog noodzakelijk f
Dat is de hoofdvraagde spil van het debat. En
nu ligt het in den aard der zaak dat die vraag ver
schillend beantwoord wordtnaar gelang van het
standpuntwaarop de tegenstanders van het wets
ontwerp zich plaatsen.
De anti-revolutionaire afgevaardigden, de heeren van
Loon van LijndenBichon Saaijmans Vaderzweren
bij het Bijbel woord. Voor hen is de Bijbeltekst »die
eens anders bloed vergietdiens bloed moet ook door
den mensch vergoten worden" beslissend. Zich beroe
pende op dien tekst als on wankel baren grondslag hunner
overtuigingals onveranderlijk uitgangspunt hunner
redeneringen kunnen zij natuurlijk geen vrede hebben
met een wetsontwerp dat lijnregt tegen dien tekst is
gekeerd. Ook met hunne strafregts-theorie is deze voor-
dragt in strijd. Naar hunne overtuiging strekt de straf
om het gepleegde kwaad uitte wisschen en is de regter
de dienaar Gods op aarde de handhaver der godde
lijke geregtigheid. Hetzij verre van ons, op dergelijke
redeneringen te schimpen. De deugd der verdraag
zaamheid vordert eerbied te hebben voor de staatkundige,
en vooral voor de godsdienstige overtuiging van anders
denkenden. De anti-revolutionairen kunnen zij mogen
dit wetsontwerp niet aannemen. Betoogt hun dat de
christelijke godsdienst liefde is en verdraagzaamheid
zij antwoorden dat de christelijke godsdienst beteuge
ling der zonde eischt.vergelding vordert van het
gepleegde onregt. Wijst hen op den vooruitgang dei-
beschaving en der wetenschap zij antwoordendat
beiden dienstbaar zijn of kunnen zijn aan het plegen
van misdrijven en dat de Heilige Schrift geschreven
is voor alle tyden en landen. Tracht hen te overtuigen
dat de doodstraf de bekeering van den misdadiger ver
ijdelt: zij antwoorden, dat juist door de voltrekking van
het doodvonnis de bekeering bevorderd wordt, omdat
zij vast en onwrikbaar golooven aan een on verbreekbaren
band tusschen het tegenwoordig en volgend leven.
Wij deelcn die beschouwingen niet, maar wij koeste
ren daarvoor al den eerbied, dien ieder welgezind burger
voor de overtuiging van andersdenkenden moet koesteren
Kunnen wij echter hetzelfde zeggen ten aanzien van de
houding en de redeneringen der conservatieven, dat is
van de zoodanigon, die tegen de liberale partij overstaan,
niet zoozeer omdat zij hare beginselen afkeuren, (zij heb
ben te dikwijls die zelve in praktijk gebragl)maar
omdat zy die beginselen met meer bedaardheid on be
hoedzaamheid in toepassing wenschen te brengen De
conservatieve partij deinst terug voor de onverwijlde
zegepraal van het liberale beginselzij geeft de voorkeur
aan zachte overgangen, en zij tracht gaarne bruggen te
leggen om vrijzinnige hervormingen te verschuiven, maar
tevens om vrijzinnige ministers van hun zetel te doen
tuimelen.
Zoo hebben wij de conservatieve partij altijd aan het
werk gezien, en zoo zagen wij haar wederom dezer da
gen bezig bij de behandeling van het wetsontwerp tot
afschaffing der doodstraf. De heereu Heemskerk Az. en
de Brauw kunnen bij uitnemendheid de vertegenwoor
digers dier rigting van transactie genoemd worden. Zij
verloochenden hunne overtuiging ook ditmaal niet. Zich
voorstanders der afschaffing noemende, lieten zy geen
middel onbeproefd, geen argument ongebruikt, om de
wet te bestoken. Juist van de zijde van den heer de
Brauw zijn de amendementen afkomstig om het wets
ontwerp in zijn hartader te treffen.
De conservatieve partij wil de doodstraf niet onvoor
waardelijk afschaffen, maar tot enkele zeldz mie gevallen
beperken, als moord met voorbedachten rade, konings
moord, hoog verraad enz. Worden die amendementen
afgestemd, dan hebben zij een geldige reden om tegen
de wet te stemmen. Wordt de wet dan tevens afgestemd
door de tegenstanders der levenslange tuchthuisstraf,
dan kan zij gevaar loopen door eene combinatie van
minder leden verworpen te worden. Wij hopen, dat de
toeleg der conservatieven moge verijdeld worden. Er
bestaat geen enkele grond om de doodstraf voor enkele
zware misdrijven te behouden, en voor andere af te schaf
fen. Die grond zou alleen dan bestaan, wanneer in de
strafbedreiging eene afschrikkende kracht ware gelegen.
Maar de zwaarste misdrijven worden gepleegd, onaf
hankelijk van de straf, die daarop wordt bedreigd. De
misdadiger, die de gelegenheid voor zich ziet om een
«afschuwelijk misdrijf te plegen, trotseert den dood en
neemt «alleen voorzorgen om niet ontdekt te worden.
De hartstocht drijft hem aan, niet de straf. Doch indien
op zijn misdadig plan de straf eenigen invloed mocht
uitoefenen, dan heeft reeds de ervaring van de meeste
landen geleerd, dat in de levenslange of veeljarige be-
rooving van vrijheid meer afschrikking gelegen is dan
in één oogenblik van onuitstaanbare marteling, gevolgd
door een nacht van vergetelheid.
i3ïw«rife«.
De //Richmond Inquirer" geeft een omstandig ver
haal van het vreeselijk ongeluk dat 28 April 11. in het
k«a.pitool te Richmond is voorgevallen.
De zaal van het hof van appel is op de tweede ver
dieping, hoven de groote zaal waar de afgevaardigden
vergaderen. De geruchtmakende zaak die behandeld
zou worden had een groote menigte menschen getrok
ken en de bovenzaal was, even als de g.alerij stampvol.
Plotseling viel deze galerij in en stortten allen van bo
ven neer in de eivolle zaal. Door dezen schok en de
onbeschrijfelijke verwarring, die er op volgde, brak ook
de vloer dezer zaal op onderscheidene plaatsen en
stortten allen naar beneden in de zaal der afgevaar
digden. De gevolgen waren ontzettend. Allen die in
de benedenzaal waren werden onder de van boven
komende massa bedolven en velen der vallenden be
zeerden zich ernstig. Meer dan zestig personen vonden
er den dood hij en stierven onder de folterendste pij
ningen, meestal door verstikking. Toen na verloop van
eenigen tijd de lijken te voorschijn kwamen, waren zij
naauwclijks herkenbaar, de gelaatstrekken waren op
gezwollen en met bloed en stof bedekt. De angstige
opgewondenheid en de wanhoop dor nabestaanden van
degenen wier lijken successively k te voorschijn gebragt
werden, vermeerderde de afgrijselijkheid van het too-
neel zeer.
De rechters stonden op het punt de gereclitsz.aal
in te treden en zagen den vloer voor hunne oogen
wegzinken, doch de held v«an het proces behoorde on
der de eerste slachtoffers en werd doodgeslagen door
de invallende galerij. Het onheil gebeurde des mor
gens te elf uur vóór dat de afgevaardigden vergaderd
waren en terwijl een sectie die daar gewerkt had juist
uiteengegaan was. Ook de verslaggevers van enkele
bladen, die in de gerechtszaal tegen een muur zaten,
zijn als door een wonder gered.
ÏVL
XLoikIoii, 16 Mei. Flourens is onverwacht uit Lon
den verdwenen, hoewel het bleek dat er geenerlei aanzoek
tot zijne uitlevering door het Fransc.he gouvernement
gedaan of te verw«a,chten was. In eene zamenkomst van
zijne vrienden en geestverwanten, verleden vrijd.ag te
Londen gehouden, werd besloten de voorgenomen de
monstratie tegen zyne uitlevering achterwege te laten,
en werd tevens medegedeeld dathy vertrokken was *met
het doel en in de hoop om het regtv«aardige werk wa«ar«aan
hy bezig was, te bevorderen en te volbrengen."
Eenige dagen geleden werd te Londen, eene vrees-
selijke misdaad gepleegd. De heer Huelin, een 80jarig
predikant en zyne huishoudster, Anna Cosse, zijn beide in
eene woning van de wijk Chelsea vermoord gevonden
Hieromtrent worden de volgende bijzonderheden me
degedeeld
Verleden Zaturdagavond vervoegde zeker persoon zich
bij een verhuurder van voertuigen, Roper genaamd, en
droeg dezen op om nog denzelfden avond eenigevooi werpen
van Paul ton Square naar Fnlham-road over te brengen.
Op de aanmerking van Roper, dat het al wat laat in
den avond was, antwoordde de onbekende, dat dit niets
tot de zaak afdeeddat het voor hem van het hoogste
belang was om het overbrengen zijner goederen nog
dienzelfden avond te doen plaats hebben en dat hij niet
op den prijs zou zien. Tegen 9 ure des avonds bevond
Roper zich aan het opgegeven adres. Een zware kist be
vond zich in de keuken van het huis, waar hij werd binnen
geleid. Toen Roper de touwen, waarmede de kist was
vastgemaakt, wat steviger wilde aanhalen, bemerkte hij,
dat zijne handen met bloed bevlekt werden, en op zyne
vraag wat er in de kist was, trachtten de drie personen,
twee vrouwen en een man, die in de keuken aanwezig
waren, te ontvluchten. Aan de vrouwen gelukte, dit,
maar de man, Miller genaamd, dezelfde die het voertuig
bij Roper had besteld, werd door dezen vastgegrepen
en met behulp van een agent van politie gearresteerd.
Onder weg naar het politie-burean slikte Miller vergif
in, doch een onmiddellijk ontboden geneesheer gaf hem
een braakmiddel en hij werdt tot verdere verpleging
naar het gasthuis gebracht. Middelerwijl begaf een ander
agent van politie zich naar de woning waar de kist stond
de kist werd geopend en men vond er het lijk in eener
vrouw, dat nog het touw om den h.als had, waarmede
de verworging was geschied; het lijk was nog geheel
gekleed en men had blijkbaar geweld moeten gebruiken
om het in de kist te plaatsen. Bij onderzoek werd de
vermoorde erkend als de huishoudster van een geestelijke,
die zelf reeds sedert eenige dagen is verdwenen en uit
de ingewonnen information blijkt, dat ook hij eenige
dagen vroeger is vermoord en in den tuin achter zijne
woning begraven. Diefst<al schijnt de beweegreden tot
den dubbelen moord te zijn geweest; men heeft bij Miller
geld en andere voorwerpen van waarde gevonden.
iUclgic.
Naar wij vernemen is concessie aangevraagd voor een
spoorweg van Eecloo naar Lichtervelde. Dit ontwerp
wordt voorgesteld met het doel om eene regte lijn tot
stand te brengen van Antwerpen en Neuzen op Duin
kerken en Calais.
In den nacht van Zondag op Maandag jl. heeft te
Rousselare een persoon een ander vermoorduit wraak
dat deze hem vroeger had aangekla.agd wegens aanranding.
Te Bergen is eene jonge moeder aangehouden be
schuldigd haar kind vermoord te hebben. Zij heeft dan
ook beleden hetzelve met een schoenmakers-eist op eene
wreedaardige wjjze te hebben omgebragt.
Dezer dagen heeft te Wijnghene een hevige brand
gewoed, waarbij zes arbeiders-woningen in de asch
zijn gelegd. Al het huisraad van zes gezinnen is verbrand.
A_in;-;teWlïtn»18 Mei. Heden middag arriveerde
alhier het stoomschip Arnstelf onlangs van de kust
van Guinea te Nieuwediep aangekomen. Een groot aantal
belangstellenden, waaronder de schout bij nacht, kom-
mandant der marine alhier, de heer Jb. de Vos, adjudant
des konings in bnitengewonen dienst, de kolonel-com
mandant der schutterij en vele andere hoofd- en andere
officieren van alle wapens en van de schutterij hadden
zich aan de sluis Willem III van het Noordhollanrlsch
k.anaal begeven, om aan de overwinnaars van Corn-
mend«ali een hartelijk welkom te brengen. Bij het
binnenkomen van den Amslel werd door de hoornblazers
der schutterij de volksliederen gespeeld en talrijk waren
de hoera's door de aanwezigen uit volle borst den
teruggekeerden toegeroepen. De gedecoreerden van den
étatmajor prykten allen reeds met hunne onderschei
dingen. Eenige der hoofd-officieren begaven zich aan
boord, en complimenteerden allen, zoowel officieren als
matrozen op de hartelijkste wijze. De Amstef verhaalde
daarop onder stoom naar de Landswerf, waar de officieren
feestelijk werden ontvangen. De groote menigte die aan
de Stads-Herberg en langs de Nieuwe Brug stond, kreeg
niets anders dan het met tallooze vlaggen versierde schip
te zien. Aan de Oosterdockslnis was de ontvangst even
hartelijk als aan de sluis Willem III.
s Gravenli.'ijro 19 Mei. De discussien over
het wetsontwerp tot afschaffing der doodstraf zijn voort
gezet. Van het getal spiekers staan de verdedigers en
de bestrijders gelijk. Heden heeft de minister van jus
titie hetzelve verdedigd.
20 Mei. [Telegram.) De Tweede Kamer heeft
heden hel wetsontwerp lol afschaffing der doodstraf
aang-cMioiiieii mei 48 legen 50 stemmen.
Brouwershayen19 Mei. Vrijdag 13 Mei
arriveerde hier ter reede het aan den Heer J. Srnit te
Slikkerveer, behoorende klif per-fregatschip Voorlich
ter Gezagvoerder G. Krijgsmanqq.
Als een bewijs dat er met het ligten van dit Schip
wel alle mogelijke spoed is gemaakt, vermelden wij
dat het reeds Woensdag 18 Mei is opgesleept naar
Hellevoetsluis en waarschijnlijk dien dag daar gearri
veerd na in dien korten tijd te hebben gelost zestien
ligters, ieder p. m. honderd tonalzoo vijftien a zestien
honderd ton.
5£i<»i.-ilcy:oc>, 19 Mei. Tot surnumerair bij de Maat
schappij tot exploitatie van staatsspoorwegen is o. a.
na afgelegde examen benoemd: G. H. J. van der Halen
standplaats Winschoten.
Van af 22 dezer is het telegraafkantoor te Brui-
nisse des Zondags v«nn 8 tot 12 ure geopend. De dienst
op de werkdagen blijft onveranderd.
Volgens de in de Staats Courant voorkomende tabel
len blijkt dat in 1869, als landverhuizers over zee uit
Nederland vertrokken zijn 3442 personen, waarvan 565
uit de provincie Zeeland.
De kamer van koophandel en fabrieken te Gronin-